Algemene voorwaarden gebruik parkeeraccomodaties (parkeergarages en parkeerterreinen) gemeente Zwolle

Geldend van 26-06-2015 t/m heden

Intitulé

Algemene voorwaarden gebruik parkeeraccomodaties (parkeergarages en parkeerterreinen) gemeente Zwolle

ALGEMENE VOORWAARDEN GEBRUIK PARKEERACCOMMODATIES (PARKEERGARAGES EN PARKEERTERREINEN) GEMEENTE ZWOLLE

Inleiding

Een ieder die gebruik maakt van een parkeeraccommodatie van de gemeente Zwolle heeft er belang bij dat dit op een ordelijke wijze kan. Gedragingen van personen die de openbare orde en/of de veiligheid in de parkeeraccommodatie verstoren, zijn schadelijk voor het aanzien en het belang van de parkeeraccommodatie en kunnen een gevaar opleveren voor personen. Teneinde dit te voorkomen heeft de gemeente Zwolle onderhavige regels opgesteld.

Aanhef toepassing algemene voorwaarden

De toegang tot de gemeentelijke parkeeraccommodaties van Zwolle wordt uitsluitend verleend onder toepassing van de navolgende voorwaarden, welke deel uitmaken van iedere parkeerovereenkomst gesloten tussen eigenaar/exploitant van de parkeeraccommodatie en de gebruiker/parkeerder.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a. Parkeeraccommodatie:

    • A.

      Parkeergarages in eigendom van de gemeente Zwolle;

    • B.

      Parkeerterreinen achter slagboom in eigendom van de gemeente Zwolle;

    • C.

      Parkeerterreinen die door gemeente Zwolle worden gehuurd voor openbaar gebruik , al dan niet tijdelijk.

  • b. Eigenaar: De gemeente Zwolle. Indien een exploitant de gemeentelijke parkeeraccommodatie beheert of exploiteert, is deze namens de gemeente gemachtigd op te treden als eigenaar.

  • c. Motor: Motorvoertuig, waarvoor om het te mogen besturen een rijbewijs A is vereist.

  • d. Parkeerder: De eigenaar/gebruiker van een voertuig, dat in of op de parkeeraccommodatie is gebracht. Ook een inzittende van een voertuig, niet zijnde de eigenaar of bestuurder, valt in deze overeenkomst onder het begrip parkeerder.

  • e. Parkeerbewijs: Parkeerkaart, uitrijdkaart, parkeerpas, congreskaart, afwaarderingskaart, abonnement. Ook een elektronische registratie met een creditcard of chipknip bij het inrijden, alsmede een contactloze verbinding tussen voertuig en de parkeeraccommodatie bij het inrijden wordt in het kader van deze overeenkomst aangemerkt als parkeerbewijs.

  • f. Parkeergeld: Bedrag dat parkeerder verschuldigd is voor het gebruik van de parkeeraccommodatie.

  • g. Personenauto: Motorvoertuig, waarvoor om het te mogen besturen een rijbewijs B is vereist.

  • h. Sleutel: Methode om toegang tot de parkeeraccommodatie te verkrijgen, met name bij abonnementen. Ook contactloze verbindingen tussen voertuig en parkeeraccommodatie worden in het kader van deze overeenkomst als sleutel aangemerkt.

  • i. Stallingsovereenkomst: Overeenkomst strekkende tot een gebruik anders dan een eenmalig gebruik, welke overeenkomst schriftelijk wordt aangegaan door middel van een abonnement.

  • j. Drugs: (verboden) middelen als bedoeld in de Opiumwet.

  • k. Alcoholhoudende dranken: een drank die bij een temperatuur van 20 graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat, als bedoeld in de Drank- en Horecawet;

  • l. Voertuigwrak: Een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert.

Artikel 2. Parkeerovereenkomst

  • 1.

    Een overeenkomst zoals bedoeld in de aanhef van deze Algemene Voorwaarden wordt geacht tot stand te zijn gekomen door het enkele feit van het houderschap van een parkeerbewijs c.q. door het enkele feit van het gebruik van de parkeeraccommodatie. Bij onenigheid over de vraag of er al of niet gebruik wordt gemaakt van de parkeeraccommodatie, is doorslaggevend het feit dat de gebruiker zich op/binnen het tot de parkeeraccommodatie behorende terrein bevindt.

