Regeling vervallen per 04-11-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waalre houdende regels voor naamgeving en nummering Verordening naamgeving en nummering (adressen)

Geldend van 18-10-2014 t/m 03-11-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waalre houdende regels voor naamgeving en nummering Verordening naamgeving en nummering (adressen)

De raad van de gemeente Waalre;

gelezen het voorstel van het college van 12 augustus 2014 nr. 57, inzake Verordening naamgeving en nummering (adressen);

gelet op artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en

artikel 147 van de Gemeentewet (medebewindstaken), en

de artikelen 108, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet (autonome taken), en

artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet (delegatiebesluit);

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening naamgeving en nummering (adressen)

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.

In deze verordening (en de daarop berustende bepalingen) wordt verstaan onder:

  • a.

    Adres: door het college aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats.

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    Convenant: het tussen de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Koninklijke TPG Post BV gesloten Kader Convenant en Nader Convenant inzake postcodes.

  • d.

    Ligplaats: door het college als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die is bestemd voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.

  • e.

    Nummeraanduiding: door het college als zodanig toegekende aanduiding van een verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats en een afgebakend terrein dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- en/of cijfercombinatie.

  • f.

    Openbare ruimte: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen.

  • g.

    Pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel- en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

  • h.

    Rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

  • i.

    Standplaats: door het college als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan dat is bestemd voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

  • j.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen inzake naamgeving en nummering (adressen).

  • k.

    Verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik die ontsloten wordt via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, die onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is.

  • l.

    Wijk- en buurtindeling: een indeling van de gemeente in wijken en buurten conform de eisen die het CBS aan deze indeling verbindt.

  • m.

    Woonplaats: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorzien gedeelte van het grondgebied van de gemeente.

  • n.

    De Wet: Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

HOOFDSTUK 2. Naamgeving, nummering en afbakening

Artikel 2.

  • 1. Het college stelt de grens en de naam van de woonplaats(en) vast en kan desgewenst de woonplaats(en), al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten verdelen en aanduiden met namen, zo nodig met letters en nummers.

  • 2. Het college kent per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zo nodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

  • 3. Onder vaststellen, verdelen, aanduiden en toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 3.

  • 1. Het college stelt de ligplaatsen en standplaatsen vast.

  • 2. Het college kent binnen het grondgebied van de gemeente nummers toe aan verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen.

  • 3. Het college bepaalt de afbakening van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen.

  • 4. De toekenning of afbakening, zoals bedoeld in het tweede en derde lid, kan ook op voor personen toegankelijke objecten, zijnde niet verblijfsobjecten of op afgebakende terreinen worden toegepast, indien dat naar oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 5. Onder vaststellen, toekennen en bepalen, zoals bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 4.

  • 1. De door het college toegekende namen, zoals vervat in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. Aan objecten, zoals aangegeven in artikel 3, waarvoor een nummer is vastgesteld moet dat nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3. Het is eenieder die daartoe niet is bevoegd is, verboden namen aan de openbare ruimte en woonplaatsen, wijken en buurten toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • 4. Het is een ieder die daartoe niet is bevoegd, verboden aan een pand of verblijfsobject, stand- of ligplaats of afgebakend terrein nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

HOOFDSTUK 3. Plaatsen van naam- en nummerborden

Artikel 5. Gedoogplicht naamborden

  • 1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van de openbare ruimte, naamverwijsborden, nummerborden, nummerverzamelborden en andere (verwijs)aanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. Indien het college het noodzakelijk acht om een naambord, waarop de vervallen naam is doorgehaald, tijdelijk naast het naambord met de nieuwe naam te handhaven zal de rechthebbende dit toelaten als daaraan door het college een termijn van niet langer dan een jaar is verbonden.

  • 3. De rechthebbende zorgt er voor dat de in het eerste en tweede lid bedoelde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6. Verplichting tot aanbrengen van nummerborden

  • 1. Tenzij het college anders heeft besloten, zorgt de rechthebbende van een object er voor dat de nummers, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald.

  • 2. De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste lid genoemde nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college zijn aangebracht.

  • 3. Indien een verblijfsobject, ligplaats, standplaats of afgebakend terrein nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4. Het college kan de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

HOOFDSTUK 4. Nadere voorschriften

Artikel 7. Uitvoeringsvoorschriften

  • 1. Het college stelt de uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering vast betreffende het proces en de wijze van:

    • a.

      naamgeving en van begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;

    • b.

      naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte;

    • c.

      nummering van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen;

    • d.

      het vergoeden van gemaakte onkosten in geval van wijziging naam openbare ruimte of nummer van een verblijfsobject.

