Regeling vervallen per 24-11-2016

Nota Toeristisch Beleid Bloemendaal

Geldend van 20-04-2001 t/m 23-11-2016

Intitulé

Nota Toeristisch Beleid Bloemendaal

Hoofdstuk 1. Inleiding

Naar aanleiding van de afsluitende bespreking op 28 maart 2000 van de door Marktplan Adviesgroep opgestelde Discussienota, heeft de Gemeente Bloemendaal te kennen gegeven een gemeentelijke beleidsnota op te willen stellen als kader voor de toekomstige toeristisch-recreatieve ontwikkeling binnen de Gemeente. Vervolgens heeft de Gemeente Marktplan Adviesgroep de opdracht verstrekt deze nota op te stellen.

In de Discussienota zijn drie beleidsscenario’s geschetst, die kortweg kunnen worden omschreven als ‘afbouwen’, ‘reguleren’ en ‘stimuleren’. In haar vergadering van 29 juni 2000 heeft de Commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting, Economische Zaken en Monumenten “unaniem geadviseerd te kiezen voor scenario 2, waarbij gestreefd mag worden naar versterking van het onderscheidend vermogen van de Bloemendaalse voorzieningen ten opzichte van andere gemeenten, zonder dat daarbij tot uitbreiding wordt overgegaan”. Het College had al eerder haar voorkeur voor scenario 2 uitgesproken, als basis voor het uitwerken van de nota toeristisch beleid.

Scenario 2 is in de Discussienota omschreven als ‘beheersbare lasten en beperkte lusten’. In dit scenario is de aandacht primair gericht op het reguleren en beheersbaar houden van de gevolgen van toerisme en recreatie, onder meer door het nemen van verkeers-maatregelen. De bestaande situatie wordt geaccepteerd, maar verdere groei van toerisme en recreatie wordt niet gestimuleerd. Getracht wordt meer (economisch) profijt te trekken van de aantrekkingskracht die Bloemendaal op toeristen en recreanten uitoefent. Mogelijkheden daartoe liggen in de toeristische versterking van het Kop Zeeweggebied en het verhogen van huuropbrengsten, parkeertarieven en de toeristenbelasting. Gebruik van het openbaar vervoer (busbaan) en de fiets worden gestimuleerd. Om tot aanvaardbare oplossingen te komen, dienen overleg en samenwerking tussen Gemeente en aanbieders te worden geïntensiveerd.

Het probleem van de verkeersoverlast op de toegangswegen in het hoogseizoen en op piekdagen wordt min of meer als een gegeven beschouwd. Voor de toekomst kan een

beleid, gericht op het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer, door middel van een bus- en later wellicht een lightrailverbinding voor de driehoek Haarlem-Zandvoort-Bloemendaal, in combinatie met een transferium bij station Haarlem-Spaarnwoude,

verlichting brengen in de verkeersoverlast.

Uitgangspunt van de voor u liggende Nota Toeristisch Beleid is dat het toeristisch-recreatief beleid wordt afgestemd op de (kwalitatieve ontwikkeling van) reeds aanwezige toeristische voorzieningen in de Gemeente Bloemendaal. Natuur, cultuur, kust en rust vormen de belangrijkste thema’s. Speerpunten zijn onder meer beperking van de overlast[1] als gevolg van toerisme en recreatie in de Gemeente en een duidelijke toeristisch-recreatieve positionering van de Gemeente Bloemendaal in de regio Zuid-Kennemerland.

De nota is als volgt tot stand gekomen:

  • 1.

    De discussienota is mede op basis van de resultaten van de afsluitende bespreking in maart 2000 nader uitgewerkt tot een toeristische visie voor de langere termijn.

  • 2.

    Vanwege het regionale karakter van toerisme en recreatie heeft met de ambtenaren van aangrenzende gemeenten overleg en afstemming plaatsgevonden inzake het door de gemeenten Haarlem, Zandvoort en Velsen-IJmuiden gevoerde toeristisch beleid.

  • 3.

    Op basis van de stappen 1 en 2 is een conceptnota opgesteld, die vervolgens uitvoerig is besproken met de Gemeentelijke begeleidingscommissie.

  • 4.

    Op basis van deze bespreking en enkele aanvullende consultaties is de nota aangepast en voor een laatste reactie aangeboden aan de betrokken ambtenaren en de verantwoordelijke wethouder. Na het verwerken van deze laatste reacties, is de nota aan de Gemeente Bloemendaal aangeboden.

De nota bevat het kader en de bouwstenen voor de ontwikkeling van toeristisch beleid in en door de Gemeente Bloemendaal. De nota fungeert de komende jaren als sturings-instrument voor de gemeentelijke beleidsontwikkeling op het terrein van toerisme en recreatie en als toetsingskader voor nieuwe initiatieven en plannen van de toeristische sector.

[1] De Gemeente heeft aangegeven dat niet groei van toerisme en recreatie het uitgangspunt is, maar het scheppen van een kader voor een gestuurde ontwikkeling van toerisme en recreatie in de Gemeente.

2. HET TOERISTISCH PRODUCT

De Gemeente Bloemendaal wordt door haar geografische ligging als het ware ‘geconfronteerd’ met toerisme en recreatie, een logisch gevolg van de aantrekkingskracht van zowel het strand als het duinengebied. Daarnaast vinden op het uitgestrekte grond-gebied van de Gemeente Bloemendaal ‘eigen’ toeristisch-recreatieve activiteiten en ontwikkelingen plaats, zoals Theater Caprera, Nationaal Park Zuid-Kennemerland en Frans Roozen BV.

2.1 Inventarisatie van het toeristisch-recreatief product

Het Strand

De Noordzeebadplaatsen Zandvoort en Bloemendaal aan Zee trekken jaarlijks enkele miljoenen badgasten uit binnen- en buitenland. Deze badplaatsen kunnen slechts via twee toegangswegen op het grondgebied van Bloemendaal worden bereikt: de Zandvoorterweg (in Zandvoort overgaand in de Zandvoortselaan) en de Zeeweg. In de huidige perceptie van zowel de Gemeente Bloemendaal als de inwoners van Bloemendaal leidt het strandtoerisme in het hoogseizoen en op piekdagen tot verkeersoverlast. Hoewel het economisch belang voor de Gemeente aanwezig is, is dit gevoelsmatig te gering om de ervaren overlast te compenseren. Het economisch rendement van het huidige ‘strandgebeuren’ bedroeg in 1999 ca. ƒ 350.000 op jaarbasis (huuropbrengst strandtenten en parkeerterreinen).

