Regeling vervallen per 03-11-2016

Gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond-Zaanstreek

Geldend van 11-04-2007 t/m 02-11-2016

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond-Zaanstreek

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling en de daarop berustende besluiten wordt verstaan onder:

a.

het samenwerkingsgebied:

het gezamenlijke grondgebied van de aan deze regeling deelnemende gemeenten Zaanstad, Velsen, Heemskerk en Beverwijk;

b.

het openbaar lichaam:

het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

c.

deelnemers:

de aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten;

d.

gedeputeerde staten:

het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland;

e.

de wet:

de Wet gemeenschappelijke regelingen;

f.

verwerkingsinrichtingen:

inrichtingen voor ontvangst, casu quo overslag, alsmede voor be- en verwerking van afvalstoffen; laatstbedoelde inrichtingen (te weten ten behoeve van be- en verwerking) voorzover deze in overeenstemming zijn met het Provinciaal Afvalstoffenplan, dan wel met het Provinciaal Milieubeleidsplan;

g.

afvalstoffen:

de afvalstoffen die vallen onder de werking van de Wet milieubeheer en die door of vanwege de deelnemers binnen hun gemeenschappelijk grondgebied worden ingezameld, dan wel aan dezen zijn afgegeven.

Artikel 2 Openbaar lichaam

  • 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd ‘Afvalschap IJmond-Zaanstreek’.

  • 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon; het is gevestigd te Zaanstad.

  • 3. Het gebied waarvoor deze regeling geldt, omvat het samenwerkingsgebied van de deelnemers.

Hoofdstuk II Inrichting, samenstelling en werkwijze van bestuur

Paragraaf 1 Inrichting

Artikel 3 Bestuur

Het bestuur van het afvalschap bestaat uit:

  • a.

    het algemeen bestuur;

  • b.

    het dagelijks bestuur;

  • c.

    de voorzitter.

Paragraaf 2 Samenstelling

Artikel 4 Algemeen bestuur

  • 1. De raad van elke deelnemer wijst één lid aan van het algemeen bestuur; dit lid wordt aangewezen uit de leden van het college van de deelnemers.

  • 2. Een lid van het algemeen bestuur kan bij zijn afwezigheid worden vervangen door een door het college van iedere deelnemer uit zijn midden aangewezen plaatsvervanger.

  • 3. Het in deze regeling ten aanzien van leden van het algemeen bestuur bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangers.

Artikel 5 Dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit vier leden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde leden worden door en uit het algemeen bestuur aangewezen.

  • 3. Een lid van het dagelijks bestuur kan bij zijn afwezigheid worden vervangen door een door het college van iedere deelnemer uit zijn midden aangewezen plaatsvervanger.

  • 4. Het in deze regeling ten aanzien van leden van het dagelijks bestuur bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangers.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1. De voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur is het lid van de gemeente Zaanstad.

  • 2. De voorzitter is aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde bestuur.

  • 3. Het algemeen en dagelijks bestuur wijzen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

Paragraaf 3 Werkwijze van bestuur

Artikel 7 Zittingsperiode en beëindiging lidmaatschap

  • 1. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur evenals de voorzitter worden aangewezen voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de gemeenteraad.

  • 1. De aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur vindt plaats in de eerste vergadering van de raad van iedere deelnemer in de nieuwe samenstelling, te houden op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden.

  • 2. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur treden af op de dag waarop de leden van de raad van iedere deelnemer aftreden.

  • 3. Het aanwijzen ter vervulling van plaatsen die door ontslag, overlijden of om andere reden openvallen, vindt plaats binnen één maand na dat openvallen.

  • 4. Het lid dat ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreden opengevallen plaats tot lid van het algemeen en dagelijks bestuur is aangewezen, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

  • 5. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur, alsmede de raad die hen heeft aangewezen, op de hoogte. Het ontslag is onherroepelijk. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap, totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.

  • 6. De voorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stelt hij het algemeen en dagelijks bestuur op de hoogte. Hij behoudt zijn functie totdat in zijn opvolging is voorzien.

Artikel 8 Orde

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt, of wanneer tenminste één van de leden dit schriftelijk aan de voorzitter verzoekt, onder opgave van de te behandelen onderwerpen.

