Sport- en beweegvisie Zeist 2015-2020

Geldend van 08-07-2015 t/m heden

Intitulé

SPORT zet Zeist in beweging!

SPORT zet Zeist in beweging!

Sport- en beweegvisie Zeist 2015-2020

INHOUD

Voorwoord

1 Een nieuwe sportvisie – het hoe en waarom

2 Onze ambities

3 Onze sportvisie

Thema Sport- en beweegstimulering

Thema Maatschappelijke rol van sport

Thema Accommodaties

Thema Organisatie

4 Monitoring

5 Financiën

Bijlage 1 Deelnemers werkgroepen

Bijlage 2 Definities beweegnormen

Bijlage 3 Bronnenlijst

VOORWOORD

“Sport stimuleert de geest en de sociale binding en brengt daarmee mensen bij elkaar.".

Sport biedt een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van sociale en individuele problemen, door mensen in beweging te krijgen, door aandacht te geven aan samenwerken en door sociale participatie mogelijk te maken” (coalitieakkoord Zeist 2014-2018 Samen kansen pakken!).

Een belangrijke passage uit het coalitieakkoord, en niet zonder reden. De afgelopen jaren hebben we namelijk veel signalen uit het veld ontvangen met het verzoek om de rol van de sport weer op de politieke agenda te zetten. We hebben in Zeist een breed sportaanbod en een actief verenigingsleven. Dagelijks is er een groot aantal sportliefhebbers in onze gemeente actief, als actieve inwoner dan wel werkzaam bij één van de vele sportgerelateerde organisaties die in onze mooie gemeente gehuisvest zijn. Als middenstip van Nederland zijn we niet voor niets al sinds jaren de thuisbasis van de KNVB. Met de sport in Zeist zit het dus wel goed zult u denken. Maar….. de overkoepelende visie, de paraplu waaronder dit alles is ondergebracht, die ontbrak. De sportsector is de laatste jaren veranderd. Een visie zorgt voor gewenste samenhang zodat we de aanwezige krachten zo goed mogelijk benutten en we de sport toekomstbestendig maken voor alle betrokkenen: van verenigingsbestuurder tot buurtsportcoach en van hardloper tot gehandicapte sporter.

We zijn er als college trots op dat u nu de nieuwe sport- en beweegvisie van de gemeente Zeist voor u hebt liggen. Een visie van iedereen, opgesteld vóór de sport maar vooral dóór de sport! Met een brede vertegenwoordiging vanuit alle betrokken partijen zijn we de afgelopen maanden in kleedkamersessies, werkgroepen en presentatieavonden aan de slag gegaan. En we zijn er enorm trots op dat we zo zijn gekomen tot een breed gedragen visie waar we allemaal ons steentje aan hebben bijgedragen. Een visie die lijnen uitzet, die houvast biedt en een duidelijke stip op de horizon plaatst waar we met z’n allen naar toe kunnen werken.

En daar ligt de komende jaren onze gezamenlijke uitdaging. Om ervoor te zorgen dat de visie niet in een bureaula verdwijnt, maar dat “we” (de gemeente, maar vooral alle betrokken partijen die aan deze visie hebben meegewerkt) er met elkaar de schouders onder zetten en onze ambities werkelijkheid laten worden. Dat we de onderlinge samenwerking waarbinnen sport en bewegen centraal staat weten te versterken, en zo uiteindelijk meer inwoners van Zeist kunnen laten sporten en bewegen.

De opstelling is gemaakt, de wedstrijd kan beginnen!

Zeist, 12 mei 2015

Het college van burgemeester en wethouders

Samen ervoor zorgen dat de visie niet in een la verdwijnt, maar dat we met elkaar de schouders eronder zetten en onze ambities werkelijkheid laten worden.

1 EEN NIEUWE SPORTVISIE HET HOE EN WAAROM

1.1 Het is tijd voor een gedragen visie!

Dagelijks zijn veel inwoners, verenigingen en instanties actief in sport en bewegen. Dat verdient een heldere en actuele visie op sport en bewegen!

De context van de sportsector als geheel is de afgelopen jaren sterk veranderd. We zijn in een andere periode terecht gekomen sinds het meest recente sportbeleid, dat nog uit 1999 dateert. Sindsdien hebben er veel ontwikkelingen plaatsgevonden; in de sport zelf maar ook rondom de maatschappelijke waarde die aan sport en bewegen wordt toegekend. Voorkeuren van sporters zijn veranderd, er zijn meer aanbieders op de markt gekomen en sport is inmiddels een erkend middel in de aanpak van maatschappelijke problemen. Ook zijn er wijzigingen in demografische opbouw, in het economisch klimaat, en in de opvattingen over de rol van de lokale overheid die de (rol van de) sport beïnvloeden.

De definitie van sport is daardoor aan verandering onderhevig. Voor deze visie gaan we daarom uit van alle activiteiten die binnen de kaders van NOC*NSF tot de sport behoren. Sport is een “fysiek spel” (bijvoorbeeld basketbal) of “denkspel” (bijvoorbeeld schaken) dat volgens regels in competitieverband of recreatief gespeeld kan worden. Het heeft als doel het lichaam of de hersenen te stimuleren, hetzij door middel van lichamelijke bewegingen en/of door middel van denkoefeningen. Maar het gaat in deze visie over meer dan alleen sport. De visie handelt nadrukkelijk ook over bewegen.

De sportsector is zich er van bewust dat er nieuwe kaders en keuzes nodig zijn om sport en bewegen ook in de toekomst in stand te houden voor gebruikers én gemeente. Dit alles vraagt om een actuele visie op sport en bewegen, met de gedachte dat we in gezamenlijkheid meer kunnen bereiken!

1.2 Hoe is deze sportvisie tot stand gekomen?

Bij het opstellen van de sport- en beweegvisie is een interactief proces doorlopen waarin de ambities van de Zeister sport- en beweegaanbieders en de politiek-bestuurlijke ambities zoveel mogelijk bij elkaar zijn gebracht. De visie is daarom in dialoog tussen gemeente, inwoners en maatschappelijke partners in en om de sport tot stand gekomen. Samen is gekeken hoe het nu gaat en is nagedacht over wat we in de toekomst zouden willen. Wat is er tot nu toe gedaan op het terrein van sport, welke initiatieven zijn er en wat kunnen we verbeteren? Gesteld is dat het resultaat passend moet zijn binnen de kaders die er al liggen, zoals de gemeentelijke toekomstvisie, het coalitieprogramma, maar ook de aanbevelingen van het expertcomité van de bezuinigingsdialoog in 2011. En dit alles bezien binnen de financiële mogelijkheden anno 2015 en verder.

De eerste fundamenten voor het interactieve proces zijn gelegd tijdens de kleedkamersessies op de kick-off bijeenkomst, waar we met 85 betrokkenen de eerste kaders voor de nieuwe sport- en beweegvisie hebben geschetst. Met deze opbrengsten in de hand is er een drietal werkgroepen ingericht, die ieder vanuit hun eigen taak en achtergrond met de productie van bouwstenen voor de visie aan de slag is gegaan. Deze onderverdeling in thematiek is ook gehanteerd in dit visiedocument.

1 Werkgroep “Sport- en beweegstimulering”;

Opdracht: Sport als doel, als leukste tijdverdrijf. Hoe kunnen we mensen blijvend prikkelen en stimuleren om te sporten?

2 Werkgroep “Maatschappelijke rol van sport”;

Opdracht: Sport als middel. Hoe kunnen we sport inzetten om bijvoorbeeld participatie en gezondheid te bevorderen en mensen langs de zijlijn weer mee te laten doen?

3 Werkgroep “accommodaties & organisatie”;

Opdracht: Wat hebben we daar voor nodig in de zin van accommodaties en hoe organiseren we dat samen?

De werkgroepen bestonden uit een brede afvaardiging van onder meer de sport- en beweegaanbieders, professionele instellingen uit het maatschappelijk veld, betrokken inwoners en gemeentelijke medewerkers. Met alle veranderingen in de sport is in de afgelopen jaren namelijk het speelveld fors veranderd. Waar vroeger nog een eenvoudige tweedeling tussen gemeente en sportverenigingen volstond, wordt het speelveld nu bemenst door uiteenlopende partijen die zich (al dan niet bijna) dagelijks bezig houden met sporten en bewegen.

Voetnoot 1: zie bijlage 1 voor een overzicht van de deelnemers

1.3 Een stip op de horizon

Het resultaat van dit traject is de voorliggende sport- en beweegvisie. Een document dat duidelijk koers en richting geeft aan de jaren die voor ons liggen. De kaders voor toekomstige beleidsontwikkelingen zijn beschreven. De sport- en beweegvisie beschrijft hierbij wat we willen bereiken en waarom we dat willen. Hiermee vervangt de sportvisie ook alle eerder vastgestelde beleidsdocumentatie op dit terrein. Deze sport- en beweegvisie is de nieuwe basis voor de toekomst.

Wat is de sport- en beweegvisie niet? Het is géén kant en klare lijst met oplossingen. We hebben het daarom in deze visie ook zo min mogelijk over individuele accommodaties, specifieke verenigingen of organisaties. Het is wél het fundament om de structuur in te richten en biedt een afwegingskader om toekomstige vraagstukken aan te toetsen. Ofwel: handvaten om tot concrete oplossingen te komen en iets moois te bereiken.

We gaan op basis van deze sport- en beweegvisie gericht werken aan het opstellen van een uitvoeringsprogramma. Dit programma geeft een antwoord op de vraag hoe we de visie met elkaar ten uitvoer gaan brengen, wat het resultaat is, welke partijen daarbij betrokken zijn en wanneer we een en ander willen realiseren. Het vormt daarmee het spoorboekje tot en met 2020, de termijn waar deze sport- en beweegvisie betrekking op heeft. We gaan daarbij gefaseerd te werk, want we kunnen en willen niet alles tegelijk doen.

2 ONZE AMBITIES "Sport zet Zeist in beweging!

Dat is waar we op inzetten de komende jaren! Zeist is een sportieve gemeente. Mensen sporten omdat ze het leuk vinden, het voor ontspanning zorgt en omdat het gezond is. In Zeist erkennen we het belang van sport als ultieme vorm van vrijetijdsbesteding, maar hebben we ook oog voor de toenemende maatschappelijke meerwaarde ervan. Sport draagt bij aan het welzijn en de gezondheid van mensen en vergroot de betrokkenheid bij onze samenleving. Mensen ontmoeten elkaar en stimuleren sociale verbanden waardoor de leefbaarheid in onze gemeente, kernen en wijken vergroot. Sport biedt kansen om mensen met verschillende achtergronden mee te laten doen en erbij te horen. Sportvoorzieningen leveren een positieve bijdrage aan ons vestigingsklimaat en dragen bij aan gezonde, vitale inwoners. En dat is wat we willen, want een goede gezondheid draagt bij aan de kwaliteit van leven.

De Zeister sport- en beweegambities

Uit onze centrale ambitie volgt nadrukkelijk dat we de mensen in Zeist aan het sporten en bewegen willen krijgen en ook willen houden. Liefst natuurlijk in heel Zeist! Om hier invulling aan te geven hebben we vier deelambities geformuleerd, die een directe vertaling zijn van de belangrijkste wensen en aandachtspunten die door de verschillende werkgroepen zijn geventileerd. Zijvormen een solide basis voor de nieuwe sport- en beweegvisie van Zeist.

1) Sport als nummer 1 vrijetijdsbesteding in Zeist!

Sport blijft een van de leukste en meest gezonde vormen van vrijetijdsbesteding. Door te sporten wordt je uitgedaagd om je grenzen te verleggen en nieuwe sportieve prestaties neer te zetten. Iedereen die op regelmatige basis sport voelt zichsneller fit en vitaal. Bovendien brengt het waarden als sportiviteit en respect over op de deelnemers. We zetten daarom in op het stimuleren (van jongs af aan) en intrinsiek verbeteren van de sport in Zeist. Hieronder valt ook een stukje bewustwording.

2) In Zeist stimuleren we elkaar om mee te doen!

De (prestatieve) sport is niet voor iedereen weggelegd. Maar wie niet wil of niet meer kan sporten, kan nog wel bewegen. Bewegen is voor veel mensen een mooie manier om de vrije tijd te besteden, een manier om (weer) mee te doen aan de samenleving. Door te bewegen staan mensen letterlijk en figuurlijk niet meer aan de zijlijn. Voor vrijwel alle burgers is er daarom, kijkend naar wat mensen wél kunnen, een passend aanbod aan beweegactiviteiten.

3) In Zeist kun je overal sporten of bewegen

Voor elke inwoner is er binnen relatief korte afstand een sportaccommodatie of een sport- en beweegruimte aanwezig waar laagdrempelig en betaalbaar gesport kan worden. De voorzieningen die we hebben (inclusief de openbaar toegankelijke buitenruimte) richten we uitnodigend en beweegvriendelijk in. De sportaccommodaties in Zeist worden echt een ontmoetingspunt voor de inwoners van Zeist. Samen sporten en bewegen in een uitdagende maar sociaal veilige sport- en beweegomgeving.

4) We werken in Zeist zoveel mogelijk samen!

Alle partijen die met sport en bewegen bezig zijn (sport- en beweegaanbieders, scholen, instellingen en gemeente) werken samen en wisselen kennis en expertise uit om zoveel mogelijk mensen kennis te laten maken met sporten en bewegen. Partijen kennen elkaars rollen, taken en verantwoordelijkheden en vullen elkaar zoveel mogelijk aan om te zorgen dat iedereen zo veel mogelijk in zijn kracht wordt gezet. Van regisseur tot organisator en van vrijwilliger tot professional. Door met elkaar samen te werken komen nieuwe initiatieven van de grond. Niet meer ieder voor zich maar één voor allen, samen voor sport en bewegen!

3 ONZE SPORTVISIE

Thema SPORT- en BEWEEGSTIMULERING

Wat zien we om ons heen gebeuren?

Een belangrijke basis voor de sport- en beweegvisie ligt in de ontwikkelingen om ons heen. Pér thema hebben we daarom in algemene zin beschreven wat we om ons heen zien gebeuren en wat van invloed is op de manier waarop wij in Zeist met sport en bewegen om willen gaan. Hierbij is gebruik gemaakt van diverse bronnen, die we in bijlage 3 hebben opgenomen.

Vanuit de Rijksoverheid wordt sterk ingezet op het bevorderen van sporten en bewegen. Zo zijn er de afgelopen jaren twee impulsregelingen opgestart (Combinatiefunctionarissen en Buurtsportcoaches) om verbindingen te leggen tussen verschillende sectoren (sport, welzijn, onderwijs, cultuur, zorg) en mensen meer aan het sporten en bewegen te krijgen.