Vastgesteld kan worden dat het strandtoerisme naar Bloemendaal aan Zee de laatste jaren is toegenomen. Niet alleen vanwege de autonome groei in het strandtoerisme, maar ook vanwege de succesvolle formule van de Bloemendaalse strandtentexploitanten. Bloemendaal aan Zee biedt de strandbezoeker een uitgebreid en aantrekkelijk strand en een gevarieerd aanbod aan strandtenten en activiteiten, waardoor Bloemendaal zich een eigen marktpositie heeft verworven naast Zandvoort en IJmuiden, die vooral onderscheidend en complementair kan worden genoemd.

Tussen de Gemeente en de voorzitter van de Belangenvereniging Bloemendaal aan Zee (strandexploitanten) vindt meerdere malen per jaar overleg en afstemming plaats over ‘de beheersbaarheid van het strandgebeuren’. Hierbij kan worden gedacht aan afspraken over politie-inzet, bereikbaarheid voor hulpdiensten, het inzetten van een eigen beveiligings-dienst bij evenementen en manifestaties, geluidsoverlast, samenwerking tussen beveiligingsdienst en de plaatselijke politie, bevoorrading, parkeerbeleid en dergelijke. Daarnaast vindt hierover minimaal één keer per jaar overleg plaats met de gehele belangenvereniging. Het contact tussen de Belangenvereniging en de Gemeente kan goed worden genoemd. Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid vindt in het strand-seizoen maandelijks overleg plaats waaraan de gemeenten Bloemendaal en Zandvoort, de politie, hulpdiensten, Stadstoezicht, de voorzitters van de strandpachtersverenigingen van Bloemendaal en Zandvoort en de voorzitters van watersportverenigingen en kampeerhuisjes deelnemen. Het doel van dit overleg is te komen tot een goede afstemming en afwikkeling van alle activiteiten en festiviteiten en het voorkomen van overlast. Daarnaast vindt twee of drie keer per jaar het Kustoverleg plaats (Noord-Hollandse kustgemeenten). Hier worden zaken als gevolgen van het landelijk beleid, het provinciaal beleid en de kustverdediging besproken. Op dit moment ligt er een voorstel tot herinrichting van het Kop Zeeweggebied.

De voorgestelde maatregelen hebben betrekking op het vergroten van de verkeersveiligheid en het oplossen van problemen bij de kruising met de Parnassiaweg. Door de tracéwijziging ontstaat een verblijfsgebied waarin bovendien ruimte wordt gecreëerd voor de aanleg van een vrijliggende busbaan. De parkeergelegenheid komt aan de strandzijde te liggen, waardoor de verkeersveiligheid wordt vergroot. Door de herinrichting wordt de algehele kwaliteit en aantrekkelijkheid van Bloemendaal aan Zee sterk verbeterd.

Nationaal Park Zuid-Kennemerland

Nationaal Park Zuid-Kennemerland is een samenwerkingsverband van de Vereniging Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, de gemeenten Bloemendaal, Haarlem, Velsen en Zandvoort, het gewest Zuid-Kennemerland, de provincie Noord-Holland en het rijk. Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland heeft vier hoofddoelstellingen:

-natuurbehoud en natuurontwikkeling; - onderzoek en monitoring; - voorlichting en educatie; - natuurgerichte recreatie.

Het Nationaal Park zet in op het vergroten van de belevingswaarde van natuur en land-schap en rust en ruimte. Toekomstige productontwikkeling wordt aangepast aan de doel-stelling van natuurgerichte recreatie. Jaarlijks vinden circa 1,2 tot 1,5 miljoen bezoeken plaats, waaronder veel herhaalbezoek van inwoners uit de regio. Voor de toekomst wordt een geleidelijke groei van het jaarlijkse bezoek verwacht naar circa 3 miljoen bezoeken in het jaar 2010.

In 1999 is het voormalige machinegebouw op het pompstationterrein te Overveen verbouwd en ingericht als het nieuwe bezoekerscentrum voor Nationaal Park Zuid-Kennemerland:

De Zandwaaier. Aan de overzijde van de Zeeweg bevindt zich het parkeerterrein (ingang Koevlak) van het voormalige bezoekerscentrum, dat als parkeergelegenheid voor het nieuwe bezoekerscentrum blijft gehandhaafd. Bezoekerscentrum De Zandwaaier kan een grote aantrekkingskracht op het publiek gaan uitoefenen. Niet alleen vanwege de prachtige neoclassicistische bouwstijl, maar ook vanwege de vernieuwde formule, waarbij zowel de historie als de actualiteit volop aandacht krijgen. De Zandwaaier is een multifunctioneel bezoekerscentrum met een vaste expositie, ecologisch netwerk, opstellingen over natuur-beheer en recreatie, de ‘bank’ van de Erebegraafplaats, audiovisuele presentaties in de dioramazaal, doe-activiteiten, een schatkistentocht en een kinderhoek voor kinderen, een restaurant en een winkeltje. De Zandwaaier vormt het startpunt van wandelingen, fietstochten en excursies in het gebied en diverse andere, vooral educatieve activiteiten. Bijna wekelijks worden individuele en groepsexcursies georganiseerd, die vertrekken vanaf de verschillende ingangen van het Nationaal Park. De tochten worden begeleid door ervaren vrijwilligers of boswachters van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het PWN. De activiteiten worden aangekondigd in de lokale media en op de houten informatiepanelen bij de ingangen van het park.

Bezoekers kunnen op elf andere plekken het Nationaal Park in. De meeste ingangen liggen in de binnenduinrand en in het westen is het gebied ook via strandopgangen toegankelijk.

In tegenstelling tot andere nationale parken is Nationaal Park Zuid-Kennemerland niet vrij toegankelijk. Bezoekers kunnen een dag- of jaarkaart kopen. Jaar- of lidmaatschapskaarten zijn verkrijgbaar bij de verschillende natuurorganisaties. Door het hele gebied lopen aantrekkelijke wandel- en fietspaden. Ruiters kunnen van start gaan bij Beek en Berg, Parnassia, Koevlak, Kraansvlak en Nieuw Unicum.

