Subsidieregeling Cultuur gemeente Wageningen

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Cultuur gemeente Wageningen

Het college van burgemeester en wethouders,

Overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen op het gebied van de subsidiëring van culturele instellingen en activiteiten, gelet op artikel 156 lid 3 van de Gemeentewet en artikel 1.5 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Wageningen;

Mede gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit vast te stellen de: ‘Subsidieregeling Cultuur gemeente Wageningen’.

Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze subsidieregeling verstaat onder:

  • a.

    amateurkunstbeoefening: een verzamelnaam voor de niet beroepsmatige en niet-commerciële beoefening van muziek, zang, dans, toneel, cabaret, opera, operette, fotografie, film, beeldende kunst, audiovisuele kunst, multimedia en letteren;

  • b.

    artistieke leiding: professionele dirigenten, regisseurs, instructeurs, repetitors, choreografen en audio- visuele ontwerpers;

  • c.

    culturele activiteit: een ten behoeve van een breed publiek laagdrempelig en openbaar toegankelijke activiteit in het kader van amateurkunstbeoefening, in de vorm van het bijwonen van een culturele voorstelling of het actief deelnemen aan een culturele activiteit, welke in of vanuit Wageningen wordt georganiseerd en uitgevoerd en geheel of grotendeels in het belang is van de gemeente Wageningen en haar inwoners.

  • d.

    culturele infrastructuur: het totale gevarieerde aanbod van culturele activiteiten, evenementen, voorstellingen en voorzieningen in de gemeente Wageningen;

  • e.

    culturele instelling: een instelling die activiteiten verricht op het gebied van amateurkunstbeoefening;

  • f.

    culturele voorstelling: een voor publiek openbaar toegankelijke culturele uitvoering, presentatie of concert waaraan door publiciteit kenbaarheid is gegeven.

Amateurkunstbeoefening

Artikel 2 Verlening subsidie amateurkunstbeoefening

  • 1. De subsidie amateurkunstbeoefening dient als bijdrage in de organisatiekosten van de culturele instelling. Onder organisatiekosten worden in ieder geval verstaan:

    • -

      de kosten voor de leiding en organisatie van de instelling;

    • -

      de kosten voor artistieke leiding;

    • -

      de kosten van accommodatie voor repetitie en opslag.

  • 2. De subsidie amateurkunstbeoefening betreft een jaarlijkse subsidie en kan voor meerdere jaren worden verleend.

  • 3. Er wordt geen subsidie verleend voor het in stand houden van de culturele instelling.

Artikel 3 Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager

  • 1. De subsidieaanvrager dient te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      aan de instelling dient een minimum aantal van tien contribuerende leden en/of deelnemers verbonden te zijn waarvan ten minste 2/3 deel in Wageningen woonachtig is;

    • b.

      de leden van de instelling dienen middels contributie bij te dragen in de kosten van de organisatie;

    • c.

      zij dient jaarlijks minimaal twee openbaar toegankelijke activiteiten te verrichten, welke plaatsvinden binnen de gemeente Wageningen.

  • 2. Van subsidie op grond van deze regeling zijn uitgesloten:

    • a.

      instellingen waarvan het organiseren en uitvoeren van culturele activiteiten niet tot diens reguliere activiteiten behoort en waarvan de kwaliteit aan de organisatie en de uitvoering van de activiteiten amateurkunstbeoefening niet kan worden gewaarborgd;

    • b.

      onderwijsinstellingen, studentenverenigingen en andere instellingen gelieerd aan studenten en onderwijsinstellingen;

    • c.

      instellingen die al op grond van een van de onderdelen van deze subsidieregeling of een andere subsidieregeling, al dan niet van de gemeente Wageningen, subsidie ontvangen als bijdrage in de organisatiekosten voor amateurkunstbeoefening.

  • 3. Het college kan van het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel afwijken, indien de instelling met haar activiteiten een wezenlijke en aantoonbaar aanvullende bijdrage levert aan de culturele infrastructuur in Wageningen.