Tweederde van de Nederlanders beweegt voldoende volgens de combinorm (65%) of de beweegnorm (63%)2. Echter, een kwart van de bevolking (25%) doet niet of nauwelijks aan sport en bijna een op de vijf (19%) sport wel, maar niet iedere week.

Verschillen in sportdeelname naar sociaal-demografische achtergrondkenmerken zijn hardnekkig. Inwoners uit buurten met een matige leefbaarheid sporten en bewegen minder en zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan inwoners uit buurten met een (zeer) positieve leefbaarheid.

Mensen met een fysieke handicap zijn de afgelopen jaren wekelijks meer aan sport gaan doen, maar hun sportdeelname is nog steeds veel lager dan die van mensen zonder handicap (64% sport 12 keer per jaar of vaker, 34% sport wekelijks).

De veranderende bevolkingssamenstelling zorgt voor veranderingen in de sport: vergrijzing laat het aantal sportende ouderen toenemen, ontgroening laat het aantal sportende jongeren afnemen en er is een groeiende allochtone doelgroep die verhoudingsgewijs minder beweegt.

Sportbeoefening groeit met name in ongeorganiseerd verband, mede door de technologische ontwikkelingen (zoals een hardloop-app) kunnen mensen gemakkelijker individueel sporten.

De bestedingen aan sport per huishouden nemen de afgelopen jaren toe.

Het aantal mensen dat lid is van een sportvereniging is stabiel de afgelopen jaren (33% van de bevolking). De lichte groei in sportdeelname en de toenemende populariteit van sport in algemene zin is dus niet zichtbaar bij sporten in verenigingsverband.

Er heeft de afgelopen jaren een professionalisering van verenigingen plaats gevonden, waarbij steeds meer gemeenten streven naar (financieel) gezonde sportverenigingen.

En waar staan we in Zeist?

Binnen Zeist is er sprake van een bovengemiddelde sportdeelname in verenigingsverband en er is in het algemeen een hogere sportdeelname dan landelijk het geval is. Wel dient gezegd te worden dat het ledenpercentage onder de leeftijdsgroep 20-35 jaar lager ligt dan landelijk en dat er ook tussen de wijken in Zeist grote verschillen zijn. De wijken Bosch en Duin, Lyceumkwartier en Valckenbosch schieten behoorlijk boven het gemiddelde van Zeist uit, en ook Griffensteijn, Kersbergen en Den Dolder zitten boven het gemiddelde. Uitschieter naar beneden is de wijk Vollenhove met een lidmaatschapspercentage van slechts 15%. Het ledenpercentage is de afgelopen jaren in Zeist vrijwel stabiel gebleven

Voetnoot 2:Zie bijlage 2 voor een verklaring van de verschillende normen en begrippen

Op dit moment zijn er 8,3 fte aan buurtsportcoaches werkzaam.

Als we verder inzoomen op de verschillende leeftijdsgroepen in Zeist dan blijkt dat 61 procent van de volwassenen jonger dan 65 jaar aan de beweegnorm voldoet. Dit is vergelijkbaar met de regio (62%) en voor deze leeftijdsgroep iets lager dan landelijk (65%).

Ook blijkt dat inwoners van 65 jaar en ouder in Zeist vaker voldoen aan de beweegnormen dan inwoners van 19-65 jaar. Vooral het verschil op de fitnorm valt op: 65-plussers bewegen bijna twee keer zo vaak zwaar intensief als jongere volwassenen.

Ook in Zeist doet de groei zich met name voor in de ongeorganiseerde sport.

Uit de verenigingsmonitor volgt dat een derde van de verenigingen in Zeist in 2014 was betrokken bij een sportstimuleringsproject van de gemeente en/of een andere organisatie. Dit aandeel ligt lager dan het landelijke percentage van 48%.

Wat gaan we doen?

De trends laten zien dat de afgelopen jaren steeds meer mensen zijn gaan sporten of bewegen. Echter, de laatste jaren heeft de traditionele sport concurrentie gekregen, van digitaal sporten op de game-console tot commerciële sport- en beweegaanbieders of sportevenementen. Dit heeft de sportverenigingen onder druk gezet. Naast veranderingen in het aanbod speelt er het nodige rondom de vraagkant: wat te denken van de toenemende vergrijzing, die maakt dat mensen op oudere leeftijd op een andere manier willen sporten? Daar zullen we dus links of rechtsom met elkaar een passend aanbod op moeten ontwikkelen. En ook de opkomst van de ongeorganiseerde sport stelt ons voor nieuwe uitdagingen. Zo is het aandeel individuele c.q. ongeorganiseerde sport de laatste jaren gestegen en zoeken mensen steeds meer toevlucht tot elektronische begeleiding (de app als coach), korte cursussen of losse lessen om te sporten en bewegen.

Is dat erg? Nee, eigenlijk niet! Zo lang het ertoe bijdraagt dat we blijven sporten en bewegen maakt de manier waarop niet zo veel uit. Daarom stellen we ons tot doel dat de sportdeelname en het ledenaantal van verenigingen tenminste op het niveau blijft zoals dat nu is maar waar mogelijk natuurlijk nog wordt verbeterd. Het vraagt echter wel een nieuwe werkwijze, een nieuw inzicht, om ook in de toekomst te blijven komen tot een passend sportaanbod voor de inwoners van Zeist. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden hebben we een drietal speerpunten geformuleerd:

SPORT- EN BEWEEGSTIMULERING

1 SPORT MEER TOEGANKELIJK

We gaan de sport meer toegankelijk maken voor mensen met een beperking. We bieden een doorlopend sportaanbod voor de jeugd. Daar waar de sportdeelname aantoonbaar achter blijft gaan we maatwerk aanbieden.

2 SPORT MEER ONDER DE AANDACHT

We gaan (méér) aansprekende sportactiviteiten organiseren om de inwoners te stimuleren. De activiteiten die we nu al organiseren gaan we veel beter onder de aandacht brengen. We (h)erkennen onze talenten en stimuleren talentontwikkeling. Onze sportieve successen gaan we met elkaar delen én vieren.

3 SPORT(VERENIGINGEN) IN HUN KRACHT

We streven naar “sterke en vitale sportverenigingen”. De sport houden we zoveel mogelijk betaalbaar, voor sport- en beweegaanbieders én gebruikers.

1 Sport meer toegankelijk

We gaan sport meer toegankelijk maken voor mensen met een beperking De gemeente Zeist beschikt over een verhoudingsgewijs hoog aantal mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking. Deze mensen wonen in Zeist dan wel zijn actief in een van de vele instellingen die de gemeente rijk is. De sportdeelname bij deze bevolkingsgroep blijft nog achter, terwijl de ervaring leert dat sporten en/of bewegen in belangrijke mate bijdraagt aan een grotere mobiliteit, vitaliteit en algeheel gevoel van welzijn. Dit zijn dan ook belangrijke redenen waarom dit als specifiek speerpunt voor deze visie is benoemd.

We gaan daarom in Zeist verschillende vormen van sporten en bewegen ondersteunen voor mensen met een beperking. We doen dit al deels. Zo is er op dit moment al een aantal sportverenigingen in Zeist met speciale G-teams voor sporters met een beperking en worden ook in het zwembad al diverse sportmogelijkheden op dit vlak aangeboden. Ook worden met behulp van Sportservice Zeist al diverse activiteiten aangeboden.

We willen deze sport- en beweegmogelijkheden uitbreiden. We streven ernaar dat er, verspreid over de gemeente, goede toegankelijke activiteiten worden aangeboden. We gaan daarom ons sportaanbod analyseren op geschiktheid voor mensen met een beperking. Alle activiteiten en programma’s worden centraal gebundeld zodat het voor mensen met een beperking direct duidelijk is waar en wanneer zij kunnen sporten. Goede initiatieven van sport- en beweegaanbieders zullen we zodanig faciliteren dat deze werkelijkheid worden. Dit alles doen we waar mogelijk veel in regionaal verband, waarbij we met buurgemeenten de mogelijkheden verkennen en waar nodig de aandachtsgebieden en/of doelgroepen verdelen.

Doorgaans dient er een extra (financiële) inspanning te worden geleverd om mensen met een beperking de mogelijkheid tot sporten te bieden. Hierbij kan worden gedacht aan extra begeleiding, aanschaf van specifieke materialen en het aanpassen van accommodaties om deze toegankelijk en bruikbaar te maken voor de doelgroep. De gemeente wil sport- en beweegaanbieders in deze financiële inspanning tegemoet komen, waarbij we ook willen aansluiten bij de nieuwe impulsregelingen die het Ministerie van VWS hiervoor vanaf 2016 beschikbaar zal stellen. De gemeente ondersteunt sport- en beweegaanbieders om het stappenplan van het Project Samen Sporten3 te volgen en langs deze weg subsidie aan te vragen.

We bieden een doorlopend sportaanbod voor de jeugd

Kennismaking is één van de meest effectieve instrumenten voor sportstimulering. Het aanleren van een actieve leefstijl op jonge leeftijd werkt namelijk in alle daaropvolgende levensfasen door en daar heeft iedereen een leven lang profijt van. We zetten daarom breed in op het structureel verbinden van de belangrijkste verblijfplekken van de jeugd om ze zo op elk moment en op elke plek te (kunnen) laten sporten.

Basisschool

Sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Door middel van goed gestructureerde sport- en beweegprogramma’s, en zoveel mogelijk onder leiding van vakleerkrachten en buurtsportcoaches worden op basisscholen daarom wekelijks tenminste de minimaal wettelijk vereiste uren ‘gymnastiekles’ aangeboden.

Voorbeeld

‘ZEIST BEWEEGT MEE’

In de vorm van het project ‘Zeist beweegt mee’ wordt al uitvoering gegeven aan het gezondheidsbeleid door de inzet van buurtsportcoaches. Zo is er voor volwassenen met een lichamelijke beperking en/of chronische aandoening een 6 weken durend leefstijlprogramma opgezet waarin ze weer kennis kunnen maken met sporten en bewegen.

Voetnoot: 3 Dit betreft een project van NOC*NSF in samenwerking met het NSGK (Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind).

Daarbij sluiten we aan bij de doelstelling van het Ministerie van (OCW) en de PO-Raad (4 ) dat in 2017 iedere basisschoolleerling minimaal twee (wordt gestreefd naar drie) lesuren bewegingsonderwijs per week krijgt, verzorgd door een bevoegde leerkracht.

Om te bevorderen dat sport en bewegen in het dna van de leerlingen gaat en blijft zitten, worden de scholen uitgedaagd om naast de gymlessen meer andere aantrekkelijke en uitdagende sport- en beweegmogelijkheden aan te bieden, waar mogelijk ook onder regie van de buurtsportcoaches en in verbinding met lokale sportverenigingen. Om de scholen hierbij te ondersteunen zullen we in samenwerking met het UWV bekijken in hoeverre bijvoorbeeld werkzoekende ALO-afgestudeerden aan de slag kunnen gaan op basisscholen die niet beschikken over een vakleerkracht. Ook studenten kunnen in het kader van een stage-invulling hier een bijdrage aan leveren.

Tenslotte zullen we ook met de voortgezet onderwijsinstellingen de afstemming zoeken zodat het stevige fundament dat we op de basisschool leggen ook zoveel mogelijk wordt doorgezet.

Naschoolse/buitenschoolse opvang

Een tweede concrete ‘plek’ waar uitwerking kan worden gegeven aan het stimuleren van sport en bewegen vormt de naschoolse-/ buitenschoolse-/kinderopvang. Vanuit de wens om sporten, bewegen en spelen bij jonge kinderen te stimuleren zullen we met de aanbieders het gesprek aangaan om sporten en bewegen structureel in het activiteitenaanbod van de verschillende opvangmogelijkheden te laten inpassen. We richten ons hierbij niet alleen op de basisschoolleerlingen maar kijken ook naar mogelijkheden om ouders en peuters via de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk al in een vroeg stadium met bewegen kennis te laten maken.

En voor de groepen 1 tot en met 8 worden onder dan wel na schooltijd sportverenigingen en buurtsportcoaches ingezet om kinderen doelgericht kennis te laten maken met verschillende sport- en beweegmogelijkheden. Hierbij is niet alleen aandacht voor de traditionele sporten, maar ook voor meer hedendaagse sport- en beweegvarianten als Urban Sports, Free Running, Streetdance etc.

In de wijk

We willen het aantal contactmomenten met sport in de wijk handhaven en vergroten. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan het verzorgen van sportclinics en toernooien in wijken en buurten. Het gemeenschappelijke kenmerk van betreffende activiteiten is dat sport naar de kinderen wordt gebracht. In alle gevallen is een belangrijke rol weggelegd voor jeugdwerkers én buurtsportcoaches, welke overigens al op de scholen en in de wijk actief zijn. Door hen hierin te betrekken wordt vanuit het bewegingsonderwijs een doorgaande lijn gecreëerd naar de naschoolse opvang en de wijk.

Door de buurtsportcoaches bij de verschillende initiatieven te betrekken wordt optimaal tegemoet gekomen aan de wens om sporten en bewegen onder én na schooltijd, op school én dicht bij huis, meer planmatig vorm te geven. Bovendien wordt hierdoor de verbinding tussen ad hoc activiteiten en meer structurele inbedding binnen verenigingen en/ of organisaties geborgd. En door het periodiek organiseren van schoolsportactiviteiten of naschoolse sportactiviteiten bij sportverenigingen ter plaatse, wordt ook de betrokkenheid van de sportverenigingen gewaarborgd.

We leveren maatwerk om de sportdeelname te bevorderen

Niet voor iedereen is sport vanzelfsprekend. Vanuit culturele achtergrond, woon- of leefsituatie en/of economische beperkingen kan de afstand tot de sport soms verder weg of zelfs (tijdelijk) onoverbrugbaar zijn. Deze mensen hebben een duwtje in de juiste richting nodig of hulp om de eerste stap te zetten. Uitgangspunt hierbij is dat de persoonlijke situatie geen belemmering mag vormen voor mensen om niet te sporten. In samenwerking met de sportverenigingen, sociale teams, buurtsportcoaches, Centrum voor Jeugd en Gezin en de GGD gaan we daarom deze doelgroepen in kaart brengen en ze ondersteunen op weg naar een passend sportaanbod.

Voetnoot 4 Zoals opgenomen in het Plan van Aanpak Bewegingsonderwijs van het Ministerie van OCW en de PO-raad d.d. 23 januari 2015

Hierbij zullen we per doelgroep bekijken welke maatwerkaanpak de oplossing biedt. Van een afgeschermde activiteit voor allochtone vrouwen tot een bijdrage vanuit het Jeugdsportfonds Zeist tot de juiste maat voetbalschoenen voor de kinderen in een bijstandsgezin. Letterlijk en figuurlijk ondersteuning op maat!

2 Sport meer onder de aandacht

We gaan (méér) aansprekende sportactiviteiten organiseren om de inwoners te stimuleren.