Duin en Kruidberg en Koningshof zijn niet voor ruiters toegankelijk. Rolstoelgebruikers kunnen in het gebied gebruik maken van de fietspaden en de bredere wandelpaden.

Theater Caprera

Het openluchttheater Caprera is gelegen in het Caprerapark, nabij het sportcomplex van hoofdklasse hockeyclub Bloemendaal. De oude tribune van het openluchttheater is recentelijk gerenoveerd en er werd een vaste podiumoverkapping gerealiseerd. De renovatie is afgerond met de bouw van een nieuw paviljoen annex restaurant. De renovatie is mogelijk gemaakt door de Gemeente Bloemendaal, onder meer vanuit de doelstelling zowel het maatschappelijk als het commercieel rendement van Theater Caprera te vergroten. In het nieuwe beleidsplan van Theater Caprera wordt ingezet op het verhogen van het aantal voorstellingen en de frequentie, en verbreding en kwaliteitsverbetering van het aanbod ten einde nieuwe publieksgroepen aan te trekken.

In 2000 is geëxperimenteerd met een ‘vaste bespeler’ en differentiatie per voorstelling van de toegangsprijzen. Ook worden arrangementen ontwikkeld, die alle faciliteiten (theater, Caprerapark en horeca) omvatten. Theater Caprera trok de afgelopen jaren gemiddeld ruim 10.000 betalende bezoekers (exclusief de wandelaars in het park). De bezoekers zijn in hoofdzaak (70%) afkomstig uit de regio. Het aantal lokale en landelijke bezoekers ligt ongeveer gelijk (ieder 15%). Het openluchttheater vervult daarmee vooral een regionale cultuurtoeristische functie. De belangrijkste ‘trekkers’ van het openluchttheater zijn popconcerten en familie- en kindervoorstellingen. Met betrekking tot de maatschappelijke functie wordt, naast de culturele programmering, gestreefd naar vergroting van de verhuur van het complex aan bedrijven, instellingen en scholen uit de regio, onder meer voor educatieve doelen. Om de overlast voor de buurt te beperken, acht het bestuur van Theater Caprera een tweede ingang ‘boven’ naast de bestaande entree ‘beneden’ wenselijk. Ook wordt onderzocht of bij drukbezochte voorstellingen een buspendeldienst vanaf de NS-stations Bloemendaal en Haarlem kan worden gerealiseerd.

Frans Roozen BV

Frans Roozen BV heeft recentelijk haar activiteiten ruimtelijk uitgebreid en daarnaast gekozen voor een nieuwe formule. Frans Roozen BV richt zich als bollenattractie op zowel de buitenlandse als de binnenlandse markt. De positionering op deze markten is tweeledig: - Bloemen- en bollentuin; - Hollandse kweker met grote historie (ambacht, ontstaansgeschiedenis en technologie).

De attractie - het laatste stukje bloembollencultuur in Bloemendaal - spreekt zowel natuur-gerichte tuinliefhebbers aan als museumliefhebbers. Frans Roozen kan worden getypeerd als een dag(deel)attractie, die zich op een viertal doelgroepen richt: attractie-bezoekers, routegebonden recreanten, scholieren en dagtrippers vanaf het vakantieadres. Naast de showtuinen en het tentoonstellingsgedeelte, omvat de attractie een verkoopruimte en een horecavoorziening. Het aantal bezoekers bedroeg in de afgelopen jaren circa 150.000 per jaar, voor het grootste gedeelte bestaande uit buitenlandse touringcartoeristen. Door de gewijzigde opzet (jaarrond openstelling) en formule verwacht Frans Roozen BV een geleidelijke groei tot ongeveer 200.000 bezoekers op jaarbasis.

Campings

De verblijfsrecreatieve capaciteit wordt vooral ingevuld door een viertal campings: - camping Bloemendaal (Zeeweg-N); - camping De Lakens (Kennemerduinen); - caravan- en kampeerterrein het Helmgat (Zeeweg-W); - kampeerterrein Vogelenzang (binnenduinrand Amsterdamse Waterleidingduinen).

Deze campings trekken, naast de vaste standplaatshouders, toeristische bezoekers aan, voor wie strand en duinen het belangrijkste bezoekmotief vormen. Samen zijn de vier campings goed voor circa 300.000 overnachtingen op jaarbasis, terwijl het economisch rendement (toeristenbelasting) op basis van het huidige tarief jaarlijks ongeveer ƒ 675.000 bedraagt.

Amsterdamse Waterleidingduinen

De Amsterdamse Waterleidingduinen liggen grotendeels op het grondgebied van de Gemeente Zandvoort. Op het grondgebied van de Gemeente Bloemendaal bevinden zich een aantal toegangswegen en een drietal parkeerplaatsen aan de rand van het Waterleiding-duinengebied. Naar schatting worden de Amsterdamse Waterleidingduinen momenteel door circa 1 miljoen bezoekers per jaar bezocht, voornamelijk om daar te wandelen. Aan de oever van de Oranjekom is voorzien in de bouw van een nieuw bezoekerscentrum, dat naar verwachting in 2001 gereed zal zijn en aan circa 40.000 bezoekers per jaar plaats zal bieden. Qua formule ligt ook hier de nadruk op rust en ruimte, terwijl ook voorlichting en educatie een belangrijke plaats innemen. Daarom is gekozen voor kleinschalige voor-zieningen, een beperkt aantal parkeerplaatsen en een bescheiden bewegwijzering. Goed overleg tussen de Gemeente Bloemendaal, de Gemeente Zandvoort en de Amsterdamse Waterleidingduinen blijft nodig om het groeiende bezoek aan het gebied in goede banen te leiden en verkeers- en parkeeroverlast ook in de toekomst te voorkomen.

2.2 Cijfers en trends

Cijfers

Landelijk gezien is de toeristische sector goed voor 50 miljard gulden (omzet, bestedingen) en wordt de totale werkgelegenheid in de sector geraamd op 245.000 mensjaren (directe en indirecte werkgelegenheid). Het binnenlands toerisme is goed voor een omzet van ruim 21 miljard, verdeeld over dagtochten (17 miljard) en vakanties (4 miljard). Het inkomend toerisme is goed voor een omzet van ongeveer 13,5 miljard. Naast het effect van toerisme op de directe werkgelegenheid, mag het effect op de indirecte werkgelegenheid (66.000 mensjaren) niet worden vergeten. Kortom, de economische betekenis van toerisme (en recreatie) is groot, zo groot dat het inmiddels een belangrijke ‘werkgever’ in ons land is geworden. De groei in de bestedingen is er nog niet uit, gelet op de nog steeds toenemende vrije tijd en de stijging van de inkomens. Een relatief groot deel van de inkomensstijging komt ten goede aan vrijetijdsbesteding, met name vakanties.

