Regeling vervallen per 25-12-2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerveld 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 24-12-2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerveld 2012

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld

bijeen op 13 december 2011;

gelet op de voorgenomen besluiten Wmo-beleidsplan 2012-2015 en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Westerveld 2012 van de gemeenteraad van 22 november 2011, gezien de Wet maatschappelijke ondersteuning en de daaraan verbonden verplichtingen;

b e s l u i t :

Vast te stellen het: “Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Westerveld 2012”;

Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel

  • 1. De bedragen en percentages die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in artikel 4.1 eerste lid van het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

    Te weten:Indien de gemeenteraad uitvoering heeft gegeven aan artikel 15, eerste lid, of artikel 19, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning, mogen de verschuldigde eigen bijdrage en het aandeel in de kosten van maatschappelijke ondersteuning dat bij de toekenning van een financiële tegemoetkoming voor eigen rekening blijft, tezamen niet meer bedragen dan

    • a.

      voor de ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar € 18,00 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan € 22.905,00 het bedrag van € 18,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 22.905,00;

    • b.

      voor de ongehuwde persoon van 65 jaar of ouder € 18,00 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan € 16.007,00 het bedrag van € 18,00 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 16.007,00;

    • c.

      voor de gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 28.306,00 het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 28.306,00;

    • d.

      voor de gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn € 25,80 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 22.319,00 het bedrag van € 25,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 22.319,00.

  • 2. Bij de toepassing van het eerste lid wordt per kalenderjaar uitgegaan van twaalf perioden van vier weken en een periode die, afhankelijk van resterende dagen, vier of vijf weken bedraagt.

  • 3. Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die in eigendom is van de aanvrager, kan gedurende maximaal negenendertig perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht. Bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedurende maximaal die periode kan met toepassing van de daarvoor geldende regels het berekende bedrag in mindering worden gebracht.

  • 4. De eigen bijdrage is niet verschuldigd voor een rolstoel.

  • 5. De eigen bijdrage of het eigen aandeel in de kosten is niet verschuldigd indien de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend of zijn echtgenoot of geregistreerd partner, een bijdrage ingevolge de artikelen 4 of 14 van het Bijdragebesluit zorg verschuldigd is.

  • 6. De persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend, is de eigen bijdrage of het eigen aandeel in de kosten niet verschuldigd in de periode, bedoeld in het derde lid, dat deze persoon gedurende meer dan een nacht verblijft in een maatschappelijke opvang of een vrouwenopvang.

Artikel 2. Bedragen persoonsgebonden budget (PGB)

Lid 1

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedragen:

  • a.

    voor hulp bij het huishouden geïndiceerd HH I : € 14,75 per uur.

  • b.

    voor hulp bij het huishouden geïndiceerd HH II : € 19,00 per uur.

Lid 2

De budgethouder dient desgevraagd het contract met de zorgverlener, loonstrookjes en/of betalingsbewijzen middels een verantwoordingsformulier aan de gemeente te overleggen ter verantwoording van de besteding van het persoonsgebonden budget.

Lid 3

De hoogte van het verantwoordingsvrije bedrag is 1,5% van het bruto jaarbudget, met een minimum

van € 75,00 en een maximum van € 250,00 per jaar wat niet verantwoord hoeft te worden.

De gemeente Westerveld heeft een contract met de SVB, de budgethouder kan ervoor

kiezen de salarisadministratie door deze instantie te laten verzorgen.

Lid 4

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een individuele voorziening, worden bepaald als tegenwaarde van de individuele voorziening die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt.

  • a.

    Was dat een niet nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering.

  • b.

    Was de natura verstrekking een nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Afschrijvingstermijnen worden vastgelegd en genuanceerd.

Lid 5

PGB wordt niet toegekend als er sprake is van overwegende bezwaren.

Artikel 3 Bedragen vervoersvoorzieningen

Lid 1

De inkomensgrens voor collectieve vervoersvoorzieningen ligt op 1,5 maal het norminkomen.

Lid 2

De bedragen voor een vervoersvoorziening zijn:

  • a.

    tegemoetkoming autokostenvergoeding € 420,00 per jaar

  • b.

    tegemoetkoming taxikostenvergoeding € 2.904,00 per jaar

  • c.

    tegemoetkoming rolstoeltaxikostenvergoeding € 3.559,00 per jaar.

Artikel 4 Verhuiskosten.

  • 1. Het bedrag voor verhuiskosten als bedoeld in artikel 10 van de verordening bedraagt maximaal de kosten van overbrenging van de inboedel, door een erkend verhuisbedrijf, volgens een door burgemeester en wethouders goedgekeurde offerte.

  • 2. Aanvrager kan de verhuizing in eigen beheer uitvoeren. Het bedrag voor de verhuis- en herinrichtingskosten in zelfwerkzaamheid als bedoeld in artikel 10 van de verordening kan nooit hoger zijn dan:

  • a. voor een één of tweepersoonshuishouden: € 2.080,00;

  • b. voor elk gezinslid meer: € 261,00.

  • 3. Voor de persoon die op verzoek van de gemeente verhuist, in het belang van huisvesting van een cliënt, wordt het bedrag conform artikel 11g van het Besluit beheer sociale huursector vastgesteld.

Artikel 5 Sportrolstoel.

Lid 1

Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget.

Lid 2

Het bedrag van het in het eerste lid bedoelde persoonsgebonden budget bedraagt € 3.000,00 welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf, reparatie en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 13 december 2011

w.g.

secretaris, burgemeester,

N.L.J.J. Dusink, H. Jager

Toelichting Besluit

Inleiding

Het gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. De bedragen moeten tenminste één maal per jaar gewijzigd kunnen worden omdat zij trendmatig worden aangepast. Een Besluit wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders. Opname van de bedragen in de verordening zou betekenen dat de verordening jaarlijks door de gemeenteraad zou moeten worden gewijzigd.

Het eigen bijdrage deel uit het Besluit maatschappelijke ondersteuning van 2 oktober 2006 is van toepassing op in dit besluit.