Goed voorbeeld doet goed volgen. Ook in Zeist willen we onze inwoners stimuleren en prikkelen om meer te gaan bewegen. We zetten bewust in op de creatieve ideeën die onze lokale sport- en beweegaanbieders op dit vlak hebben. De insteek is om zoveel mogelijk lokale initiatieven te faciliteren, en deze zodanig aan lokale partners te koppelen dat er om het evenement heen duidelijke verbindingen met de breedtesport ontstaan. Deze zogenaamde side-events hebben aantoonbaar een positief effect op het maatschappelijk rendement van de activiteit of het evenement. Hierbij zullen we de evenementen en activiteiten verbinden aan al bestaande verenigingen en/of accommodaties. Waarom geen avond4daagse langs onze sportaccommodaties laten gaan? Of schaaklessen op school ter voorbereiding op een internationaal toernooi, een schoolhonkbalcompetitie voorafgaand aan het Zeister Slottoernooi of hardloopclinics en zwemtrainingen ter voorbereiding op de nieuwe Triatlon Zeist? Ook de aanloop moet een feestje zijn!

De activiteiten die we nu al organiseren gaan we beter onder de aandacht brengen

Gaan we dan veel nieuwe activiteiten organiseren? Ja en nee. Natuurlijk zullen we samen kijken welke nieuwe activiteiten we de komende jaren in Zeist kunnen ontwikkelen. Maar we doen al veel, en dat mogen we veel meer met elkaar delen. We gaan daarom in samenspraak met Sportservice Zeist een communicatiestructuur inrichten zodat het voor iedereen in Zeist gemakkelijk te vinden is waar er gesport kan worden en welke evenementen op stapel staan. De papieren sport- en beweegwijzer houden we in stand, de online mogelijkheden (bijvoorbeeld via www.sport.nl of andere initiatieven) gaan we versterken en we bekijken hoe we de Zeister Sport- en Beweegwijzerapp kunnen gaan ontwikkelen en inzetten. Ook zullen we de mogelijkheden onderzoeken van een online forum waar verenigingen zelf kennis en ervaringen kunnen uitwisselen.

Tenslotte gaan we, met behulp van nieuwe (er zijn volop ideeën) en bestaande initiatieven (de LISA-hockey-app, de website van Sportservice Zeist, de nationale beweegwijzer, nieuwsbrieven, de Zeister Sport- en Beweegwijzer App’, de sportzoeker van Sportservice provincie Utrecht etc.) een “etalage” inrichten. Hiermee kunnen alle sport- en beweegaanbieders én partners hun aanbod aan accommodaties, activiteiten, cursussen, evenementen etc. aan iedereen presenteren.

(ZEISTER) SPORT- EN BEWEEGWIJZERAPP

De Beweegwijzerapp (ontwikkeld in opdracht van NISB) biedt eenvoudig en snel inzicht in waar je kunt sporten en bewegen in je eigen leefomgeving. In de app vind je:

- sport- en beweeglocaties, zoals sportverenigingen, parken, pleinen,

speelplekken

- routes om te lopen of fietsen

- sport- en beweeg evenementen

- lokaal sport- en beweeg nieuws

- instructievideo’s bij een locatie of route

We gaan talenten (h)erkennen en talentontwikkeling stimuleren

Aansprekende topsporters en talenten zijn het beste voorbeeld om te gaan sporten en bewegen. Ze dragen bij aan de trots en het wij-gevoel onder de inwoners van Zeist en daarmee aan een positief imago van de gemeente. In Zeist waarderen we deze topsporters en talenten. Het herkennen van sporttalenten en het stimuleren en ontwikkelen van talent is in eerste instantie een taak van de sport- en beweegaanbieders en de sportkoepels. Echter, indien de aanbieders hieraan behoefte hebben dan kan vanuit de gemeente ondersteuning worden geboden. Hierdoor kunnen talenten langer voor Zeist behouden blijven, wat een positieve invloed heeft op de verenigingen en de sportsector in onze gemeente. Want deze sporttalenten kunnen een voorbeeldfunctie vervullen in het kader van sportstimulering en daarmee een bijdrage leveren aan vergroting van de sportdeelname en het versterken van het lokale sportklimaat.

Onze sportieve successen gaan we met elkaar delen én vieren!

We hebben geen eigen topsportaspiraties en hanteren om die reden geen specifiek topsportbeleid. Desondanks willen we als gemeente wel aandacht besteden aan de toppers op sportgebied die Zeist heeft voortgebracht en de successen die onze verenigingen met (individuele) sporters hebben behaald. Deze sporters kunnen een voorbeeldfunctie vervullen voor jong en oud en bijdragen aan een positief sportklimaat in onze gemeente. We willen daarom verschillende aansprekende sporters die hun roots in Zeist hebben liggen, benoemen tot ambassadeur van de Zeister sport.

Er worden evenementen georganiseerd waarbij we niet alleen de gevestigde sporters, maar ook de nieuwe aansprekende sportprestaties en sporters in het zonnetje zetten. Sport is leuk en leidt tot aansprekende successen, en dat mag gevierd worden!

3 Sport(verenigingen) in hun kracht

We streven naar “sterke en vitale sportverenigingen”

Sterke sportverenigingen vormen de ruggengraat van de lokale sport. Investeren in sport, betekent dus investeren in sportverenigingen!

We zullen daarom met behulp van de resultaten van de Verenigingsmonitor aan de slag gaan om in Zeist méér Vitale Sportverenigingen te krijgen. De vitaliteit van de sportvereniging definiëren we daarbij (conform de Verenigingsmonitor 2014) als de organisatiekracht van de vereniging: de mate waarin de vereniging in staat is haar sportaanbod te organiseren voor haar (potentiële) leden. We gebruiken vervolgens vijf criteria om de vitaliteit van een vereniging te bepalen, namelijk: leden, kader, financiën, accommodatie en beleid. Op basis van de “vitaliteitscore” - die we periodiek zullen gaan meten- bepalen we vervolgens welke verenigingen ondersteuning behoeven en welke ondersteuning daarbij het meest nodig is.

Op dit moment is de helft van de Zeister sportverenigingen vitaal tot zeer vitaal. Dit aandeel brengen we graag omhoog. Hierbij zullen we waar nodig ook bekijken of het aantal Zeister sportverenigingen nog wel in verhouding staat tot het gewenste aandeel vitale verenigingen.

De sport houden we zoveel mogelijk betaalbaar

Landelijke (sport)impulsregelingen zetten we in om de sport lokaal in Zeist te ondersteunen. Ook vanuit de rijksoverheid wordt het belang van sporten en bewegen breed erkend. Er zijn diverse landelijke impulsregelingen beschikbaar die we kunnen inzetten om de sport in Zeist verder te ondersteunen. Zo hebben we in 2014 al voor een deel succesvol gebruik gemaakt van de sportimpuls, doordat we voor vier projecten financiële ondersteuning hebben mogen ontvangen.

Maar er zijn meer mogelijkheden om gebruik te maken van fondsen of regelingen. Zo kunnen (nog) meer sportimpulsen worden aangevraagd of kan vanaf 2016 gebruik gemaakt worden van de regeling vanuit het ministerie om aangepast sporten beter te faciliteren. We blijven gebruik maken van de middelen die vanuit de overheid beschikbaar worden gesteld voor onze Buurtsportcoaches en we bekijken in samenwerking met het Jeugdsportfonds hoe we de kansarme jeugd (financieel) blijven ondersteunen. De middelen van de minima-/ meedoen regeling worden ingezet om volwassenen of gezinnen met een lage Sociaal Economische Status (die minder kapitaalkrachtig zijn) aan het sporten en bewegen te krijgen. In samenwerking met Sportservice Zeist zullen we periodiek de beschikbare regelingen in kaart brengen en waar nodig sport- en beweegaanbieders ondersteunen bij het indienen van de aanvraag. Ook zullen we in de Verenigingsmonitor aandacht besteden aan de ontwikkeling van de contributiehoogtes om zo de betaalbaarheid van de sport te monitoren.

Voorbeeld 

IMPULSREGELING ZEIST

Een voorbeeld is de Sportimpuls in Zeist met Bartimeus, waarbij er in nauwe samenwerking met een aantal sport- en beweegaanbieders (AV Fit, Special Heroes, Stichting Kromme Rijn, Bartiméus, Bodyworkz Drums Alive, Boksen met Erik, Karatedo Academie Harthoorn, Schaerweijde Hockey, CGV Mars, SDO Zeist-Judo en Sportservice Zeist) een schoolsportvereniging is opgezet. Of: de “Sportimpuls jonge kinderen en hun ouders”, waarbij er samen met Z.G.V. Hygiea een sportaanbod is ontwikkeld voor 2-6 jarigen en hun ouders uit de achterstandswijken. Andere goede impulsen zijn “Gezond opgroeien in Zeist voor kinderen met overgewicht” met gymnastiekvereniging Mars of “Sportief Galmen” waarbij er samen met DOSC fittesten in Nijenheim zijn gehouden voor 50+ers.

Thema MAATSCHAPPELIJKE ROL VAN SPORT

Wat zien we om ons heen gebeuren?

Naast de primaire inzet van sport als doel (sport om te sporten) wordt steeds meer aandacht besteed aan de inzet van sport als middel. Via het sportbeleid en de inzet van buurtsportcoaches worden steeds actiever verbindingen gelegd met het brede sociale domein.

De nadruk ligt hierbij niet meer alleen op de gezonde en preventieve werking van meer bewegen. Sport wordt steeds vaker ingezet om eenzaamheid tegen te gaan, mensen bij elkaar te brengen, te activeren en de sociale cohesie in een wijk of buurt te versterken. Sport als vliegwiel voor de participatiesamenleving.

Aan ziekten als gevolg van te weinig bewegen wordt jaarlijks 1,3 miljard euro uitgegeven. Dit is 1,8% van de totale zorguitgaven. Als het percentage mensen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen met 5% stijgt, dan kunnen 6.000 gevallen van diabetes (type 2) en ruim 20.000 gevallen van hartziekten worden voorkomen. De kosten voor maatregelen om dat resultaat te behalen, zijn geschat op slechts 6 euro per jaar persoon.

Deze veranderende taken vragen meer van sport- en beweegaanbieders doordat ze samenwerking en verbinding moeten zoeken met niet-sportgerelateerde partijen. Het versterkt de sociale infrastructuur, maar legt wel extra druk op het organiserend vermogen.

Vrijwilligerswerk bij sportverenigingen vindt veelal plaats door 12-24 jarigen en 35-54 jarigen. Door de individualisering van de samenleving is het echter steeds lastiger voor verenigingen om hun vrijwilligersaantal op peil te houden (zowel bestuurlijk/kader als in de uitvoering).

De aandacht voor gezond leven en bewegen is groot, vooral 55-plussers nemen vaker deel aan sportactiviteiten. De interesse bij jongeren neemt vanaf 15 jaar af.

Één op de zeven jongeren in Nederland kampt met overgewicht, dit is een verdubbeling ten opzichte van 1980.

Binnen de sport is er in toenemende mate sprake van norm-overschrijdend gedrag.

Waar staan we in Zeist?

De gemeente Zeist heeft ongeveer 61.000 inwoners, kenmerkt zich door een hoge inkomensongelijkheid en relatief veel alleenstaanden en allochtonen. Net als landelijk geldt voor Zeist dat de vergrijzing de komende jaren doorzet. Anno 2014 is 17% van de inwoners van Zeist boven de 65 jaar (landelijk 14%). Dit loopt op naar 23% in 2020 en 25% in 2030.

In Zeist ervaart 76,8% van de ondervraagden hun gezondheid over het algemeen als goed tot zeer goed. In de 26 aangesloten gemeenten bij GGD Regio Utrecht is dit 78,7%, in Nederland ervaart 76,5% van de ondervraagden hun gezondheid als goed tot zeer goed.

63% van de verenigingsbestuurders in Zeist vindt dat sportverenigingen een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Dat is minder dan het landelijke cijfer van 85%.

Sportverenigingen zijn met het organiseren van hun reguliere sportaanbod al van maatschappelijke betekenis, maar de maatschappelijke functie kan verder gaan dan dat. De verenigingsmonitor Zeist brengt dat door middel van een index in beeld. Slechts enkele verenigingen (6%) scoren volgens de kaders van de verenigingsmonitor momenteel ‘goed’ op de betreffende index, 14% scoort ‘voldoende’ en 40% van de clubs scoort nog ‘onvoldoende’.

Wat gaan we doen?

Sporten en bewegen wordt steeds belangrijker voor de samenleving. En door de samenwerking tussen sport, bewegen en zorg verder te versterken, kan sport ook een stevige bijdrage leveren aan de opgaven die voort zijn gekomen uit de decentralisaties. Sporten beweegarrangementen kunnen grote aantrekkingskracht op de doelgroepen hebben en een bijdrage leveren aan de complexe gemeentelijke taken vanuit de transities in de zorg. Daarbij is het van belang dat onderscheid wordt gemaakt naar verschillende doelgroepen en dat elke doelgroep de aandacht krijgt die zij nodig heeft. We vinden het belangrijk dat inwoners naar eigen interesse en passend bij hun aanleg en mogelijkheden verantwoord kunnen deelnemen aan diverse (sport- en) beweegactiviteiten. Het uitgangspunt is sport en bewegen voor iedereen toegankelijk te maken. We willen daarom onze partners aanzetten om sportactiviteiten en – projecten te ontwikkelen die een bijdrage leveren aan bredere beleidsdoelstellingen dan sec de sport. Hierbij worden onze buurtsportcoaches ingezet. Zij vormen een eerste schakel in het leggen en onderhouden van verbindingen tussen de verschillende partijen. Hiertoe hebben we de volgende speerpunten geformuleerd:

MAATSCHAPPELIJKE ROL VAN SPORT

4 WIE EN WAAR ZIJN ONZE DOELGROEPEN?

We gaan onze doelgroepen benoemen, de vindplek van deze doelgroepen in kaart brengen en ze enthousiasmeren.

5 MEER BEWEGEN ZET MENSEN IN BEWEGING!

De decentralisaties zien we als (grote) kans en niet als bedreiging. We gaan met sport de mensen in de samenleving weer op weg helpen.

6 EEN VEILIG SPORT- EN BEWEEGKLIMAAT

We stimuleren ‘open’ verenigingen en verenigingen met een maatschappelijke functie om een veilig sport- en beweegklimaat te creëren. Als sport- en beweegaanbieders maatschappelijk betrokken zijn, dan gaan we ze daarbij ondersteunen of daar voor belonen.

4. Wie en waar zijn onze doelgroepen?

We gaan onze doelgroepen benoemen, bereiken en enthousiasmeren.