  • 2. De uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering, zijn niet strijdig met het convenant inzake postcodes.

HOOFDSTUK 5. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8. Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, artikel 5 en artikel 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast het team Handhaving en Controle van de afdeling Dienstverlening.

Artikel 9. Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de datum van bekendmaking.

Artikel 10. Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening komt de verordening ‘Straatnaamgeving en objectnummering’, vastgesteld door de gemeenteraad op 27-6-2006, te vervallen.

Artikel 11. Overgangsbepaling

  • 1. Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening bestaan.

  • 2. Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening naamgeving en nummering (adressen)’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 oktober 2014.

De raad van de gemeente Waalre,

de griffier, de voorzitter,

R.H. Mulder drs. Y.C.T.J. Kortmann

Artikelsgewijze toelichting Verordening naamgeving en nummering (adressen)

Artikel 1.

De begripsomschrijvingen zijn aangepast aan de omschrijving zoals opgenomen in artikel 1 van de wet BAG. Daardoor zijn de voorheen in de verordening gehanteerde begrippen straatnaam, huisnummer, object, gebouw, complex en bouwwerk komen te vervallen. Verblijfsobject, pand, nummeraanduiding, wijk- en buurtindeling, woonplaats en convenant zijn aan de begripsomschrijvingen toegevoegd. De overige begrippen zijn ongewijzigd gebleven. Voor de goede orde wordt gewezen op het feit dat het begrip ‘openbare ruimte’ onder punt f niet precies overeenkomt met de openbare ruimte die wordt gebezigd in het spraakgebruik.

Artikel 2.

Het eerste lid regelt het vaststellen en begrenzen van de woonplaats(en). Het totale grondgebied van de gemeente moet in één of meer woonplaatsen worden opgedeeld. Dit betekent, dat de gemeentegrens altijd samenvalt met de woonplaatsgrenzen. Verder biedt het eerste lid de mogelijkheid om woonplaatsen te verdelen in wijken en buurten.

Het tweede lid regelt het per woonplaats benoemen van openbare ruimte. In de Wet BAG zijn geen bepalingen opgenomen over de grenzen van benoemde delen van de openbare ruimte. Daar is in de verordening wel voor gekozen om te voorkomen dat delen van de openbare ruimte, onbedoeld, een dubbele naam krijgen of deels geen naam krijgen vanwege onduidelijkheid over de begrenzingen. Voor de meeste gemeenten is het vastleggen van begrenzingen van benoemde delen van de openbare ruimte al dagelijkse praktijk. Verder is in het tweede lid de naamgeving van gemeentelijke gebouwen en bouwwerken meegenomen. Deze taak kan, naast de naamgeving van woonplaatsen en de openbare ruimte, aan de Commissie voor de naamgeving worden opgedragen.

Met de wettelijke regeling inzake de naamgeving van de openbare ruimte is een einde gekomen aan discussies over de naamgeving van rijkswegen en provinciale wegen. De Wet BAG schrijft namelijk voor dat alle verblijfsobjecten van een nummer moeten zijn voorzien en dat geldt dus ook voor bijvoorbeeld benzinestations, restaurants of hotels die alleen via een rijks- of provinciale weg zijn te bereiken. Nummers kunnen alleen worden uitgegeven als zij worden gerelateerd aan een door het college vastgestelde naam aan een deel van de openbare ruimte. Gemeenten moeten derhalve ex artikel 6 van de Wet BAG voor rijks- en provinciale wegen een naambesluit nemen.

Het derde lid bepaalt, dat onder de termen bepalen, vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en twee lid, tevens het wijzigingen of intrekken daarvan omvat. Deze passage is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.

Artikel 3.

Het eerste en tweede lid regelen het vaststellen van standplaatsen en ligplaatsen en het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen en afgebakende terreinen. Hier is niet voor de term huisnummer gekozen, omdat bij afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen niet kan worden gesproken van huis. Vandaar dat de term nummeraanduiding wordt gebruikt.