  • 2.

    De prestatie waartoe de eigenaar zich verplicht, is het ter beschikking stellen van een willekeurige plaats aan de parkeerder in de parkeeraccommodatie. Tot de verplichting van de eigenaar van de parkeeraccommodatie behoort niet bewaking van het voertuig noch omvat de verplichting van de eigenaar enige aansprakelijkheid.

Artikel 3. Toegang

  • 1. Het inrijden van voertuigen in de parkeeraccommodatie en het uitrijden van voertuigen uit/vanaf de parkeeraccommodatie kan uitsluitend geschieden tijdens de in of bij de parkeeraccommodatie aangegeven openingstijden of op nader overeengekomen tijden. De eigenaar is bevoegd deze tijden in voorkomende gevallen voor langere of onbepaalde duur te wijzigen.

  • 2. In de parkeeraccommodatie mogen personenauto’s worden geparkeerd, voorzover de hoogte van deze voertuigen met inbegrip van de lading een lengte heeft van niet meer dan 6 meter en een hoogte van niet meer dan 2.40 meter, tenzij bij de ingang van de parkeeracccommodatie anders is aangegeven.

  • 3. Het parkeren van aanhangwagens van welke aard ook, hieronder mede begrepen caravans, is niet toegestaan.

  • 4. In de parkeeraccommodatie mogen motoren worden geparkeerd.

  • 5. De eigenaar is gerechtigd aan enig voertuig de toegang tot de accommodatie te weigeren, indien de eigenaar dit wenselijk acht. Dit geval zal zich met name voordoen indien de eigenaar weet of vermoedt dat een voertuig ontplofbare of andere gevaarlijke stoffen vervoert, daaronder niet begrepen motorbrandstof in het daarvoor bestemde reservoir van het voertuig, alsmede in het geval de eigenaar van oordeel is dat het voertuig, gelet op de omvang en/of zwaarte, dan wel door de zaken die daarmede worden vervoerd, aan de omgeving schade kan toebrengen in de meest ruime zin.

Artikel 4. Parkeerbewijs

  • 1. Een voertuig wordt slechts toegelaten tot de parkeeraccommodatie met een geldig parkeerbewijs.

  • 2. Een parkeerbewijs – verstrekt door of namens de eigenaar – blijft eigendom van de eigenaar, is niet overdraagbaar en dient bij het beëindigen van het gebruik aan de eigenaar te worden teruggegeven.

Artikel 5. Parkeergeld

Het parkeergeld wordt berekend volgens de door de eigenaar vastgestelde tarieven zoals deze in/op de parkeeraccommodatie en/of bij de ingang van de parkeeraccommodatie staan vermeld.

Artikel 6. Betaling

  • 1. Het verschuldigde parkeergeld dient, voordat de parkeerder met zijn voertuig de parkeeraccommodatie verlaat, te worden voldaan.

  • 2. De eigenaar is te allen tijde gerechtigd het voertuig onder zich te houden, zolang niet al hetgeen hij – hetzij op grond van de parkeerovereenkomst hetzij uit andere hoofde van de parkeerder – te vorderen, is voldaan.

  • 3. Indien de parkeerder geen parkeerbewijs kan tonen, is hij voor elke dag of gedeelte daarvan, waarop hij naar het uitsluitend oordeel van de eigenaar gebruik heeft gemaakt van de parkeeraccommodatie, het tarief voor een volledig etmaal verschuldigd.

  • 4. Indien de parkeerder geen parkeerbewijs kan toenen, is hij minimaal het drievoudige van een dagtarief schuldig, tenzij hij kan aantonen dat hij korter dan drie dagen heeft geparkeerd.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet het parkeertarief worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang voor het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur wordt gedaan door via een telefoon of internet in te loggen op de centrale computer van een bedrijf c.q. bedrijven waarmee de gemeente Zwolle een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon en/of internet.