Om sport als middel in te kunnen zetten, moeten we ons er wel van bewust zijn wie onze doelgroepen zijn én waar we deze doelgroepen kunnen vinden. We vertrouwen hierbij vooral op onze partners zoals onderwijs- en zorginstellingen, sport- en beweegaanbieders, Sportservice Zeist, CJG, GGD, sociale teams etc. die al over een breed netwerk in Zeist beschikken. Via deze organisaties proberen we onze doelgroepen te bereiken. Deze partners hebben een duidelijke signaleringsfunctie, en bepalen daarmee mede de accenten waarop de maatschappelijke rol van sport zich de komende jaren gaat richten. We volgen hierbij de basisgedachte die de gemeente heeft vastgelegd in haar Brede Sociale Visie. Hierin wordt gekozen voor een samenhangende benadering van verschillende beleidsterreinen waarbij het denken in brede doelgroepen niet meer voorop staat. Enkel de doelgroep ‘ouderen’ is niet concreet genoeg!

De gemeente zal daarom, samen met haar partners uit het veld, de verschillende ontwikkelingen in het sociaal domein nauwlettend volgen. Deze worden vervolgens structureel, bijvoorbeeld in de contacten met de sociale teams en Buurtsportcoaches, besproken. Hierdoor krijgen we een versterking van de ‘vindplaatsen’, zodat de ondersteuningsvragen en doelgroepen beter zichtbaar worden en we de sport kunnen gaan inzetten als middel. En als we dan eenmaal de doelgroep hebben ‘gevonden’, dan proberen we deze zo goed mogelijk te ondersteunen. Uitgangspunt is meer vraaggericht werken: de mindset moet zijn wat deze doelgroep, deze potentiele sporter wil en waar hij/zij behoefte aan heeft.

DOELGROEPENBENADERING GEMEENTE ZEIST

Bij het benaderen van doelgroepen kiest de gemeente niet voor het generiek benaderen van personen. Er wordt gewerkt vanuit kracht, nabijheid en vertrouwen en liever vraaggestuurd dan aanbodgestuurd. We maken hierbij gebruik van de uitgangspunten van de Brede Sociale Visie. Het gaat om mensen die minder in staat zijn regie te voeren op hun eigen welbevinden, omdat ze minder zelfredzaam zijn. Dit zijn kwetsbare groepen, de jeugd en een bepaalde categorie ouderen (die ook in de categorie kwetsbare groepen vallen). In Zeist zorgen we voor mensen in dergelijke kwetsbare situaties. We verwachten dat ze deelnemen aan het maatschappelijk leven, en sporten en bewegen kan daar een belangrijke rol in spelen.

5. Meer bewegen zet mensen in beweging!

De decentralisaties zien we als (grote)kans en niet als bedreiging.

Er zijn binnen de sport in Zeist al volop goede samenwerkingsverbanden aanwezig. We willen de komende jaren deze samenwerking gaan versterken.

Door de inzet van sport doen zich kansen op rendementsverhoging voor vanuit de Wmo, Jeugdhulp en Participatie. Sinds 1 januari 2015 zijn veel van de bestaande budgetten van het Rijk overgeheveld naar de gemeente en is het wettelijke kader binnen het sociaal domein fundamenteel veranderd. Het bestaande aanbod (individueel, professioneel, relatief duur) dient hiertoe te worden aangepast. Dit zal deels worden vervangen door een nieuw aanbod (collectief, deels vrijwilligersorganisaties, beter betaalbaar). De sportinfrastructuur, met openbaar toegankelijke accommodaties, actieve verenigingen en een relatief groot aantal vrijwilligers, is bij uitstek het instrument om hierin een rol te spelen. In het piramidemodel is te zien hoe de sport zich verhoudt tot de decentralisaties en welke kansen daaruit ontstaan. Kansen die we vanuit de sport niet mogen laten liggen. Het model onderscheidt de bevolking in vier groepen, variërend van geen (gezondheids)probleem tot en met de groep die intramurale zorg ontvangt.

NIVEAU 4

Piramidemodel

Intramurale zorg;

zorg met verblijf

’Zorg-professional’ met sport-profiel

- Revalidatie Sport en Bewegen

NIVEAU 3

Maatwerkvoorzieningen (niet vrij toegankelijk, gemeente geeft hier beschikking vooraf)

Gespecialiseerde ‘Open club’ Jeugdzorg, arbeidsre-integratie, Wmo)

-Projecten Sportimpuls (bijv. KinderenSportief op Gewicht)

-Buurtsportcoach (specialist) Samenwerking is een

voorwaarde (multidisciplinair))

NIVEAU 2

Algemene voorzieningen (voor iedereen toegankelijk en vaak gericht op preventie en lichte ondersteuning)

-‘Open club’

-Projecten Sportimpuls (bijv. Sportief Galmen)

-Buurtsportcoach

-Samenwerking is een pré

NIVEAU 1

Gezonde en vitale wijk: positief opgroei- en opvoedklimaat in de dagelijkse leefomgeving (sociaal netwerk en basisvoorzieningen)

-Lokale infrastructuur van sportaccommodaties

en sport- en beweegaanbieders

-Beweegvriendelijke omgeving

-Veilig sportklimaat

-Vraaggericht sport- en beweegaanbod

SPORT- EN BEWEEGMONITOR/MONITOR SOCIAAL DOMEIN

Sport kan op een veelvoud van manieren en terreinen ingezet worden binnen het (voor gemeente onlangs fors uitgebreide) sociaal domein. Het is daarom belangrijk om sport in te zetten bij (lokale) situaties die zich daar het beste toe lenen en daarom vragen.

Om dit te kunnen bepalen brengen we bestaande informatie en cijfers met betrekking tot het gemeentelijk sociaal domein vanuit zowel lokale, regionale als landelijke bronnen (zoals MeanderOmnium, GGD, RSD, en het CBS) samen. Hiermee creëren we een integraal beeld van harde kenmerken en status binnen het sociaal domein in Zeist. Aan de hand van deze ‘0-meting’ bepalen we gericht(er) waar en hoe we sport en bewegen gaan inzetten en op welke specifieke doelgroepen onze focus gericht zou moeten zijn. De ontwikkelingen die binnen dit integrale beeld optreden blijven we volgen en monitoren. Halen we ze wel of niet?

Moeten we onze focus verleggen?

Vanuit de decentralisatie gedachte wordt daarnaast ingezet op sport ter vergroting van de participatie van kwetsbare groepen. Een goed lokaal voorbeeld hiervan is het project Sociaal Fit & Vitaal. Dit project, dat mede is gerealiseerd met middelen van het Oranje Fonds, richt zich op de psychisch kwetsbare doelgroep met sociale klachten (eenzaamheid, angst en depressieve klachten). Door te ondersteunen bij het verkrijgen en behouden van een actieve en gezonde leefstijl zijn zij beter in staat te participeren binnen de samenleving.

In beweeglessen wordt gevarieerde sporten spelactiviteiten aangeboden en sociale competenties als weerbaarheid en sociale vaardigheden getraind. In Sociaal Fit & Vitaal wordt met diverse participanten samengewerkt die vanuit hun eigen organisatiekracht een bijdrage leveren. Dergelijke inspirerende voorbeelden gaan we de aankomende jaren verder uitbouwen.

We gaan met sport de mensen in de samenleving weer op weg helpen

Ondanks de positieve ontwikkelingen in sportdeelname zijn er nog steeds teveel mensen die niet of nauwelijks bewegen.

Mensen die ieder op hun eigen manier tegen drempels aanlopen. We gaan daarom, in nauwe samenwerking met onze partners, deze mensen met sport- en beweegprogramma’s benaderen. Met als doel om ze te laten bewegen, maar misschien nog wel meer met als doel om ze weer deel te laten nemen aan de maatschappij.

En omdat elke groep een andere aanpak vraagt, kijken we per situatie welke vorm van maatwerk nodig is. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan:

  • -

    Programma’s voor jeugd/ouderen met overgewicht/obesitas.

  • -

    Programma’s tegen overlast door hangjongeren.

  • -

    Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt betrekken we bij sport- en beweegaanbieders om de afstand te verkleinen.• Met behulp van sport- en beweegactiviteiten brengen we eenzame ouderen weer bij elkaar.

Voorbeeld

HANGJONGEREN & ALCOHOLPREVENTIE

In de gemeente Zeist is er regelmatig overlast veroorzaakt door jongeren met overmatig alcoholgebruik. De buurtsportcoach probeert contact te leggen met de jongeren en op basis van de behoefte van de doelgroep een sportaanbod te realiseren. Dit sportaanbod wordt onder andere verzorgd door sportverenigingen, die worden ondersteund zodat ze dit aanbod zelf kunnen verzorgen. Tegelijkertijd wordt er -gekoppeld aan dit sportaanbod een bewustwordingsprogramma ingezet zodat de jongeren leren wat de risico’s zijn van dit overmatige alcoholgebruik.

We gaan hierbij niet het wiel opnieuw uitvinden maar kijken vooral hoe het reeds bestaande aanbod verder kan worden uitgebreid.

Zo worden bijvoorbeeld varianten op traditionele sportvormen beter onder de aandacht gebracht (vergelijk het knotshockey als variant op het reguliere hockey en het 7x7 veteranenvoetbal of het Walking Football voor 60-plussers) en worden bepaalde activiteiten in de schijnwerpers geplaatst (bijvoorbeeld de sport- en spelinstuiven voor senioren en sportmogelijkheden voor mensen met een beperking). En voor mensen met een laag inkomen, die normaliter niet zo snel met sport in aanraking komen, worden in het kader van integratie en participatie (armoedebeleid en de WMO) gerichte sportactiviteiten aangeboden. Het streven hierbij is deze doelgroepen te integreren binnen het reguliere sportaanbod.

6. Een veilig sport- en beweegklimaat

We stimuleren ‘open’ verenigingen en verenigingen met een maatschappelijke functie om een veilig sport- en beweegklimaat te creëren.

Onze sportverenigingen zijn van grote sociale waarde voor Zeist. Met name de sterkere, vitale verenigingen (die financieel en organisatorisch op orde zijn) vervullen nu al een maatschappelijke rol binnen de Zeister samenleving. Gezien de sterke verankering van de aanwezige sportverenigingen willen we hun rol verder uitbouwen. Zo gaan we de sportverenigingen stimuleren om meer samen te werken met andere sport- en beweegaanbieders maar ook met sectoren (zoals onderwijs, zorg, het welzijnswerk, UWV, re-integratiebureaus en het bedrijfsleven). Doel hierbij is om te komen tot meer ‘open’ verenigingen of ‘open clubs’, waarbinnen aandacht en ruimte is voor ‘speciale mensen met speciale behoeften’.

Om de sportvereniging te helpen bij het vergroten van de maatschappelijke rol zullen we ze periodiek monitoren. We gebruiken hiertoe naast de eerder genoemde “vitaliteitsindex” ook de “index maatschappelijke functie”, die uit twee criteria bestaat: maatschappelijk actief en maatschappelijke intentie. In de Verenigingsmonitor 2014 is deze index als nulmeting vastgesteld. Over vijf jaar willen we dat tenminste 40% van de clubs een voldoende tot goed scoort, nu is dat 6%.

Naast een open sportklimaat streven we ook naar een (sociaal) veilig sportklimaat. We gaan daarom onze verenigingen hierin ondersteunen. Zo blijven we het opvragen van een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) stimuleren, en streven we ernaar dat elke vereniging tenminste één vertrouwenspersoon heeft waar leden of vrijwilligers met hun vragen of knelpunten terecht kunnen. In samenwerking met Sportservice Zeist, de sportbonden en NOC*NSF gaan we concrete handvaten aanreiken om deze zaken binnen elke club te borgen, en met behulp van de Verenigingsmonitor gaan we de ontwikkeling van het (sociaal) veilig sportklimaat volgen.

OPEN CLUB

Een open club kenmerkt zich door een open houding bij de kartrekkers en betrokkenen bij de club. Ze is ondernemend, nodigt uit, werkt samen met andere partijen, denkt vraag- en buurtgericht en houdt vast aan een langetermijnvisie. Hierdoor biedt een actieve club meerdere activiteiten en faciliteiten aan dan alleen de eigen hoofdsport c.q. het reguliere aanbod. Denk hierbij aan bijvoorbeeld hardlopen, fitness of kinderopvang.

Ook voert de club actief en continu beleid op de ontwikkeling, kwaliteit en opleiding van sporttechnisch, arbitrerend en bestuurlijk kader. Dit alles leidt tot ledenbinding, -behoud en/of -groei, meer ‘reuring’ op de club en continuïteit van het bestaansrecht.

DE CLUB ALS OPVOEDMILIEU

Na het gezin en de school wordt de sportvereniging wel het derde opvoedmilieu genoemd. Gezien het grote bereik –circa drie kwart van alle jeugd in Nederland is lid van een sportvereniging– heeft de georganiseerde verenigingssport zonder meer grote invloed op het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren. Niet in de laatste plaats omdat ze er op regelmatige basis en doorgaans met veel plezier komen. Voor opvoeden is een ‘pedagogische civil society’ nodig is. Deze basis is zeer herkenbaar voor de sport. Met zijn hoge participatiegraad, groeiende omgevingsgerichtheid, veilige en beschermde ontmoetingsplek en levendig netwerk mag sport zonder twijfel nog veel sterker benut worden als krachtige partner. Zeker in wijken waar de opvoedomstandigheden thuis niet optimaal zijn. Daarbij is het belangrijk om te benadrukken dat het vaak om relatief simpele maatregelen gaat, die niet veel extra’s vragen. Want sportverenigingen zijn er natuurlijk in de eerste plaats om sport mogelijk te maken. Juist daaraan ontlenen ze hun kracht.

We gaan sport- en beweegaanbieders ondersteunen/belonen voor maatschappelijke betrokkenheid

Doorgaans dient er een extra (financiële) inspanning te worden geleverd door sport- en beweegaanbieders als ze hun maatschappelijke betrokkenheid willen vergroten. Hierbij kan worden gedacht aan extra begeleiding, aanschaf van specifieke materialen of het aanpassen van accommodaties om deze toegankelijk en bruikbaar te maken voor de verschillende doelgroepen. We willen deze aanbieders in deze inspanning tegemoet komen dan wel ze daarvoor belonen

Dat kan met geld, maar liever nog ondersteunen we met kennis, middelen, cursussen etc. Zo zijn er de afgelopen jaren door Sportservice Zeist al ondersteuningsprogramma’s aangeboden, zoals “meer leden in korte tijd”, “meer sponsors in korte tijd” en “meer vrijwilligers in korte tijd”. Ook zijn er zogenaamde crisismaatregelen getroffen, maar zoals de naam al zegt zijn deze vooral gericht geweest op ‘financieel noodlijdende’ verenigingen. De aankomende jaren willen we ondersteuning vooral inzetten om verenigingen inhoudelijk verder te versterken.