Een burger kan overigens een aanvraag voor een nummeraanduiding bij burgemeester en wethouders indienen. Deze aanvraag zal in de regel zijn aan te merken als een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Op de afwikkeling van de aanvraag zijn de hoofdstuk 3 en 4 van de Awb van toepassing (zie hierover ook de algemene toelichting).

De strekking van het derde lid spreekt voor zich en behoeft geen verdere toelichting.

Het vierde lid regelt, dat het eerste tot en met het derde lid ook kan worden toegepast op andere betreedbare en afsluitbare objecten - zoals bijvoorbeeld afgebakende terreinen - als het college dat nodig oordeelt.

Het vijfde lid bepaalt dat onder de termen vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en twee lid, tevens het wijzigingen of intrekken daarvan omvat. Deze passage is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.

Artikel 4.

De toegekende namen moeten overeenkomstig de wens van het college worden aangebracht. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente. De in het eerste lid vervatte zinsnede ‘in voldoende aantallen ter plaatse’ verdient nadere toelichting. Onder dit begrip wordt verstaan, dat een verkeersdeelnemer bij het oprijden van een kruising van wegen, door in voldoende aantallen aangebrachte naamborden, zonder omkijken en in een oogopslag de naam van de dwarsstraat moet kunnen lezen. Dit betekent doorgaans dat op alle hoeken van de kruising borden dienen te worden aangebracht.

Het tweede lid bepaalt dat een object of plaats of terrein een door het college toegekend nummer ook feitelijk moet dragen. Het college wordt de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van nummers. Met het oog op de dienstverlening is het immers noodzakelijk dat de nummers, die door het college zijn toegekend, ook ter plaatse terug zijn te vinden. Voor de hieraan verbonden kosten wordt verwezen naar de algemene toelichting.

Het derde lid verbiedt een ieder die daartoe niet is bevoegd, namen toe te kennen aan delen van de openbare ruimte door naamborden zichtbaar ter plaatse aan te brengen. Het komt steeds vaker voor dat burgers - om de meest uiteenlopende redenen - een straatnaambord in de tuin plaatsen of aan de onroerende zaak bevestigen. Dat geeft veelal verwarring met de door de gemeente toegekende namen aan de openbare ruimte. Het derde lid geeft de gemeente de bevoegdheid om hiertegen op te treden. Voor de goede orde wordt erop gewezen dat het iedereen vrij staat om een naam toe te kennen aan zijn onroerende zaak, zolang dat geen verwarring geeft met de door de gemeente toegekende namen aan de openbare ruimte.

Het vierde lid verbiedt een ieder die daartoe niet is bevoegd nummers toe te kennen aan onroerende zaken die privé bezit zijn door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Het aanbrengen van zelf gekozen nummers door eigenaren, gebruikers of beheerders aan objecten, plaatsen en terreinen is de laatste decennia hand over hand toegenomen. Bovendien is bij de invoering van de BAG ook gebleken dat nummers vaak zijn verdwenen. Ook worden nummers soms zo abstract vormgegeven dat zij niet meer aan het criteria van doeltreffendheid, zoals bedoeld in het tweede lid, voldoen. Deze criteria kunnen worden uitgewerkt in de uitvoeringsvoorschriften, zoals bedoeld in artikel 7.

Artikel 5.

Vanuit een weloverwogen algemeen maatschappelijk belang dienen naamborden door of namens de gemeente ter plaatse goed zichtbaar en in voldoende mate te worden aangebracht. Veelal is het noodzakelijk om naamborden te bevestigen aan gebouwgevels, terreinafscheidingen of aan paaltjes die op privéterrein worden geplaatst. De betrokken rechthebbenden zijn verplicht dat toe te laten. Het artikel houdt verder rekening met de omstandigheid dat de borden niet door de gemeente zelf, maar op verzoek van de gemeente door derden worden aangebracht.

Het tweede lid geeft de gemeente de mogelijkheid om een bord met de oude (doorgehaalde) naam enige tijd te handhaven naast een bord met de nieuwe naam. Op deze wijze wordt voorkomen dat zij, die niet van de herbenoeming op de hoogte zijn, hun bestemming niet kunnen vinden.

Het derde lid is opgenomen om te voorkomen dat de leesbaarheid/zichtbaarheid van een aangebracht naambord door bijvoorbeeld hoog opschietend groen, zonnescherm of reclamebord wordt belemmerd. Vandaar dat is bepaald dat de rechthebbende ervoor dient te zorgen dat de bedoelde borden vanaf de openbare weg leesbaar blijven.