  • 2. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 3. Bij een vergadering van het algemeen bestuur worden de deuren gesloten, wanneer tenminste een lid daarom verzoekt, of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4. In een besloten vergadering van het algemeen bestuur kan niet worden beraadslaagd noch een besluit worden genomen betreffende:

    • a.

      de vaststelling van de begroting en de rekening;

    • b.

      het toetreden tot en het uittreden uit de regeling door deelnemers;

    • c.

      het treffen van een gemeenschappelijke regeling door het samenwerkingsverband, het wijzigen, het opheffen van een dergelijke regeling, alsmede het toetreden en het uittreden uit een dergelijke regeling.

  • 5. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of wanneer een lid hem dit schriftelijk verzoekt onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Indien een vergadering is gevraagd wordt zij binnen twee weken gehouden.

  • 6. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

Artikel 9 Stemrecht en besluitvorming

  • 1. Het stemrecht is als volgt verdeeld:

    • a.

      Het lid dat is benoemd door de gemeente Zaanstad heeft vier stemmen.

    • b.

      Het lid dat is benoemd door de gemeente Velsen heeft twee stemmen.

    • c.

      Het lid dat is benoemd door de gemeente Beverwijk heeft één stem.

    • d.

      Het lid dat is benoemd door de gemeente Heemskerk heeft één stem.

  • 2. In de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur kan slechts worden besloten indien minimaal twee zitting hebbende leden tegenwoordig zijn.

  • 3. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 4. Bij staking van stemmen wordt een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering.

  • 5. Indien de stemmen staken in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

Hoofdstuk III Belang, taken en bevoegdheden

Paragraaf 1 Belang

Artikel 10 Belang

Het Afvalschap IJmond-Zaanstreek heeft tot doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen met betrekking tot het beheer van de aandelen van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland en alles wat daartoe dienstbaar is en een doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord beheer van afvalstoffen en het ontwikkelen van beleid en uitvoering op het terrein van preventie en hergebruik.

Paragraaf 2 Taken en bevoegdheden

Artikel 11 Taken en bevoegdheden

  • 1. Ter verwezenlijking van de in artikel 10 genoemde belang komen aan het Afvalschap IJmond-Zaanstreek de volgende taken en bevoegdheden toe:

    • a.

      het doen zorgdragen voor de be- en verwerking van de afvalstoffen, die op voet van het bepaalde in het derde lid van dit artikel, aan het Afvalschap IJmond-Zaanstreek worden aangeboden;

    • b.

      het verwerven, beheren en vervreemden van aandelen in het kapitaal van de N.V. Huisvuilcentrale Noord Holland ‘HVC’, het partij zijn bij overeenkomsten tussen aandeelhouders van HVC, waaronder mede begrepen het toetreden tot en partij zijn bij de ‘Ballotage Overeenkomst’ (gedateerd oktober 2002) en het garant staan voor de verplichtingen van HVC krachtens door HVC gesloten overeenkomsten van geldlening, conform het bepaalde in artikel 9 van de Ballotage Overeenkomst;

    • c.

      het deelnemen in en het financieren van, het samenwerken met, het verlenen van adviezen en andere diensten aan rechtspersonen of andere ondernemingen, zulks in het kader van de afvalstoffenverwijdering;

    • d.

      de bevordering van gemeenschappelijke standpuntbepaling van de deelnemers op het gebied van afvalstoffenbeheer, zoals inzameling, overslag, transport en verwerking, alsmede op het gebied van preventie en hergebruik, daaronder begrepen het daadwerkelijk initiëren en coördineren van activiteiten ter zake, één en ander met inachtneming van artikel 10.1 van de Wet milieubeheer;

    • e.

      bevorderen dat gebruik wordt gemaakt van diensten en kennis en dat uitwisseling van gegevens en uitvoering van activiteiten plaats heeft;

    • f.

      het vaststellen van een logistiek plan, op basis waarvan in ieder geval worden geregeld: de wijze van overdracht door de gemeenten van de afvalstoffen aan alsmede de wijze van transport naar de verwerkingsinrichtingen.

  • 2. Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam komt bovendien, indien de bevoegde organen van de gemeenten in de toekomst daartoe een eensluidend besluit vaststellen, andere bevoegdheden toe in het kader van het afvalstoffenbeleid.

  • 3. Elk van de deelnemers verbindt zich de afvalstoffen ter be- en/of verwerking aan het openbaar lichaam in eigendom over te dragen.

