Regeling vervallen per 30-03-2018

Verordening op de raadscommissies gemeente Zoetermeer 2013

Geldend van 01-02-2014 t/m 16-07-2015

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2013

De raad van de gemeente Zoetermeer;

Gelezen het voorstel van 12 november 2013

besluit

I.Vast te stellen

Verordening op de raadscommissies 2013.

II. In te trekken

Verordening op de raadscommissies 2008, vastgesteld op 15 december 2008.

Over dit besluit geen referendum mogelijk te maken omdat het een organisatorische aangelegenheid van de raad betreft. Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 20 januari 2014

De raad van de gemeente Zoetermeer;

Gelet op artikel 82, lid 1 Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de Verordening op de Raadscommissies Zoetermeer 2013

Verordening op de Raadscommissies Zoetermeer 2013

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie.

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger.

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger.

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger.

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

  • f.

    presidium: het door de raad ingestelde orgaan dat de raadsvergaderingen en commissievergaderingen en andere bijeenkomsten van de raad, procesmatig voorbereidt.

  • g.

    presentielijst: de lijsten die bij de vergaderingen van de raadscommissies ter ondertekening liggen.

Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt raadscommissies in.

  • 2. De raad besluit aan het begin van elke raadsperiode welke onderwerpen in welke commissie worden behandeld.

  • 3. Als een onderwerp meer raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de raadscommissie besproken die het onderwerp het meest aangaat. Het presidium kan een andere wijze van behandelen voorstellen.

Artikel 3 Taken

  • 1. Een raadscommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat bij de raad aanhangig is gemaakt;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigen beweging;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

  • 2. De bij het in artikel 2 lid 2 genoemde besluit aangewezen raadscommissie die belast is met het onderwerp ‘ruimtelijke ordening’ heeft tevens tot taak hen die op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening tijdig zienswijzen tegen een ontwerp van een bestemmingsplan hebben ingediend te horen. In voorkomende gevallen wordt voor andere besluitvorming op grond van het taakveld van de commissie deze commissie aangewezen om betrokkenen te horen.

Artikel 4 Samenstelling

    • 1.

      Alle raadsleden zijn uit hoofde van hun functie lid van alle raadscommissies. De fracties bepalen zelf het aantal raadsleden, waarmee zij in vergaderingen van de raadscommissie zijn vertegenwoordigd.

    • 2.

      De fracties mogen maximaal 2 niet-raadsleden, die voorkomen op de kandidatenlijst van hun eigen politieke groepering, waaraan bij de laatstgehouden verkiezingen van de gemeenteraad een of meer zetels zijn toegekend, voordragen om zitting te nemen in de raadscommissies.

    • 3.

      Indien een fractie een commissievoorzitter levert heeft zij de mogelijkheid om een extra commissielid te benomen gedurende de periode dat een raadslid commissievoorzitter is.

    • 4.

      De fracties bepalen zelf welke van deze leden aan welke commissievergadering deelnemen.

    • 5.

      De in het tweede lid genoemde leden worden door de raad benoemd.

    • 6.

      De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De leden van het presidium (met uitzondering van de burgemeester) treden wisselend als voorzitter op.

  • 2. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening.

Artikel 6 Zittingsduur

      • 1.

        De zittingsperiode van een lid eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

      • 2.

        Een lid houdt op lid te zijn van een raadscommissie indien hij niet meer voldoet aan de in artikel 4, eerste en tweede lid, gestelde eisen.

      • 3.

        De raad kan een lid, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, ontslaan op voorstel van de fractie op wier voordracht het lid is benoemd.

      • 4.

        Het lid bedoeld in artikel 4, tweede lid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als zijn opvolger is benoemd.

      • 5.

        Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van de artikelen 4 en 5.

      • 6.

        Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Commissiegriffier

      • 1.

        De raadscommissies worden ondersteund door een commissiegriffier. Deze commissiegriffier is een medewerker van de griffie.

      • 2.

        In iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig.

      • 3.

        Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een andere medewerker van de griffie.

Hoofdstuk 4: Vergaderingen

Paragraaf 1 Frequentie van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 8 Vergaderfrequentie en –plaats

  • 1. Voor de raadscommissies wordt door de raad op voorstel van het presidium een vergaderschema vastgesteld.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts indien het presidium het nodig oordeelt of indien ten minste drie fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De vergaderingen van de raadscommissies worden als regel in het stadhuis gehouden. De raadscommissie kan besluiten de vergadering op een andere plaats te houden.