Artikel 7. Gebruik van de accommodatie

  • 1. De parkeerder is verplicht de aangegeven rijrichting te volgen, aanwijzingen van het personeel van de parkeeraccommodatie op te volgen, het voertuig te plaatsen op de aangegeven of aan te geven plaats en zich zodanig te gedragen dat het verkeer in en/of bij de parkeeraccommodatie niet wordt gehinderd en de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht. Als in de parkeeraccommodatie parkeervakken zijn gemarkeerd , of anderszins als parkeervak herkenbaar zijn, is de bestuurder verplicht zijn voertuig zodanig te parkeren dat het voertuig binnen de markering of herkenningspunten blijft.

  • 2. Gedurende de aanwezigheid op het terrein van de parkeeraccommodatie dient de parkeerder zich conform de bepalingen van de Wegenverkeerswet, de nadere regels krachtens deze wet gesteld, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens en de daarbij behorende bijlagen, als ook de nadere regels krachtens bedoeld reglement gesteld, te gedragen. Bij niet nakoming daarvan is de parkeerder aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade.

  • 3. De voertuigen dienen tijdens het parkeren deugdelijk te zijn afgesloten en de lichten dienen te zijn gedoofd.

  • 4. Het is de inzittenden van voertuigen, welke in de accommodatie worden geparkeerd niet toegestaan langer in het voertuig te verblijven dan gedurende de tijd die nodig is om het betreffende voertuig te parkeren.

  • 5. Nadat het voertuig is geparkeerd dienen de inzittenden het voertuig en de parkeeraccommodatie zo spoedig mogelijkte verlaten. Het is anderen dan inzittenden van een geparkeerd voertuig niet geoorloofd om zich in de accommodatie te bevinden, anders dan met uitdrukkelijke toestemming van of namens de eigenaar.

  • 6. Het is verboden alcoholhoudende dranken en/of drugs in de parkeeraccommodatie te nuttigen en/of zich in de parkeeraccommodatie te bevinden in staat van dronkenschap en/of onder invloed vandrugs.

  • 7. Het personeel van de parkeeraccommodatie is gerechtigd, indien dit naar het oordeel van dit personeel nodig of wenselijk is, geparkeerdevoertuigen binnen/op de parkeeraccommodatie te verplaatsen, dan wel de parkeeraccommodatie in en uit te rijden, zonder dat dit tot enige aansprakelijkheid voor de eigenaar of het personeel kan leiden.

  • 8. Het is verboden, in of op de parkeeraccommodatie, goederen te verkopen, te koop aan te bieden, te verhuren of ter verhuur aan te bieden.

  • 9. Het is verboden ontplofbare, ontbrandbare of anderszins gevaarlijke en/of schadelijke stoffen in/op de parkeeraccommodatie binnen te brengen, dan wel te hebben, motorbrandstof in het daarvoor bestemde normale brandstofreservoir van het voertuig uitgezonderd.

  • 10. Het is verboden, in of op de parkeeraccommodatie, reparaties of andere werkzaamheden uit te voeren, of te doen uitvoeren, dan wel het voertuig te reinigen. Onder deze bepaling vallen niet reparaties van kortdurende aard door de parkeerder of door een hulpverleningsdienst om het voertuig veilig de accommodatie te kunnen laten uitrijden.

  • 11. Het geparkeerde voertuig kan alleen tijdens de openingstijden afgehaald worden. De maximale parkeertijd bedraagt vier weken, als de parkeeraccommodatie gedurende vier weken aaneensluitend voor openbaar gebruik geopend is en, als dat minder is, is in afwijking hiervan de maximale parkeertijd de tijd dat de parkeeraccommodatie vanaf het moment van parkeren voor openbaar gebruik aaneensluitend toegankelijk is, tenzij schriftelijk anders wordt overeengekomen.

  • 12. De eigenaar kan na overschrijding van de maximale parkeertijd (zie lid 11) het voertuig weg (laten) slepen en naar een andere plaats over( laten) brengen. Indien niet binnen dertien weken na het wegslepen het voertuig kan worden teruggegeven, is de eigenaar gerechtigd deze te verkopen of, indien verkoop naar zijn oordeel niet mogelijk is, het voertuig om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen. Indien de gemaakte kosten de opbrengsten niet geheel dekken dan wel overschrijden, is de eigenaar gerechtigd deze, dan wel het restant ervan, op de eigenaar te verhalen.

