Regeling vervallen per 31-10-2019

Openstellingsbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Openstelling van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland in 2019

Geldend van 28-09-2018 t/m 30-10-2019

Intitulé

Openstellingsbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Openstelling van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland in 2019

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 25 september 2018, nr. 18922692, tot vaststelling van de subsidieplafonds, de aanvraagperioden en de tarieven voor het subsidiejaar 2019 ten behoeve van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (SVNL(2010)), Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016 (SVNL2016) en de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap Zeeland (SKNL).

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • gelet op artikel 93 van de Wet inrichting landelijk gebied;

  • gelet op artikel 1.2 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Zeeland 2016;

  • gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (2010);

  • gelet op artikel 2 van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland;

Besluiten vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Natuur- en landschapsbeheer binnen natuurterreinen van het Natuurnetwerk Zeeland

Paragraaf 1.1 Continuering natuur- en landschapsbeheer (SVNL-N 2016)

Artikel 1 Doelgroep en activiteiten

Aan aanvragers als bedoeld in artikel 2.1 van de SVNL2016 kan subsidie worden verstrekt voor de continuering van natuur- en landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein, waarvoor:

  • a.

    door of namens Gedeputeerde Staten subsidie is verstrekt op basis van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (2010) en waarbij deze subsidie eindigt op 31 december 2018;

  • b.

    door of namens de provincie een subsidie of vergoeding is verstrekt voor inrichting en/of functieverandering SKNL en deze inrichting/functieverandering uiterlijk op 31 december 2018 is afgerond.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Uitsluitend de volgende activiteiten komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1 in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de natuurbeheertypen van het Natuurbeheerplan Zeeland met de aanduiding N01.02, N01.03, N04.02, N04.03, N04.04, N05.01, N06.01, N06.05, N08.01, N08.02, N08.03, N08.04, N09.01, N10.02, N11.01, N12.01, N12.02, N12.03, N12.04, N12.05, N12.06, N13.01, N14.01, N14.03, N15.01, N16.03, N16.04, N17.03, N17.04, N17.06;

  • b.

    kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de landschapsbeheertypen van het Natuurbeheerplan Zeeland met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09;

  • c.

    kosten voor monitoring van een natuurbeheertype;

  • d.

    kosten voor het openstellen van een natuurterrein;

  • e.

    kosten die verband houden met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

Artikel 3 Subsidieplafond continuering natuurbeheer

Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 bedraagt: € 15.000 per jaar voor ten hoogste zes jaar.

Artikel 4 Doelgroep en activiteiten

Aan aanvragers als bedoeld in artikel 2.1 van de SVNL2016 kan subsidie worden verstrekt voor nieuw areaal voor natuur- en landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Uitsluitend de volgende activiteiten komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de natuurbeheertypen van het Natuurbeheerplan Zeeland met de aanduiding N01.02, N01.03, N04.02, N04.03, N04.04, N05.01, N06.01, N06.05, N08.01, N08.02, N08.03, N08.04, N09.01, N10.02, N11.01, N12.01, N12.02, N12.03, N12.04, N12.05, N12.06, N13.01, N14.01, N14.03, N15.01, N16.03, N16.04, N17.03, N17.04, N17.06;

  • b.

    kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de landschapsbeheertypen van het Natuurbeheerplan Zeeland met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09;

  • c.

    kosten voor monitoring van een natuurbeheertype;

  • d.

    kosten voor het openstellen van een natuurterrein;

  • e.

    kosten die verband houden met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

Artikel 6 Subsidieplafond nieuw areaal natuurbeheer

Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 5 bedraagt: € 85.000,- per jaar voor ten hoogste zes jaar.

Paragraaf 1.3 Aanvraagperiode en loket voor indiening subsidies (SVNL-N 2016)

Artikel 7 Aanvraagperiode

Aanvragen voor subsidies natuur en landschapsbeheer op grond van de SVNL2016 kunnen in de periode van 15 november 2018 tot en met 31 december 2018 worden ingediend bij de provincie Zeeland door middel van het door GS vastgestelde Aanvraagformulier 2019 Subsidie Natuur- en landschapsbeheer SVNL2016 Zeeland.

Hoofdstuk 2 Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (SVNL-A)

Paragraaf 2.1 Collectief agrarisch natuurbeheer (SVNL-A (2010) oud stelsel)

Artikel 8 Subsidieplafond collectief agrarisch natuurbeheer (oud stelsel)

Voor het collectief agrarisch natuurbeheer via de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (SVNL (2010)) wordt voor het begrotingsjaar 2019 het volgende subsidieplafond vastgesteld:

Subsidieplafond collectief agrarisch natuurbeheer SVNL (2010) (oud stelsel) € 225.000,- voor 2019. Dit plafond is bestemd voor subsidies als bedoeld in:

  • a.

    artikel 4.1.1.1. SVNL (2010) ten behoeve van de agrarische beheertypen en beheerpakketten met de aanduiding A01.01, A01.02 en A02.01, welke pakketten op grond van artikel 2.1, vierde lid, SVNL (2010) zijn aangewezen voor collectief agrarisch natuurbeheer (agrarisch natuurbeheer in het kader van collectief agrarisch natuurbeheer);

  • b.

    artikel 5.1.1.1, eerste lid, onderdeel b, SVNL (2010) ten behoeve van de landschapselementen of beheerpakketten landschap met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09, L01.13 welke pakketten op grond van artikel 2.1, vierde lid, SVNL (2010) zijn aangewezen voor collectief landschapsbeheer (collectief landschapsbeheer buiten natuurterreinen).

Dit subsidieplafond is alleen beschikbaar voor het uitdienen van de in 2019 nog van kracht zijnde subsidiebeschikkingen op grond van de SVNL Zeeland (2010) voor collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 7.5 van de SVNL (2010) is geen budget beschikbaar.

Paragraaf 2.2 Collectief beheer agrarische leefgebieden (SVNL-A 2016 (nieuw stelsel)

Artikel 9 Subsidieplafond collectief agrarisch beheer leefgebieden (nieuw stelsel)

Voor subsidies als bedoeld in artikel 3.13 van de SVNL2016 voor de leefgebieden met de aanduiding Open Akkerland, Open Grasland, Droge Dooradering en Natte Dooradering samen: € 900.000,- per jaar (€ 2.700.000,- voor de periode 2019 tot en met 2021).

Paragraaf 2.3 Aanvraagperioden en loket voor indiening

Artikel 10

  • 1.

    Aanvragen voor subsidies voor collectief agrarisch natuurbeheer op grond van de SVNL (2010) (oud stelsel), als bedoeld in artikel 8, kunnen tot uiterlijk 15 februari 2019 ingediend worden bij de Provincie Zeeland in de vorm van een Collectief agrarisch beheerplan.

  • 2.

    Aanvragen voor subsidies voor collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer van leefgebieden op grond van de SVNL2016 (nieuw stelsel), als bedoeld in artikel 9, kunnen in de periode van 1 tot en met 5 oktober 2018 ingediend worden bij de Provincie Zeeland door middel van het beschikbaar gestelde Aanvraagformulier subsidie agrarisch natuur- en landschapsbeheer Zeeland 2019.

Hoofdstuk 3 Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap SKNL

Paragraaf 3.1 Investeringssubsidie

Artikel 11 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 8 SKNL kan worden verstrekt voor de percelen, die zijn aangegeven op de Subsidiekaart SKNL 2019 (bijlage 7) behorende bij dit besluit.

Artikel 12 Subsidiabele kosten

Voor subsidie als bedoeld in artikel 8 SKNL komen uitsluitend kosten in aanmerking die noodzakelijk en adequaat zijn in relatie tot het natuurdoel van de subsidie, zoals genoemd in artikel 8, eerste lid SKNL:

  • a.

    kosten voor realisatie van natuurbeheertypen en landschapselementen (landschapsbeheertypen) op grond die functieverandering heeft ondergaan, voor zover het de realisatie van de natuurbeheertypen ambitie betreft zoals vermeld in het Natuurbeheerplan Zeeland (artikel 8, eerste lid, onder a en b, SKNL; nieuwe natuur);

  • b.

    kosten voor kwaliteitsimpuls van een natuurbeheertype of landschapselement (landschapsbeheertype); (artikel 8, eerste lid, onder c-f, SKNL; bestaande natuur)

Artikel 13 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 12 bedraagt :

  • 1.

