Beleidsregels voor standplaatsvergunningen

Geldend van 11-06-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor standplaatsvergunningen

Burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Woensdrecht;

overwegende het gestelde in het Standplaatsenbeleid van de gemeente Woensdrecht;

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 1:6, 1:8 en 5:17 t/m 5:20 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Woensdrecht;

gelezen het advies van de dorpsplatforms Huijbergen, Ossendrecht en Woensdrecht;

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende Beleidsregels voor standplaatsvergunningen:

Artikel 1 Reikwijdte

Deze beleidsregels zijn van toepassing op standplaatsvergunningen zoals bedoeld in artikel 5:17 en artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Woensdrecht.

Artikel 2Standplaatslocaties en maximum aantal

  • 1.

    Standplaatsvergunningen kunnen slechts worden verleend voor de locaties en dagen die in de tabel in het derde lid zijn vermeld.

  • 2.

    Per standplaatslocatie mogen er per dag niet meer standplaatsvergunningen worden verleend dan aangegeven in de tabel in het derde lid.

  • 3.

    Tabel:

Kern

Locatie

Max. aantal/dag

Dagen

Hoogerheide

St. Lucasplein

4

Ma-Di-Wo-Do-Za-Zo

Huijbergen

Canadaplein

2

Zie artikel 3.1

Ossendrecht

Markt

3

Zie artikel 3.2

Putte

Marktplein Tulpstraat/ Breestraat

4

Ma-Di-Do-Vr-Za-Zo

Woensdrecht

Plein Dorpsstraat/ Molenakkers

3

Zie artikel 3.3

Artikel 3 Branchepatroon

Voor de kernen Huijbergen, Ossendrecht en Woensdrecht hanteert het college een branchepatroon. In het branchepatroon is opgenomen welk type standplaats kan worden vergund voor een specifieke kern. Aanvragen die niet passen binnen het branchepatroon worden geweigerd.

Het branchepatroon is niet van toepassing op tijdelijke standplaatsen en standplaatsen die worden ingenomen op grond waarvan de gemeente geen rechthebbende is.

Artikel 3.1 Branchepatroon kern Huijbergen

In de kern Huijbergen mogen op donderdag standplaatsen worden ingenomen, waarbij er voor één van de twee uitgeefbare vergunningen een beperking geldt. De andere dag waarop standplaatsen ingenomen mogen worden is afhankelijk van de eerste aanvraag die wordt gedaan voor een andere dag. Vanaf dat moment wordt die dag aangewezen als dag waarop standplaatsen ingenomen mogen worden.

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

3x geen beperking.

Geen standplaatsen.

Geen standplaatsen.

Vis + geen beperking

Geen standplaatsen.

Artikel 3.2 Branchepatroon kern Ossendrecht

In de kern Ossendrecht mogen op Woensdag en vrijdag standplaatsen worden ingenomen, beperkt tot de branches in de volgende tabel:

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

Geen standplaatsen

Geen standplaatsen.

Aardappelen, groeten en fruit + 2x geen beperking.

Geen standplaatsen

Vis + 2x geen beperking.

Artikel 3.3 Branchepatroon kern Woensdrecht

In de kern Woensdrecht mogen op woensdag en vrijdag standplaatsen worden ingenomen. Voor de woensdag gelden geen branchebeperkingen, voor de vrijdag wel:

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

Geen standplaatsen

Geen standplaatsen

Geen beperking branche

Geen standplaatsen

Kaas + vis + levens middelen

Artikel 4 Tijdelijke en seizoensgebonden standplaatsen

  • 1.

    Artikel 2 is niet van toepassing op standplaatsen die tijdelijk en incidenteel van aard zijn of standplaatsen die worden ingenomen tijdens een evenement zoals bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening.

  • 2.

    Een tijdelijke standplaatsvergunning kan voor maximaal 8 weken aaneengesloten worden verleend.

Artikel 5 Geen vergunning op dagen dat er weekmarkt is

Op dagen waarop er in Hoogerheide en Putte weekmarkt wordt gehouden, worden er geen standplaatsvergunningen verleend voor deze kernen.

Artikel 6 Geldigheid vergunning

Een standplaatsvergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd, tenzij er sprake is van een vergunning voor een tijdelijke of incidentele standplaats.

Artikel 7 Indieningsvereisten

  • 1.

    Een aanvraag om standplaatsvergunning dient te geschieden op een aanvraagformulier dat door de gemeente Woensdrecht ter beschikking wordt gesteld. Deze dient volledig te zijn ingevuld.

  • 2.

    Bij een aanvraag om standplaatsvergunning dienen de volgende gegevens te worden overlegd:

  • a.

    kopie legitimatiebewijs;

  • b.

    HBD- kaart Kamer van Koophandel of, indien het een buitenlands bedrijf betreft, een vergelijkbaar document;

  • c.

    een vermelding van de locatie waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.

Artikel 8 Standplaatsen op terrein waarvan de gemeente geen rechthebbende is

  • 1.

    Aanvragen voor terreinen waarvan de gemeente Woensdrecht geen rechthebbende is, dienen voorzien te zijn van een schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein.

  • 2.

    Standplaatsen op terreinen waarvan de gemeente geen rechthebbende is, zijn niet gebonden aan de bepalingen in artikel 2 en 3.

