Regeling vervallen per 01-01-2021

Algemene Subsidieverordening Wijk bij Duurstede 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2020

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Wijk bij Duurstede 2013

Algemene Subsidieverordening Wijk bij Duurstede 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling

Gemeente Wijk bij Duurstede: overheidsorganisatie

Officiële naam regeling: Algemene Subsidieverordening Wijk bij Duurstede 2013

Citeertitel: Algemene subsidieverordening Wijk bij Duurstede 2013

Vastgesteld door: gemeenteraad

Onderwerp: financiën en economie

Eigen onderwerp Algemene subsidieverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  • 1.

    Artikel 149 van de Gemeentewet

  • 2.

    Artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2013

Vaststel-ling ver-ordening

13-11-2012

Onbekend

20121113rvsubsidieverord

21-07-2016

Wijziging artikel 2

28-06-2016

Gemeenteblad nummer 2016-041

Nummer 16-038

Tekst van de regeling

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2012, nr. 20121113rvsubsdieverord;gelet op het artikel 149 van Gemeentewet;

besluit:1.de 'Algemene subsidieverordening Wijk bij Duurstede 2013' als volgt vast te stellen:

ALGEMENE BEPALINGEN

1.Activiteit:

De activiteit, zo mogelijk vertaald in meetbare prestaties en beoogde effecten, die door de aanvrager zal worden uitgevoerd en die kan worden gesubsidieerd.

2.Activiteitenplan:

Een plan dat een overzicht geeft van de door de aanvrager voor- genomen activiteiten, zo mogelijk vertaald in meetbare prestaties en beoogde effecten. Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de inhoud van een activiteitenplan.

3.Activiteitenverslag:

Een verslag dat de aard en omvang van de activiteiten of prestaties waarvoor subsidie werd verleend beschrijft. Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de inhoud van een activiteitenverslag.

4.Beleidsregels:

De beleidsregels ‘Beleidsregels subsidies Wijk bij Duurstede’ zoals jaarlijks in januari door het college vastgesteld, waarin de bepalingen uit deze verordening nader worden uitgewerkt.

5.Beleidsterrein:

Een onderdeel van het gemeentelijk beleid dat betrekking heeft op een bepaald onderwerp.

6.College:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede.

7.Raad:

De gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede.

8.Aanvrager:

Een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die (voornamelijk) zonder winstoogmerk activiteiten ontplooit ter behartiging van de belangen van ideële en/of materiële aard voor (een deel van) de Wijkse bevolking en daarvoor subsidie aanvraagt bij de gemeente Wijk bij Duurstede.

9.Subsidieontvanger:

Een aanvrager die op grond van een aan hem afgegeven beschikking aanspraak kan maken op een subsidie van de gemeente Wijk bij Duurstede.

10.Incidentelesubsidie:

Een eenmalige subsidie die door het college verstrekt wordt voor een activiteit met een eenmalig of experimenteel karakter of voor een kortlopend project.

11.Structurele subsidie:

Een subsidie die door het college verstrekt wordt met de mogelijk- heid deze voor twee jaar of langer te verstrekken indien voldaan wordt aan de bepalingen van deze verordening, de beleidsregels en de eventueel afgesloten uitvoeringsovereenkomst.

12.Waarderingssubsidie:

Een incidentele of structurele subsidie die het college verstrekt als waardering, indien het bepaalde, in de beschikking vastgelegde, activiteiten van belang acht en waaraan minder formele vereisten verbonden zijn dan aan subsidies die toegekend zijn door middel van een verleningsbeschikking en een uitvoeringsovereenkomst. Het college legt in de beleidsregels vast tot welke financiële grens sprake is van een waarderingssubsidie.

13.Budgetsubsidie:

Een structurele subsidie, niet zijnde een waarderingssubsidie, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan een bepaald niveau van activiteiten, die in beginsel van onbepaalde duur zijn.

14.Uitvoeringsovereenkomst:

Een overeenkomst die afgesloten kan worden tussen het college en de aanvrager voor een periode van minimaal één en maximaal vier jaar voor een budgetsubsidie en waarin vermeld staat: het aantal subsidiejaren, de door de aanvrager te verrichten prestaties, de omvang van de subsidie en de eventuele wijze van bijstelling en de wijze waarop de subsidievaststelling plaatsvindt.

15.Verleningsbeschikking:

Een schriftelijk besluit van het college op de subsidieaanvraag tot weigering of toekenning van de subsidie.

16.Vaststellingsbeschikking:

Een schriftelijk besluit van het college tot vaststelling van de subsidie.