De Noordzeebadplaatsen zijn, wat betreft de korte en lange vakanties, weer terug aan de top van de lijst met de meest bezochte bestemmingen binnen Nederland. Ook trekken de Noordzeebadplaatsen veel weekendbezoekers, met een piek in het hoogseizoen, maar in toenemende mate jaarrond.

Voor de overnachtingen wordt nog steeds het meest gebruik gemaakt van campings en vakantiehuisjes. Er is nog steeds een toename van het aantal tweede en derde vakanties.

Het aantal dagtochten in Zuid-Kennemerland wordt geraamd op 16,5 miljoen, terwijl het aantal verblijfstoeristen wordt geschat op ongeveer 750.000. De totale toeristisch-recreatieve bestedingen worden indicatief geschat op ƒ 459 miljoen, waarvan de dagtochtenmarkt ƒ 248 miljoen voor haar rekening neemt en het verblijfstoerisme ƒ 211 miljoen. Gezien de totale toeristisch-recreatieve omzet in de provincie kunnen we hier spreken van een voorzichtige raming. Op basis van dit bestedingsniveau wordt het aantal arbeidsplaatsen in de sector geschat op circa 3.200. Gezien het seizoensgebonden karakter betekent dit dat in Zuid-Kennemerland jaarlijks ongeveer 10.000 werknemers actief zijn in de toeristisch-recreatieve sector.

Geconcludeerd mag worden dat het verblijfstoerisme in relatie tot de bezoekersomvang van grote economische betekenis is. Als bijkomend voordeel levert verblijfstoerisme relatief weinig auto-overlast op. De verblijfsbezoekers concentreren zich met name in Zandvoort, Bloemendaal en Haarlem. Gezien de aard van de accommodaties trekt Haarlem met name zakelijke bezoekers, terwijl Zandvoort en Bloemendaal grotendeels toeristisch zijn georiënteerd.

Trends

Bestemmingen in een natuurlijke omgeving (bossen, nationale parken) mogen zich verheugen in een groeiende belangstelling, waardoor de interesse voor kleinschalige en minder voor de hand liggende regio’s groter is geworden. Vooral regio’s met een aanvaardbaar totaalpakket (‘voor elk wat wils’) worden populairder. Daar staat tegenover dat de lokale bevolking in deze bestemmingsgebieden kritischer wordt ten aanzien van toerisme en recreatie. Regulering is daarom geboden. De behoefte aan vakanties met elementen van cultuur(historie), educatie, actief/sportief en gezondheid wordt groter, evenals de behoefte aan rust en ontspanning. De ene groep consumenten wil vermaakt worden, terwijl de andere groep zichzelf wenst te vermaken, het liefst met zo eenvoudig mogelijke middelen. Deze groep heeft meestal voldoende aan een wandeltocht door de natuur.

Kwaliteit en authenticiteit worden steeds belangrijkere begrippen in de besluitvorming en beleving. Het opdoen van ervaringen is enorm in belang toegenomen: beleven en meemaken vormen essentiële onderdelen van het toeristisch-recreatief product. De consument denkt zelf meer na over alternatieve middelen van transport om de bestemming te bereiken.

Informatieverschaffing via Internet is sterk in ontwikkeling en speelt in op de behoefte van de consument om zich thuis te kunnen oriënteren op producten, logies en bestemmingen. Bestemmingen kunnen dan ook, mits zij adequaat inspelen op de behoefte aan nieuwe media, concurrentievoordelen behalen. Tot slot kan worden gesignaleerd dat in de marktbenadering de aandacht verschuift van families (gezin met kinderen) naar ‘single individuals’: alleenstaanden bij wie het vrijheidsprincipe (keuzevrijheid, afwisseling, uiterlijk manifesteren) hoog in het vaandel staat. Deze ‘single individuals’ vormen een zeer interessante doelgroep voor de toeristische branche.

3. BELEIDSKADERS

3.1 Lokaal kader

De in maart 2000 door Marktplan Adviesgroep opgestelde Discussienota is voorgelegd en besproken met alle betrokkenen en belanghebbenden met het doel een duidelijk standpunt te bepalen ten aanzien van de nagestreefde toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Bloemendaal. In de Discussienota zijn drie scenario’s geschetst, waarlangs het toeristisch beleid voor Bloemendaal zich zou kunnen ontwikkelen: afbouwen, reguleren en stimuleren.

Scenario 1 kan worden omschreven de minimumvariant, waarbij het uitgangspunt is: ‘geen lusten, geen lasten’. Volgens dit scenario worden de als nadelig ervaren gevolgen van toerisme en recreatie zoveel mogelijk beperkt en wordt de verdere ontwikkeling van toerisme en recreatie ontmoedigd, in het besef dat daarmee ook de (mogelijke) lusten worden geminimaliseerd.

Scenario 3 is in feite de tegenpool van scenario 1, ofwel de maximum variant, die zich het best laat omschrijven als ‘de lusten vergoeden de lasten’. In dit scenario worden toerisme en recreatie juist gestimuleerd, in overleg en samenwerking met de aanbieders, verenigd in een lokaal toeristisch platform. Het toeristisch-recreatief imago en de economische betekenis van toerisme en recreatie worden positief beoordeeld. De Gemeente koestert de aanbieders van kwalitatief hoogwaardige toeristisch-recreatieve producten op haar grondgebied en biedt hen volop de ruimte om optimaal te profiteren van toerisme en recreatie, onder voorbehoud dat deze ontwikkelingen beheersbaar blijven. De herinrichting van de Kop Zeeweg wordt aangegrepen om Bloemendaal aan Zee te ontwikkelen tot een badplaats van ‘naam en faam’. Plannen en initiatieven van de verschillende aanbieders om toerisme en recreatie te versterken, worden door de Gemeente actief ondersteund. Ook de samenwerking met aangrenzende gemeenten en aanbieders elders in de regio wordt geïntensiveerd en gestructureerd.

