Uitvoeringbeleid voor terrasoverkappingen bij horeca in gemeente Zeist

Geldend van 01-05-2013 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringbeleid voor terrasoverkappingen bij horeca in gemeente Zeist

UITVOERINGBELEID VOOR TERRASOVERKAPPINGEN BIJ HORECA IN ZEIST

1.Inleiding

De gemeente Zeist omvat veel straten en enkele pleinen waar winkelgelegenheden en uitgaansgelegenheden zijn gevestigd. Vaak hebben de horecaondernemers een gedeelte van het openbare gebied of horecaterrein, dat beide in eigendom van de gemeente of de (verhuurder van de) horecaondernemer kan zijn, ingericht en in gebruik als terras. Terrassen kunnen Zeist gezellig maken en het straatbeeld verlevendigen. Een terras levert inkomsten op voor de ondernemer en het voorziet in een behoefte van de inwoners en passanten van Zeist om te recreëren. In het Coalitieakkoord voor deze raadsperiode 2010 tot 2014 is ook heel bewust aangegeven dat terrassen bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het centrum en aan het verblijfsklimaat voor het winkelend publiek en recreanten in Zeist. Vanuit dat oogpunt stimuleren en faciliteren wij particulier initiatief op dit terrein. Daarnaast wordt op dit moment gewerkt aan een nieuwe visie op het centrum van Zeist. Hierin zullen een aantal verbeteringen in de openbare ruimte worden aangebracht die de aantrekkelijkheid van het kernwinkelgebied moeten versterken. Horeca speelt een toenemende rol in de aantrekkingkracht van een winkelgebied.

Helaas worden wij echter wel geconfronteerd met horecabedrijven die terrasoverkappingen realiseren op de bestaande terrassen, die niet aan de regelgeving voldoen. Het aantal gevallen groeit en ook de vraag naar terrasoverkappingen neem toe, over het algemeen in de vorm van een stalen of houten frame met uitschuifbare zonwering of aaneengesloten parasols. De terrasoverkappingen kunnen een toegevoegde waarde hebben in de vorm van sfeer, gastvrijheid en toegankelijkheid. Het trekt extra klandizie aan. Tevens speelt de gemeente Zeist hiermee in op de trend in de consumptieve horeca tot het overkappen van terrassen en bevordering van jaarronde exploitatie van terrassen en daarmee seizoensverlenging.

Een terras en een terrasoverkapping kunnen echter ook tot gevolg hebben dat er meer overlast veroorzaakt wordt, de vrije doorgangen belemmerd worden of een rommelige uitstraling tot gevolg kan hebben. Reden voor de gemeente Zeist om bij de mogelijkheden tot het realiseren van terrasoverkappingen, regels op te stellen met de kaders waarbinnen het mogelijk is. Deze nadere regels zorgen voor duidelijkheid bij zowel de horecaondernemers, burgers als handhavers. Bovendien wordt door het vaststellen van nadere regels de veiligheid, de beeldkwaliteit en leefbaarheid respectievelijk verbeterd respectievelijk gewaarborgd.

2.Instrumentarium

Het verzoek om een terras te realiseren wordt getoetst aan het bestemmingsplan, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en het Horecabeleid. Wanneer een dergelijke vergunning wordt verleend, is er aan meerdere aspecten al getoetst, bijvoorbeeld aan veiligheid en toegankelijkheid.Terrassen kunnen dan gesitueerd zijn in het openbaar gebied of op eigen terrein.

In de huidige bestemmingsplannen worden aan horecalocaties beperkte mogelijkheden gegeven voor het realiseren van terrasoverkappingen. Er wordt vaak voor de voorgevelrooilijn of aan de zijgevel gericht naar het openbaar gebied, een bouwwerk geen gebouw zijnde en/of afscheidingen van maximaal 1 meter hoog toegestaan. In sommige gevallen wordt er in het zijerf dat gericht/gesitueerd is naar/in het openbaar gebied een maximale hoogte van 2 meter toegestaan. Onder terrasoverkappingen wordt bijvoorbeeld verstaan een zonwering in een stalen of houten frame, permanente parasols en zonweringen die rusten op een terrasafscheiding. Op basis van het bestemmingsplan is dat veelal niet toegestaan, waardoor er teruggevallen moet worden op een afwijking van het bestemmingsplan conform artikel 2.12. lid 1 onder a sub 2º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Om medewerking aan de terrasoverkappingen mogelijk te maken is het wenselijk om een afwijkingsbeleid met de betreffende kaders vast te stellen. Hiermee maken wij een afwijking van het bestemmingsplan verdedigbaar en geeft duidelijkheid voor de klant. Een terrasoverkapping wordt tevens getoetst door de welstandscommissie. In de beleidsregel zullen daarom ook criteria worden opgenomen aangaande het uiterlijk van een terrasoverkapping. Het is de bedoeling dat deze te zijner tijd zullen worden opgenomen in de welstandsnota.