17.Subsidieplafond:

Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschik- baar is voor de verstrekking van subsidies op grond van de door de gemeenteraad vastgestelde begroting.

18.Reserve:

Vermogensbestanddelen die, onverminderd het bepaalde over de egalisatiereserve in artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), als eigen vermogen zijn aan te merken en die bedrijfs- economisch gezien vrij te besteden zijn. De reserves moeten blijken uit de balans van de aanvrager.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op activiteiten die door het bestuursorgaan worden gesubsidieerd met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is). Deze verordening geldt niet voor subsidies, bijdragen of bekostiging op het gebied van:

    • a.

      onderwijs;

    • b.

      sociale zaken en werkgelegenheid;

    • c.

      volkshuisvesting en ruimtelijke ordening;

    • d.

      leerlingenvervoer;

    • e.

      individuele aanspraken in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • f.

      politieke organisaties of –verenigingen.

  • 2.

    Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

    Artikel 3 Algemene eisen

  • 1.

    Subsidiëring van activiteiten vindt slechts plaats voor zover deze naar het oordeel van het college in voldoende mate en aantoonbaar in het algemeen belang van de gemeente Wijk bij Duurstede worden geacht en voor of door de inwoners worden georganiseerd.

  • 2.

    Activiteiten komen slechts voor subsidie in aanmerking als ze georganiseerd worden door een bevoegde rechtspersoon.

  • 3.

    Alleen in bijzondere gevallen kan, naar het oordeel van het college, subsidie worden verleend aan (een groep van) natuurlijke personen doch slechts indien het een waarderings- subsidie betreft op incidentele basis. De in deze verordening opgenomen bepalingen blijven dan wel van toepassing.

  • 4.

    Het college stelt beleidsregels vast, waarin nadere voorschriften staan over de subsidiemethodiek, bevoorschotting en de overige subsidieverplichtingen. De beleidsregels omvatten voorts de toetsingskaders per gemeentelijk beleidsterrein.

  • 5.

    De begroting van de aanvrager moet zijn gebaseerd op het prijspeil van het jaar waarin de te subsidiëren activiteiten worden uitgevoerd en zijn voorzien van een duidelijke toelichting.

  • 6.

    Subsidiëring vindt in principe niet plaats, indien de aanvrager zelf in de kosten van de activiteiten kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden of een combinatie daarvan.

  • 7.

    Subsidieaanvragen voor een bedrag lager dan € 300 worden niet in behandeling genomen.

  • 8.

    Alle door de aanvrager in te dienen stukken, zoals genoemd in deze verordening, dienen te zijn vastgesteld en ingediend door het bevoegde orgaan van de aanvrager en zo nodig voorzien van een toelichting.

    Artikel 4 Jubilea

  • 1.

    Voor activiteiten in het kader van een jubileum kan een aanvrager een incidentele subsidie aanvragen.

  • 2.

    Subsidiëring van dergelijke activiteiten vindt alleen plaats als het een 25-, 40-, 50-, 75-, 100-, 125-, 150-jarig jubileum betreft en/of een jubileum van een veelvoud van 50 jaar van de rechtspersoon betreft.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie voor een jubileum wordt bepaald in de beleidsregels, waarbij maatschappelijke relevantie van de jubilerende organisatie, het aantal jubileumjaren en het aantal leden bepalend zijn.

    Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college kan jaarlijks subsidieplafonds vaststellen per beleidsterrein.

  • 2.

    Als het college een subsidieplafond heeft vastgesteld, wordt in de beleidsregels bepaald volgens welke regels het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3.

    Een subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de gemeentelijke begroting beschik baar zullen worden gesteld.

    Artikel 6 Indexering

  • 1.

    Jaarlijks kunnen bij de bepaling van de subsidiebudgetten de subsidies verhoudingsgewijs worden aangepast tot maximaal de aan de gemeente toegekende loon- en prijscompensatie via het Gemeentefonds volgens de septembercirculaire.

  • 2.

    Looncompensatie is slechts van toepassing op (gesubsidieerde) aanvragers die personeel conform CAO in dienst hebben.

    Artikel 7 Bevoegdheden college

  • 1.

    Het college beslist op subsidieaanvragen. Het college neemt daarbij de door de raad vastgestelde begroting in acht.

  • 2.

    Het college kan een budgetsubsidie verlenen voor meerdere jaren. In dat geval kan een uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten.

HOOFDSTUK II HET SUBSIDIETRAJECT

Paragraaf 1 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Indien het om een incidentele subsidie gaat, moet de aanvraag minimaal 12 weken voordat de desbetreffende activiteit plaats- vindt, worden ingediend, tenzij anders door het college is bepaald.