Het College van B&W en de Commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting, Economische Zaken en Monumenten hebben beide gekozen voor scenario 2, waarbij “mag worden gestreefd naar versterking van het onderscheidend vermogen van de Bloemendaalse voorzieningen, zonder dat daarbij tot uitbreiding wordt overgegaan”.

De keuze voor scenario 2 betekent dat aandacht en inspanningen primair gericht worden op het beheersbaar maken en houden van de gevolgen van toerisme en recreatie, onder meer door het nemen van maatregelen gericht op het terugdringen van de automobiliteit. Vanwege de aantrekkingskracht die Bloemendaal uitoefent op de regionale bevolking en de toeristische markt wordt de bestaande situatie min of meer geaccepteerd. Verdere kwantitatieve groei van toerisme en recreatie wordt evenwel niet gestimuleerd. Autonome groei en uitbreidingen kunnen eventueel onder bepaalde voorwaarden plaatsvinden. De kwaliteit van het toeristisch-recreatieve product krijgt meer aandacht dan de kwantiteit van het aanbod. Mogelijkheden om economisch meer profijt te trekken van de toeristisch-recreatieve marktpositie die Bloemendaal nu en in de toekomst inneemt, zullen niet uit de weg worden gegaan.

3.2 Vraag en aanbod

De aanbieders van toeristische producten in Bloemendaal staan elk op hun eigen wijze *in de markt”. De strandpaviljoens en Frans Roozen BV reageren op commerciële wijze op de vraag naar vrijetijdsproducten. Nationaal Park Zuid-Kennemerland reageert op een maatschappelijke behoefte, te weten natuur- en landschapbehoud, en wenst dit fraaie stuk natuur open te stellen voor het publiek en in beperkte mate natuurgerichte vormen van recreatie aan te bieden. Ook de Amsterdamse Waterleidingduinen (GWA) wil het recreatief medegebruik stimuleren, al is dit vooral bedoeld om het draagvlak voor natuurbehoud te vergroten en burgers voor te lichten over het belang van natuurbehoud. Theater Caprera wenst, conform de opdracht van de Gemeente, culturele en educatieve programma’s voor een breed publiek aan te bieden. De campings bieden verblijfsaccommodatie aan in de kuststreek en komen daarmee tegemoet aan de vraag van binnen- en buitenlandse vakantiegangers. Om de gevolgen van toerisme en recreatie te reguleren beheersbaar te houden, dienen overleg en samenwerking tussen Gemeente en de verschillende aanbieders te worden geïntensiveerd.

3.3 Verkeersoverlast

Het accepteren van de bestaande marktrealiteit impliceert onder meer dat het probleem van de verkeersoverlast op de toegangswegen in het hoogseizoen en op piekdagen min of meer voor lief wordt genomen. Gebruik van het openbaar vervoer en de fiets wordt evenwel actief gestimuleerd. Door in regionaal verband te kiezen voor de realisatie van een bus- en en lightrailverbinding voor het traject Haarlem-Zandvoort-Bloemendaal-Amsterdam, eventueel in combinatie met de realisatie van een transferium bij Station Haarlem/Spaarnwoude, zou de verkeersoverlast in de toekomst wellicht kunnen worden beperkt. Om parkeer-problemen in de toekomst te beperken, dient de parkeersituatie op strategische locaties, zoals op de Kop Zeeweg en bij het Openluchttheater, te worden verbeterd. Ook de parkeergelegenheid aan de rand van de Amsterdamse Waterleidingduinen kan wellicht worden verruimd. Tot slot kan het in de toekomst wellicht nodig blijken maatregelen te nemen om de bereikbaarheid van Frans Roozen BV te verbeteren.

3.4 Regionaal kader

De ligging in de regio Zuid-Kennemerland en het feit dat gemeenten in deze regio met min of meer dezelfde problemen en uitdagingen worden geconfronteerd, maakt het zinvol en aanbevelenswaardig niet alleen lokaal, maar ook regionaal te opereren.

In 1999 heeft Marktplan Adviesgroep een Strategische Visie Toerisme voor de regio Zuid-Kennemerland opgesteld. De daarin geformuleerde ontwikkelingsstrategie is als volgt verwoord:

  • 1.

    Versterken van de marktpositie van de badplaats Zandvoort, IJmuiden aan zee en de binnenstad van Haarlem door de lokale partijen, ondersteund door regionale partners;

  • 2.

    Toeristisch benutten van het natuurlandschap door vanuit een regionale aanpak de recreatieve faciliteiten onderling af te stemmen en uit te breiden;

  • 3.

    Optimaliseren van de bereikbaarheid in de regio door een korte termijn oplossing aan te dragen betreffende de congestieproblematiek én door een fijnmazig fiets- en wandelnetwerk te ontwikkelen;

  • 4.

    Ontwikkelen van een effectief en efficiënt marktbewerkingstraject, waarbij lokale en regionale inspanningen elkaar versterken, gericht op: - promotie (joint promotion, arrangementen, cross-selling); - visitor management (informatievoorziening, gastheerschap); - toeristische belangenbehartiging.

Deze vier sporen zijn ook voor Bloemendaal relevant. Bloemendaal aan Zee kan zich profileren als badplaats met een eigen formule en identiteit, complementair aan die van Zandvoort en IJmuiden. Met betrekking tot het Nationaal Park, Landgoed Caprera en de verspreid liggende overige landgoederen kan Bloemendaal participeren in een regionale aanpak om de (natuurgerichte) recreatiemogelijkheden in de regio onderling beter op elkaar af te stemmen en mogelijk uit te breiden.

In het belang van de leefbaarheid Bloemendaal lijkt het gewenst een bijdrage te leveren in het optimaliseren van de bereikbaarheid, met name ten aanzien van maatregelen die gericht zijn op het terugdringen van de automobiliteit en door in regionaal verband mee te werken aan de ontwikkeling van een fijnmazig en bewegwijzerd wandel- en fietsnetwerk.

Ook met betrekking tot het vierde spoor, het marketingtraject, is de relevantie voor

Bloemendaal duidelijk. Bloemendaal draagt nu op bescheiden wijze bij aan de activiteiten van de regionale Streek VVV Zuid-Kennemerland. Gelet op het toeristisch product en de verwachte toename van het bezoek aan het gebied, dient deze participatie wellicht te worden vergroot. Bloemendaal heeft nog geen eigen toeristisch informatiepunt dat, naast het verstrekken van toeristisch-recreatieve informatie, ook een rol zou kunnen spelen op het gebied van bezoekersmanagement. Dit laatste kan in de nabije toekomst nodig blijken om bezoekersstromen te reguleren en zodoende toerisme en recreatie beheersbaar te houden.