  • 13. Het is verboden een voertuigwrak in de parkeeraccommodatie te parkeren. In afwijking van lid 12 wordt deze onmiddellijk verwijderd en verkocht. Indien de gemaakte kosten de opbrengsten niet geheel dekken dan wel overschrijden, is de eigenaar gerechtigd deze, dan wel het restant ervan, op de eigenaar te verhalen.

  • 14. Voertuigen kunnen buiten de openingstijden van de parkeeraccommodatie alleen worden afgehaald met behulp van een bij de ingang van de accommodatie aangegeven instantie/bedrijf, hetgeen de gebruiker zelf geheel dient te betalen.

Artikel 8. Aansprakelijkheid

  • 1. De tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst omvat geen bewaking dan wel enige aansprakelijkheid van de eigenaar. Met name aanvaardt de eigenaar geen aansprakelijkheid voor diefstal of het verloren gaan van eigendommen van de gebruiker, noch aanvaardt de eigenaar enige aansprakelijkheid, voor welke schade dan ook, aan de eigendommen van de gebruiker, terzake van lichamelijk of enige andere schade, direct of indirect veroorzaakt door of ten gevolge van het gebruik van de accommodatie.

  • 2. De parkeerder is aansprakelijk voor alle schade die door of ten gevolge van het gebruik van de accommodatie door hem is veroorzaakt. Schade door de parkeerder veroorzaakt aan de accommodatie of daarbij behorende apparatuur dient ter plaatse te worden vergoed, tenzij de parkeerder en de eigenaar schriftelijk overeenkomen dat de betreffende schade op de parkeerder kan worden verhaald, waarbij voor vaststelling van de hoogte van de schade en door of namens de eigenaar opgestelde expertise beslissend zal zijn. De kosten van deze expertise komen ten last van de parkeerder. Als de schade niet voor het uitrijden door de parkeerder bij de eigenaar is gemeld, is de eigenaar gerechtigd om met overlegging van nader bewijs, de eigenaar/houder van het kentekenbewijs van het betrokken voertuig voor de schade aansprakelijk te stellen.

Artikel 9 Bevoegde rechter.

Alle geschillen voortvloeiende uit de tussen de eigenaar en de gebruiker gesloten overeenkomst inclusief de onderhavige voorwaarden, zijn bij uitsluiting onderworpen aan het oordeel van de burgerlijke rechter, die bevoegd is in de vestigingsplaats van de eigenaar, welke recht zal spreken met toepassing van Nederlands recht. Indien de parkeerder een consument is, kan slechts dan berechting door de in de vestigingsplaats van de eigenaar bevoegde rechter plaatsvinden, indien de parkeerder, consument, niet binnen één maand nadat de eigenaar zich schriftelijk jegens haar op dit beding heeft beroepen voor beslechting van het geschil door de volgens de wet bevoegde rechter heeft gekozen.

Artikel 10. Niet toerekenbare tekortkoming

Een tekortkoming kan de eigenaar niet worden toegerekend indien zij te wijten is aan een van de wil van de eigenaar onafhankelijke omstandigheid als gevolg waarvan de nakoming van de verplichting van de overeenkomst redelijkerwijs door de parkeerder niet meer van de eigenaar kan worden verlangd.

Hieronder worden in ieder geval begrepen werkstaking, brand, overheidsmaatregelen, bedrijfsstoringen alsmede een tekortkoming in de nakoming door betrokken derden.

Artikel 11. Conversie

Voor zover enig beding in de tussen de eigenaar en de parkeerder gesloten overeenkomst, waaronder begrepen de onderhavige algemene voorwaarden nietig is, dan wel vernietigbaar is dan wel de wederpartij stelt dat enig beding niet van toepassing is omdat dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn en een beroep hierop door de rechter wordt gehonoreerd dan wel aanvaard, dient dit beding te worden geconverteerd in een zodanig beding dat zoveel als mogelijk recht wordt gedaan aan de strekking van het nietige dan wel vernietigde dan wel buiten toepassing gelaten beding.