We gaan de onderlinge samenwerking aanhalen en partijen dichter bij elkaar brengen, om zo binnen de sport meer handjes beschikbaar te krijgen. De buurtsportcoaches -die in formatie in 2015 wederom en voor het laatst stijgen vervullen hierbij een belangrijke rol en we zullen deze functionarissen de komende jaren nog beter gaan positioneren.

We zoeken de samenwerking met andere sectoren. Want hoe ga je als voetbaltrainer om met ADHD-kinderen of kinderen die geconfronteerd worden met huiselijk geweld? Op zo’n moment kan een ervaren jongerenwerker of iemand die pedagogisch geschoold is (bijvoorbeeld van het CJG) voor de coach én voor de voetballertjes van grote waarde zijn. Zij gaan op zoek naar oplossingen voor hulpbehoevenden in de wijk, en als dat sport betreft kunnen ze samen met de buurtsportcoaches op zoek gaan naar programma’s die daarbij passen. Zodoende worden ook verenigingen ondersteund. Indien we deze vormen van samenwerkingen verder kunnen intensiveren dan kan de maatschappelijke waarde van sport beter tot uitdrukking komen zónder dat de sport- en beweegaanbieders hieronder gebukt gaan.

Thema ACCOMMODATIES

Wat zien we om ons heen gebeuren?

Sportcomplexen worden steeds multifunctioneler ingezet. Ook wordt steeds vaker samenwerking gezocht met niet-sportgerelateerde instanties en gebruikersgroepen.

Er is daarnaast een trend zichtbaar van clustering van sportaccommodaties. Clustering leidt tot minder buitensportaccommodaties, maar dit heeft doorgaans weinig gevolgen voor het aantal wedstrijdvelden en -banen, dat de afgelopen jaren zichtbaar is toegenomen.

De buitenruimte wordt steeds actiever benut, met name voor individueel, ongeorganiseerd sporten. Vooral volwassenen en ouderen zijn actief in de openbare ruimte: 26% van “de sport” wordt beoefend in de openbare ruimte.

De druk op de binnensportaccommodaties neemt de komende jaren toe doordat traditionele buitensporten vaker naar binnen willen gaan om te sporten (bijv. zaalhockey/ korfbal/handbal). Hierbij is het de vraag of en hoe ver de gemeente wil gaan om dit te faciliteren.

Vanuit de Wmo/zorg ontstaat een toenemende vraag naar sportaccommodaties omdat zorginstellingen minder middelen hebben om binnen hun eigen muren sport- en beweegactiviteiten aan te bieden. Dit biedt kansen voor de binnensport, buitensport én het zwembad indien de programmering daarop kan worden aangepast.

De demografische ontwikkelingen (ontgroening en vergrijzing) zijn van invloed op het gebruik van de accommodaties. Doordat de doelgroepen veranderen (qua wensen en qua omvang!) dienen de accommodaties mee te veranderen. Zo vragen sporters om steeds hogere kwaliteit en multifunctionaliteit; diverse sporten, wellness, ontspanning en eventueel sportmedische faciliteiten moeten onder één dak komen.

Het palet aan sporten wordt steeds groter en meer divers, waarbij sporten komen en gaan als gevolg van rages. Ook zijn er meer commerciële sportorganisaties zoals fitnesscentra, sportscholen en -instructeurs, zeil- en surfscholen gekomen. Sporten op deze locaties is zeer populair en blijft in populariteit toenemen.

De grillige consument vraagt om meer flexibele accommodaties of om accommodaties die gemakkelijk op- en afschaalbaar zijn.

Gemeentes besteden het beheer en de exploitatie van sportaccommodaties steeds meer uit aan verenigingen, stichtingen of particuliere organisaties.

Waar staan we in Zeist?

Als gemeente beschikken we over een goede sportinfrastructuur. Ten opzichte van landelijke gemiddelden en vergelijkbare gemeenten heeft Zeist relatief veel sportaccommodaties. Het gebruik is behoorlijk en de voorzieningen zijn goed gespreid over de gemeente.

Een aantal locaties in Zeist leent zich goed voor mogelijke clustering van (multifunctionele) sportaccommodaties, waarbij mogelijk nog koppelingen met dagrecreatie gemaakt kunnen worden.

Er is de afgelopen jaren met name geïnvesteerd in binnensportaccommodaties en in duurzaamheidsmaatregelen (vooral in het zwembad, dat daarmee nu toonaangevend is in Nederland). De gemeente Zeist is momenteel bezig met een pilot om duurzame meerjaren onderhoudsplannen op te stellen (DMOP’s) die de bestaande MOP’s moeten vervangen.

De gemeentelijke accommodaties zijn kwalitatief op niveau, maar wel enigszins gedateerd.

Er is momenteel een disbalans tussen vraag en aanbod op de verschillende sportparken. Zo zijn er accommodaties met (ruime) overcapaciteit en tegelijk is er sprake is van wachtlijsten.

Er is sprake van verschillen tussen sportverenigingen daar waar het gaat over eigendom, beheer en/of exploitatie van accommodaties.

De gemeente onderzoekt de mogelijkheid om te komen tot een regionale vastgoedorganisatie. Deze organisatie zou dan voor meerdere gemeenten beheer en onderhoud van onder meer sportaccommodaties ter hand nemen wat tot schaalvoordelen kan leiden.

Bijna 90% van de uitgaven va n het gemeentelijk sportbudget heeft betrekking op accommodaties. Dit is hiermee de belangrijkste financiële draaiknop die we tot onze beschikking hebben.

Wat gaan we doen?

Voldoende en kwalitatief goede binnen en buitensportaccommodaties en een sportief ingerichte buitenruimte vormen een voorwaarde om te kunnen sporten. In principe beschikken we in Zeist over een ruim aanbod aan sportaccommodaties (hierbij nemen we naast traditionele binnen- en buitensportaccommodaties ook voorzieningen als fitnesscentra, zwembad, buurtsportveldjes, private sportvoorzieningen etc. mee) dat goedverspreid over de gemeente gelegen is. Het ontbreekt echter nog aan een duidelijk beeld van vraag en aanbod, en ook benutting en bezetting kan verder worden geoptimaliseerd. We zullen daarom de komende jaren aandacht moeten blijven schenken aan zowel de kwaliteit van de accommodaties als ook de verantwoordelijkheid ten aanzien van beheer en onderhoud van deze accommodaties.

De gemeente beschouwt het als haar publieke verantwoordelijkheid om te zorgen voor voldoende en kwalitatief goede sportaccommodaties, inclusief bijbehorende infrastructurele voorzieningen. Hiermee is overigens niet gezegd dat de gemeente dient te voorzien in álle wensen en ideeën van sportverenigingen en overige gebruikers van sportaccommodaties.

De publieke functie richt zich primair op het in stand houden van sportvoorzieningen die moeten voldoen aan de maatschappelijk geaccepteerde sportnormen (o.a. NOC*NSF, Landelijke Sportbonden en de VNG). Uitgangspunt hierbij is een streven naar upgrading en optimalisatie van de huidige binnen- en buitensportaccommodaties en zoveel mogelijk multifunctioneel gebruik van deze accommodaties. Vitaliteit van de kernen is iets wat hierbij altijd in overweging wordt genomen. Voor dit alles zijn de volgende speerpunten geformuleerd:

ACCOMMODATIES

7 ONZE ACCOMMODATIES EN BUITENRUIMTE BRENGEN WE OP ORDE

- We gaan onze accommodaties meer en beter benutten.

- We gaan voor duurzame accommodaties en een duurzame leefomgeving. - Clusteren, multifunctioneel gebruiken en samen delen!

8 WE STELLEN DUIDELIJKE REGELS OP

- We gaan regels opstellen welk sportaanbod op ondersteuning kan rekenen.

- En we benoemen welke accommodatieonderdelen daarbij horen.

9 DE OPENBARE RUIMTE IN ZEIST RICHTEN WE MEER BEWEEGVRIENDELIJK IN.

- We brengen sport- en speelplekken onder de aandacht.

- Schoolpleinen stellen we waar mogelijk open.

- Lang leve de groene buitenruimte!

10 BINNEN DE EXPLOITATIE(S) BIEDEN WE MEER RUIMTE VOOR ONDERNEMERSCHAP.

- We bieden ruimte voor eigen initiatieven.

- We zoeken naar optimalisatie van beheer- en exploitatievormen.

7 Onze accommodaties en buitenruimte brengen we op orde

We gaan onze accommodaties meer en beter benutten

Met betrekking tot sportaccommodaties hanteren we het uitgangspunt dat onze focus de komende periode niet ligt op het uitbreiden van het areaal aan accommodaties, maar het beter (en breder) benutten en op orde houden van de kwaliteit ervan.

Vanuit een veranderende samenleving wijzigt de vraag naar sportvoorzieningen; er is steeds minder behoefte aan traditionele sportvoorzieningen en meer aan multifunctionele accommodaties. Tevens neemt, ook vanuit de ongeorganiseerde sport, de behoefte aan openbaar toegankelijke buitensportvoorzieningen toe (onder andere multifunctionele wijkcourts en sporten in de openbare ruimte).

We zullen daarom eerst, met inachtneming van de ontwikkelingen die zich binnen de sportaccommodaties voordoen, de ontwikkeling van de vraag helder in beeld brengen en dit spiegelen aan ons aanbod. Dit geeft antwoord op de vraag of we voldoende sportaccommodaties hebben of dat er aanpassingen gewenst zijn (teveel velden, te weinig zaaldelen, waar etc.).

Waar nodig grijpen we in om vraag en aanbod meer in evenwicht te brengen. Dit doen we niet alleen vanuit ‘de stenen’, we zullen onze reserveringsmethodiek en beschikbaarheid van ruimten (bijvoorbeeld via digitale reserveringsprogramma’s) optimaliseren zodat voor iedereen helder wordt waar, wanneer, welke ruimte beschikbaar is. Dit moet de benutting van de accommodaties verder versterken.

We gaan voor duurzame accommodaties en een duurzame leefomgeving

En als we dan moeten ingrijpen, dan kiezen we er bewust voor om zoveel mogelijk duurzame, multifunctionele accommodaties te (laten) realiseren. We omschrijven het basiskwaliteitsniveau dat we tenminste in stand willen houden (voor velden bijvoorbeeld via ISA sport en voor gebouwen op basis van bijvoorbeeld NEN2767) en leggen dit kwaliteitsniveau vast in beheerplannen en (duurzame) meerjaren onderhoudsplannen. Daarbij hebben we niet alleen oog voor technische duurzaamheid (zoals duurzame/onderhoudsarme materialen en energiezuinige bouw) maar ook voor de duurzame leefomgeving zoals natuur en het landschap. Zo kunnen we komen tot duurzame sportbeoefening in een mooie, groene en hoogwaardige omgeving. Bij ontwerp en aanleg van met name buitensportvoorzieningen houden we, conform ons Zeister Groenstructuurplan, rekening met een groene inpassing.

Clusteren, multifunctioneel gebruiken en samen delen

Bij (multifunctionele) accommodaties streven we naar het zoveel mogelijk clusteren van voorzieningen. Blikkenburg en Dijnselburg zijn hierbij interessante locaties die nader onderzocht gaan worden, aangezien deze potentie bieden voor een succesvolle combinatie van “Sporten, Leven, Leren, Recreëren, Werken”. Bovendien is intensivering van grondgebruik en ruimtegebruik gewenst omdat de sportinvesteringen hierdoor efficiënter en duurzamer worden.

Voorbeeld

SPORTLANDGOED DE HAAMEN

De gemeente Beek realiseert momenteel het multifunctionele sportlandgoed De Haamen. Vrijwel elk gebouw op het complex wordt meervoudig gebruikt. Zo gaan tennis en voetbal samen het nieuwe clubgebouw gebruiken, delen verenigingen een multifunctioneel veld en beschikt het sportcomplex naast een zwembad en sporthal ook over een dagbestedingsruimte. Speciale aandacht gaat uit naar ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking. Voor deze mensen wordt De Haamen dé plaats om wekelijks te bewegen, te ontmoeten en te recreëren. Aangepaste accommodaties en hulpmiddelen, een breed beweegaanbod en professionele begeleiding zijn volledig geïntegreerd in het totale aanbod op het sportlandgoed.

Dit alles wordt aangeboden door een unieke samenwerking van o.a. sportverenigingen, gehandicaptenorganisaties en de zorg.

We zetten in op medegebruik van sportaccommodaties door meerdere sporten beweegaanbieders en gebruikers. Om dit medegebruik te versterken gaan we bekijken hoe we bestaande accommodaties (bijvoorbeeld kantines) open kunnen gaan stellen voor meerdere sportaanbieders en maatschappelijke groepen. Een mooi voorbeeld is het toepassen van multifunctioneel kunstgras zoals dit nu reeds bij Saestum en De Tovers is gerealiseerd.

En we bekijken samen met scholen welke mogelijkheden de sportaccommodaties bij de scholen bieden. We gaan bekijken hoe diverse niet-sportgerelateerde (commerciële) partners als kinderopvang, huiswerkinstituten, fysiotherapie, sport medisch adviescentra etc. in de accommodaties kunnen worden ondergebracht.

Hierbij anticiperen we op de mogelijke toenemende vraag naar sportaccommodaties in het kader van de Wmo en de zorg (de inzet van sport als middel). Als gemeente brengen we partijen bij elkaar zodat we in gezamenlijkheid de haalbaarheid kunnen onderzoeken.

Door vraag en aanbod beter in evenwicht te brengen en medegebruik te stimuleren gaan we investeren in verbetering van efficiency.

Hierbij betrekken we huidige en toekomstige gebruikers om samen voorstellen te ontwikkelen (bijvoorbeeld voor gezamenlijk gebruik, fusie, clustering van accommodaties, invoeren van parkmanagement etc.) om zo het gebruik van de accommodaties te verbeteren. Door deze onderlinge samenwerking kunnen we uiteindelijk accommodaties delen, mooie nieuwe sportclusters opzetten en wachtlijsten wegwerken.

8 We stellen duidelijke regels op

Om de huidige en toekomstige ontwikkelingen binnen de sportaccommodaties goed te kunnen faciliteren is het van belang dat helder vast ligt welke sporten c.q. welk sportaanbod vanuit het gemeentelijk sportbudget wordt ondersteund.

Maar ook welke rol de gemeente hierbij speelt en in welke (delen van) sportaccommodaties hierbij wordt gefaciliteerd. We gaan daarom de taken en verantwoordelijkheden verder uitwerken en onderscheid maken welke sporten wel en welke sporten niet langer worden ondersteund.

