Beleidsregel betogingen en samenkomsten

Geldend van 27-05-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel betogingen en samenkomsten

Beleidsregel BETOGINGEN EN SAMENKOMSTEN

Artikel 1 Nadere voorschriften

  • 1. Naar aanleiding van een kennisgeving als bedoeld in artikel 2.1.2 APV en op grond van artikel 5, eerste lid van de Wet openbare manifestaties (Wom), in samenhang met artikel 2 van de WOM, verbindt de burgemeester aan een betoging of samenkomst in ieder geval de volgende voorschriften:

    • a.

      Wegen, kruisingen en/of splitsingen worden niet geblokkeerd.

    • b.

      De demonstratielocatie, dan wel de demonstratieroute, zal door de organisatie na afloop schoon worden opgeleverd.

    • c.

      Bevelen gegeven door de politie in het belang van de openbare orde en/of veiligheid worden strikt nageleefd.

    • d.

      Artikel 1 van de grondwet verbiedt discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook. Tegen personen die de wet overtreden, bijvoorbeeld door het verspreiden van kwetsende of discriminerende teksten, kan de politie optreden.

    • e.

      Eventuele spandoeken zullen niet zijn voorzien van dikke stokken.

    • f.

      Op de route zal men gebruik maken van het trottoir en niet van de rijbanen. Deze blijven beschikbaar voor het verkeer en het openbaar vervoer.

    • g.

      Indien gebruik wordt gemaakt van geluidsversterking, dan zal het volume daarvan op een, door de politie bepaald, aanvaardbaar niveau blijven.

    • h.

      De in- en uitgangen van gebouwen worden niet geblokkeerd en zullen voor een ieder vrij toegankelijk blijven.

    • i.

      De eventueel door derden weggeworpen flyers worden door de organisatie opgeruimd.

    • j.

      De organisatie voorziet in een ordedienst van (minimaal) 10 % van het aantal deelnemers.

    • k.

      De leden van de ordedienst moeten herkenbaar zijn.

    • l.

      De leden van de ordedienst dienen zich bij de politie kenbaar te maken.

    • m.

      Het is de organisatie of deelnemers niet toegestaan voorwerpen te verbranden.

    • n.

      De organisatie ziet er op toe dat deelnemers aan de manifestatie geen alcohol bij zich dragen en/of gebruiken.

    • o.

      Het gelaat van de deelnemers mag niet zijn afgedekt door vermommingen zoals bivakmutsen, helmen, maskers, sjaals, capuchons of andere attributen, teneinde zich onherkenbaar te maken.

    • p.

      Het is deelnemers aan de demonstratie verboden om voorwerpen met zich mee te dragen of voorhanden te hebben waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze bedoeld zijn om de openbare orde te verstoren, zoals kettingen, stenen, knuppels e.d.

    • q.

      Het is verboden om glasverpakkingen en blikjes met drank met zich te dragen of voorhanden te hebben.

    • r.

      Het is verboden om drugs of alcohol mee te voeren of te nuttigen. Deelnemers aan de demonstratie mogen niet onder invloed zijn van alcohol of drugs.

  • 2. De in lid 1 genoemde voorschriften zijn tijdens als 2 uur voor en 2 uur na de demonstratie van toepassing.

  • 3. De burgemeester kan ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden nadere voorschriften aan de locatie, de route en spreekmomenten tijdens de betoging verbinden.

  • 4. De burgemeester kan een gebied aanwijzen als een veiligheidsrisicogebied waarbinnen de Officier van Justitie een last tot preventief fouilleren kan afgeven aan de politie.

Artikel 2 Tegendemonstraties

Eventuele tegendemonstraties vinden plaats in een ander deel van de stad op een door de burgemeester te bepalen tijd en locatie.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 27 mei 2010

Artikel 4 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel betogingen en samenkomsten.