  • 4. Met het rechtstreeks aanbieden van brandbaar afval en GFT aan de HVC wordt de deelnemer geacht aan zijn verplichting te hebben voldaan.

  • 5. Naast de uitoefening van bevoegdheid op grond van het elders in deze regeling bepaalde is het algemeen bestuur bevoegd tot aangaan en garanderen van geldleningen.

Artikel 12 Strekking overdracht bevoegdheden

Voor zover hiervan in deze regeling niet is afgeweken, komen aan de bestuursorganen van het Afvalschap ter uitvoering van de in artikel 11 genoemde taken de bevoegdheden toe, die aan de bestuursorganen van de deelnemers behoren.

Artikel 13 Algemeen bestuur

Het algemeen bestuur is belast met en bevoegd tot:

  • a.

    het doen van voorstellen aan de deelnemers omtrent toetreding tot, uittreding uit, wijziging van of opheffing van de regeling;

  • b.

    het besluiten tot deelname aan gemeenschappelijke regelingen en het (mede) oprichten van privaatrechtelijke rechtspersonen;

  • c.

    het instellen van commissies van advies en commissies met het oog op de behartiging van bepaalde belangen.

Artikel 14 Dagelijks bestuur

Aan het dagelijks bestuur is opgedragen het dagelijks besturen van het openbaar lichaam voor zover dat krachtens deze regeling niet aan anderen is opgedragen.

Artikel 15 Voorzitter

  • 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 2. De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het aanvangsuur van de vergaderingen.

  • 3. Hij tekent de stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4. Op de voorzitter is artikel 26 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De voorzitter vertegenwoordigt het afvalschap in en buiten rechte.

Hoofdstuk IV Personeel

Artikel 16 De secretaris

  • 1. Het openbaar lichaam heeft een secretaris.

  • 2. De secretaris wordt door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen. Voor de benoeming wordt door het dagelijks bestuur een voordracht gedaan.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt voor de secretaris een instructie vast.

  • 4. De secretaris wordt vervangen op een door het dagelijks bestuur te bepalen wijze.

Artikel 17 Taak secretaris

  • 5. De secretaris staat het algemeen en dagelijks bestuur, de voorzitter en de commissies in alles wat hen is opgedragen ter zijde.

  • 6. Alle stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan, worden door hem meeondertekend.

  • 7. De secretaris is in de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur aanwezig.

Artikel 18 Stemrecht en besluitvorming

Medewerkers worden benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan deze bevoegdheden delegeren aan de secretaris.

Hoofdstuk V Financiën

Artikel 19 Algemeen

  • 1. Het algemeen bestuur stelt met inachtneming van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording regels vast over het financieel beheer, de inrichting van de begroting, de rekening en de boekhouding en controle.

  • 2. Het dienstjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • 3. Met betrekking tot het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van het openbaar lichaam, alsmede de controle met betrekking tot de laatste twee onderwerpen zijn de artikelen 212 en 213 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20 Begroting

  • 1. De jaarlijkse ontwerp-begroting wordt vóór 1 april voorafgaande aan het dienstjaar door de zorg van het dagelijks bestuur aan de gemeenteraden toegezonden.

  • 2. Binnen twee maanden na de toezending van de in het eerste lid bedoelde bescheiden kunnen de gemeenteraden hun gevoelen schriftelijk aan het dagelijks bestuur kenbaar maken.

  • 3. Het dagelijks bestuur onderzoekt het ingediende gevoelen. Alvorens de jaarlijkse begroting vast te stellen, neemt het algemeen bestuur, na overleg met de gemeenteraad die het gevoelen heeft ingediend, een gemotiveerde beslissing over het ingediende gevoelen. Deze beslissing wordt onverwijld schriftelijk meegedeeld aan de gemeenteraden.

  • 4. Het algemeen bestuur stelt vóór 1 juli voorafgaande aan het dienstjaar de jaarlijkse begroting vast. Van het vaststellen van de begroting (en de beslissing van gedeputeerde staten over de goedkeuring) wordt binnen één maand schriftelijk mededeling gedaan aan de gemeenteraden.

  • 5. Op het wijzigen van de begroting zijn de voorgaande leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing met uitzondering van de in het eerste lid en vierde lid van dit artikel genoemde data.

  • 6. In spoedeisende gevallen kan van het gestelde in het vijfde lid worden afgeweken.