Artikel 4 Aanvullende gegevensvereisten

  • 1. Met de aanvraag tot verlening van de subsidie amateurkunstbeoefening dient te worden ingediend

    • a.

      een zo recent mogelijke ledenlijst met een onderscheid tussen wel- en niet Wageningse leden;

    • b.

      een overzicht met een korte omschrijving van de geplande culturele activiteiten van de instelling op het gebied van amateurkunstbeoefening met betrekking tot het subsidietijdvak waarvoor deze subsidie amateurkunstbeoefening wordt aangevraagd.

  • 2. Het college kan de instelling verzoeken tot het overleggen van een begroting, planning of anderszins met betrekking tot het subsidietijdvak waarvoor de subsidie amateurkunstbeoefening wordt aangevraagd, waaruit blijkt van specifieke gegevens met betrekking tot de kosten van de leiding en de organisatie van de instelling, de artistieke leiding en de kosten van accommodatie voor repetitie en opslag.

Artikel 5 Subsidiebedragen

  • 1. De subsidie amateurkunstbeoefening wordt verleend op grond van het aantal contribuerende en/of deelnemende leden van de culturele instelling. Het aantal contribuerende en/of deelnemende leden van de culturele instelling wordt vastgesteld op grond van de in artikel 4 lid 1 sub a genoemde ledenlijst.

  • 2. Het college stelt voorafgaand aan het eerstvolgende subsidietijdvak vast op welke wijze de subsidie over het aantal contribuerende en/of deelnemende leden van de instellingen die subsidie hebben aangevraagd wordt verdeeld, alsook de daarbij te verlenen maximum subsidiebedragen met vermelding van het subsidietijdvak waarvoor de subsidie amateurkunstbeoefening kan worden aangevraagd.

Culturele activiteiten

Artikel 6 Subsidie culturele activiteiten

Op grond van de subsidie culturele activiteiten kan het college een eenmalige subsidie verlenen aan instellingen en natuurlijke personen ten behoeve van de voorbereiding, de uitvoering en de promotie van in of vanuit de gemeente Wageningen te organiseren kortdurende culturele activiteiten, welke periodiek slechts eenmalig of meerdere malen (terugkerend) plaats vinden.

Artikel 7 Eisen aan de subsidieontvanger

Voor de subsidie periodiek eenmalige en/of periodiek terugkerende culturele activiteiten komen in aanmerking culturele instellingen in de zin van artikel 1 sub f van deze subsidieregeling en natuurlijke personen die culturele activiteiten in de zin van artikel 1 sub c ontplooien.

Artikel 8 Onderscheid periodiek eenmalige en terugkerende culturele activiteiten

  • 1. Onder periodiek eenmalige culturele activiteit wordt verstaan een kortdurende culturele activiteit:

    • a.

      die gedurende de laatste drie aaneengesloten jaren voorafgaand aan de subsidieaanvraag niet meer dan twee keer plaats heeft plaatsgevonden;

    • b.

      of waarvoor in de laatste drie aaneengesloten jaren voorafgaand aan de subsidieaanvraag geen subsidie is verstrekt.

  • 2. Onder periodiek terugkerende culturele activiteit wordt verstaan een kortdurende culturele activiteit die gedurende de laatste drie aaneengesloten jaren voorafgaand aan de subsidieaanvraag minimaal twee keer plaats heeft gevonden.

Artikel 9 Tendersysteem periodiek eenmalige culturele activiteiten

  • 1. Aanvragen voor de subsidie periodiek eenmalige culturele activiteiten worden behandeld volgens een tendersysteem, waarbij de aanvraag wordt getoetst aan de in artikel 10 lid 1 en lid 2 en de in artikel 12 lid 1 t/m 4 van deze subsidieregeling genoemde vereisten.

  • 2. Er zijn jaarlijks twee subsidieperiodes:

    • a.

      Periode 1: 1 januari t/m 30 juni;

    • b.

      periode 2: 1 juli t/m 31 december.