We gaan regels opstellen welk sportaanbod op ondersteuning kan rekenen

Het overgrote deel van het sportbudget gaat naar accommodaties, en iedereen heeft wensen. Om daarin heldere keuzes te maken moet de rol van de gemeente als ontwikkelaar van accommodaties duidelijker worden. Er is behoefte aan duidelijke beleidsregels: heeft iedereen altijd recht op een accommodatie of een bepaalde faciliteit, hoeveel en op welk niveau, wie realiseert en wie exploiteert en ga zo maar door. We gaan daarom een beleidskader opstellen waarin we vastleggen hoe we beoordelen of verenigingen of sporten nog op gemeentelijke financiële (onder)steun(ing) ten aanzien van ontwikkeling van accommodatie en activiteiten kunnen rekenen. Zo hanteren we de normen van NOC*NSF en/of de sportbond alsmede de teamaantallen van de verenigingen om objectief vast te stellen of er een voldoende en adequaat ingericht voorzieningenaanbod voor elke sport aanwezig is. Daarbij wordt als regel gesteld dat er in ieder geval bij gewenste uitbreiding sprake moet zijn van een duurzame behoefte of tekort (bijvoorbeeld dat er meerdere jaren achter elkaar een capaciteitsknelpunt bestaat). Daarnaast dient gekeken te worden naar medegebruik van nabij liggende buurverenigingen (geen overschot bij de buren). Aangezien het vaak gaat om forse investeringen moet -vóórdat hiertoe wordt overgegaan- het maatschappelijk rendement bewezen zijn. Vitale verenigingen hebben hierbij een streepje voor. Resultaat is heldere en transparante beleidsregels die duidelijk aangeven “onder welke voorwaarden je waar recht op hebt”, maar ook “onder welke omstandigheden (denk aan structurele overcapaciteit)” er naar andere oplossingen gezocht moet worden.

We benoemen welke accommodatieonderdelen daarbij horen

Dit houdt dus ook in dat de gemeente niet per definitie de volledige verantwoordelijkheid draagt om altijd alle onderdelen van de sportvoorziening te realiseren. De focus ligt op de accommodatieonderdelen die noodzakelijk zijn voor de primaire sportbeoefening, waarbij aspecten als duurzaam, multifunctioneel en flexibel, veiligheid voor de sporter en omgeving en inzetbaarheid van de velden (bijvoorbeeld toepassing van verlichting) worden meegenomen.

En er zullen ook sporten zijn waar de gemeente vanuit haar rol geen voorzieningen voor kan, wil of hoeft te realiseren. Deze verenigingen ontvangen geen financiële ondersteuning ten behoeve van een accommodatie. Wel kunnen zij uiteraard aanspraak maken op andere vormen van verenigingsondersteuning. En waar de markt het zelf al heeft opgepakt sluit de gemeente graag aan.

Particuliere en/of ‘commerciële’ accommodaties zien we niet als “vijanden” maar als partners in het aanbieden van een zo breed en evenwichtig mogelijk accommodatieaanbod dat zoveel mogelijk sporters bedient.

9 De openbare ruimte richten we meer beweegvriendelijk in

Wij zien een wijkgerichte benadering van het sportaanbod als middel om de (sportieve) participatie en leefbaarheid te optimaliseren. We richten ons daarom op een beweegvriendelijke omgeving en toegankelijkheid tot sporten voor mensen voor wie dit niet vanzelfsprekend is.

Sport- en speelplekken onder de aandacht

De aanwezige sport- en speelplekken worden beter onder de aandacht gebracht zodat iedereen wordt gestimuleerd om ze meer te gaan gebruiken. We zoeken hierbij de samenwerking met sportverenigingen en de buurtsportcoaches om activiteiten op die plekken aan te bieden.

Dit vanwege het belang dat wordt gehecht aan voor iedereen toegankelijke en laagdrempelige voorzieningen in de wijk waar bewoners zelfstandig kunnen sporten maar ook, in samenwerking met diverse partijen, een passend aanbod aan sportieve activiteiten kan worden aangeboden.

Schoolpleinen en sportparken stellen we waar mogelijk open

We zullen kijken in hoeverre de bestaande schoolpleinen meer kunnen worden omgevormd naar sportpleinen, die overdag in gebruik zijn bij de onderwijsinstellingen en ’s avonds voor de wijk / buurtsportactiviteiten worden opgesteld.

En we bekijken of er sportparken zijn die we openbaar toegankelijk kunnen maken, zodat buiten verenigingsuren om de wijk of buurt er van gebruik kan maken. We realiseren ons dat we hierbij belangrijke aandacht moeten schenken aan toezicht en controle, om vandalisme en vernieling te voorkomen.

En misschien lenen niet alle plekken in Zeist zich hier even goed voor. Maar daar waar het kan, zetten we de poorten open.

Lang leve de groene buitenruimte!

Tenslotte gaan we onze groene buitenruimte meer duurzaam inrichten. Dit doen we door wandelpaden en fitnesstoestellen in het park, beweegrondjes met afstandsaanduiding door het buitengebied en beter zichtbare wandel, loop- en fietsroutes. Er is steeds meer sprake van “ongeorganiseerd sporten”, en de openbare ruimte is bij uitstek geschikt om dit te faciliteren. Hier is nog zo veel meer uit te halen, en tegen relatief lage investeringen en onderhoudskosten. Van letterlijk drempels wegnemen tot het maken van een kilometeraanduiding om te kunnen hardlopen in het bos of om het Slot. Een van de factoren die een omgeving beweegvriendelijk maakt, is groen. Op groene plekken kunnen burgers veelal wandelen, fietsen, spelen, recreëren, ontmoeten en sporten.

Met kleine ingrepen, het verbinden van bospaden, het aanleggen van een klimbos kunnen we al het groen in Zeist nog veel beter inzetten. Een eerste beoordeling van mogelijkheden hiertoe voeren we uit door middel van een BVO-scan (BeweegVriendelijkeOmgevings-scan).

Voorbeeld

 HET BOS OF PARK ALS TRAININGSMAATJE

De groene buitenruimte kan prima fungeren als extra trainingsveld! In het bos of park is het namelijk relatief eenvoudig om tal van veelzijdige oefeningen te doen. Je kunt er hardlopen op vlak of oneffen terrein. Er zijn hellingen, trappen, heuveltjes en soms zelfs slootjes. Of wat te denken van een slalom tussen de bomen door, bokspringen over boomstammen, klauteren of armspieroefeningen aan een tak of klimrek, springvormen over poortjes, bankjes of fietsenrekken, lopen op de ruiterpaden en ga zo maar door.

Met enige creativiteit en veelal gebruik makend van wat er al is biedt het bos of park een mooie uitdaging. En met een paar kleine aanpassingen zoals kilometerpaaltjes of uitgestippelde routes wordt het een ideaal trainingsveld!

10 Binnen de exploitaties bieden we meer ruimte voor ondernemerschap

We bieden ruimte voor eigen initiatieven

Een groot deel van het gemeentelijk sportbudget gaat naar accommodaties. De keerzijde is gelukkig dat accommodaties nu juist het onderdeel is dat ook mogelijkheden biedt tot opbrengsten. Opbrengsten die weer ten goede kunnen komen aan de sport. We bieden daarom sportaanbieders meer (commerciële) ruimte om zelf activiteiten te ondernemen en meer eigen inkomsten te genereren.

Enerzijds omdat ze dit nu eenmaal beter kunnen (het opzetten van een marketingstrategie, acquisitie en ondernemen komt doorgaans minder goed tot zijn recht vanuit een gemeentelijke context), maar anderzijds ook omdat we hiermee een prikkel willen bieden in de vorm dat ze er zelf iets aan over kunnen houden. Wie in dit geval de sportaanbieder is, kan per geval verschillen.

De geldende wet- en regelgeving, zoals de drank- en horecaverordening, het evenementenbeleid, het vigerende bestemmingsplan en het tarieven- en subsidiebeleid (waarin onder meer de huurvoorwaarden zijn opgenomen) bepalen uiteindelijk welke activiteiten wel of niet mogelijk zijn. Uitgangspunt is dat maatschappelijk gebruik altijd voor gaat op commercieel gebruik. Bovendien dienen opbrengsten vanuit commerciële verhuur of commerciële activiteiten mede ten goede te komen aan de sportaccommodatie zelf en de verenigingen die gebruik maken van de accommodatie.

We zoeken naar optimalisatie van beheer en exploitatievormen

De huidige beheer- en exploitatiesituatie van de verschillende sportaccommodaties zal kritisch onder de loep worden genomen. In veel gevallen is gebleken dat gebruikers (hetzij als collectief hetzij individueel) met hetzelfde budget dezelfde of zelfs betere kwaliteit kunnen leveren.

De mogelijkheden zijn wel altijd afhankelijk van de lokale situatie, de wil, het bestuurlijk- en vrijwilligerskader en deskundigheid die al dan niet voorhanden is om goed uitvoering te kunnen geven aan een dergelijke grote mate van zelfwerkzaamheid.

De praktijk in Nederland heeft daarnaast ook uitgewezen dat een eenduidige en centrale aansturing (meer marktgericht, dichter bij de klant/gebruiker) leidt tot meer efficiency en een beter maatschappelijk resultaat binnen de exploitatie van accommodaties. Mocht een wijziging van organisatievorm of –model (denk bijvoorbeeld aan het op afstand plaatsen van de exploitatie) tot meer maatschappelijk en/of financieel rendement kunnen leiden, dan staan we daar open voor en zullen we de mogelijkheden daartoe verder uitwerken.

Voor het zwembad gaan we een dergelijk traject doorlopen en gaan we bekijken of we de exploitatie op die manier kunnen optimaliseren.

Uitgangspunt daarbij is wel dat we als gemeente regie willen behouden over wezenlijke zaken als urengaranties, openstelling, tarieven en kwaliteit van onderhoud. Idealiter willen we komen tot meer economisch denken maar wel altijd binnen de sociale kaders.

VORMEN VAN BEHEER

Sportaccommodaties kunnen binnen meerdere beheervormen worden geëxploiteerd. De beheervorm kan verschillen van een volledig in de gemeentelijke organisatie opgenomen exploitatie tot een volledig commercieel ingerichte voorziening zonder banden met de gemeentelijke organisatie, waarbij in de meest verregaande vorm (de privatisering) zelfs de eigendom is overgedragen.

In de volgende figuur zijn de verschillende beheervormen schematisch weergegeven. Elke vorm kent zijn specifieke voor- en nadelen. Per situatie zal dus bekeken moeten worden wat het beste past.

PUBLIEK

PRIVAAT

GEMEENTELIJK IN DELIJN-

ORGANISATIE

INTERN VERZELFSTANDIGD

EXTERN VERZELFSTANDIGD

GECOMMERCIALISEERD GEPRIVATISEERD

Thema ORGANISATIE

Wat zien we om ons heen gebeuren?

Overheden zetten steeds meer in op burgerinitiatief, klantgerichtheid etc. Dit vraagt om een andere rol en attitude van de overheid, waarbij de organisatie en de competenties van medewerkers mee dienen te bewegen en er meer aandacht moet komen voor duidelijke taken en rolverdelingen.

Het sportveld organiseert zich in toenemende mate. In veel gemeenten wordt de belangenbehartiging van het sportveld formeel geregeld (sportfederatie, sportraad, sportplatform) en worden er overlegmomenten of –structuren ingericht (sportcafés, sportontmoeting, sportgala etc.).

Social media en sportapps winnen terrein van de traditionele instituten en media: dit vraagt dat ook gemeenten op een andere manier gaan communiceren met inwoners.

Gemeenten laten steeds vaker uitvoerende taken rondom beheer, exploitatie en programmering van sportaccommodaties over aan de markt. De overheid maakt daarbij een terugtredende beweging en richt zich vooral op het regisseren en/of faciliteren.

Gemeenten herijken hun tarievensystemen, waarbij steeds vaker sprake is van kostprijsgeoriënteerde (en in een enkel geval kostendekkende) verhuurtarieven.

De subsidies worden bijgesteld, waarbij veel gemeenten niet langer exploitatietekorten of jeugdleden subsidiëren maar activiteitensubsidies beschikbaar stellen voor partijen die in positieve zin bijdragen aan het gemeentelijk sport- en beweegbeleid.

Er is, mede door de economische ontwikkeling, meer aandacht voor regionalisering. Gemeenten stemmen in toenemende mate in regionaal verband af wie welke faciliteiten (activiteiten dan wel accommodaties) beschikbaar stelt.

Waar staan we in Zeist?

De meeste verenigingen in Zeist (86%) hebben te maken met organisatorische knelpunten. Veel verenigingen maken zich zorgen over hun leden (ledenwerving, -behoud), gevolgd door kader (geschiktheid en beschikbaarheid (bestuurlijk) kader), financiën (stijgende kosten, sluitende begroting) en accommodatie (kwaliteit en onderhoud).

Verenigingen in Zeist ervaren het tekort aan vrijwilligers als belangrijkste belemmering om hun maatschappelijke rol te versterken.

Mogelijk dat verenigingen met ondersteuning op dit punt, bijvoorbeeld met de inzet van buurtsportcoaches, hun wens om de maatschappelijke rol te versterken, kunnen realiseren.

Het taakveld sport is binnen de gemeentelijke organisatie belegd op veel verschillende plaatsen. Dit wordt veelal als ongewenst ervaren.

De uitvoering van het gemeentelijk sportbeleid is sinds 2006 in handen van Sportservice Zeist.

Ongeveer 3x per jaar organiseert de gemeente een sportplatform (met name voor updates over beleid en uitvoering) en ongeveer 2x per jaar wordt er een sportcafé georganiseerd, roulerend bij een sportverenging op locatie.

Hier draait het om actuele thema’s in de sport en netwerken.

De huidige tarieven zijn veelal historisch gegroeid en er is sprake van veel individuele maatwerk afspraken.

Er zijn op dit moment (d.d. 2015) diverse subsidieregelingen in en om de sport. In totaal is hiervoor per jaar circa € 178.000,- beschikbaar.

Meer dan de helft van dit bedrag wordt uitgekeerd op basis van ingediende ledenlijsten (de Jeugdsportsubsidie.

Wat gaan we doen?

Met de toenemende maatschappelijke waardering en erkenning voor de waarde van sport, neemt het aantal partijen dat het ‘sportveld’ betreedt nog steeds toe. Inmiddels hebben professionele kinderopvangorganisaties, welzijnsinstellingen en onderwijsinstellingen de meerwaarde en het belang van sport erkend. Er bestaat een sterk groeiende belangstelling voor sport vanuit andere beleidsterreinen. Er is hierbij een belangrijke rol voor de buurtsportcoaches weggelegd, zij vormen dé verbindende schakel tussen alle partijen en zijn hiermee feitelijk de uitvoerders van het sportbeleid.