    € 207.000 voor subsidies voor realisatie van natuurbeheertypen en landschapselementen (landschapsbeheertypen) in nieuwe natuur;

  • 2.

    € 125.000 voor subsidies voor kwaliteitsimpuls natuurbeheertypen (nazorg) in bestaande natuur.

Paragraaf 3.2 Subsidie functieverandering

Artikel 14 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 15 SKNL kan worden verstrekt voor de percelen, die zijn aangegeven op de subsidiekaart SKNL (bijlage 7) behorende bij dit besluit.

Artikel 15 Subsidiabele kosten

Voor subsidie als bedoeld in artikel 14 komt uitsluitend in aanmerking de waardedaling van de grond ten gevolge van:

  • a.

    de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein;

  • b.

    de omzetting van landbouwgrond ten behoeve van de daaropvolgende aanleg van een landschapselement (landschapsbeheertype).

Artikel 16 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 14 bedraagt: € 1.398.150

Paragraaf 3.3 Aanvraagperiode en loket voor indiening

Artikel 17 Aanvraagperiode en loket voor indiening

Aanvragen voor subsidies SKNL op grond van dit openstellingsbesluit kunnen in de periode vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 oktober 2019 ingediend worden bij de provincie Zeeland door middel van het door GS vastgestelde Aanvraagformulier 2019 Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) Zeeland.

Hoofdstuk 4 Tarieven

Artikel 18 Tarieven begrotingsjaar 2019

  • 1.

    De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen als bedoeld in bijlage 2 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit.

  • 2.

    De jaarvergoeding voor de landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein als bedoeld in bijlage 1 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 2 behorende bij dit besluit.

  • 3.

    De jaarvergoeding monitoring van natuurbeheertypen binnen een natuurterrein als bedoeld in bijlage 2 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 3 behorende bij dit besluit.

  • 4.

    De jaarvergoeding voor de toeslagen als bedoeld in artikel 2.4 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit. De vaartoeslag is beperkt tot maximaal 100 ha per vaargebied.

  • 5.

    De jaarvergoeding voor de agrarische beheerpakketten, opgenomen in bijlage 3, onderdelen B.1 en B.2, van de SVNL, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 4, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 6.

    De jaarvergoeding voor de beheerpakketten landschap buiten natuurterreinen, opgenomen in bijlage 6, onderdelen B.1 en B.2 van de SVNL, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 5, in euro’s per eenheid vastgesteld;

  • 7.

    De maximale subsidie voor aanleg en herstel van een natuurterrein wordt op grond van artikel 14, derde lid, van de SKNL bepaald en bedraagt € 9.000,- /ha voor de realisatie van een natuurbeheertype en bedraagt € 11.428,- /ha voor de realisatie van een landschapstype.

  • 8.

    Het percentage voor dit begrotingsjaar als bedoeld in artikel 44, vierde lid, van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000, zoals die luidde tot 1 oktober 2004, waarmee de subsidie functieverandering voor de subsidies die zijn verleend op grond van aanvragen voor de begrotingsjaren 2000 tot en met 2006 wordt verhoogd, bedraagt 0,32 %.

  • 9.

    De opslag voor prijsstijging zoals bedoeld in artikel 1.1 sub w van de SVNL2016, waarmee de tarieven in bijlage 1 worden verhoogd, bedraagt 3,51 %.

Hoofdstuk 5 Voorbehouden

Artikel 19 Subsidiabele terreinen

  • 1.

    De subsidies als opgenomen in hoofdstuk 1 van dit besluit (natuurbeheer) worden uitsluitend verstrekt voor zover het perceel/terrein als subsidiabel is aangemerkt op de Subsidiekaart SVNL Zeeland 2019 behorende bij dit besluit (bijlage 6). De Subsidiekaart SVNL Zeeland 2019 wordt ter inzage gelegd op het Provinciehuis en wordt geplaatst op het portaal Natuur en Landschap (www.portaalnatuurenlandschap.nl) en de provinciale website www.zeeland.nl.