Artikel 9 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste 10 dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de raads- en commissieleden verzonden.

  • 3. In geval er sprake is van geheime stukken, kan het presidium besluiten de procedure te voeren die omtrent ‘geheimhouding’ is vastgelegd in het op 2 juli 2012 door de raad vastgestelde ‘Protocol geheimhouding en besloten vergaderingen 2012’.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan het presidium na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 3 x 24 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de bijbehorende stukken aan de leden van de raad en van de raadscommissie verzonden en openbaar gemaakt.

Artikel 10 De agenda

  • 1. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid van de commissie of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 2. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. Het presidium bepaalt in welke commissievergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 3. Op voorstel van een lid van de raadscommissie of van de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 11 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging op de website van de gemeente: www.zoetermeer.nl, ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de onderwerpen die op de agenda staan;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 14.

  • 3. Daarnaast worden de bij de agenda behorende stukken op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 12 Presentielijst

Bij de aanvang van de vergadering tekent ieder aanwezig raads- en commissielid, dat aan de beraadslagingen wil deelnemen de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld. Degenen die de presentielijst hebben getekend, worden voor het vervolg van de vergadering als lid aangeduid.

Artikel 13 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal fracties aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige fracties, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties aanwezig is.

Artikel 14 Spreekrecht en deelname aan de beraadslagingen

1.Na de opening van de vergadering kan elke aangemelde spreker gedurende

maximaal vijf minuten het woord voeren. Voor het inspreken is maximaal dertig

minuten gereserveerd in de agenda. De commissie kan op voorstel van de voorzitter ook besluiten dat derden bij de aanvang van een bepaald onderwerp het woord voeren. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. In bijzondere gevallen kan de voorzitter afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk op de dag waarop de vergadering plaatsvindt, voor 12.00 uur aan de griffie. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de spreker.

  • 5.

    Op voorstel van de voorzitter of een lid kan de raadscommissie besluiten een spreker in de gelegenheid te stellen aan de beraadslagingen met betrekking tot een bepaald agendapunt deel te nemen.

  • 6.

    De raadscommissie kan bepalen dat ook anderen aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

  • 7.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen, alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

  • 8.

    Op een raadscommissie die gehouden wordt na afloop van een raadsvergadering is het bepaalde in dit artikel niet van toepassing.

Artikel 15 Standpuntenlijst en afsprakenlijst

  • 1. Het in de vergadering besprokene wordt in een standpuntenlijst samengevat. Deze standpuntenlijst is vijf werkdagen na de vergadering beschikbaar.

  • 2. Het standpunt van de raadscommissie betreffende stukken die tot besluitvorming van de raad moeten leiden, maakt in elk geval deel uit van de standpuntenlijst.

  • 3. De procedurele afspraken van elke vergadering worden in een afsprakenlijst vastgelegd.

  • 4. De standpuntenlijst en de afsprakenlijst van de voorgaande vergadering wordt tezamen met de agenda voor de eerstkomende vergadering van de betreffende raadscommissie aan de raads- en commissieleden toegezonden.

  • 5. De letterlijke weergave van het besprokene is in geluid, en zo mogelijk, ook in beeld beschikbaar via www.zoetermeer.nl .

Artikel 16 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 17 Spreektijd

  • 1. De voorzitter kan een spreektijdregeling voorleggen aan de commissie.

  • 2. Over ordevoorstellen waarbij de spreektijd van de leden van de commissie wordt beperkt beslist de commissie.

Artikel 18 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 19 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    • Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

      • a.

        de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

      • b.

        een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

    • 2.

      Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

    • 3.

      De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

    • 4.

      De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het in het vierde lid genoemde voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering van de commissie worden ontzegd.

Artikel 20 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door haar te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 21 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. Adviezen in de commissie worden vastgesteld op basis van een gewone meerderheid.

  • 5. In het advies aan de raad worden naast het meerderheidsstandpunt ook de afwijkende standpunten opgenomen.

Hoofdstuk 5: Besloten vergadering

Artikel 22 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing, voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23 Standpuntenlijst

  • 1. De concept standpuntenlijst van een besloten vergadering wordt aan de leden van de commissie toegezonden.