De toename van het aantal partijen en de integrale benadering van de sport vraagt om coördinatie en regie van de lokale organisatie binnen de sportsector, waar de gemeente een onderdeel van is. Tegelijkertijd is er sprake van het ontstaan van nieuwe verhoudingen tussen overheid en samenleving. De gemeente vindt dat zij niet meer altijd de eerst verantwoordelijke is om problemen op te lossen. Deels vanuit bittere noodzaak (financiën), deels vanuit oprechte overtuiging dat door simpelweg zaken van bovenaf op te leggen uiteindelijk niet of minder snel met elkaar wordt bereikt wat we willen. De gemeente wil niet te veel sturen, maar meer stimuleren en aanjagen. Maar tegelijkertijd ook niet te rigide vasthouden aan regels, maar juist waar mogelijk soepel meebewegen, barrières wegnemen of zelfs belonen. Dus ruimte creëren, maar tegelijk een duidelijk beroep doen op de verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de burgers. De samenleving vormt steeds het startpunt voor nieuwe ontwikkelingen, en de gemeente zorgt er voor dat deze zo goed mogelijk van de grond kunnen komen. En de sportsector –die van oudsher al heeft aangetoond dat de ondernemerszin volop aanwezig is- loopt eigenlijk al voorop in deze beweging. We moeten dan ook de kracht van de sport benutten!

De volgende speerpunten zijn op het vlak van Organisatie benoemd.

ORGANISATIE

11 TAAK- EN ROLVERDELING OVERHEID, SAMENLEVING, ORGANISATIES

- Eigen kracht van de inwoners.

- Sport- en beweegaanbieders stimuleren we om meer samen te werken.

- Verhouding met professionele instellingen

12 KRACHTEN BUNDELEN EN BETROKKENHEID VERGROTEN!

- Naar een formele adviesfunctie.

- Niet alleen adviseren maar ook verbinden!

13 HET HUIDIGE TARIEVENSYSTEEM WORDT GEOPTIMALISEERD

- Naar heldere en transparante tarieven.

- Naar prikkelende subsidies.

14 ALS GEMEENTE ONTSCHOTTEN WE DE BELEIDSTERREINEN

- Ontschotting richting de stenen.

- Ontschotting richting de inhoud.

11 Taak en rolverdeling overheid, samenleving, organisaties

Eigen kracht van de inwoners

Zoals al benoemd is de wisselwerking tussen gemeente en samenleving aan het veranderen. In de brede sociale visie van de gemeente gaan we in Zeist steeds meer uit van de eigen verantwoordelijkheid en kracht van burgers. Werken van buiten naar binnen en luisteren naar initiatieven uit de samenleving. Dat gaat niet vanzelf dus gaat de gemeente dit ook prikkelen en stimuleren. Onder andere door partijen te verbinden, mee te denken, door te verwijzen en kennis te leveren. Burgerinitiatieven moeten worden ondersteund. En die zijn er behoorlijk wat in de sport, een sector met van oudsher een groot organiserend vermogen.

Hiervoor moeten er vanuit de gemeente niet te snel barrières worden opgeworpen, maar moet er flexibiliteit zijn in de omgang met regels (toepassen menselijke maat, sneller handelen en adequaat reageren). Maar ook moet hiervoor flexibiliteit zijn in de sportbudgetten. Nu zit nog 90-95% “vast” in de accommodaties. Door hier meer ruimte te creëren, kunnen middelen anders in worden gezet. Bijvoorbeeld voor subsidies, cursussen, een verenigingsmonitor etc. Hierdoor kan er uiteindelijk meer uit de samenleving worden gehaald.

De gemeente neemt hierbij vooral een regisserende en faciliterende rol in. Dat uit zich met name in het ter beschikking (laten) stellen van sportaccommodaties en het creëren en ondersteunen van netwerken. De gemeente zal minder aanspreekbaar zijn op dagelijkse problemen van verenigingen en sporters. Eigen initiatief en verantwoordelijkheid van inwoners, sportverenigingen en instellingen wordt hierbinnen zoveel mogelijk geprikkeld en gestimuleerd. Hierbij is het standpunt dat de gemeente vooral in de voorwaardenscheppende sfeer wil optreden en pas daar waar nodig zelf de uitvoering ter hand gaat nemen. In beide rollen is het noodzakelijk partners te hebben en daarmee in overleg te treden en contacten te onderhouden. Daarbij wil de gemeente een meer proactieve houding aannemen door structureel overleg te voeren met de betrokken partijen.

Sport- en beweegaanbieders stimuleren we om meer samen te werken

Om het netwerk verder te versterken worden sport- en beweegaanbieders gestimuleerd om meer samen te werken. Het gebruik maken van elkaars kennis en kunde kan een professionaliseringsslag tot gevolg hebben.

Door te leren van elkaars organisatietalent, het vrijwilligersbeleid van een (andere) vereniging of de manier waarop je leden werft én behoudt kunnen de verenigingen elkaar onderling versterken. Sportservice Zeist speelt hierin een rol door waar nodig met kennis en mensen de gewenste ondersteuning te bieden. Maar ook door het op regelmatige basis organiseren van Sportcafés dragen we hieraan bij.

De samenwerking tussen sport en andere maatschappelijke terreinen (onderwijs, (jeugd)zorg- en welzijn) en de organisaties die daarin actief zijn moet verder worden versterkt. De gemeente treedt hierbij op als regisseur en verbinder, door waar nodig de contacten te leggen en partijen te verbinden. De gemeentelijke organisatie blijft hierbij niet ongemoeid. We gaan de klantgerichtheid verbeteren en de dienstverlening en slagvaardigheid proberen te optimaliseren.

Het moet voor alle partijen in het veld duidelijk zijn bij wie men terecht kan en welke hulp men daarvan mag verwachten. Daarnaast gaan we meer ruimte bieden voor maatschappelijke initiatieven. Uitgangspunt daarbij is niet wat er allemaal niet kan of mag maar vooral wat we wél kunnen doen om iets tot een succes te maken.

Verhouding met professionele instellingen

De gemeente Zeist heeft sinds 2006 een groot deel van de uitvoering van haar sportstimuleringsbeleid uitbesteed. Sportservice Zeist heeft dit grotendeels voor haar rekening genomen en ook de buurtsportcoaches zijn daar in dienst.

VERANDERENDE ROL VAN DE OVERHEID

De afgelopen jaren is de rol van de overheid veranderd. Veel gemeenten maken steeds meer een terugtrekkende beweging ten aanzien van de directe uitvoerende verantwoordelijkheden. Hieronder vallen de taken op het gebied van sportstimulering en beheer en exploitatie van sportaccommodaties.

De gemeentelijke taak en rol zal zich in de toekomst (nog meer dan nu al het geval is) concentreren op het voeren van regie. De gemeente stelt het toekomstige beleid vast, draagt de kaders actief uit en brengt partijen uit het netwerk bij elkaar die vervolgens samen de gewenste situatie realiseren. Eigendomsposities, beheer en exploitatie vormen daarbij niet zozeer de taken van de gemeente. Het bieden van mogelijkheden tot het uitoefenen van sport- en beweeg activiteiten wél. In de brede sociale visie heeft de gemeente dit omschreven als “van zorgen voor naar zorgen dat”.

In 2015 is daar MeanderOmnium als werkgever bijgekomen. De buurtsportcoaches vormen een belangrijke schakel in de uitvoering van deze visie. De gemeente wil met deze instellingen afspraken maken op het niveau van outcome en maatschappelijke effecten. Hierbij wordt context gedreven gewerkt (van ‘buiten naar binnen’): de inwoners, de sportaanbieders en overige partners bepalen (mede) waar de prioriteiten worden gelegd, zoals bij de totstandkoming van deze sporten beweegvisie ook is gebleken. De werkwijze van de professionele instellingen richt zich daarbij vooral op het creëren van het gewenste effect in plaats van het sec uitvoeren van een procedure of plan. De werkwijze moet dáár ook op zijn gericht.

Dat betekent dat de professionele instellingen niet altijd (jaarlijks) automatisch naar het bestaande aanbod dienen terug te grijpen. Samen met de burger en/of doelgroep moet dit aanbod steeds weer worden herijkt.

12 Krachten bundelen en betrokkenheid vergroten!

Naar een formele adviesfunctie

Vanuit de sport is de wens geuit om te komen tot meer (onderlinge) betrokkenheid en samenwerking. We gaan daarom samen onderzoeken op welke manier we de sport in Zeist beter kunnen gaan organiseren en de belangen van de sport- en beweegaanbieders in Zeist op een meer structurele en formele manier kunnen gaan behartigen. Hierbij kan worden gedacht aan het inrichten van een platform (zoals een “Zeister Sportraad” of “Zeister Sportfederatie”) die de sport in Zeist vertegenwoordigt. Dit platform, dat er tenminste voor de georganiseerde én ongeorganiseerde sport moet zijn (maar bij voorkeur ook aangevuld wordt met betrokken partners uit zorg, welzijn en onderwijs), kan de gemeente gevraagd en ongevraagd van advies dienen over het brede sportbeleid en de voortgang daarvan. Het platform zit dicht op de beleidsvorming én op de uitvoering en vormt daarmee een sparringpartner voor ambtenaren en college. Het platform levert daarmee een bijdrage aan de verbetering van de communicatie tussen de sportverenigingen onderling en tussen de sportverenigingen, overige partners en de gemeente. Dit vanuit de overtuiging dat sport een belangrijke maatschappelijke functie vertegenwoordigt en dat sportverenigingen daarbij een essentiële rol vervullen.

Niet alleen adviseren maar ook verbinden!

De rol van dit op te richten platform zien we graag breder dan enkel belangenbehartiging. In samenspraak met de verenigingen en bijvoorbeeld Sportservice Zeist gaan we bekijken in hoeverre het een rol kan/wil spelen bij het toezicht op, klankborden over en monitoren van de effecten van deze sport- en beweegvisie. En wellicht kan het platform een bijdrage leveren aan het organiseren van evenementen ten behoeve van het vieren van successen en/of het huldigen van kampioenen, het beleggen van informatiebijeenkomsten voor sportverenigingen etc. Naast het vertegenwoordigen van de sport dient het platform vooral ter verbinding van de sport.

Voorbeeld “SPORTPLATFORM ARNHEM”

In de gemeente Arnhem is in 2009 de Arnhemse Sport Federatie opgericht. De ASF is dé belangenorganisatie voor de georganiseerde sport in Arnhem die -gevoed en bemenst door de aangesloten verenigingen de collectieve belangen van de verenigingen behartigt op politiek, ambtelijk en uitvoerend niveau. De ASF voorziet deze niveaus van gevraagd en ongevraagd advies om zo de positie van de georganiseerde sport verder te versterken. Daarnaast organiseert de ASF het Arnhemse Sportdebat en levert ze een bijdrage aan diverse informatieavonden, cursussen of bijeenkomsten.

13 Het huidige tarievensysteem wordt geoptimaliseerd

Naar heldere en transparante tarieven

Tarieven zijn de grootste vorm van (indirecte) subsidie binnen de sport. De (veelal laagdrempelige) tarieven en subsidies vormen een middel om de sportverenigingen te stimuleren tot gebruik en daarnaast verenigingen die een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelstellingen direct te ondersteunen. De huidige systematiek is verouderd en historisch gegroeid tot wat het is: er is veel sprake van maatwerk en 1op1 afspraken met gebruikers. Dit leidt tot gevoelens van willekeur en onrechtvaardigheid. Een belangrijk aspect van de discussie is dat ‘verscholen’ subsidie zichtbaar wordt gemaakt. Nu worden sportaccommodaties ver beneden de kostprijs ter beschikking gesteld, maar het is onduidelijk hoe deze verhouding, de onderlinge verdeling tussen de verschillende sporten of tussen bijvoorbeeld de binnensport en de buitensport is. Alle verenigingen en partners verdienen een helder en transparant tarievenstelsel dat gebaseerd is op transparantie in tariefstelling, een relatie met de kostprijs en een duidelijke grondslag waarop deze tarieven zijn gebaseerd. We streven hierbij naar een tarievensysteem dat prikkelt tot gebruik in plaats van “straft”. Hierbij in ogenschouw nemend dat de sport te allen tijde betaalbaar blijft.

En naar prikkelende subsidies!

Sportverenigingen zijn belangrijke partners als het gaat om de uitvoering van de sport- en beweegvisie. Sterke sportverenigingen zijn sportverenigingen die in staat zijn om invulling te geven aan de uitdagingen waar zij voor staan, op dit moment en in de toekomst. Om hier aan te kunnen voldoen dient de gemeente ondersteuning te bieden.

De huidige subsidiesystematiek gaan we tegen het licht houden en omvormen naar subsidies gericht op maatschappelijk rendement in plaats van “op ledenlijsten”. Hiermee wordt tevens een prikkel geboden tot uitvoering van deze sportvisie.

14 De gemeente ontschot de beleidsterreinen

Het speelveld van de sport is sterk veranderd de laatste jaren. Niet alleen zijn er meer spelers op het veld komen te staan, deze spelers hebben steeds vaker een andere achtergrond of komen uit een andere sector. Om al deze partijen goed te kunnen verbinden en de onderlinge samenwerking te bevorderen is een integrale aanpak nodig. Een aanpak die begint op het gemeentehuis, waar veelal nog vanuit verschillende beleidsterreinen wordt gewerkt.

Ontschotting richting de stenen

De gemeente gaat de beleidsterreinen ontschotten zodat optimaal kan worden samengewerkt. En sport moet daarbij leidend zijn, niet volgend. Sport neemt initiatieven richting Vastgoed en Grondzaken (bestemmingsplannen, structuurvisie etc.) maar ook richting Vergunningen en Beheer Openbare Ruimte (die bijv. over de openbare speelvoorzieningen gaat).

Hierdoor weet sport wat er speelt, en kan er tot betere ondersteuning richting partners worden gekomen en kunnen waar nodig processen worden versneld. Want ook de Zeister sport- en beweegaanbieders hebben soms te maken met OZB, bestemmingsplannen, paracommercie en overige gemeentelijke regelingen. Als de gemeente meer vraagt en gaat vragen van de burger en sport- en beweegaanbieders, dan moet de gemeente op dit vlak het goede voorbeeld geven.

Ontschotting richting de inhoud

Ook naar andere sociale beleidsterreinen neemt de sport het initiatief daar waar we sport écht als middel willen inzetten. Sociale teams gaan hier een belangrijke rol in spelen net als de buurtsportcoach die hierin zelfs van doorslaggevend belang kan zijn. Dit is één van de redenen dat vanaf 2015 de buurtsportcoach ook voor een deel vanuit MeanderOmnium wordt aangestuurd. Ook de van oudsher aanwezige schotten tussen de verschillende beleidsterreinen worden zoveel mogelijk wegenomen door op structurele basis als gemeentelijke “afdelingen” bij elkaar te komen en meer te werken aan integrale visies. De verschillende ontwikkelingen worden besproken en er wordt gezamenlijk gezocht naar slimme verbindingen tussen de beleidsterreinen waar de burgers van Zeist van kunnen profiteren.