3.5 Regionale opgaven

Voor de regio Zuid-Kennemerland kan een aantal gemeenschappelijke opgaven worden onderscheiden. In de eerste plaats de verkeersituatie in de regio. De verkeerscongestie naar de kust tijdens piekdagen wordt als een probleem ervaren. Voor Zandvoort, Haarlem en IJmuiden is vooral een goede doorstroming van economisch belang, terwijl in Bloemendaal en Heemstede het woon- en leefklimaat voorop staat. Ten tweede vraagt de ontwikkeling van goede routestructuren voor de groeiende wandel- en fietsmarkt om een regionale aanpak. Ten derde zijn er gemeenschappelijke kansen op het gebied van de marktbewerking. Uiteraard door individuele bezienswaardigheden die elkaar versterken te bundelen in aantrekkelijke arrangementen en vormen van joint-promotion. Bovendien kunnen de toeristische aanbieders waar mogelijk “cross-selling” (actief naar elkaar verwijzen) toepassen. Voorstelbaar is ook dat regionaal een kwaliteitstraject op het gebied van visitormanagement en gastheerschap wordt ontwikkeld. Ten slotte heeft de versnipperde toeristisch-recreatieve sector in Zuid-Kennemerland baat bij een krachtige belangenbehartiging.

In de regionale visie worden een aantal knelpunten en oplossingsrichtingen genoemd.

Voor zover voor Bloemendaal relevant, worden die hieronder vermeld.

Optimalisering bereikbaarheid

De congestievorming naar Zandvoort geldt als een regionaal vraagstuk en vraagt om een gemeenschappelijke oplossing, waarmee zowel het economisch als het maatschappelijk belang is gediend. Inmiddels zijn onderzoeken verricht naar de komst van een “Light-Rail”, een transferium, de Zuid-Tangent (vrije busbaan) en wegomleidingen. Gevraagd wordt een praktische oplossing op korte termijn waarmee de korte en hevige pieken kunnen worden opgevangen. De verkeersbelasting tijdens evenementen dient bij voorkeur met tijdelijke voorzieningen te worden opgevangen. Op korte termijn zal de Zuid-Tangent van Schiphol naar Haarlem zijn gerealiseerd en wellicht ook naar Velsen/IJmuiden. Door middel van een lightrailverbinding zouden Amsterdam, Haarlem, IJmuiden en Zandvoort met elkaar kunnen worden verbonden. Vanwege het laagdrempelige, frequente en “fun”-karakter lijkt een lightrailverbinding vanuit toeristisch-recreatief oogpunt zeer waardevol.

Omwille van de doorstroming van het groeiend aantal bezoekers naar de kust is evenwel reeds op korte termijn een praktische oplossing geboden. Gegeven het congestiepobleem op piekdagen wordt voorgesteld tijdelijke maatregelen te treffen. Dit kan door de bestaande infrastructuur en voorzieningen zoveel mogelijk te benutten. Een andere mogelijkheid is het inrichten van een recreatietransferium bij station Haarlem-Spaarnwoude. Via een signaal- en verwijssysteem kunnen toeristen van buiten de regio worden geïnformeerd wanneer de kust “vol” is. Dit kan door een stoplichtdosering op de twee invalswegen van Haarlem, waarbij informatiezuilen de wachttijd tot de kust aangeven. Op dit punt worden automobilisten vervolgens verwezen naar het minst drukke strand of gewezen op de P&R-faciliteiten van station Haarlem-Spaarnwoude om over te stappen op de trein.

Gelijktijdig zal de frequentie van rechtstreekse treinverbindingen verhoogd moeten worden, zowel vanaf Amsterdam als vanaf Haarlem-Spaarnwoude. Randvoorwaarden zijn toestroomdosering op het perron en uitgebreide parkeerfaciliteiten ter plekke.

Met betrekking tot de routegebonden recreatie dient te worden ingespeeld op de groeimarkt van fietsen en wandelen. Nieuwe paden en routes kunnen worden ontwikkeld door een verregaande ontsluiting van het natuur- en weidelandschap én het onderling verbinden van lokale bezienswaardigheden, zoals musea en landgoederen, en horeca-rustpunten.

Bezoekersmanagement

Bezoekersmanagement is een instrument waarmee bezoekersstromen kunnen worden

gereguleerd. Bezoekersmanagement kan op regionaal niveau worden ontwikkeld en vervolgens lokaal ten uitvoer worden gebracht. Bezoekersmanagement kent vier componenten:

  • -

    Informatieverschaffing: om zowel bezoekers te trekken als “vast te houden”. Net als in Haarlem, IJmuiden en Zandvoort is de informatievoorziening in Bloemendaal voor verbetering vatbaar. Gedacht kan worden aan een toeristisch informatiepunt in of op het terrein van het Bezoekerscentrum Nationaal Park;

  • -

    Regulering en beheersing: zolang het bereikbaarheids- en congestieprobleem niet is opgelost, dient de toeristisch-recreatieve sector het voortouw te nemen door gedrag en bestemmingen zoveel mogelijk te sturen;

  • -

    Kwaliteitsverhoging voorzieningen: door in te zetten op een bepaald kwaliteitsniveau worden sommige consumentengroepen aangetrokken, terwijl andere juist worden ‘ontmoedigd’. Kwaliteitsverhoging en de bewuste keuze voor bepaalde formules gaan hand in hand;

  • -

    Gastvrijheid en veiligheid: publieke en private partijen kunnen gezamenlijk een programma ten behoeve van de gastvrijheid en veiligheid (verkeer, criminaliteit, vandalisme) ontwikkelen.

Bloemendaal aan Zee

In Bloemendaal aan Zee ontwikkelt zich de laatste jaren een zich van Zandvoort en IJmuiden onderscheidende strandcultuur, vorm gegeven door strandpaviljoens met elk een eigen formule, een eigen cultuur en een eigen klantenkring. Hierdoor is sprake van een gevarieerd regionaal aanbod met weinig onderlinge concurrentie. De bestaande vormen van overleg en samenwerking tussen paviljoeneigenaren onderling en met de Gemeente Bloemendaal enerzijds en tussen Bloemendaal en Zandvoort anderzijds, dienen te worden gecontinueerd. Hierbij kan worden gedacht aan afspraken over politie-inzet, bereikbaarheid voor ambulancepersoneel, het inzetten van een eigen beveiligingsdienst bij evenementen en manifestaties, geluidsoverlast, samenwerking tussen beveiligingsdienst en de plaatselijke politie, bevoorrading, parkeerbeleid en de onderlinge afstemming en gezamenlijke afwikkeling van activiteiten en festiviteiten.