  • 2.

    De subsidies als opgenomen in hoofdstuk 3 van dit besluit (investering en functieverandering) worden uitsluitend verstrekt voor zover het perceel/terrein als subsidiabel is aangemerkt op de Subsidiekaart SKNL Zeeland 2019 behorende bij dit besluit (bijlage 7). De Subsidiekaart SKNL Zeeland 2019 wordt ter inzage gelegd op het Provinciehuis en wordt geplaatst op het portaal Natuur en Landschap (www.portaalnatuurenlandschap.nl) en de provinciale website www.zeeland.nl.

  • 3.

    De subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 8 worden getoetst aan het Natuurbeheerplan 2010. De subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 9 worden getoetst aan het vigerende Natuurbeheerplan Zeeland 2016, laatst gewijzigd op 25 september 2018.

Artikel 20 Voorbehoud goedkeuring Europese Commissie en Minister van LNV

De subsidies als opgenomen in dit besluit worden uitsluitend verleend voor die onderdelen die ook door de Europese Commissie en de Minister van LNV zijn of worden goedgekeurd.

Artikel 21 Voorbehoud PS

De subsidieplafonds als opgenomen in dit besluit worden vastgesteld onder het voorbehoud van goedkeuring van de begroting 2019 en de beschikbaarstelling van voldoende middelen door provinciale staten van Zeeland.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 22 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 23 Uitwisselbaarheid

  • 1.

    De plafonds genoemd onder hoofdstuk 1 zijn onderling uitwisselbaar

  • 2.

    De plafonds genoemd onder hoofdstuk 2 zijn onderling uitwisselbaar

  • 3.

    De plafonds genoemd onder hoofdstuk 3 zijn onderling uitwisselbaar

Artikel 24 Verdeling subsidiebedrag

De verdeling van het in artikel 9 genoemde beschikbare subsidiebedrag vindt plaats op de wijze als bepaald in artikel 3.8 van de SVNL2016.

Artikel 25 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit Natuursubsidies SNL Zeeland 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 25 september 2018.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Uitgegeven 27 september 2018

A.W. Smit, secretaris

Bijlagen

  • 1.

    Tarieven natuurbeheertypen en toeslagen SNL Zeeland in 2019

  • 2.

    Tarieven landschapsbeheertypen SNL Zeeland in 2019

  • 3.

    Tarieven monitoring natuurbeheertypen SNL Zeeland in 2019

  • 4.

    Tarieven agrarisch natuurbeheer SNL Zeeland (oud stelsel) in 2019

  • 5.

    Tarieven landschapsbeheer buiten natuurterreinen SNL Zeeland (oud stelsel) in 2019

  • 6.

    Subsidiekaart SVNL-N Zeeland 2019

  • 7.

    Subsidiekaart SKNL Zeeland

Bijlage 1 Tarieven natuurbeheertypen en toeslagen SNL Zeeland 2009

Natuurbeheertype

tarief 2019

N01.02

Duin- en kwelderlandschap 

€/ha/j

58,52

N01.03

Rivier- en moeraslandschap 

€/ha/j

99,99

N04.02

Zoete plas 

€/ha/j

43,81

N04.03

Brak water

€/ha/j

54,47

N05.01

Moeras 

€/ha/j

372,77

N06.01 

Veenmosrietland en moerasheide 

€/ha/j

864,15

N06.05

Zwakgebufferd ven 

€/ha/j

56,29

N08.01

Strand en embryonaal duin 

€/ha/j

8,39

N08.02

Open duin 

€/ha/j

233,76

N08.03

Vochtige duinvallei 

€/ha/j

985,53

N08.04

Duinheide 

€/ha/j

179,85

N09.01

Schor of kwelder

€/ha/j

110,81

N10.02

Vochtig hooiland

€/ha/j

982,65

N11.01

Droog schraalland 

€/ha/j

587,12

N12.01 

Bloemdijk 

€/ha/j

1648,26

N12.02

Kruiden- en faunarijk grasland (met IGG) 