Artikel 21 Rekening

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vóór 1 maart van elk jaar, de ontwerp-rekening op over het financieel beheer in het afgelopen dienstjaar met inachtneming van hetgeen in het Besluit begroting en verantwoording is geregeld.

  • 2. De ontwerp-rekening wordt binnen veertien dagen nadat deze aan het algemeen bestuur is aangeboden aan de gemeenteraden toegezonden.

  • 3. Binnen twee maanden na toezending van de in het tweede lid bedoelde bescheiden kunnen de gemeenteraden hun gevoelen schriftelijk kenbaar maken aan het algemeen bestuur.

  • 4. Het bestuur onderzoekt het ingediende gevoelen. Alvorens de rekening vast te stellen, neemt het bestuur, na overleg met de gemeente die het gevoelen heeft ingediend, een gemotiveerde beslissing over het ingediende gevoelen. Deze beslissing wordt onverwijld schriftelijk meegedeeld aan de gemeenteraden.

  • 5. Het bestuur stelt vóór 1 juli van elk jaar de rekening vast en zendt deze zo spoedig mogelijk door in ieder geval vóór 15 september van elk jaar aan gedeputeerde staten. De in het eerste lid bedoelde stukken, het in het derde lid bedoelde schriftelijke gevoelen en de beslissing van het bestuur terzake worden met de rekening meegezonden.

  • 6. Van de vaststelling van de rekening door het algemeen bestuur wordt binnen één maand aan de gemeenteraden schriftelijk mededeling gedaan.

Artikel 22 Financiering

Voor nakoming van aangegane geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden, staan de deelnemers garant voor zover terzake door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. De deelnemers nemen aan de garantie deel in verhouding van het aandelenbezit.

Artikel 23 Verantwoording baten en lasten

Van de baten en lasten van het samenwerkingsverband wordt door het dagelijks bestuur over elk dienstjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de rekening met de daarbij behorende bescheiden.

Artikel 24 Controle

  • 1. Het algemeen bestuur stelt regels vast over de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding. Deze controle wordt opgedragen aan een ingevolge die regels aan te wijzen deskundige.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan het bestuur het geldelijke beheer en de boekhouding te allen tijde aan een onderzoek onderwerpen.

  • 3. Van de controle wordt door de deskundige een verslag opgemaakt. Het verslag wordt door de functionaris die belast is met het geldelijke beheer meeondertekend. Hij is bevoegd aan zijn ondertekening een verklaring toe te voegen, die in afschrift wordt meegedeeld aan de deskundige.

  • 4. Het bestuur zendt binnen veertien dagen na de ontvangst van het controleverslag een exemplaar aan gedeputeerde staten.

Artikel 25 Lasten openbaar lichaam

  • 1. De lasten van het openbaar lichaam bestaan uit:

    • a.

      kosten voor de be- en verwerking van afvalstoffen, zoals bepaald in artikel 11, eerste lid onder a;

    • b.

      bestuurskosten.

  • 2. 2De in het eerste lid onder a bedoelde kosten worden verrekend op basis van de door de deelnemers aangeboden hoeveelheden afvalstoffen. De in het eerste lid onder b bedoelde kosten worden verrekend volgens het aandelenbezit bij de gemeenschappelijke regeling in de verdeling van Zaanstad : Velsen : Beverwijk : Heemskerk = 50% : 25% : 12,5% : 12,5%.

  • 3. Iedere deelnemer draagt er zorg voor dat maandelijks, op de eerste van een kalendermaand, eentwaalfde gedeelte van de volgens de begroting over enig dienstjaar voor haar geraamde bijdrage als voorschot door het openbaar lichaam is ontvangen.

  • 4. Het vaststellen van de door elke deelnemer verschuldigde jaarlijkse bijdrage geschiedt binnen één maand na de vaststelling van de rekening van baten en lasten door het algemeen bestuur.

  • 5. Het dagelijks bestuur doet, onder gelijktijdige toezending van een exemplaar van de rekening van baten en lasten, van het vaststellen van de bijdrage mededeling aan de gemeenteraden.

  • 6. Indien niet binnen twee maanden wordt betaald zal het dagelijks bestuur de betreffende deelnemer met ingang van de derde maand een rentevergoeding op basis van wettelijke rente in rekening brengen.