En doordat iedereen van elkaars agenda op de hoogte is kunnen de beschikbare middelen worden ingezet op de plaats waar dit het beste tot zijn recht komt (ook als dat op een ander beleidsterrein mocht zijn!). Voor de sport- en beweegaanbieders komt de gemeente tot een heldere structuur en duidelijke aanspreekpunten en –mogelijkheden waar iedereen met zijn vragen terecht kan en binnen redelijke termijn ook een antwoord krijgt.

Hiermee hopen we uiteindelijk te realiseren dat ook de schotten in het veld verdwijnen en partijen steeds meer vanuit zichzelf toenadering tot elkaar zoeken.

4 MONITORING

Voor concrete uitvoering van deze visie wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld. In dit programma worden onder meer activiteiten en resultaten beschreven. Het is belangrijk dat hierover verantwoording wordt en kán worden afgelegd. Behalen we onze voorgenomen doelen, is het beleid doeltreffend en doelmatig? We gaan dus niet alleen maar plannen uitvoeren, we gaan ook het resultaat ervan meten.

In de afgelopen jaren is het (effect van het) sportbeleid in Zeist over het algemeen niet gemeten. We hebben daardoor onvoldoende zicht op de effecten van het beleid vanaf 1999 tot nu toe, en missen soms de benodigde lokale informatie om te gebruiken bij het opstellen van deze nieuwe visie. Bij het ontwikkelen van de voorliggende sport- en beweegvisie hebben we daarom op een aantal punten landelijke en regionale cijfers en kengetallen gebruikt. En uiteraard hebben we dankbaar gebruik gemaakt van de ingebrachte kennis en ervaring van alle betrokken partijen in het interactieve proces!

Richting de toekomst willen we hier graag verandering in brengen. De nieuwe sport- en beweegvisie die nu voor u ligt kiest voor een stevig ambitieniveau, ook op relatief nieuwe terreinen. De doelen die we hiermee willen bereiken hebben we wel helder, maar we zouden straks graag willen terugzien dat we ze ook echt hebben behaald.

We zullen daarom de komende jaren meer aandacht geven aan structureel onderzoek en het scherp monitoren van de verschillende doelstellingen. Bij het uitwerken van het uitvoeringsprogramma zullen we daarom per onderdeel benoemen op welke manier we dit aspect de komende jaren willen monitoren. Is in de eerste jaren op die onderdelen een effectmeting nog niet direct mogelijk, dan zal het accent komen te liggen op een procesmeting. Dit alles met als doel dat we richting de toekomst nog specifieker beleid kunnen gaan voeren op de verschillende ambities en doelstellingen die we in deze sport- en beweegvisie hebben beschreven.

Mede om die reden is al gestart met het ontwikkelen van monitoringsinstrumenten. Zo hebben we recent de verenigingsmonitor uitgezet, de KISS-rapportage gegenereerd, en zijn we nu een “monitor sociaal domein” aan het opzetten.

Deze monitor zullen we de komende jaren mede gaan gebruiken om te bepalen waar onze aandacht naar uit dient te gaan en wat de effecten zijn in de zin van maatschappelijk rendement.

5 FINANCIEN

Met voorliggende sport- en beweegvisie is een stip op de horizon geplaatst tot 2020. Als vertrekpunt hiertoe heeft de huidige programmabegroting sport en recreatie 2015 gediend. Om onze ambities en doelstellingen te kunnen behalen zijn natuurlijk ook financiële middelen benodigd. Jaarlijks zijn er budgetten beschikbaar. Voor de komende beleidsperiode is vooralsnog geen extra geld uitgetrokken, terwijl de ambities en doelstellingen impliceren dat tot 2020 wel extra middelen benodigd zijn. Dat betekent dat -ter dekking hiervan een herschikking van middelen dient plaats te vinden. Dit is een behoorlijke uitdaging aangezien de afgelopen jaren reeds druk is komen te staan op de sportbudgetten, mede in het kader van de bezuinigingsdialoog.

Om voorgaande reden heeft de huidige programmabegroting sport en recreatie 2015 het vertrekpunt gevormd voor deze sport- en beweegvisie. Het beschikbare budget voor sport bedraagt circa € 5,5 miljoen, waarbij tegelijkertijd circa € 1,9 miljoen aan inkomsten dient te worden gegenereerd.

Er zijn mogelijkheden die gedurende de looptijd van de sport- en beweegvisie kunnen leiden tot extra middelen of financieringsbronnen:

Het integrale karakter van de visie en de maatschappelijke rol van sport kan aanvullende mogelijkheden ten aanzien van financiering bieden, die we verder uit moeten gaan bouwen. We kunnen subsidiemiddelen vanuit andere beleidsterreinen als Wmo, jeugd- en jongeren, welzijn, minima, onderwijs, GGD et cetera ten gunste laten komen van de uitwerking van de doelstellingen die in voorliggende sport- en beweegvisie zijn benoemd. De producten en programma’s die onder de doelstellingen komen te hangen liggen in veel gevallen op de grens van sport en de overige beleidsterreinen, waardoor het mes aan twee kanten snijdt.

PROGRAMMA

Baten

Lasten

Sportbeleid

€ 56.000

€ 807.000

Buitensport accommodaties

€ 269.000

€ 991.000

Binnensport accommodaties

€ 282.000

€ 664.000

Zwembad

€ 1.291.000

€ 2.756.000

Overige accommodaties en voorzieningen

€ 187.000

Recreatieschappen

€ 123.000

Totaal Sport en Recreatie

€ 1.898.000

€ 5.528.000

Om dezelfde reden ontstaat in toenemende mate de mogelijkheid dat private partijen vanuit maatschappelijke betrokkenheid een bijdrage leveren aan de realisatie van deze sport- en beweegvisie. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan de financiering van beweegprogramma’s door bijvoorbeeld zorgverzekeraars, woningbouwcorporaties en bedrijfsleven. Maar ook aan de participatie van onderwijsinstellingen, welzijnsorganisaties en/of kinderopvangorganisaties in initiatieven voor de realisatie van nieuwe (multifunctionele) sportaccommodaties. En laten we ook de kansen niet vergeten die bij fondsen, stichtingen of overige rijksregelingen liggen.

Daarnaast zullen we ook aandacht hebben voor de keuze die kan worden gemaakt om ook de scholen voor extra sportdeelname te laten betalen, waarmee bijvoorbeeld een stuk cofinanciering gecreëerd wordt voor de dekking van de buurtsportcoaches.

We zijn voornemens slimmer met beheer en exploitatie van onze accommodaties om te gaan en meer ruimte voor ondernemerschap te creëren. Hierdoor wordt kostenreductie en opbrengstenverhoging voorzien. Gebruik maken van hedendaagse technologie en marktkennis kunnen hieraan bijdragen.

We gaan meer inzetten op (Rijks)subsidies, landelijke impulsgelden en beschikbare fondsen. Dit doen we als gemeente niet alleen, maar samen met onze uitvoeringspartners en de sport- en beweegaanbieders. In 2014 hebben we ons al succesvol getoond op dit vlak en de komende jaren zullen we dit intensiveren.

De activiteiten die met onze reguliere beschikbare subsidies worden uitgevoerd, hebben voor een groot deel een relatie met ‘het sportbeleid’. Door heroverweging en aanscherping van de afspraken zou dit geld kunnen worden ingezet voor de uitvoering van deze sport- en beweegvisie. In het verlengde hiervan zou een nieuw tarieven- en subsidiestelsel er voor kunnen zorgen dat er meer balans komt tussen kosten en opbrengsten waardoor er meer aandacht en sturingsmogelijkheden ontstaan voor de realisatie van beleidsdoelstellingen.

De mate waarin dit in de praktijk kan worden gebracht is in dit stadium nog niet concreet vertaald en gekwantificeerd. Duidelijk mag zijn dat, voor uitvoering van de visie en realisatie van de doelstellingen onder de streep wel enige aanvullende financiering nodig is. Het uitvoeringsprogramma (vertaling van visie tot projecten) zal hier nader uitsluitsel over bieden.

Hiermee wordt de implementatie van de visie en het fundament voor de toekomst van de sport in Zeist gewaarborgd.

NB: genoemd uitvoeringsprogramma wordt direct na vaststelling van deze visie in samenspraak met diverse betrokken organisaties opgesteld en nog in 2015 aan de raad voorgelegd. In het uitvoeringsprogramma worden de middelen (geld, tijd en menskracht), de activiteiten en de resultaten beschreven. De in het uitvoeringsprogramma opgenomen acties worden in volgorde van prioriteit geprogrammeerd in de periode 2015-2020

Bijlage 1

Projectorganisatie

Stuurgroep

Jacqueline Verbeek-Nijhof Wethouder sport & bestuurlijk opdrachtgever

Wim Nieuwland Afdelingsmanager Ambtelijk opdrachtgever

Sander Kolk Projectmanager Sport, projectleider sportvisie

Projectorganisatie

Sander Kolk Projectmanager Sport, projectleider sportvisie

Bert Davelaar Projectondersteuner

Ruud Bruijnis Projectgroeplid (betrokken inwoner)

Werkgroep Sport- en Beweegstimulering

Maaike van Meerten Betrokken inwoner

Gerard van de Breemer Wijkmanager Gemeente Zeist

Jos Tonk TV Griffensteijn

Sanne Krol GGD regio Utrecht

Jos de Ronde BC Zeist

Astrid van Veldhuijzen Sportservice Zeist

Gerard de Vries DOSC

Jos Sprenkels GPPZ

Bernard Mulder Phoenix hockey

Edward Veldman BC ‘t Slot

Mehran Eghtesad CLZ onderwijs

Marc de Jong Fysiotherapeut

Werkgroep maatschappelijke rol van sport

Sander Kloos Betrokken inwoner

Casper van de Graaf Accountmanager gezondheid Gemeente Zeist

Chaouki el Hodayebi MeanderOmnium

Astrid van Veldhuijzen Sportservice Zeist

Willem de Bruin Woningbouwvereniging De Kombinatie

Marita van de Koevering Wijkgericht werken Gemeente Zeist

At Bakkenes Betrokken inwoner

Koop Dekker Accountmanager sport Gemeente Zeist

Johan Westerhof Schaerweijde hockey

Janneke van Aartrijk Betrokken inwoner

Yvonne Knegt GGD regio Utrecht

Karin van Vliet Betrokken inwoner

Werkgroep Accommodatie & Organisatie

Ad Huijsmans A.V. Fit

Jasper Vilé ZTTV

Bernard Weerdmeester CKV RDZ

Astrid van Veldhuijzen Sportservice Zeist

Heinz Hendrikse Betrokken inwoner

Jos Sprenkels GPPZ

Frank Slijper VV Jonathan

Eelco van der Werff Schaats- en Inline-skate Vereniging Zeist

Rob van der Mark Teamleider Service & Onderhoud, Gemeente Zeist

Bram Wispelweij Wijkmanager Gemeente Zeist (afgemeld)

Hans de Bree Betrokken inwoner (afgemeld)

Bijlage 2

Definities beweegnormen

De Nederlandse Norm Gezond Bewegen

Jeugdigen (jonger dan 18 jaar)

Dagelijks één uur matig intensieve lichamelijke activiteit (5 MET5 (bijvoorbeeld aerobics of skateboarden) tot 8 MET (bijvoorbeeld hardlopen 8 km/uur)), waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie).

Volwassenen (18-55 jaar)

Dagelijks minstens een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit (tussen de 4 en 6,5 MET), op minimaal 5 dagen per week. Matig lichamelijk actief betekent voor volwassenen bijvoorbeeld stevig wandelen (5 km/uur) of fietsen (16 km/uur).

55-plussers

Een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit (tussen de 3 en 5 MET) op tenminste vijf, bij voorkeur alle dagen van de week. Matig intensief betekent voor 55-plussers bijvoorbeeld wandelen in een tempo van 4 km per uur of fietsen met een snelheid van 10 km per uur. Voor niet-actieven, zonder of met beperkingen, is elke extra hoeveelheid lichaamsbeweging zinvol onafhankelijk van intensiteit, duur, frequentie en type.

De fitnorm

De fitnorm heeft als norm: tenminste drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar intensieve activiteit.

De combinorm

De combinorm is een combinatie van beide bovenstaande normen. Iemand voldoet aan de combinorm wanneer hij/zij aan tenminste aan één van de beide normen voldoet.

Voetnoot 5:MET staat voor metabolic equivalent en geeft het geschatte energieverbruik tijdens fysieke activiteit. 1 MET wordt gedefinieerd als 1 kcal/kg/uur en staat voor de hoeveelheid benodigde energie als je rustig zit. Bij een activiteit waarbij je 3 keer zoveel energie verbruikt dan tijdens rust, kunnen we dus zeggen dat je 3 MET’s verbruikt.

Bijlage 3

Bronnenlijst

Bij de totstandkoming van deze sport- en beweegvisie zijn de navolgende bronnen en documenten gebruikt:

  • -

    Rapportage Sport 2014 – Sociaal Cultureel Planbureau

  • -

    Ledentallen 2013 - NOC*NSF

  • -

    Verenigingsmonitor 2014 - Mulier Instituut

  • -

    Diverse publicaties van het NISB

  • -

    Nota Gezondheidsbeleid 2012 – Gemeente Zeist

  • -

    GGD-Atlas 2012 – GGD

  • -

    KISS rapportage gemeente Zeist 2013 – NOC*NSF

  • -

    Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011 – TNO Hildebrandt e.a. 2012

  • -

    Leefstijlprofiel – Gemeente Zeist

  • -

    Meer halen uit sportevenementen - Evaluatie VWS beleidskader pilots sportevenementen Mariekede Groot e.a. 2012

  • -

    Groen (voor) Zeist – groenstructuurplan voor binnenstedelijk groen 2011 – Gemeente Zeist

  • -

    Notitie Buurtsportcoaches en Combinatiefuncties Cultuur 2014 - Gemeente Zeist

  • -

    Startnotitie sport- en beweegvisie 2014 – Gemeente Zeist

  • -

    Bezuinigingsdialoog witboek 2012 – Gemeente Zeist

  • -

    Collegeprogramma 2014-2018 – Gemeente Zeist

  • -

    Presentatie BSC en CF-Sportservice Zeist 2014 – Sportservice Zeist

  • -

    Uitvoeringsprogramma 2014 – Sportservice Zeist

  • -

    www.sport-koepel.nl/595/trends_a_ontwikkelingen/

  • -

    www.sportindebuurt.nl/sportimpuls/buurtscan-en-buurtactieplan

  • -

    www.zorgatlas.nl/thema-s/sporten-en-bewegen/sportdeelname/totaal-aantalsportbondleden-per- gemeente/#breadcrumb

  • -

    www.nocnsf.nl/openclubs