€/ha/j

173,31

N12.03

Glanshaverhooiland 

€/ha/j

376,82

N12.04

Zilt- en overstromingsgrasland 

€/ha/j

438,29

N12.05

Kruiden- en faunarijke akker (met IGG) 

€/ha/j

673,48

N12.06

Ruigteveld

€/ha/j

86,58

N13.01

Vochtig weidevogelgrasland (met IGG) 

€/ha/j

542,47

N14.01 

Rivier- en beekbegeleidend bos

€/ha/j

33,95

N14.03 

Haagbeuken- en essenbos 

€/ha/j

52,89

N15.01 

Duinbos 

€/ha/j

58,23

N15.02 

Dennen-, eiken- en beukenbos 

€/ha/j

92,10

N16.03

Droog bos met productie (hout op stam) nieuw

€/ha/j

25,64

N16.04

Vochtig bos met productie (hout op stam) nieuw

€/ha/j

45,15

N17.03 

Park- en stinzenbos 

€/ha/j

251,88

N17.04 

Eendenkooi 

€/ha/j

2218,24

N17.06

Vochtig en hellinghakhout (nieuw miv 1-1-2017)

€/ha/j

578,60

 

Toeslag vaarland 

€/ha/j

475,78

 

Openstellingsbijdrage onderdeel voorzieningenbijdrage

€/ha/j

37,66

Bijlage 2 Tarieven landschapsbeheertypen SNL Zeeland in 2019

Landschapsbeheertype

tarief 2019

L01.01 

Poel en klein historisch water

€/stuk/j

131,07

L01.02

Houtwal en houtsingel

€/ha/j

3118,91

L01.03 

Elzensingel

€/100m/j

98,46

L01.05 

Knip- of scheerheg

€/100m/j

225,78

L01.06 

Stuweelhaag

€/100m/j

259,32

L01.07 

Laan

€/100m/j

268,41

L01.08 

Knotboom

€/stuk/j

11,58

L01.09 

Hoogstamboomgaard

€/ha/j

1740,67

Bijlage 3 Tarieven monitoring natuurbeheertypen SNL Zeeland in 2019

natuurbeheertype

tarief 2019

N01.02

Duin- en kwelderlandschap 

€/ha/j

16,71

N01.03

Rivier- en moeraslandschap 

€/ha/j

10,26

N05.01

Moeras 

€/ha/j

23,96

N06.01 

Veenmosrietland en moerasheide 

€/ha/j

26,68

N06.05

Zwakgebufferd ven 

€/ha/j

99,16

N08.01

Strand en embryonaal duin 

€/ha/j

8,06

N08.02

Open duin 

€/ha/j

21,22

N08.03

Vochtige duinvallei 

€/ha/j

27,15

N08.04

Duinheide 

€/ha/j

14,66

N09.01

Schor of kwelder

€/ha/j

18,93

N10.02

Vochtig hooiland

€/ha/j

22,38

N12.01 

Bloemdijk 

€/ha/j

16,33

N12.02

Kruiden- en faunarijk grasland (met IGG) 

€/ha/j

5,15

N12.03

Glanshaverhooiland 

€/ha/j

16,96

N12 04

Zilt- en overstromingsgrasland 

€/ha/j

18,93

N12.05

Kruiden- en faunarijke akker (met IGG) 

€/ha/j

9,20

N12.06

Ruigteveld

€/ha/j

5,19

N13.01

Vochtig weidevogelgrasland (met IGG) 

€/ha/j

8,29

N14.01 

Rivier- en beekbegeleidend bos

€/ha/j

19,57

N14.03 

Haagbeuken- en essenbos 

€/ha/j

17,67

N15.01 

Duinbos 

€/ha/j

7,65

N15.02 

Dennen-, eiken- en beukenbos 

€/ha/j

7,65

N16.03

Droog bos met productie (hout op stam) nieuw

€/ha/j

5,13

N16.04

Vochtig bos met productie (hout op stam) nieuw

€/ha/j

5,13

N17.02 

Droog hakhout 

€/ha/j

3,11

N17.03 

Park- en stinzenbos 

€/ha/j

3,11

N17.06

Vochtig en hellinghakhout (nieuw miv 1-1-2017)