  • 3. Subsidieaanvragen voor periodiek eenmalige culturele activiteiten moeten bij het college worden ingediend:

    • a.

      voor activiteiten gedurende periode 1: uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan de periode;

    • b.

      voor activiteiten gedurende periode 2: uiterlijk op 1 april voorafgaand aan de periode.

  • 4. Subsidieaanvragen voor periodiek terugkerende culturele activiteiten dienen uiterlijk 8 weken voor aanvang van de activiteit bij het college te worden ingediend.

Artikel 10 Subsidie periodiek eenmalige culturele activiteiten

  • 1. Om voor subsidie periodiek eenmalige culturele activiteiten in aanmerking te komen dient de kortdurende culturele activiteit een nieuw element dan wel een wezenlijk bijzondere aanvulling te vormen op het reeds bestaande aanbod van culturele activiteiten binnen Wageningen. De culturele activiteit is bijzonder aanvullend indien er sprake is van een activiteit met een overwegend innovatief, experimenteel dan wel vernieuwend karakter.

  • 2. Onder een periodiek eenmalige culturele activiteit kan ook worden verstaan:

    • a.

      een eenmalige culturele activiteit met een educatief karakter;

    • b.

      een eenmalige culturele activiteit met als doel de kwaliteitsverbetering en/of professionalisering van de eigen instelling, al dan niet in samenwerking met (artistieke) professionals;

    • c.

      een eenmalige culturele activiteit die is gericht op de samenwerking van meerdere culturele instellingen in Wageningen;

    • d.

      een door het gemeentebestuur gewenste culturele activiteit met een aantoonbaar bijzonder, vernieuwend of hoogstaand karakter met betrekking tot het reeds bestaande aanbod van culturele activiteiten binnen Wageningen of met betrekking tot een te bereiken specifieke doelgroep deelnemers of publiek.

  • 3. Culturele activiteiten welke voldoen aan de vereisten van lid 1 of lid 2 van dit artikel, doch waarvan bij de subsidieaanvraag duidelijk is dat er sprake is of zal zijn van een periodiek terugkerende culturele activiteit worden de eerste twee maal dat deze activiteit plaats vindt als periodiek eenmalige culturele activiteit aangemerkt en gesubsidieerd.

Artikel 11 Subsidie periodiek terugkerende culturele activiteit

  • 1. Subsidie voor een periodiek terugkerende activiteit wordt in beginsel slechts verleend indien voor de dezelfde activiteit eerst twee maal een subsidie periodiek eenmalige culturele activiteiten is verstrekt.

  • 2. Deze subsidie kan (op aanvraag) worden verleend voor een reeks van eenzelfde culturele activiteiten die gedurende een bepaalde periode meermaals plaatsvinden. Op basis van de aanvraag wordt beoordeeld of de subsidieverlening als eenmalige of jaarlijkse subsidie zal plaatsvinden.

Artikel 12 Eisen aan de periodiek eenmalige of terugkerende culturele activiteit

  • 1. De periodiek eenmalige of terugkerende culturele activiteit dient in ieder geval:

    • a.

      van korte duur te zijn;

    • b.

      in of vanuit Wageningen te worden georganiseerd;

    • c.

      voor het publiek openbaar toegankelijk te zijn.

  • 2. Opdat de periodiek eenmalige of terugkerende culturele activiteit is gericht op het algemeen belang van de gemeente en haar inwoners, dient deze activiteit aan één of meerdere van de volgende vereisten te voldoen:

    • a.

      de activiteit dient het culturele klimaat van Wageningen te versterken;

    • b.

      de activiteit dient bij te dragen aan de profilering van Wageningen als een levendige en aantrekkelijke stad;

    • c.

      de activiteit dient bij te dragen aan de toeristische aantrekkingskracht van Wageningen;

    • d.

      de activiteit dient door haar uitstraling voor Wageningen een stadspromotionele meerwaarde te hebben;

    • e.

      de activiteit dient door haar bezoekersstroom bij te dragen aan het genereren van bestedingen in Wageningen.