Artikel 26 Garantstelling voor overeenkomsten van geldlening

  • 1. Het openbaar lichaam staat garant voor de verplichtingen van HVC krachtens door HVC aangegane overeenkomsten van geldlening, een en ander conform het bepaalde in artikel 9 van de Ballotage Overeenkomst en onverminderd de bijdrageplicht van de overige aandeelhouders van HVC op basis van artikel 11 van de Ballotage Overeenkomst.

  • 2. De deelnemers staan gezamenlijk garant voor de richtige betaling van door HVC aangegane overeenkomsten van geldlening voor zover die door het openbaar lichaam worden gegarandeerd. De bijdrageplicht van iedere deelnemer wordt bepaald op de wijze als beschreven in het tweede lid (tweede volzin) van artikel 25.

  • 3. Derden kunnen jegens het openbaar lichaam en jegens de deelnemers een beroep doen op het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel 26.

  • 4. De garantstellingprovisie en of het dividend wordt door HVC aan het Afvalschap IJmond-Zaanstreek uitgekeerd.

  • 5. Op verzoek van een van de deelnemers zal HVC de garantstellingprovisie en of het dividend direct aan de deelnemer uitkeren, volgens de verdeling van het aandelenbezit zoals is opgenomen in artikel 25, tweede lid (tweede volzin).

Hoofdstuk VI Toetreding, uittreding, wijzigingen en opheffing

Artikel 27 Toetreding

  • 1. Toetreding door andere gemeenten vindt plaats indien de raden en de colleges van alle deelnemers daarin bewilligen.

  • 2. Aan de toetreding kunnen door de deelnemers bepaalde voorwaarden worden verbonden.

  • 3. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding.

  • 4. De toetreding gaat in op 1 januari van het jaar, volgende op dat waarin de voor de toetreding noodzakelijke wijziging van de regeling in werking is getreden en/of dat waarin gedeputeerde staten de toetreding hebben goedgekeurd.

Artikel 28 Uittreding

  • 1. Een deelnemer kan uit de regeling treden door een daartoe strekkend besluit van de raad van die deelnemer.

  • 2. Van ieder voornemen tot uittreding van een deelnemer wordt terstond kennis gegeven aan de raden van de deelnemers.

  • 3. Het dagelijks bestuur regelt, onder goedkeuring van gedeputeerde staten, de financiële en overige gevolgen van de uittreding.

  • 4. Een besluit tot uittreding kan door een deelnemer niet worden genomen gedurende de eerste vijf jaren na de inwerkingtreding van de regeling.

Artikel 29 Wijziging

  • 1. Indien het algemeen bestuur wijziging van deze regeling wenselijk acht, doet het een daartoe strekkend voorstel aan de raden en de colleges van de deelnemers.

  • 2. Het belang, de taken en de bevoegdheden kunnen worden gewijzigd indien de meerderheid van het aantal zitting hebbende leden van het algemeen bestuur daartoe besluit. Aan een dergelijk besluit kan eerst uitvoering worden gegeven, nadat het is bekrachtigd bij eensluidend besluit van de raden van de deelnemers.

  • 3. De overige bepalingen van de regeling kunnen worden gewijzigd indien de meerderheid van het aantal zitting hebbende leden van het bestuur daartoe besluit. Aan een dergelijk besluit kan eerst uitvoering worden gegeven, nadat het is bekrachtigd door tenminste tweederde van de raden van de deelnemers.

  • 4. Voor zover bij de wijziging wettelijke bevoegdheden van het college zijn betrokken, dient het besluit als bedoeld in het eerste lid, te worden bekrachtigd door een eensluidend besluit van de colleges van de deelnemers.

Artikel 30 Opheffing

  • 1. Deze regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van de raden en de colleges van alle gemeenten.

  • 2. In geval van beëindiging besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt het daarvoor de nodige regels. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.

  • 3. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden van de gemeenten gehoord, vastgesteld. Het behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten.

  • 4. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor de secretaris en eventuele andere medewerkers.

Hoofdstuk VII Slotbepalingen

Artikel 31 Intrekking oude regeling

De gemeenschappelijke regeling Afvalschap in werking getreden op 1 maart 1995 in te trekken.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag van opname in het register zoals genoemd in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 33 Duur van de regeling

  • 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2. De secretaris zorgt voor toezending aan gedeputeerde staten van de regeling, alsmede besluiten tot eventueel nadere wijziging of opheffing van de regeling.

Artikel 34 Citeertitel

De regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond-Zaanstreek 2007.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 5 april 2007.

voorzitter
raadsgriffier