  • 2. Dit concept wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van de standpuntenlijst.

Artikel 24 Geheimhouding

  • 1. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86,eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De geheimhouding dient in acht te worden genomen door een ieder die bij de vergadering aanwezig is en door een ieder die op een andere wijze kennis heeft van de stukken. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

  • 2. In geval er sprake is van geheime stukken, kan het presidium besluiten de procedure te voeren die omtrent ‘geheimhouding’ is vastgelegd in het op 2 juli 2012 door de raad vastgestelde ‘Protocol geheimhouding en besloten vergaderingen 2012’.

Hoofdstuk 6: Toehoorders en pers

Artikel 25 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het blijk geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 26 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Hoofdstuk 7: Slotbepalingen

Artikel 27 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 28 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na de bekendmaking, met dien verstande dat de fracties die nu met 3 niet-raadsleden vertegenwoordigd zijn, maximaal 3 leden mogen afvaardigen in deze raadsperiode (2010-2014).

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de raadscommissies Zoetermeer 2013’.

  • 3.

    Met ingang van de inwerkingtreding vervalt de Verordening op de raadscommissies 2008.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 januari 2014,

Toelichting

Toelichting op artikel 1

Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moeten worden herhaald, is in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd.

Toelichting op artikel 2

Op grond van artikel 82, eerste lid, van de gemeentewet kan de raad zoveel raadscommissies instellen als hij wenselijk acht. De raad regelt de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies en de wijze waarop de leden van een raadscommissie inzage hebben in stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De Gemeentewet verplicht overigens niet tot het instellen van raadscommissies.

Toelichting op artikel 3

De taken van de raadscommissies zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet. De raadscommissies bereiden de besluitvorming van de raad voor en overleggen met het college of de burgemeester. De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. De raadscommissie kan ook uit eigen beweging advies aan de raad uitbrengen; ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de raadscommissie zijn in essentie dezelfde als die van de raad, die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.

Toelichting op artikel 4

De raad bepaalt de samenstelling van de raadscommissies. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de Gemeentewet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.

Zoetermeer heeft gekozen voor het benoemen van alle raadsleden in alle raadscommissies. Als iedereen aanwezig is, is er altijd sprake van evenwichtigheid. Dit is echter niet altijd het geval. Zoals ook uit het tweede lid blijkt, hoeven de leden van een raadscommissie geen raadslid te zijn. De politieke groeperingen (fracties) dragen de in het tweede lid bedoelde leden voor. Daarnaast moeten de in het tweede lid bedoelde leden op grond van deze bepaling op de kandidatenlijst van een fractie hebben gestaan.

Toelichting op artikel 5

Artikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de voorzitter van een raadscommissie raadslid moet zijn.

Toelichting op artikel 6

De zittingsperiode van de commissieleden/niet raadsleden is even lang als de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan. De leden 3, 4, 5 en 6 gaan over het ontslag van commissieleden die geen raadslid zijn.

Toelichting op artikel 7

In iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig. In principe neemt hij geen deel aan de beraadslagingen, zij het dat de raadscommissie op grond van artikel 14, zesde lid van deze verordening altijd de mogelijkheid heeft om anderen aan de beraadslagingen deel te laten nemen.

De vraag is op welke wijze tegemoet wordt gekomen aan de vorengenoemde evenwichtigheid.Op 24 november 2008 heeft de raadscommissie Burger en Bestuur de raad geadviseerd dat de fracties zelf bepalen welke van deze niet-raadsleden in welke commissievergadering vertegenwoordigd zijn.

Op grond van het vijfde lid moeten leden en buitengewone leden, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 mogen vervullen, bij hun installatie de eed of belofte moeten afleggen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15.

Toelichting op artikel 9

De leden van een raadscommissie ontvangen een oproep inclusief de agenda voor een vergadering en de stukken tenminste 10 dagen voor de vergadering. Een schriftelijke oproep behelst tevens een digitaal gestuurde uitnodiging. Als in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt vastgesteld bedraagt deze termijn minimaal 3 x 24 uur voor een vergadering. De termijn is zo gekozen dat de leden van een raadscommissie in staat zijn om de stukken te lezen.

Toelichting op artikel 10

Voor het verzenden van de oproep, stelt het presidium de agenda vast. Het versturen van de agenda is geregeld in artikel 9. In dit artikel is een procedure voor spoedeisende zaken geregeld.