  • 3. De periodiek eenmalige of terugkerende activiteit moet wat betreft aard, tijdstip en kwaliteitsniveau passen binnen de evenementenkalender van Wageningen.

  • 4. Het college is bevoegd om aan de verlening van subsidie voor de periodiek eenmalige of terugkerende culturele activiteit aanvullende eisen te stellen, onder andere met betrekking tot:

    • a.

      de omvang van de activiteit in de vorm van een minimum aantal te verwachten bezoekers en/of deelnemers;

    • b.

      het bereiken van en/of laten deelnemen van een of meerdere bepaalde doelgroep(en) of een diversiteit daarvan;

    • c.

      de hoogte van contributie, entreegelden en deelnemersbijdragen;

    • d.

      de mate waarin de instelling zorg draagt voor het geven van publiciteit aan de activiteit teneinde zoveel mogelijk inwoners uit Wageningen en de regio te informeren / te bereiken;

    • e.

      de samenwerking met andere culturele instellingen;

    • f.

      de kwaliteit van de artistieke leiding;

    • g.

      het aandeel van het gevraagde subsidiebedrag ten opzichte van de in totaal begrootte kosten of een dekkingsplan met betrekking tot de culturele activiteit.

  • 5. Het college kan besluiten met voorrang boven andere subsidieaanvragen subsidie te verlenen voor een culturele activiteit, als deze activiteit voldoet aan een of meerdere van de onder leden 2 van dit artikel genoemde vereisten en daarnaast het potentieel heeft om uit te groeien tot een evenement met een regionale of landelijke uitstraling.

Artikel 13 Uitsluiting van subsidie

  • 1. Een periodiek eenmalige of terugkerende culturele activiteit komt niet voor subsidie in aanmerking indien:

    • a.

      de activiteit, met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 lid 2, in onvoldoende mate de belangen van de gemeente Wageningen en haar inwoners dient;

    • b.

      de subsidiëring van de activiteit tot de verantwoordelijkheid van andere overheden behoort;

    • c.

      de activiteit een religieus of politiek doel of belang dient, of dient ter opluistering van een godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke bijeenkomst;

    • d.

      de activiteit het karakter heeft van een feest, receptie of besloten bijeenkomst;

    • e.

      de activiteit bestaat uit de publicatie en/of verspreiding van een drukwerk, een auditieve- of visuele productie, een digitale publicatie of een andere gelijksoortige publicatie of productie, tenzij het een origineel onderwerp betreft dat nadrukkelijk betrekking heeft op de cultuur(historie) van Wageningen, er geen sprake is van een commerciële uitgave, de oplage beperkt is en het geen literair werk betreft.

  • 2. Van subsidie op grond van deze subsidieregeling kunnen in ieder geval worden uitgesloten:

    • a.

      reis- of verblijfkosten en kosten ter honorering van artistieke leiding, medewerkers of deelnemers aan de activiteit;

    • b.

      kosten van de activiteit welke op grond van een van andere onderdelen van deze subsidieregeling cultuur of een andere subsidieregeling van de gemeente Wageningen voor subsidie in aanmerking kunnen komen dan wel worden gesubsidieerd;

    • c.

      het deel van de begrootte kosten van de activiteit waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt gevraagd, doch dat niet in redelijke verhouding staat met betrekking tot:

      • I.

        het dekkingsplan van de activiteit;

      • II.

        de geplande omvang van de activiteit;

      • III

        het verwachte aantal bezoekers en/of deelnemers aan de activiteit en de diversiteit ervan.

Artikel 14 Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag

  • 1. Per culturele activiteit wordt slechts één aanvraag tot verlening van subsidie in behandeling genomen.

  • 2. Met de subsidieaanvraag dienen in ieder geval gegevens te worden verstrekt omtrent:

    • a.

      specifiek gestelde eisen aan de culturele activiteit op grond van deze subsidieregeling;

    • b.

      de organisatie (organisators) van de activiteiten;

    • c.

      de wijze waarop promotie en publiciteit aan de culturele activiteit wordt gegeven;

    • d.

      de omvang van de activiteit en het verwachte aantal bezoekers en/of deelnemers.

Artikel 15 Voorrangsregeling

  • 1. Subsidieaanvragen met betrekking tot periodiek terugkerende culturele activiteiten hebben voorrang op subsidieaanvragen voor periodiek eenmalige culturele activiteiten op grond van deze subsidieregeling.

  • 2. Het college kan instellingen, natuurlijke personen en activiteiten aanwijzen welke in aanmerking komen voor de subsidie periodiek terugkerende culturele activiteiten.

Artikel 16 Subsidiebedrag culturele activiteiten

  • 1. Subsidieontvanger dient zelf bij te dragen in de kosten van de periodiek eenmalige of terugkerende culturele activiteit, bijvoorbeeld door inkomsten uit contributie, entree, sponsoring, fondsen en andere subsidies.

  • 2. De subsidie voor de periodiek eenmalige of terugkerende culturele activiteit wordt verleend tot een maximum subsidiebedrag per activiteit, een maximum percentage van de begrootte kosten van de activiteit of een periodiek maximum subsidiebedrag per subsidieontvanger.

  • 3. De hoogte van de eigen bijdrage op grond van lid 1 alsook de hoogte van de in lid 2 van dit artikel genoemde maxima worden periodiek door het college vastgesteld, met vermelding van het subsidietijdvak waarvoor deze van toepassing zijn. Het college kan hierbij onderscheid maken tussen periodiek eenmalige culturele activiteiten en periodiek terugkerende culturele activiteiten.

Zaalhuur Schouwburg Junushoff

Artikel 17 Verlening subsidie zaalhuur schouwburg Junushoff

Het college kan aan instellingen in de culturele en sociaal-culturele sector alsmede de in Wageningen gevestigde scholen, een eenmalige subsidie verlenen als bijdrage in de huurkosten van een zaal van Schouwburg Junushoff te Wageningen ten behoeve van de voorbereiding (repetitiedagen) en uitvoering van een voorstelling of presentatie in het kader van amateurkunst door de eigen leden of scholieren.

Artikel 18 Voorwaarden aan de subsidie

  • 1. Op grond van deze regeling komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      instellingen en natuurlijke personen die regulier culturele activiteiten ontplooien welke geheel of grotendeels in het belang zijn van de gemeente Wageningen en haar inwoners;

    • b.

      in Wageningen gevestigde scholen;

  • 2. De zaalhuur van schouwburg Junushoff te Wageningen wordt slechts verleend als bijdrage in de kosten van een voorstelling of presentatie van amateurkunst die door eigen leden of deelnemers wordt uitgevoerd.

  • 3. Van subsidie op grond van deze regeling zijn uitgesloten instellingen (of gelieerd aan een andere instelling) met een commercieel, religieus, levensbeschouwelijk of politiek doel.

Artikel 19 Subsidiebedrag

  • 1. Een instelling die in aanmerking komt voor deze subsidie heeft aanspraak op een subsidiebedrag ter grootte van 75% van de aan Schouwburg Junushoff betaalde huurprijs ( inclusief BTW) tot een maximum van tien dagdelen zaalhuur per jaar. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt naar de zaalhuur van de grote of de kleine zaal van de schouwburg of het gebruik van de zaal ten behoeve van de voorbereiding of de uitvoering van de voorstelling.

  • 2. Geen bijdrage wordt verleend in de kosten van additionele faciliteiten, zoals personeel, bijdrage in de omzet, consumpties, apparatuur en dergelijke.

Artikel 20 Aanvullende gegevensvereisten

  • 1. Met de aanvraag tot verlening van de subsidie dient te worden ingediend:

    • a.

      een uiteenzetting van de geplande voorstelling(en) of presentatie(s) in de Junushoff en een omschrijving daarvan;

    • b.

      specificaties betreffende het aantal uren/dagdelen dat een zaal van de Junushoff zal worden gehuurd en de kosten die hiermee zijn gemoeid in de vorm van een offerte of nota van schouwburg de Junushoff.