Artikel 6.

Met betrekking tot dit artikel wordt gewezen op het feit dat het aanbrengen van nummerborden per gemeente verschillend is geregeld. Sommige gemeenten brengen de nummers zelf aan. Het aanbrengen van de nummers wordt echter ook uitbesteed of overgelaten aan de aannemer. Bijvoorbeeld als onderdeel van het uitvoeren van een bouwwerk. Ten slotte wordt het ook vaak aan de rechthebbende opgedragen om de nummers, conform de gemeentelijke voorschriften, aan te brengen.

In de verordening is gekozen voor een formulering waarbij de rechthebbende het nummer dient aan te brengen, tenzij het college anders besluit. Het laatste zal vaak het geval zijn bij nieuwbouwprojecten, waarbij een uniform uitgevoerde nummering wenselijk wordt geacht. Het verdient aanbeveling de verantwoordelijkheid voor het aanbrengen van een nummer in de tekst van het nummerbesluit te regelen.

In het tweede lid is bepaald dat het door het college toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht.

In het derde lid is bepaald dat voor gevallen waarin het object nog niet is voltooid, moet het nummer vier weken na de voltooiing zijn aangebracht.

Het vierde lid geeft het college de mogelijkheid de in het tweede en derde lid genoemde termijnen te verlengen.

Artikel 7.

Het eerste lid biedt de mogelijkheid om uitvoeringsvoorschriften vast te stellen ten aanzien van naamgeving en nummering. Deze uitvoeringsvoorschriften zijn gericht op vast gemeentelijk beleid. Dat kan van belang zijn bij beroeps- en bezwaarprocedures. De uitvoeringsvoorschriften kunnen bepalingen bevatten met betrekking tot de bestuurlijke, taalkundige en inhoudelijke aspecten van de naamgeving, alsmede bepalingen over de wijk- en buurtindeling, de toekenning van nummers, de wijze van nummeren, de uitvoering en plaatsing van borden en voorschriften van administratief- organisatorische aard. Ook kunnen modellen worden voorgeschreven voor verklaringen, besluiten en formulieren.

Het tweede lid bepaalt dat de uitvoeringsvoorschriften niet in strijd mogen zijn met het postcodeconvenant.

Artikel 8.

Het opleggen van verplichtingen, zoals vervat in de verordening, heeft alleen zin wanneer deze verplichtingen bij nalatigheid of overtreding kunnen worden afgedwongen, zodra deze worden overtreden. Het is gebruikelijk aan lichte overtredingen een geldboete van de eerste categorie te verbinden.

In het tweede lid wordt de afdeling of dienst aangewezen, die op de naleving van de bepalingen in de verordening moet toezien. Dat kan bijvoorbeeld de afdeling of dienst Bouwtoezicht zijn. De laatste jaren wordt dit toezicht steeds vaker opgedragen aan de afdeling waaraan de bijhouding van de BAG is opgedragen.

Artikel 9.

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening.

Artikel 10.

Dit artikel regelt het vervallen van de oude verordening. De strekking van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11.

Het principe van het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen en afgebakende terreinen dateert al uit de vorige eeuw. In de loop der jaren zijn veel opvolgende voorschriften van kracht geweest. Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle nummers in de gemeente dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringsvoorschriften, zoals vervat in artikel 7. Nummers die onder het oude regime tot stand zijn gekomen, blijven gehandhaafd. Het college heeft wel de mogelijkheid om aanpassing van de nummers te eisen.

Artikel 12.

Omdat de term huisnummer in principe geen juiste term is voor het nummeren van verblijfsobjecten, afgebakende terreinen, standplaatsen en ligplaatsen en de term straatnaam geen juiste term is voor plantsoenen, wegen e.d., is gekozen voor de nieuwe citeertitel Verordening naamgeving en nummering (adressen).