Nationaal Park Zuid-Kennemerland

Door de ligging in het duinengebied én in de Randstad is Nationaal Park Zuid-Kennemerland absoluut uniek in Nederland. De wervende werking van de status Nationaal Park kan verder worden benut door deze uniciteit te vermarkten als hét “Nationaal Duinpark”. In het Nationaal Park komt “totale natuurbeleving” centraal te staan, met voor elk wat wils. Een natuurgebied met aantrekkelijke elementen zowel voor natuurvorsers en landschapstoeristen als voor recreatieve ontspanning en pleisterplaats/uitvalsbasis voor fietsers.

Hierbij kunnen bestaande gebouwen en voorzieningen waar mogelijk worden benut, zoals bijvoorbeeld de watertoren en de overige bijgebouwen van PWN: het ronde zandfilter, het filtergebouw, het kantoor, de werkschuur en een aantal woningen. Onderzocht dient te worden hoe het concept voor dit terrein eruit zou kunnen zien en welke gebouwen en voorzieningen hierin een rol kunnen spelen. Nader onderzocht dient te worden in hoeverre sloop dan wel hergebruik van kantoor en productiegebouwen kunnen bijdragen aan het uiteindelijke concept. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de cultuurhistorische waarde van bestaande gebouwen. Zo is het denkbaar dat de gebouwen van het productiebedrijf van PWN de status krijgen van monument waardoor ze gerekend kunnen worden tot de categorie industrieel erfgoed. Uiteraard dienen de voorzieningen aan te sluiten op het (bestaande en te ontwikkelen) routenetwerk. Voor de recreatieve ontspanning kunnen uitvalplaatsen langs de routes worden geplaatst met een eigentijdse uitstraling die "verleiden" tot een welkome onderbreking van de fiets- of wandeltocht.

Toekomstige promotiestructuur

Op dit moment staat de toekomstige promotiestructuur binnen Zuid-Kennemerland, zoals ook elders in den lande, volop in de aandacht. Gegeven de eigen identiteit en het eigen karakter van het ontwikkelingskader op lokaal niveau is het gewenst dat Haarlem, IJmuiden en Zandvoort elk beschikken over een eigen marketing- en promotieorganisatie en

Bloemendaal de beschikking krijgt over een eigen toeristisch informatiepunt. Gelet op de ontwikkelingen op nationaal niveau en omwille van de herkenbaarheid voor de toeristische markt is het gewenst dat de regio beschikt over een regionale marketingorganisatie met een VVV-status.

De lokale toeristische marketing- en promotieorganisaties en ook het toeristisch informatie-punt in Bloemendaal, kunnen vervolgens worden gefaciliteerd door de regionale marketing-organisatie. Hieraan zijn twee voordelen verbonden:

  • -

    Efficiëntievoordelen, doordat de lokale organisaties worden gefaciliteerd, respectievelijk aangestuurd door één professionele organisatie, respectievelijk manager.

  • -

    Inbedding in de landelijke toeristische promotiestructuur, zodat de Provinciale VVV Noord-Holland en Toerisme en Recreatie Nederland (voorheen NBT en AVN) effectief kunnen worden ingeschakeld.

Het uitwerken van de precieze lokale en regionale marketing- en promotiestructuur vormt een actuele uitdaging die hoge prioriteit verdient.

4. ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF VOOR DE TOEKOMST

Het toeristisch ontwikkelingsperspectief voor Bloemendaal wordt enerzijds ingegeven door lokale keuzes en verantwoordelijkheden en anderzijds door de ligging in de regio Zuid-Kennemerland, waarbij sprake is van een aantal gemeenschappelijke knelpunten en

uitdagingen.

4.1 Keuze voor scenario 2

Bloemendaal kiest voor een toeristische ontwikkeling op basis van scenario 2, waarin versterking van het onderscheidend vermogen, kwaliteitsverbetering van het toeristisch product en het beheersbaar houden van de gevolgen van toerisme en recreatie centraal staan en dus de belangrijkste opgaven vormen voor de komende jaren.

4.2 Meer lusten, minder lasten

Gestreefd wordt meer economisch profijt te trekken van de toeristisch-recreatieve marktpositie die Bloemendaal nu en in de toekomst inneemt. Hierbij kan worden gedacht aan het verhogen van de inkomsten uit toerisme en recreatie.

4.3 Het strand Toekomstschets

Het strand bij Bloemendaal aan Zee heeft een erkende betekenis voor toeristen en recreanten uit binnen- en buitenland. Het strand dient dan ook beschikbaar te zijn en te blijven voor openbaar gebruik (strandbezoek, wandelen, recreatie, etc.). Ook naakt recreëren blijft in de toekomst toegestaan. Veiligheid en hygiëne blijven voor de Gemeente essentiële zaken en vragen om maatregelen in de randvoorwaardelijke en handhavingsfeer. Ten aanzien van de mogelijk door marktontwikkelingen ingegeven behoefte aan kwantitatieve ontwikkeling van het strandproduct wordt een restrictief beleid gevoerd. Het aantal strandpaviljoens blijft ook voor de toekomst op het huidige niveau van zeven gehandhaafd. Wel wordt strandexploitanten de mogelijkheid geboden om, passend binnen de doelstellingen van scenario 2, over te gaan tot verdere kwaliteitsverbetering. Hierbij zal elke situatie door de Gemeente afzonderlijk worden beoordeeld en zal in ieder geval geen sprake zijn van kwantitatieve uitbreiding. Er komt geen strandpaviljoen bij Parnassia. Wel zal de Gemeente in overleg met de betrokken partijen nagaan of een concentratie van watersportactiviteiten op het strand nabij Parnassia haalbaar is. Dit zou een verplaatsing impliceren van de huidige zeil- en surfschool (nu gevestigd bij een paviljoen bij Kop Zeeweg).