Kunstexposities gemeente Wageningen

Artikel 21 Verlening subsidie expositie

  • 1. Op grond van deze subsidieregeling kan het college een eenmalige subsidie verlenen aan instellingen en natuurlijke personen als bijdrage in de kosten van een in de gemeente Wageningen te houden kunstexpositie.

  • 2. Onder natuurlijk persoon wordt mede begrepen een kunstenaar of een groep van kunstenaars. De kunstenaar of groep van kunstenaars dient in ieder geval te voldoen aan de volgende vereisten:

    • a.

      de kunstenaar of groep van kunstenaars beschikt over een voldoende mate van professionaliteit, blijkend uit een erkende opleiding op het gebied van kunst en cultuur en/of een aantoonbaar beroepsmatige uitoefening van het vak;

    • b.

      de kunstenaar of groep van kunstenaars is lid van een beroepsorganisatie op het gebied van kunst en cultuur en kan afzonderlijk worden beoordeeld op de mate van professionaliteit.

Artikel 22 Eisen aan de kunstexpositie

  • 1. Een kunstexpositie dient in ieder geval te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      de kunstexpositie dient in of vanuit Wageningen te worden gehouden;

    • b.

      de kunstexpositie dient te worden gehouden in een accommodatie of buitenruimte die in voldoende mate voor publiek openbaar toegankelijk is;

    • c.

      er wordt publiciteit gegeven aan het houden van de kunstexpositie in de lokale of regionale media.

  • 2. Het college kan nadere eisen stellen aan:

    • a.

      de wijze waarop en de mate waarin publiciteit wordt gegeven aan de kunstexpositie;

    • b.

      aan de bereikbaarheid van de accommodatie of buitenruimte waar de kunstexpositie wordt gehouden;

    • c.

      de mate waarin de kunstexpositie openbaar toegankelijk is voor het publiek;

    • d.

      de doelstellingen van de kunstexpositie.

Artikel 23 Aanvullende gegevensvereisten

  • 1. Met de subsidieaanvraag dient in ieder geval te worden ingediend:

    • a.

      een gespecificeerde omschrijving van de expositie, met inbegrip van een uiteenzetting van de expositielocatie en de getoonde werken;

    • b.

      een overzicht van de betrokken kunstenaars en bescheiden waaruit blijkt dat ze voldoen aan de eisen als gesteld in artikel 21 lid 1 en 2 van deze subsidieregeling.

  • 2. Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie kan subsidieontvanger worden gehouden gegevens in te dienen:

    • a.

      waaruit blijkt dat aan de expositie voldoende publiciteit is gegeven;

    • b.

      over de omvang en de diversiteit van het publiek dat de kunstexpositie zal bezoeken of heeft bezocht.

Artikel 24 Verlening subsidie

  • 1. De subsidie op grond van deze subsidieregeling bestaat uit een bijdrage in de kosten van de publieke presentatie van het werk van kunstenaars.

  • 2. Het college bepaalt welke kosten voor de subsidie exposities in aanmerking komen.

  • 3. Van een aanspraak op de subsidie exposities zijn uitgesloten:

    • a.

      de kosten van een eigen ter beschikking staande accommodatie voor het houden van exposities in Wageningen;

    • b.

      de kosten van een accommodatie, welke op grond van een andere subsidieregeling, al dan niet van de gemeente Wageningen, worden gesubsidieerd of voor subsidie in aanmerking komen;

    • c.

      kunstexposities waarmee een commercieel belang is gemoeid.

  • 4. Per subsidieontvanger wordt maximaal één keer per twee jaar een subsidie kunstexpositie verleend.

Slotbepalingen

Artikel 25 Overgangsbepaling

Deze subsidieregeling is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze subsidieregeling zijn ingediend en/of verleend.

Artikel 26 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als de ‘Subsidieregeling Cultuur gemeente Wageningen’.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op ……..

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Wageningen ………..