  • 2.

    Een aanvraag voor incidentele subsidie gaat vergezeld van de volgende stukken:

    • a.

      de statuten van de rechtspersoon, indien de aanvrager niet eerder subsidie heeft aangevraagd of indien de laatste aanvraag dateert van drie jaar of langer geleden;

    • b.

      een begroting met een activiteitenplan met betrekking tot de te subsidiëren activiteit;

    • c.

      een jaarrekening van het voorgaande jaar inclusief de balans en een overzicht van de reserves;

    • d.

      een overzicht op welke andere wijze inkomsten zullen worden verkregen dan via de aangevraagde subsidie, zoals subsidies van andere bestuursorganen, sponsoring, entreegelden etc.

  • 3.

    Voor incidentele waarderingssubsidies geldt in afwijking van het 2e lid van dit artikel dat slechts een begroting en een activiteitenplan ingediend hoeven te worden.

  • 4.

    Het college kan maximaal twee achtereenvolgende jaren eenzelfde aanvrager voor eenzelfde activiteit op incidentele basis subsidiëren.

  • 5.

    In aanvulling op het 1e en 4e lid wordt een tweede achtereen- volgende aanvraag voor incidentele subsidie uiterlijk voor 1 april van het jaar waarin de activiteit/prestaties plaatsvinden, aangevraagd . Zo nodig wordt deze vergezeld van een aanvraag voor omzetting in structurele subsidie met ingang van het daaropvolgende jaar.

  • 6.

    De aanvragen voor incidentele subsidies worden behandeld in volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de voorwaarden van deze verordening en de desbetreffende beleidsregels.

    Artikel 8.2 Aanvraag structurele subsidie

    Artikel 8.2.1 Algemeen

Structurele subsidie kan pas worden aangevraagd indien daarvoor één of twee jaar subsidie op incidentele basis is aangevraagd door de aanvrager en toegekend door het college voor dezelfde of soortgelijke activiteiten.

Artikel 8.2.2 Aanvraag

Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt ingediend uiterlijk 1 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. De aanvraag is in beginsel voor meerdere jaren. De aanvraag dient bij:

  • a.

    waarderingssubsidies en budgetsubsidies vergezeld te zijn van een begroting en een activiteitenplan.

  • b.

    subsidies boven de € 100.000 vergezeld te zijn van een begroting, activiteitenplan en accountantsverklaring.

Paragraaf 2 Subsidieverlening

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag voor incidentele subsidie binnen acht weken. Het college kan deze termijn met acht weken verlengen.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag voor structurele subsidie binnen twee maanden na vaststelling van de gemeente- begroting door de raad.

  • 3.

    Het college kan een structurele subsidie voor maximaal vier jaar verlenen.

  • 4.

    Het college kan bepalen dat achterstallige betalingen voor huren van gemeentelijke accommodaties en overige vorderingen rechtstreeks worden verrekend met voorschotten op subsidies.

    Artikel 9.2 Weigeringsgronden

Onverminderd de weigeringgronden zoals vermeld in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 3 en 8.1 en 8.2 van deze verordening kan subsidieverlening in ieder geval worden geweigerd indien naar het oordeel van het college er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten niet of niet geheel passen in het gemeentelijk beleid;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde of veiligheid;

  • c.

    er sprake is van doublures in programma-aanbod en/of doelgroep, waarbij rekening wordt gehouden met een spreiding van aanbod over de kernen Langbroek, Cothen en Wijk bij Duurstede;

  • d.

    de activiteiten zijn uitgevoerd voordat op een aanvraag om subsidie is beslist;

  • e.

    anderszins de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden in deze verordening.

    Artikel 10 Intrekken of wijzigen van de subsidieverlening

Het college kan, zolang de subsidie niet is vastgesteld, een subsidie- verlening intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen overeenkomstig het gestelde in artikel 4.48 Awb, namelijk indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

  • b.

    de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • c.

    de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking tot subsidieverlening zou hebben geleid;

  • d.

    de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie- ontvanger dit wist of behoorde te weten, of met toepassing van artikel 4.34, vijfde lid een beroep wordt gedaan op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Paragraaf 3 Subsidievaststelling

  • 1.

    Artikel 11

    De aanvraag tot subsidievaststelling moet worden ingediend voor 1 april van het jaar na afloop van het jaar waarin de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden.

  • 2.