€/ha/j

14,46

Bijlage 4 Tarieven agrarisch natuurbeheer SNL Zeeland (oud stelsel) in 2019

Agrarisch beheertype/beheerpakket

€/ha/j

A01.01.01

Weidevogelgrasland met een rustperiode

 

 

A01.01.01a

Rustperiode van 1 april tot 1 juni

 

274,95

A01.01.01b

Rustperiode van 1 april tot 8 juni

 

400,09

A01.01.01c

Rustperiode van 1 april tot 15 juni

 

531,75

A01.01.01d

Rustperiode van 1 april tot 22 juni

 

598,98

A01.01.01e

Rustperiode van 1 april tot 1 juli

 

1028,35

A01.01.01f

Rustperiode van 1 april tot 15 juli

 

1190,39

A01.01.01g

Rustperiode van 1 april tot 1 augustus

 

1375,57

A01.01.02

Weidevogelgrasland met voorweiden

 

 

A01.01.02a

Voorweiden 1 mei tot 15 juni

 

229,73

A01.01.02b

Voorweiden 8 mei tot 22 juni

 

229,73

A01.01.03

Plas-dras

 

 

A01.01.03a

Inundatieperiode 15 februari tot 15 april 

 

758,50

A01.01.03b

Inundatieperiode 15 februari tot 15 mei 

 

1211,05

A01.01.03c

Inundatieperiode 15 februari tot 15 juni 

 

1981,43

A01.01.03d

Inundatieperiode 15 februari tot 1 augustus

 

1981,43

 

Greppel plas-dras

 
 

A01.01.03e

Inundatieperiode 15 februari tot 15 april 

 

758,50

A01.01.03f

Inundatieperiode 15 februari tot 15 mei 

 

1211,05

A01.01.03g

Inundatieperiode 15 februari tot 15 juni 

 

1981,43

A01.01.03h

Inundatieperiode 15 februari tot 1 augustus

 

1981,43

A01.01.04

Landbouwgrond met legselbeheer

 

 

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 35 broedparen

 

69,17

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 50 broedparen

 

87,82

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 75 broedparen

 

108,41

A01.01.04a1

Legselbeheer op grasland 100 broedparen

 

129,84

A01.01.04b

Legselbeheer op bouwland en/of grasland

 

51,66

A01.01.04c1.ut

Legselbeheer op grasland 150 broedparen plus maaitrappen

 

316,31

A01.01.04c2.ut

Legselbeheer op grasland 200 broedparen plus maaitrappen

 

359,11

A01.01.04c3.ut

Legselbeheer op grasland 300 broedparen plus maaitrappen

 

380,90

A01.01.05

Kruidenrijk weidevogelgrasland

 

 

A01.01.05a

Kruidenrijk weidevogelgrasland

 

1028,35

A01.01.05b

Kruidenrijk weidevogelgraslandrand

 

926,62

A01.01.06

Extensief beweid weidevogelgrasland

 

 

A01.01.06

Extensief beweid weidevogelgrasland

 

495,04

 
 
 
 

A01.02.01

Bouwland met broedende akkervogels

 

 

A01.02.01a1 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond

 

2138,73

A01.02.01a2 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond

 

1652,31

A01.02.01b1 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd op kleigrond

 

2138,73

A01.02.01b2 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd op zandgrond

 

1652,31

A01.02.01c1 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond

 

2138,73

A01.02.01c2 (2010)

Bouwland met broedende akkervogels: In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond

 

1652,31

A01.02.01a1 

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond

 

2138,73

A01.02.01a2 

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond

 

1652,31

A01.02.01b1 

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd op kleigrond

 

2138,73

A01.02.01b2 

Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd op zandgrond

 

1652,31

A01.02.01c1 

Bouwland met broedende akkervogels: In 3e en 4e jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel… Roulatie mogelijk op klei

 

2138,73

A01.02.01c2 

Bouwland met broedende akkervogels: In 3e en 4e jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel… Roulatie mogelijk op zand

 