Uitvoeringsvoorschriften Verordening naamgeving en nummering (adressen)

Hoofdstuk 1. Uitgangspunten naamgeving openbare ruimte

Artikel 1. Uitgangspunten

  • 1. Voor straatnamen gelden de volgende regels en bestuurlijke, taalkundige en inhoudelijke uitgangspunten:

  • a. straatnamen moeten herkenbaar en zichtbaar zijn;

  • b. straatnamen moeten uitspreekbaar zijn;

  • c. straatnamen moeten schrijfbaar zijn;

  • d. straatnamen mogen niet te lang zijn;

  • e. straatnamen moeten bruikbaar zijn;

  • f. straatnamen moeten maatschappelijk aanvaardbaar zijn;

  • g. straatnamen mogen geen klankverwantschap vertonen met reeds bestaande straatnamen;

  • h. straatnamen moeten uniek zijn binnen de gemeente;

  • i. straatnamen in bestaand gebied moeten aansluiten op de categorie van omliggende straten in een afgerond gebied (buurt, wijk of bouwfase);

  • j. een categorie straatnamen mag niet op meerdere locaties in Waalre gebruikt worden;

  • k. bij het vernoemen van personen tot straatnamen geldt in het algemeen dat de persoon overleden moet zijn, dat zijn of haar (politieke) rol al geruime tijd is uitgespeeld en dat de onomstredenheid van de persoon vaststaat. Derhalve wordt bij voorkeur niet kort na iemands overlijden tot vernoeming overgegaan;

  • l. een straat kan indien dit de vindbaarheid en duidelijkheid ten goede komt een functionele benaming krijgen.

  • 2. Voor het plaatsen en het uiterlijk van straatnaamborden wordt verwezen naar de volgende uitgaven:

  • a. NEN 1772, uitgave mei 2010: Straatnaamborden;

  • b. NEN 1773_1983 Nummerdragers;

  • c. NEN 3381, uitgave september 1993: Verkeerstekens.

Hoofdstuk 2. Commissie Naamgeving

  • 1.

    De gemeente Waalre heeft bij besluit van 19-05-2009 voor de naamgeving van de openbare ruimte de Commissie Naamgeving ingesteld (hierna te noemen: de Commissie), om het college te adviseren over:

  • a.

    Het vaststellen van grenzen van woonplaatsen en het daaraan toekennen van namen;

  • b.

    De verdeling van de woonplaatsen in wijken en buurten, zo nodig aangevuld met nummers, letters of namen;

  • c.

    Het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en zo nodig aan de gemeentelijke bouwwerken.

Hoofdstuk 3. Nummering verblijfsobjecten

Artikel 2. Wijze van nummeren

  • 1. De wijze van nummeren van verblijfsobjecten, al dan niet na splitsing van verblijfsobjecten, gebeurt overeenkomstig systeem A uit de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983 met de volgende aanvullingen:

    • a.

      Er wordt oplopend genummerd gezien vanuit het centrum Aalst of Waalre, al naargelang waar de te benoemen openbare ruimte zich het dichtst bij bevind;

    • b.

      Of oplopend genummerd gezien vanuit de ontsluitingswegen;

    • c.

      Rechts wordt even genummerd, links oneven.

  • 2. Indien nummertoevoegingen nodig zijn geld de onder lid 1. voor geschreven wijze van nummeren, aangevuld met een letter uit het alfabet, met uitzondering van de letters: i en o.

  • 3. Boven elkaar liggende verblijfsobjecten met gelijke nummers, loopt de toevoeging van begane grond naar boven op.

  • 4. Indien toepassing van deze regels leidt tot inconsistente adressering in relatie tot de overige adressering in de straat of omgeving, kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 3. Plaatsing van de nummerdragers

Nummerdragers worden aangebracht overeenkomstig het gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.

Hoofdstuk 4. Onkostenvergoeding

  • 1.

    In het geval van wijziging van een naam van een openbare ruimte of een nummer van een verblijfsobject, ligplaats of standplaats, krijgen hierdoor benadeelde particulieren een onkostenvergoeding van € 50,- en benadeelde bedrijven en andere rechtspersonen een onkostenvergoeding van € 300,-.

  • 2.

    Indien een particulier, een bedrijf of andere rechtspersoon, binnen alle redelijkheid kan aantonen meer kosten te hebben door het wijzigen van een naam van een openbare ruimte of een nummer van een verblijfsobject, ligplaats of standplaats zoals gesteld in het eerste lid, kan het college besluiten af te wijken van de in het eerste lid genoemde bedragen.

Hoofdstuk 5. Nummering van verblijfsobjecten, standplaat-sen en afgebakende terreinen

Artikel 4. Wijze van toekenning van nummers

  • 1. De wijze van toekenning van de nummers, al dan niet na splitsing van objecten, gebeurt overeenkomstig systeem A uit de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983 met de volgende aanvullingen:

  • 1. Er wordt oplopend genummerd gezien vanuit het centrum Aalst of Waalre of gezien vanuit de ontsluitingswegen;

  • 2. rechts zijn even nummers, links zijn oneven nummers.