    Bij waarderingssubsidies, zowel incidenteel als structureel, gaat aan de subsidievaststelling geen afzonderlijke subsidieverlening vooraf. Wel dient de subsidieontvanger na afloop van de activiteit doch uiterlijk 1 april van het jaar erna een activiteiten- verslag in.

  • 3.

    De aanvraag tot subsidievaststelling bij budgetsubsidies is voorzien van een activiteitenverslag en jaarrekening, inclusief een balans en overzicht van reserves.

  • 4.

    Bij subsidies boven de € 100.000 dienen bovendien in het activiteitenverslag en de jaarrekening de prestaties meetbaar en aantoonbaar opgenomen te zijn en dient tevens een accountants- verklaring bijgevoegd te zijn.

    Artikel 12 Lagere vaststelling

Vaststelling van de subsidie kan geschieden voor een lager bedrag dan waarvan sprake was bij de verlening overeenkomstig het gestelde in artikel 4.44 Awb.

Artikel 13 Intrekken en wijzigen vaststellingsbeschikking

Het college kan een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen overeenkomstig het gestelde in artikel 4.49 Awb.

Paragraaf 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    Artikel 14 Verplichtingen

    Het college kan bij de voorlopige verlening van subsidie ook verplichtingen opleggen die betrekking hebben op de wijze waarop, of op de middelen waarmee de activiteit wordt verricht.

  • 2.

    De aanvrager dient er zelf zorg voor te dragen dat bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, voldaan wordt aan alle verdere benodigde wettelijke en gemeentelijke verplichtingen.

  • 3.

    De aanvrager dient in voldoende mate verzekerd te zijn tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid en brandschade.

  • 4.

    De aanvrager moet ervoor zorgen dat voor vrijwilligers een WA- en ongevallenverzekering is afgesloten.

  • 5.

    De aanvrager moet het college inzage geven in haar boekhouding en administratie indien dit naar de mening van het college van belang is bij de subsidie toekenning en/of de subsidievaststelling.

  • 6.

    Het college kan de overlegging van aanvullende stukken of anderszins nadere informatie verlangen.

  • 7.

    De aanvrager moet alle andere aanwijzingen van het college opvolgen, voor zover passend binnen de doelstellingen van de toegekende subsidie.

    Artikel 15 Accountantsverklaring

De accountantsverklaring dient aan te geven of de verstrekte subsidies niet alleen rechtmatig maar ook doelmatig en doeltreffend zijn gebruikt. De artikelen 4:76, 4:77, 4:78, 4:79 en 4:80 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.

Artikel 16 Reserve

Het college kan in de beleidsregels nadere regels opnemen over de aard en omvang van de toegestane reserves.

Artikel 17 Uitvoeringsovereenkomst

  • 1.

    Het college kan een uitvoeringsovereenkomst met de aanvrager afsluiten voor een budgetsubsidie.

  • 2.

    Het college treedt tijdig in overleg met de aanvrager waarmee een nieuwe uitvoeringsovereenkomst wordt afgesloten, teneinde tot overeenstemming te komen omtrent de activiteiten en de te verrichten prestaties, de overige subsidieverplichtingen en de verdere inhoud van de uitvoeringsovereenkomst en de door de gemeente ter beschikking te stellen subsidie.

  • 3.

    Het college treedt tijdig in overleg met de aanvrager indien een bestaande uitvoeringsovereenkomst afloopt, en wel volgens de afspraken in de uitvoeringsovereenkomst.

  • 4.

    Het college kan nadere afspraken t.b.v. termijn, inhoud en omvang van de subsidievaststelling vastleggen in een uitvoeringsovereenkomst.

Paragraaf 5 De betaling

  • 1.

    Artikel 18 Voorschotten en uitbetaling

    Het college kan aan de subsidieontvanger voorschotten verlenen.

  • 2.

    Het voorschot wordt binnen een termijn van acht weken na de subsidietoekenning betaald, tenzij anders is bepaald.

  • 3.

    Bij de subsidievaststelling worden de betaalde voorschotten verrekend met de vastgestelde subsidie.

HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Overgangsbepaling

Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend, zijn de bepalingen zoals opgenomen in de Algemene Subsidieverordening Wijk bij Duurstede 2010 van kracht.

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen die op de aanvraag en de verlening van de subsidie betrekking hebben buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing hiervan, gelet op de belangen die worden gediend, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 21 Intrekking

De Algemene subsidieverordening gemeente Wijk bij Duurstede 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Algemene subsidieverordening Wijk bij Duurstede 2013'

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 november 2012.

De raad voornoemd,

griffier, voorzitter,