1652,31

A01.02.01d1

De beheereenheid is minimaal 12 meter breed. Tussen 15 april en 31 aug mag max. 10% van de oppervlakte bedekt zijn met rijsporen …. Roulatie mogelijk op klei

 

1739,63

A01.02.01d2

De beheereenheid is minimaal 12 meter breed. Tussen 15 april en 31 aug mag max. 10% van de oppervlakte bedekt zijn met rijsporen …. Roulatie mogelijk op zand

 

1302,33

A01.02.02

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels

 

 

A01.02.02a

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels klei

 

2028,24

A01.02.02b

Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels zand

 

1744,97

A01.02.03

Bouwland voor hamsters

 

 

A01.02.03a

Bouwland voor hamsters, vollevelds

 

2240,05

A01.02.03b

Opvangstrook voor hamsters

 

2028,24

 
 
 
 

A01.03.01

Overwinterende ganzen

 

 

A01.03.01a

Ganzen op grasland

min

118,00

 
 

max

725,81

A01.03.01b

Ganzen op bouwland

min

73,00

 
 

max

756,80

A01.03.01c

Ganzen op vroege groenbemester

 

252,00

A01.03.01d

Ganzen op late groenbemester

 

252,00

A01.03.02

Overzomerende ganzen

 

 

A01.03.02.Lb

Opvang overzomerende grauwe ganzen Maasplassen

 

940,00

 
 
 
 

A01.04

Insectenrijke graslanden

 

 

A01.04.01a.Lb

Insectenrijk graslandperceelsbeheer Roerdal: basis

 

1386,98

A01.04.01b.Lb

Insectenrijk graslandperceelsbeheer Roerdal: plus

 

1991,11

A01.04.02.Lb

Insectenrijke graslandranden Roerdal

 

1991,11

 
 
 
 

A01.05.01

Foerageerrand Bever

 

 

A01.05.01.Lb

Foerageerrand Bever

 

0,00

 
 
 
 

A02.01

Botanisch grasland

 

 

A02.01.01

Botanisch weiland

 

1020,09

A02.01.02

Botanisch hooiland

 

1164,83

A02.01.03

Botanische weide-of hooilandrand

 

 

A02.01.03a

Botanische weiderand

 

1020,09

A02.01.03b

Botanische hooilandrand

 

1350,02

A02.01.04

Botanisch bronbeheer

 

1803,98

 
 
 
 

A02.02

Akker met waardevolle flora

 

 

A02.02.01a

Akker met waardevolle flora: Drie van de zes jaar graan

 

149,63

A02.02.01b

Akker met waardevolle flora: Vier van de zes jaar graan

 

441,76

A02.02.01c

Akker met waardevolle flora: Vijf van de zes jaar graan

 

521,60

A02.02.02

Chemie en kunstmestvrij land

 

 

A02.02.02a

Chemie en kunstmestvrij land: Drie van de zes jaar graan

 

663,24

A02.02.02b

Chemie en kunstmestvrij land: Vier van de zes jaar graan

 

725,42

A02.02.02c

Chemie en kunstmestvrij land: Vijf van de zes jaar graan

 

766,50

A02.02.03

Akkerflora randen

 

 

A02.02.03

Akkerflora randen

 

1652,31

Bijlage 5 Tarieven landschapsbeheer buiten natuurterreinen SNL Zeeland (oud stelsel) in 2019

Landschapsbeheertype

eenheid

€/eenheid/j

L01.01

Landschapsbeheertype Poel en klein historisch water

 

 

L01.01.01b

Poel en klein historisch water < 175 m2

per stuk per jaar

65,39

L01.01.01b

Poel en klein historisch water > 175 m2

per stuk per jaar

105,89

L01.02

Landschapsbeheertype Houtwal en houtsingel

 
 

L01.02.01

Houtwal en houtsingel

are per jaar

26,66

L01.02.02

Hoge houtwal

are per jaar

33,28

L01.02.03

Holle weg en graft

are per jaar

31,52

L01.03

Landschapsbeheertype Elzensingel

 
 

L01.03.01a

Elzensingel bedekking 30-50%

100 meter per jaar

44,31

L01.03.01b

Elzensingel bedekking >50-75%

100 meter per jaar

69,91

L01.03.01c

Elzensingel bedekking >75%

100 meter per jaar

98,47

L01.04 

Landschapsbeheertype Bossingel en bosje

 
 

