Regeling vervoersvoorziening jeugdhulp gemeente Zeist 2015

Geldend van 02-05-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling vervoersvoorziening jeugdhulp gemeente Zeist 2015

Het college van de gemeente Zeist;

Gelet op de artikelen 2.3, tweede lid van de Jeugdwet en artikel 2, derde lid van de Verordening jeugdhulp gemeente Zeist 2015;

besluit vast te stellen het

Regelingvervoersvoorziening jeugdhulpgemeente Zeist2015

Artikel 1. Begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, taxibus, treintaxi of bustaxi;

  • b.

    afstand: afstand tussen de woning en de jeugdhulpinstelling, de school en de jeugdhulpinstelling en/of de jeugdhulpinstelling en de woning, gemeten langs de kortste voor de jeugdige voldoende begaanbare en veilige weg;

  • c.

    begeleider: ouder of persoon die door de ouders wordt ingezet om de jeugdige tijdens het vervoer te begeleiden;

  • d.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig of fiets;

  • e.

    jeugdige: jeugdigen die gebruik maken van een jeugdhulpvoorziening als bedoeld in artikel 2 van de Verordening jeugdhulp;

  • f.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer per bus, trein, metro, tram, veerdienst of auto;

  • g.

    ouders: ouders, voogden of verzorgers van de jeugdige;

  • h.

    reistijd: totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de behandeling bij de jeugdhulpinstelling, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de jeugdige de voorziening met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de aanvang van de behandeling, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de behandeling volgens het behandelplan en de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal 10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer;

  • i.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de behandelloctie dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de behandeling volgens het behandelplan, tenzij de structurele handicap van een jeugdige die aansluiting onmogelijk maakt;

  • j.

    vervoersvoorziening:

    1°. bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de jeugdige en zo nodig diens begeleider;

    2°. aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen; of

    3°. gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de jeugdige en zo nodig diens begeleider;

  • k.

    woning: plaats waar de jeugdige structureel en feitelijk verblijft.

Artikel 2. De door het college noodzakelijk te achten vervoersvoorziening

  • 1. Ten behoeve van het bezoeken van de jeugdhulpinstelling kan het college aan de jeugdige aan wie een individuele voorziening is verstrekt een vervoersvoorziening toekennen.

  • 2. De vervoersvoorziening wordt toegekend indien en voor zover dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid van de jeugdige en overigens met inachtneming van het bepaalde in dit besluit

  • 3. Voor zover het behandelplan voorschrijft dat de ouders aanwezig zijn bij (onderdelen van) de behandeling, zijn de bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3. Toekenning vervoersvoorziening

Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.

Artikel 4. Voorwaarden vervoersvoorziening

  • 1. Een aanvraag voor een vervoersvoorziening kan worden gedaan als een jeugdige in aanmerking komt voor een individuele voorziening.

  • 2. Indien dit het geval is, dient te zijn vastgesteld dat er vervoer naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden, noodzakelijk is.

Artikel 5. Passende vervoersvoorziening

  • 1. Het college bepaalt welke vervoersvoorziening het meest passend is.

  • 2. De volgende vormen worden onderscheiden:

    • a.

      Aansluiting bij reeds bestaande vervoersbewegingen in het kader van de Wmo en/of leerlingenvervoer binnen (aanvullende) afspraken met het betreffende vervoersbedrijf voor zover dit mogelijk blijkt na onderzoek van de gemeente;

    • b.

      Kilometervergoeding indien de ouders de jeugdige zelf vervoeren of te laten vervoeren, op basis van een vastgesteld tarief van, conform de Reisregeling binnenland (rijksregeling voor reis- en verblijfskosten);

    • c.

      OV-vergoeding, indien:

      • i.

        de jeugdige in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken, of

      • ii.

        de jeugdige jonger dan negen jaar is, en door de ouders genoegzaam wordt aangetoond dat de jeugdige niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken, met een begeleider.

    • d.

      Aangepast vervoer indien:

      • i.

        de jeugdige met gebruikmaking van openbaar vervoer naar de jeugdhulpinstelling of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

      • ii.

        genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de jeugdige door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is;

      • iii.

        de jeugdige, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding –van openbaar vervoer gebruik te maken.

Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende vervoersvoorziening, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende vervoersvoorziening, vervalt de aanspraak daarop en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuw verstrekte vervoersvoorziening.

Artikel 7: Voorwaarden

  • 1.

    Het college kan aan het verstrekken van vervoerskosten voorwaarden verbinden, die verband houden met de aard en het doel van de bepalingen in dit besluit.

  • 2.

    Het college kan een vervoersvoorziening intrekken indien niet (meer) aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.

Slotbepalingen

Artikel 8. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het vervoer betreffende, waarin dit besluit niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9. Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor jeugdhulp aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in dit besluit, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.

Artikel 10. Overgangsrecht

  • 1. De rechten en verplichtingen die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit Besluit gelden met betrekking tot bekostiging van het vervoer naar en van de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden, blijven gelden gedurende de looptijd van het indicatiebesluit dan wel de verwijzing voor die jeugdhulp, doch ten hoogste tot een jaar na de inwerkingtreding van dit Besluit.

  • 2. Het eerste lid geldt niet voor de rechten met betrekking tot bekostiging van het vervoer die gelden krachtens een aanvullende verzekering.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie met terugwerkende kracht per 1 januari 2015.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling vervoersvoorziening jeugdhulp gemeente Zeist 2015.