3.Accommoderend beleid

Er is gekozen voor een beleid waarin we binnen gestelde kaders mogelijkheden willen bieden voor het oprichten van terrasoverkappingen. Allereerst zal er getoetst moeten worden aan de APV of een terras op de betreffende locatie mogelijk is. Alleen met een terrasvergunning of als het geregeld is in de exploitatievergunning, kan er overgegaan worden tot het toetsen naar de mogelijkheden voor een terrasoverkapping. De betreffende kaders staan in de beleidslijn. Tevens zal uit advisering van de welstand en eventueel de monumentencommissie moeten blijken dat de belevingswaarde van het pand en/of de omgeving door de voorgenomen terrasoverkapping niet onevenredig wordt aangetast.

4.Beleidslijn

Het bestemmingsplan geeft standaard aan dat het plaatsen van een terrasoverkapping voor de voorgevelrooilijn of aan de zijgevel gericht naar of gesitueerd in het openbaar gebied, niet mogelijk is. Medewerking is alleen mogelijk met een afwijking van het bestemmingsplan (artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2º van de Wabo). In principe kan het college van burgemeester en wethouders alleen medewerking verlenen onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    een terrasoverkapping is enkel toegestaan indien een terras is toegestaan op grond van de APV en/of het bestemmingsplan. Tevens is het gebied eigendom van de horecaondernemer of hij heeft toestemming van de eigenaar; en als er sprake is van legalisatie,

  • b.

    een terrasoverkapping, scherm en/of parasol dat vóór 4 september 2002 gerealiseerd is en dat ten minste 3 jaar hier als zodanig functioneert en hierover geen klachten bekend zijn bij de gemeente.

Voldoet de terrasoverkapping aan de hierboven genoemde voorwaarden, dan dient ook nog aan de volgende criteria te worden voldaan:

Ruimtelijk

  • 1)

    er mag geen sprake zijn van een permanent gesloten dak;

  • 2)

    een terrasoverkapping moet aansluiten op het horecagebouw (geen vrijstaande overkappingen), tenzij uit advisering van de welstand- en/of monumentencommissie blijkt dat een zelfstandig dragende constructie geplaatst dicht op het gebouw beter is;

  • 3)

    de terrasoverkapping mag niet breder zijn dan de bestaande voorgevel of zijgevel van het aansluitende gebouw;

  • 4)

    de terrasoverkapping mag enkel boven het terras worden geplaatst (de terrasoverkapping mag niet uitsteken);

  • 5)

    onder de terrasoverkapping dient een minimale vrije hoogte van 2,1 meter aanwezig te zijn. De maximale hoogte van de terrasoverkapping bedraagt 3,5 meter;

  • 6)

    een terrasoverkapping wordt toegestaan aan één zijde van het gebouw om verdichting van de begane grond gevel te voorkomen;

  • 7)

    het openbaar gebied moet voldoende vrije doorgang hebben voor publiek, dit houdt in dat er een breedte van minimaal 1,5 meter vrij moet blijven op voetpaden/trottoirs. Het is niet toegestaan een weg of parkeerplaats aan het verkeer te onttrekken.

Uiterlijk

  • 1)

    de situering en de afmetingen van de terrasoverkapping moeten zijn afgestemd op de frontbreedte van het horecapand waartegen deze gevestigd zal worden en de wanden (voorkant en zijkanten), moeten doorzichtig worden uitgevoerd, tenzij het met een lage borstwering van maximaal 1 meter en daarboven met doorzichtig materiaal wordt uitgevoerd;

  • 2)

    er mag geen sprake zijn van een permanent gesloten dak;

  • 3)

    een terrasoverkapping moet passend zijn bij het gebouw. Dit ter beoordeling van de welstand- en/of de monumentencommissie;

  • 4)

    geen gebruik van felle, contrasterende kleuren. Dit ter beoordeling van de welstand- en/of de monumentencommissie;

  • 5)

    er zal gebruik gemaakt moeten worden van een zorgvuldige detaillering en materialisering. Dit ter beoordeling van de welstand- en/of de monumentencommissie;

  • 6)

    uit advisering van de welstand en eventueel de monumentencommissie moeten blijken dat de belevingswaarde van het pand en/of de omgeving door de voorgenomen terrasoverkapping niet onevenredig wordt aangetast.

Naast de overkappingen of in plaats van de overkappingen is het ook mogelijk om parasols of terrasschermen te plaatsen, hiervoor gelden de volgende

Parasols

  • 1)

    de parasol mag enkel boven het terras worden geplaatst (de parasol mag niet uitsteken buiten het terras);

  • 2)

    onder de parasol dient een minimale vrije hoogte van 2,1 meter aanwezig te zijn. De maximale hoogte bedraagt van de parasol bedraagt 3,5 meter;

  • 3)

    de parasols moeten de instemming hebben van de welstandscommissie en in voorkomende gevallen van de monumentencommissie;

  • 4)

    de parasol is enkel toegestaan indien een terras op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en/of het bestemmingsplan is toegestaan.