L01.04.01

Bossingel en bosje

are per jaar

19,34

L01.05

Landschapsbeheertype Knip- en scheerheg

 
 

L01.05.01a

Knip- en scheerheg jaarlijkse cyclus

100 meter per jaar

271,68

L01.05.01b

Knip- en scheerheg 2-3 jaarlijkse cyclus

100 meter per jaar

173,88

L01.06

Landschapsbeheertype Struweelhaag

 
 

L01.06.01a

Struweelhaag cyclus 5-7 jaar

100 meter per jaar

235,95

L01.06.01b

Struweelhaag cyclus >12 jaar

100 meter per jaar

164,26

L01.07

Landschapsbeheertype Laan

 
 

L01.07.01a

Laan stamdiameter < 20 cm

100 meter per jaar

59,99

L01.07.01b

Laan stamdiameter 20-60 cm

100 meter per jaar

113,02

L01.07.01c

Laan stamdiameter > 60 cm

100 meter per jaar

254,75

L01.08

Landschapsbeheertype Knotboom

 

 

L01.08.01a

Knotboom stamdiameter < 20 cm

per stuk per jaar

2,46

L01.08.01b

Knotboom stamdiameter 20-60 cm

per stuk per jaar

7,61

L01.08.01c

Knotboom stamdiameter > 60 cm

per stuk per jaar

9,64

L01.09

Landschapsbeheertype Hoogstamboomgaard

 

 

L01.09.01

Hoogstamboomgaard

hectare per jaar

1.618,31

L01.09.02.Z

Halfstamboomgaard bij historische boerderijen

hectare per jaar

0,00

L01.10 

Landschapsbeheertype Struweelrand

 

 

L01.10.01

Struweelrand

are per jaar

9,38

L0.11 

Landschapsbeheertype Hakhoutbosje

 

 

L01.11.01a

Hakhoutbosje met langzaamgroeiende soorten

are per jaar

6,62

L01.11.01b

Hakhoutbosje met snelgroeiende soorten

are per jaar

12,27

L01.12 

Landschapsbeheertype Griendje

 

 

L01.12.01

Griendje

are per jaar

23,00

L01.13 

Landschapsbeheertype Bomenrij en solitaire bomen

 
 

L01.13.01a

Bomenrij gemiddelde stamdiameter < 20 cm

100 meter per jaar

27,37

L01.13.01b

Bomenrij gemiddelde stamdiameter 20-60 cm

100 meter per jaar

37,26

L01.13.01c

Bomenrij gemiddelde stamdiameter >60 cm

100 meter per jaar

56,38

L01.13.02a

Solitaire boom gemiddelde stamdiameter < 20 cm

per stuk per jaar

4,38

L01.13.02b

Solitaire boom gemiddelde stamdiameter 20-60 cm

per stuk per jaar

5,96

L01.13.02c

Solitaire boom gemiddelde stamdiameter >60 cm

per stuk per jaar

9,02

L01.13.03.Z

Leibomen bij historische boerderijen

per stuk per jaar

0,00

L01.14 

Landschapsbeheertype Rietzoom en klein rietperceel

 
 

L01.14.01a

Rietzoom 2-5 meter

100 meter per jaar

42,50

L01.14.01b

Rietzoom > 5 meter en klein rietperceel

hectare per jaar

640,67

L01.15 

Landschapsbeheertype Natuurvriendelijke oever

 
 

L01.15.01

Natuurvriendelijke oever

100 meter per jaar

52,31

L03

Aardwerk en groeve

 

 

L03.01.00

Aardwerk en groeve

hectare per jaar

966,27

L03.01.02.ZH

Schurvelingen en zandwallen op Goeree

hectare per jaar

0,00

L04

Recreatieve landschapselementen

 

 

L04.01.01

Wandelpad over boerenland

100 meter per jaar

84,32

Bijlage 6 Subsidiekaart SVNL-N Zeeland 2019

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 7 Subsidiekaart SKNL Zeeland

afbeelding binnen de regeling