  • 2. Indien nummertoevoegingen nodig zijn geldt het volgende:

  • a. in (boven elkaar liggende objecten) cijfers;

  • b. in (naast elkaar liggende objecten).

  • 3. Indien toepassing van deze regel leidt tot inconsistente adressering in relatie tot de overige adressering in de straat of omgeving, kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 5. Plaatsing van de nummerdragers

  • 1. Nummerdragers worden aangebracht overeenkomstig het gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.

  • 2. Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met lid 1.

Artikel 6. Afmetingen en vormgeving nummerdragers

  • 1. Nummerdragers moeten voldoen aan het gestelde inzake afmetingen en vormgeving in de Nederlandse norm NEN 1772, uitgave 2010.

  • 2. Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met lid 1.

  • 3. Een nummer wordt afgebeeld in Arabische cijfers.

    Artikel 7. Materiaalkeuze voor de nummerdragers

    • 1.

      Het materiaal dat wordt toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten nummerdragers, is in overeenstemming met het over de uitvoering van de dragers gestelde in de Nederlandse norm NEN 1772, uitgave 2010.

    • 2.

      De naamdragers moeten voldoen aan de gestelde functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen en de plaatsing van naamborden en naamverwijsborden, zoals vervat in de Nederlandse norm NEN 1772, uitgave 2010, en NEN 3381 Verkeerstekens uitgave september 1993.

    • 3.

      Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste en tweede lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met lid 1 en 2.

    Artikel 8. Zelfvervaardigde nummerdragers

    • 1.

      Het aanbrengen van zelfvervaardigde nummerdragers is uitsluitend toegestaan indien naast de zelfvervaardigde nummerdrager ook de op grond van het bepaalde in de artikelen 6 en 7 van dit besluit voorgeschreven nummerdrager aanwezig is op de plaats die is voorgeschreven op grond van het bepaalde in artikel 5 van dit besluit.

    • 2.

      Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het lid 1.

    Artikel 9. Voeren oude en nieuwe nummers

    Bij het gedurende een half jaar naast elkaar gebruiken van de oude naam of het oude nummer naast de nieuwe naam of het nieuwe nummer wordt de oude naam met een streep en het oude nummer met een kruis doorgehaald.

    Artikel 10. Werkwijze bij samenvoegen van objecten

    • 1.

      Het nummer behorend bij de toegang welke onbruikbaar wordt gemaakt, komt te vervallen. Indien sprake is van één object met meerdere ingangen, krijgt het object één nummer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van dit besluit.

    • 2.

      Indien er sprake is van samenvoeging van objecten en er wordt geen toegang onbruikbaar gemaakt gelden de volgende uitgangspunten:

    Bij samenvoeging van twee:

    • 1.

      Boven elkaar gelegen objecten komt het nummer van het bovenste object te vervallen;

    • 2.

      Naast elkaar gelegen objecten komt het hoogste nummer te vervallen, dan wel, in geval van verfijning middels toevoeging van een letter, het nummer met de toevoeging, dan wel, in geval van verfijning middels toevoeging van een cijfer, het nummer met de toevoeging met het hoogste cijfer.

    Hoofdstuk 6. Opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen

    Artikel 11. De opmaak van documenten

    • 1.

      Een straatnaambesluit dient vergezeld te gaan van een straatnaamtekening.

    • 2.

      Het straatnaambesluit bevat in ieder geval de aanleiding tot het besluit, een overzicht van de nieuwe straatnamen, en een verwijzing naar de bijbehorende straatnaamtekening.

    • 3.

      De straatnaamtekening bevat een situatietekening, de begrenzing van het weggedeelte en de bijbehorende straatnaam

    • 4.

      Een nummerbeschikking dient vergezeld te gaan van een nummertekening.

    • 5.

      De nummerbeschikking bevat in ieder geval de aanleiding tot het besluit, het nieuwe adres en de bijbehorende postcode, en een verwijzing naar de bijbehorende nummertekening. Voorts bevat de nummerbeschikking bepalingen omtrent het aanbrengen van een nummer.

    • 6.

      De nummertekening bevat in ieder geval een situatietekening en een overzicht van de nummers per verdieping van het betreffende object.