Bij een mogelijke ontwikkeling van de Kop Zeeweg staan voor de Gemeente Bloemendaal twee aspecten centraal: goede parkeervoorzieningen en verkeersveiligheid.

Randvoorwaarden en uitgangspunten

Aan de toekomstige ontwikkeling van het strand bij Bloemendaal aan Zee worden de

volgende randvoorwaarden en uitgangspunten verbonden:

  • -

    Geen toename verkeersoverlast.

  • -

    Overleg betrokken partijen blijft overeind.

  • -

    Met scenario 2 als uitgangspunt, wil de Gemeente strandexploitanten mogelijkheden bieden voor kwaliteitsverbetering (beoordeling door de Gemeente).

  • -

    De veiligheid en hygiëne op, aan en nabij het strand dienen te worden vergroot. Hierbij wordt nauw samengewerkt met verschillende partners: politie, brandweer, beveiligingsdiensten, ambulancepersoneel, e.d.

  • -

    De Gemeente is zelf een van de betrokken partijen en gesprekspartner voor andere partijen, maar zal zelf geen actieve of initiërende rol spelen.

  • -

    Er zal niet meer strand worden verhuurd voor commerciële doeleinden.

  • -

    Kwantitatieve uitbreiding van commerciële activiteiten wordt niet toegestaan.

Genoemde randvoorwaarden en uitgangspunten vormen het raamwerk voor een nader op te stellen Strandnota.

4.4 Optrekken in regionaal verband

In regionaal verband zal de Gemeente Bloemendaal in hoofdzaak passief (dat wil zeggen: volgend) meewerken aan het zoeken naar oplossingen voor gemeenschappelijke uitdagingen, waaronder:

  • a.

    Het versterken van de lokale identiteit en de regionale marktpositie.

  • b.

    Het optimaliseren van de bereikbaarheid van kust- en natuurgebieden.

  • c.

    Het ontwikkelen van vormen van bezoekersmanagement om bezoekers te informeren, bezoekersstromen te reguleren, de kwaliteit van voorzieningen te verbeteren en de gastvrijheid en veiligheid in de regio te bevorderen.

  • d.

    Het bevorderen van natuurgerichte recreatie en het versterken van de natuurbeleving in regionaal verband.

  • e.

    Het ontwikkelen van een regionale marketing- en promotie organisatie, die lokale marketing- en promotie organisaties met een sterke eigen identiteit ondersteunt en faciliteert.

5. ACTIEPROGRAMMA

De in hoofdstuk vier geschetste ontwikkelingsrichting voor het beleidsveld toerisme en recreatie vraagt om de volgende acties en maatregelen:

  • A.

    Versterking eigen identiteit en marktpositie Bloemendaalse voorzieningen: - Het uitwerken van een creatief marketingconcept (met logo of keurmerk) voor het loemendaalse strand als onderscheidend kustproduct, complementair aan Zandvoort en IJmuiden. Actie: Belangenvereniging Bloemendaal aan Zee. - Het leveren van een actieve bijdrage aan het opstellen van een ontwikkelingsvisie voor Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Initiatief: natuurbeheerorganisaties Nationaal Park Zuid-Kennemerland. - Herinrichting Kop Zeeweg. Actie: Provincie Noord-Holland, Gemeente Zandvoort, Gemeente Bloemendaal (uitsluitend voor wat betreft verbeteren parkeergelegenheid en verkeersveiligheid). - Onder bepaalde voorwaarden wordt aan Bloemendaalse voorzieningen de mogelijkheid geboden voor kwaliteitsverbetering, de ontwikkeling van de eigen identiteit en versterking van de concurrentiekracht. Actie: Toeristisch-recreatieve sector Bloemendaal. - Arrangementontwikkeling (dagprogramma’s en meerdaagse arrangementen). Actie: Bloemendaalse campings, Regionale VVV Zuid-Kennemerland, Belangenvereniging Bloemendaal aan Zee, Nationaal Park Zuid-Kennemerland, Theater Caprera.

  • B.

    Het nader uitwerken van een breed gedragen voorstel tot het verhogen de inkomsten uit toerisme en recreatie.

Actie: Gemeente Bloemendaal.

C.Deelname van de Gemeente Bloemendaal aan een nader te ontwikkelen vorm van regionaal toeristisch overleg (bestuurlijk-ambtelijk) is denkbaar en bespreekbaar. De keuze voor scenario 2 impliceert echter dat Bloemendaal daarbij niet als initiatief-

nemer zal optreden.

D.Het in regionaal verband optimaliseren van de bereikbaarheid en gelijktijdig terug-

dringen van de automobiliteit:

  • -

    Herinrichting Kop Zeeweg (vrije busbaan Zuid-Tangent). Actie: Provincie Noord-Holland, Gemeente Bloemendaal. - Het leveren van een bijdrage aan de realisatie van de Light-Rail, die Amsterdam met Haarlem, Zandvoort en Bloemendaal verbindt. Actie: alle gemeenten regio Zuid-Kennemerland, Provincie Noord-Holland. Het leveren van een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van een regionaal wandel- en fietsroutenetwerk, dat natuurgebieden, landgoederen en lokale bezienswaardigheden met elkaar verbindt, met horeca-rustpunten onderweg. Actie: alle gemeenten regio Zuid-Kennemerland, Regionale VVV Zuid-Kennemerland, toeristisch bedrijfsleven. - Het in regionaal verband leveren van een actieve bijdrage aan het overleg over en het nemen van tijdelijke maatregelen, zoals stoplichtdosering, verwijssysteem en semi-permanent recreatietransferium. Actie: Gemeente Bloemendaal in overleg met regiopartners.

    • E.

      Het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van een effectieve en efficiënte regionale marketing- en promotie organisatie als ondersteunend en faciliterend orgaan voor lokale marketing- en promotie organisaties in Haarlem, Zandvoort en Velsen-IJmuiden en het onderzoeken van de mogelijkheid een toeristisch informatiepunt in Bloemendaal te realiseren, bij voorkeur onder te brengen in of nabij Bezoekerscentrum de Zandwaaier. De toeristische belangenbehartiging voor Bloemendaal kan een taak worden voor de regionale marketing- en promotie organisatie.

Actie: Gemeente Bloemendaal in samenwerking met de overige regiogemeenten, de Regionale VVV Zuid-Kennemerland, Bezoekerscentrum De Zandwaaier/Nationaal Park Zuid-Kennemerland.