Artikel 9 Tijdelijke afwijking locatie

Als omstandigheden (bijvoorbeeld een evenement) dit noodzakelijk maken kan het college tijdelijk wijzigingen aanbrengen in de situering van een standplaats. Het college kan –in overleg met de vergunninghouder- elders in de gemeente een locatie aanwijzen waar de standplaats tijdelijk kan worden ingenomen. Dit geschiedt altijd voor een vastgestelde en tijdelijke periode. Deze bepaling wordt als voorschrift opgenomen bij standplaatsvergunningen.

Artikel 10Winkeltijdenwet

Het college verleent enkel standplaatsvergunningen binnen de kaders van de Winkeltijdenwet.

Artikel 11Geen wachtlijst

Het college hanteert geen wachtlijst voor standplaatsen. Aanvragen worden op volgorde van ontvangst behandeld. Bij gelijktijdige ontvangst van gelijkwaardige aanvragen vindt de selectie plaats op basis van loting.

Artikel 12 Plaatsing reclamebord

Het is de houder van een standplaatsvergunning toegestaan om maximaal één reclamebord te plaatsen op of aan de openbare weg. Voorwaarde is dat het bord geen hinder mag veroorzaken. Daarnaast mag het bord niet worden geplaatst binnen een afstand van 5 meter vanaf een kruising van wegen. Op het trottoir dient een vrije ruimte over te blijven van 1,5 meter in de breedte. Het bord moet in de nabijheid van de standplaats worden geplaatst en mag enkel aanwezig zijn terwijl de standplaats wordt ingenomen.

Objecten die niet op of aan de openbare weg worden geplaatst zijn toegestaan zolang ze niet voor overlast of hinder zorgen en geen negatieve invloed hebben op de beschikbaarheid van aanwezige parkeerplaatsen.

Artikel 13Zorgplicht omgeving

Aan een standplaatsvergunning worden voorschriften verbonden die een zorgplicht voor de omgeving van de standplaats regelen.

De vergunninghouder is verplicht om overlast en hinder voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. De standplaatshouder is in ieder geval verplicht om, als de verkoopactiviteiten afval kunnen veroorzaken in de omgeving, voldoende afvalbakken te plaatsen in de nabijheid van de standplaats. Ook dient de omgeving van de standplaats vrijgehouden te worden van afval.

Artikel 14 Intrekking oude regeling

De Beleidsregels voor standplaatsvergunningen, vastgesteld op 14 oktober 2014, worden ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die waarop zij bekend zijn gemaakt.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels voor standplaatsvergunningen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 april 2016,
burgemeester en wethouders van Woensdrecht,
de secretaris de burgemeester

Toelichting Toelichting

Aanleiding

In het standplaatsenbeleid heeft de gemeente Woensdrecht haar visie over standplaatsen beschreven. In het beleid zijn diverse voorwaarden en uitgangspunten benoemd voor de vestiging van standplaatsen. Om aanvragen voor standplaatsvergunningen op een gelijke en efficiënte manier te behandelen, verdient het aanbeveling om beleidsregels te formuleren.

Doel

Een eenduidige en efficiënte besluitvorming, binnen de kader van het standplaatsenbeleid, voor standplaatsvergunningen in de gemeente Woensdrecht.

Overwegingen

De overwegingen en uitgangspunten die tot de onderliggende beleidsregels hebben geleid, zijn te vinden in het standplaatsenbeleid van de gemeente Woensdrecht. Daarnaast hebben de dorpsplatforms Huijbergen, Ossendrecht en Woensdrecht een adviserende rol gekregen voor wat betreft de dagen waarop standplaatsen ingenomen mogen worden en de typen standplaatsen die ingenomen mogen worden. Deze adviezen zijn verwerkt in deze beleidsregels. Ze zijn opgenomen in bijlage I.

Grondslag

Conform artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder een beleidsregel verstaan:

“Een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.”

In het geval van onderliggende beleidsregels wordt er uitgelegd hoe het college omgaat met de bevoegdheid die wordt gegeven in de artikelen 5:17 t/m 5:20 van de Algemene plaatselijke verordening.

De Algemene plaatselijke verordening bevat regels voor het innemen van een standplaats op- of aan de openbare weg, waaronder een vergunningstelsel:

Artikel 5:17 Begripsbepaling

1. In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

2. Onder standplaats wordt niet verstaan:

a. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

b. een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

1. Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan.

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende

Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.

Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen

1. Het verbod van artikel 5:18, eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.

2. De weigeringsgrond van artikel 5:18, derde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken.

Op aanvragen om standplaatsvergunningen zijn verder de algemene weigeringsgronden van toepassing die zijn opgenomen in artikel 1:8 van de APV:

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:

a. de openbare orde;

b. de openbare veiligheid;

c. de volksgezondheid;

d. de bescherming van het milieu.

Onderliggende beleidsregel heeft tot slot ook betrekking op de intrekkingsgronden van een vergunning die worden geregeld in artikel 1:6 van de Algemene plaatselijke verordening:

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

e. indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Status van een beleidsregel

Beleidsregels zijn geen wettelijk voorschrift. Een beleidsregel is een hulpmiddel voor bestuursorganen bij de motivering van besluiten en voor aanvragers is het een hulpmiddel om vooraf inzicht te krijgen in de toetsing van een aanvraag.

Een besluit, zoals een standplaatsvergunning, moet goed worden gemotiveerd. Ter motivering kan ook worden volstaan met een verwijzing naar een gedragslijn, voor zover deze is neergelegd in een beleidsregel.

Individuele gevallen zullen wel steeds opnieuw beoordeeld moeten worden. Als toepassing van de beleidsregels zou leiden tot onredelijke situaties omdat het beleid niet in een bepaalde situatie voorziet, kan er worden afgeweken van beleidsregels.