Toelichting op artikel 12

De presentielijst en de ondertekening door de voorzitter en de commissiegriffier zijn bedoeld om formeel vast te stellen dat het vergaderquorum aanwezig is. Daarnaast is de presentielijst van belang om de vergoedingen voor de leden van een raadscommissie voor zover ze geen raadslid zijn, te kunnen vaststellen.

Toelichting op artikel 13

Artikel 20 van de Gemeentewet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Artikel 13 van deze verordening voorziet hierin. Als meer dan de helft van het aantal fracties aanwezig is en de presentielijst heeft getekend, kan worden vergaderd. Het derde lid voorziet in een regeling voor een nieuwe vergadering als het quorum niet aanwezig is, anders zou de afwezigheid van leden van een raadscommissie de voortgang van werkzaamheden kunnen belemmeren. Uiteraard staat op het moment dat de voorzitter bepaalt op welke datum en tijdstip, nog niet vast op welk moment de schriftelijke oproep uitgaat. Als er enkele dagen tussen de twee vergaderingen zit, mag er vanuit worden gegaan dat het mogelijk is om 24 uur van tevoren een schriftelijke oproep te versturen. Overigens ligt het in de rede dat de voorzitter overlegt met de raadscommissie over de datum van een nieuwe vergadering.

Toelichting op artikel 14

Het spreekrecht van derden kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van derden bij het lokaal bestuur, één van doelstellingen van de vernieuwing van het lokaal bestuur. De spreker meldt zich bij de griffie. Indien hij wil inspreken over een onderwerp dat op de agenda staat, is er overleg met de voorzitter of de spreker kan aansluiten bij de beraadslagingen over dat onderwerp.

In het tweede lid zijn drie onderwerpen opgenomen, waar het spreekrecht niet voor geldt. Als een besluit van de raad of het college vatbaar is voor bezwaar en de derde belanghebbende is, kan de derde een bezwaarschrift indienen. Ook kan een derde beroep instellen bij de rechtbank. Verder zijn de benoemingen, keuzen, voordrachten en aanbevelingen van personen uitgesloten van het spreekrecht dan derden. Omdat inspraak over de benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen - de belangen van - kandidaten al dan niet in de uitoefening van hun ambt of functie kan schaden, kunnen derden hierover geen uitlatingen doen. Als laatste kunnen derden zich ook niet uitlaten over onderwerpen, waar zij op grond van artikel 9:2 Algemene wet bestuursrecht een klacht over kunnen indienen. Deze procedure gaat voor het spreekrecht van derden.

Met het vierde lid is gepoogd meer recht te doen aan de spreker. Bij de aanmelding zal de inspreker vooraf goed geïnformeerd worden over zijn of haar inbreng.

Toelichting op artikel 15

De Standpuntenlijst vervangt het verslag. De afsprakenlijst dient als geheugensteun voor afspraken en toezeggingen.

Toelichting op artikel 16

Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. Dit hoeft overigens niets te veranderen aan de praktijk dat een portefeuillehouder antwoordt na de inbreng van de raadsleden in de eerste en tweede termijn. Een verzoek van een raadslid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, dient de voorzitter niet te honoreren. Indien de raad van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.

Toelichting op artikel 18

Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de betreffende raadscommissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door een raadscommissie. Bij staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen, (artikel 32, vierde lid Gemeentewet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft bijvoorbeeld het schorsen van de vergadering voor een (overleg) pauze.

Toelichting op artikel 23

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is artikel 23 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu dus een raadscommissie anders beslist. De raadscommissie beslist over het openbaar maken van dit verslag.

Toelichting op artikel 24

Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig. Niet alleen een raadscommissie kan geheimhouding opleggen, ook de voorzitter van een raadscommissie, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding aan een raadscommissie opleggen. Overigens kan een raadscommissie ook geheimhouding opleggen aan de raad of het college ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het college overlegt (artikel 25, tweede lid, en artikel 55, tweede lid, van de Gemeentewet). De geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding dient in de eerstvolgende raadsvergadering bekrachtigd te worden. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of de raad, haar opheft.

Toelichting op artikel 25

Artikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toegang kan ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet, het derde lid voorziet hierin.

Toelichting op artikel 26

Aangezien de vergaderingen van een raadscommissie in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft.