Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2018

Geldend van 13-07-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2018

De raad van de gemeente Drimmelen:

Gelet op de artikelen 3.8 en 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 82 en 149 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2018

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: gemeente van Drimmelen

  • b.

    commissie: de hoorcommissie ruimtelijke plannen

  • c.

    belanghebbende: de indiener van een zienswijze

  • d.

    zienswijze: een tegen een ontwerpbestemmingsplan ingediende zienswijze, mondeling of schriftelijk

  • e.

    hoorzitting: een openbare bijeenkomst waarvoor indieners van zienswijzen kunnen worden uitgenodigd om hun zienswijzen mondeling aan de commissie toe te lichten

  • f.

    college: het college van de gemeente Drimmelen

Artikel 2 Instelling en taak commissie

  • 1. De raad stelt bij deze verordening de hoorcommissie ruimtelijke plannen in.

  • 2. De taak van de commissie betreft het horen van indieners van zienswijzen in het kader van ruimtelijke plannen voor zover de raad bevoegd is tot het vaststellen van deze ruimtelijke plannen.

  • 3. Indien de commissie dit noodzakelijk acht, adviseert zij de raad over hoe om te gaan met de ingediende zienswijzen.

  • 4. De commissie doet van het horen verslag aan de raad.

Artikel 3 Lidmaatschap en voorzitterschap commissie

  • 1. De commissie bestaat uit vier leden (inclusief de voorzitter).

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 3. De voorzitter en de leden hebben zitting tot de datum waarop zittingsperiode van de raad afloopt.

  • 4. Het voorzitter- of lidmaatschap eindigt tussentijds zodra men ophoudt lid te zijn van de raad of door een desbetreffend besluit van de raad.

  • 5. De voorzitter en leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij de raad.

  • 6. Als er een vacature in de commissie ontstaat, wordt zo spoedig mogelijk een opvolger benoemd.

  • 7. De aftredende voorzitter en leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 4 Secretariaat

Het secretariaat van de commissie wordt door de griffie uitgevoerd.

Artikel 5 Hoorzittingen

  • 1. De commissie gaat over tot horen indien bij de raad zienswijzen naar voren zijn gebracht in het kader van ruimtelijke plannen voor zover de raad bevoegd is tot het vaststellen van deze ruimtelijke plannen.

  • 2. Bij het beleggen van de hoorzitting neemt de voorzitter de in de Wro en de Awb gestelde termijnen in acht.

  • 3. Een hoorzitting is openbaar, tenzij de commissie beslist dat deze achter gesloten deuren dient plaats te vinden.

  • 4. Indien de hoorzitting achter gesloten deuren plaatsvindt, kan de commissie geheimhouding opleggen overeenkomstig het in artikel 86 van de Gemeentewet bepaalde.

  • 5. De voorzitter draagt er zorg voor, dat dag en uur van de hoorzitting ter openbare kennis worden gebracht.

  • 6. De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor dat elk lid van de commissie tijdig voor de aanvang van de vergadering wordt opgeroepen. De te behandelen zaken worden zo spoedig mogelijk bij de oproep vermeld.

  • 7. De voorzitter stelt degene die zich met een zienswijze tot de raad heeft gewend, schriftelijk in de gelegenheid zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen tijdens de hoorzitting waarin de zienswijze wordt behandeld. De voorzitter nodigt degene die zijn zienswijze naar voren heeft gebracht en/of diens gemachtigde daartoe tenminste tien dagen voor de hoorzitting uit.

  • 8. De voorzitter is bevoegd, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de commissie om ambtenaren, andere deskundigen of anderen voor het verstrekken van inlichtingen uit te nodigen.

Artikel 6 In behandeling nemen stukken

  • 1. Op een ingediende zienswijze wordt de datum van ontvangst aangetekend. Aan de indiener van de zienswijze wordt een bericht van ontvangst verstrekt.

  • 2. Indien de zienswijzen worden ingediend bij een onbevoegd gemeentelijk orgaan, worden deze, nadat de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden naar het wel bevoegde orgaan onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender.

  • 3. Een zienswijze wordt door de voorzitter van de raad onmiddellijk in handen van de commissie gesteld.

  • 4. Het college doet de commissie zo spoedig mogelijk de voor de behandeling van de zienswijze verstrekte stukken toekomen en, na een verzoek daartoe, aanvullende informatie, indien de commissie van mening is dat zij daarover voor een goede taakuitoefening dient te beschikken.

Artikel 7 Quorum

  • 1. Voor het houden van een hoorzitting van de commissie is vereist, dat minimaal drie leden aanwezig zijn.

  • 2. Indien de zitting in verband met het ontbreken van het quorum geen doorgang vindt, belegt de voorzitter in overleg met de belanghebbenden binnen twee werkdagen een nieuwe vergadering.

Artikel 8 Herstel van verzuimen

  • 1. Indien een zienswijze niet is gemotiveerd of niet is ondertekend, wijst de voorzitter van de commissie degene die de zienswijze heeft ingediend op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit voor de hoorzitting te herstellen.

  • 2. Indien in de zienswijze gesteld wordt dat deze is ingediend namens of mede namens een andere (natuurlijke of rechts-)persoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere (natuurlijke of rechts-) persoon is overgelegd, wijst de voorzitter van de commissie de belanghebbende op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit uiterlijk tijdens de hoorzitting te herstellen.

  • 3. Een gemachtigde moet ter zitting een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat is ingeschreven of de belanghebbende zelf met de gemachtigde verschijnt.

Artikel 9 Behandeling tijdens de hoorzitting

  • 1. De leden van de commissie en eventueel aanwezige genodigden, hebben de mogelijkheid verduidelijkende vragen te stellen.

  • 2. Een lid van de commissie neemt niet deel aan de hoorzitting indien het een aangelegenheid betreft die hem rechtstreeks of persoonlijk aangaat of waarbij anderszins belangenverstrengeling mogelijk is. Doet een zodanig geval zich voor, dan vindt de hoorzitting plaats met drie leden.

  • 3. De voorzitter kan de commissie voorstellen in het belang van de naar voren gebrachte zienswijzen derden te horen.

  • 4. Degene die de zienswijze heeft ingediend kan ter zitting ter toelichting van zijn standpunten getuigen en deskundigen meebrengen.

  • 5. Indien meer dan één belanghebbende wordt gehoord, geschiedt dat in elkaars aanwezigheid, tenzij de commissie het nodig oordeelt dat belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord. De commissie besluit, al dan niet op verzoek van belanghebbenden, tot het afzonderlijk horen, indien aannemelijk is dat het gezamenlijk horen van een zorgvuldige behandeling van de zienswijzen kan belemmeren.

Artikel 10 Verslag hoorzitting en advies commissie

  • 1. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.

  • 2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van al hetgeen is gezegd en van al hetgeen het overige ter zitting is voorgevallen. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden , respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 3. Het verslag van de hoorzitting en, indien van toepassing, het advies, worden na vaststelling door de voorzitter en secretaris ondertekend.

  • 4. Het verslag en, indien van toepassing, het advies, is openbaar met inachtneming van het in artikel 5, vierde lid, gestelde.

  • 5. Het verslag en, indien van toepassing, het advies, wordt gezamenlijk met eventueel door de commissie ontvangen nadere stukken, tijdig aan de raad uitgebracht. Het college ontvangt ter kennisgeving een afschrift van het verslag.

  • 6. Indien bij stemming over het advies de stemmen staken, is de stem van de voorzitter van doorslaggevend belang.

Artikel 11 Beslissing raad

De griffie zendt de commissie een afschrift van de beslissing van de raad over de vaststelling van het bestemmingsplan.

Artikel 12 Citeertitel en datum inwerkingtreding besluit

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Op deze datum wordt de ‘Verordening voor informatie- en opinierondes Drimmelen en commissie ruimtelijke plannen 2014’ ingetrokken.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen gemeente Drimmelen 2018’

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drimmelen van 5 juli 2018,

F.M.C. Ronde

griffier

drs. G.L.C.M. de Kok

voorzitter