Terrasschermen

  • 1)

    het terrasscherm wordt doorzichtig of met een lage borstwering van maximaal 1 meter en daarboven met doorzichtig materiaal uitgevoerd;

  • 2)

    de totale hoogte bedraagt maximaal 2 meter boven het aansluitende oorspronkelijke maaiveld als het terrasscherm geen onderdeel uitmaakt van een overkapping;

  • 3)

    wanneer het terrasscherm onderdeel uitmaakt van een overkapping dan mag het terrasscherm hierop aansluiten;

  • 4)

    als afscheiding van het terras mogen verplaatsbare objecten worden gebruikt zoals plantenbakken, mits de objecten geen gevaar opleveren voor de veiligheid;

  • 5)

    terrasschermen moeten de instemming hebben van de welstandscommissie en in voorkomende gevallen van de monumentencommissie;

  • 6)

    de terrasschermen zijn enkel toegestaan indien een terras op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en/of het bestemmingsplan is toegestaan.

Brandveiligheid

  • 1)

    Met betrekking tot het moeten vluchten door de rook zal er rekening gehouden moeten worden met de maximale loopafstand vanuit elk willekeurig punt in de horecagelegenheid. Voor een bijeenkomstfunctie waaronder de horecagelegenheid volgens het bouwbesluit valt, is deze afstand maximaal 30 meter. Met betrekking tot het bepalen van het aantal uitgangen is dit mede afhankelijk de loopafstand en het aantal tegelijk aanwezige personen.

    • a.

      Indien men vanuit een willekeurig punt in de horecagelegenheid meer dan 30 meter moet afleggen voordat men veilig buiten is, zal een tweede uitgang vereist zijn.

    • b.

      Een vluchtroute zal een minimale breedte moeten hebben van 0,85 meter. Per aanwezige persoon in de totale horecagelegenheid is er minimaal 0,9 cm deurbreedte nodig. Een uitgang dient door middel van een nooduitgangs verlichtingsbordje te zijn aangegeven.

    • c.

      Indien de toegang van de horecagelegenheid ook de enige vluchtweg is en deze toegang is gelegen in de ruimte waar de terrasoverkapping is gesitueerd, moet er vanuit deze toegang twee kanten op gevlucht kunnen worden (zie tekening 3). De betreffende twee uitgangen op het terras moeten dan minimaal 5 meter uit elkaar gelegen zijn. Indien de breedte van het terras minder dan 6,70 meter is, moeten de twee uitgangen zo ver mogelijk van elkaar zijn gelegen.

  • 2)

    De horecagelegenheid moet bereikbaar blijven voor voertuigen van de diverse hulpdiensten. De terrasoverkapping mag de aanwezige openbare bluswatervoorziening niet belemmeren. Kortheidshalve wordt verwezen naar het Bouwbesluit en de Bouwverordening.

  • 3)

    Het materiaal waaruit de terrasoverkapping of parasol bestaat, dient te voldoen aan de brandklasse en rookproductie zoals deze vermeld is in het Bouwbesluit.

Aan het voorgaande wordt voldaan indien een naar de lucht gekeerd onderdeel van het inrichtingselement voldoet aan brandklasse B en rookklasse 2, als bedoeld in NEN-EN 13501-1.

  • 4)

    Er dient een door de brandweer goedgekeurde terras indelingstekening (maximaal schaal1:100) aanwezig te zijn, inclusief certificaten van het toegepaste materiaal.

afbeelding binnen de regeling

Tekening uitleg:

  • 1)

    Wanneer de loopafstand in een horecagelegenheid, vanuit het verste punt gemeten in de ruimte, meer dan 30 meter is, dan zal er in de horecagelegenheid een tweede uitgang gerealiseerd moeten worden/zijn (waardoor de toegang van de horecagelegenheid niet de enige nooduitgang is). Het terras dat afgezet en overkapt is, zal dan met 1 nooduitgang kunnen volstaan, omdat er vanuit de ruimte zelf meerdere richtingen op gevlucht kan worden.

  • 2)

    Wanneer een horecagelegenheid een loopafstand heeft van maximaal 30 meter en daardoor 1 (nood)uitgang heeft, dat aansluit op het terras, dan dient het terras een vluchtroute te hebben van minimaal 0,85 meter breed. Hier dient ook rekening mee gehouden te worden als de voorzijde van het terras niet is dichtgezet.

  • 3)

    Wanneer het terras geheel omsloten is en de toegang van de horecagelegenheid de enige (nood)uitgang is, dan moet er vanuit deze nooduitgang 2 kanten op gevlucht kunnen worden via het terras. De route dient minimaal 0,85 meter breed te zijn.

Vrijstelling

Voldoet volgens de gemeente de terrasoverkapping, parasol of terrasscherm aan de voorwaarden genoemd bij a, eventueel in combinatie met b, en alle bijbehorende criterian, dan kan er worden afgeweken worden van het bestemmingsplan met toepassing van artikel 2.12. lid 1 onder a sub 2º van de Wabo. Wanneer een terrasoverkapping, parasol of terrasscherm voldoet aan voorwaarde b, maar niet voldoet aan alle bijbehorende criteria, dan kan het college van Burgemeester en Wethouders besluiten om soepeler met genoemde criteria om te gaan. Dit dient gemotiveerd te worden in de omgevingsvergunning.