Regeling vervallen per 09-10-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent interactieve beleidsvorming, inspraak en burgerinitiatief Verordening Burgerinitiatief gemeente Lansingerland 2016

Geldend van 24-01-2017 t/m 08-10-2018

Intitulé

Verordening Interactieve beleidsvorming, Inspraak en Burgerinitiatief Lansingerland 2016

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    burgerinitiatief: een uitgewerkt voorstel van een initiatiefgerechtigde dat wordt gepresenteerd tijdens een vergadering van de raad, of een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een concreet omschreven onderwerp tijdens een vergadering van de raad te presenteren;

  • b.

    interactieve beleidsvorming: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de vorming van gemeentelijk beleid;

  • c.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • d.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • e.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • f.

    belanghebbende: dat is de belanghebbende zoals bepaald in hoofdstuk 1 van d Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    presentatie in de raad: tijdens een vergadering van de gemeenteraad krijgen indieners van een burgerinitiatief de mogelijkheid hun idee te pitchen voor de gemeenteraad;

Hoofdstuk 2 Burgerinitiatief

Artikel 2 Initiatiefgerechtigden burgerinitiatief

  • 1. Initiatiefgerechtigd tot het indienen van een burgerinitiatief zijn alle ingezetenen van de gemeente en belanghebbende.

  • 2. Voor de beoordeling of iemand inwoner is of een belanghebbende, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 3 Begeleiding

Indien iemand informatie wenst over een burgerinitiatief of van plan is om een burgerinitiatief in de dienen kan er contact worden met het communicatiepunt burgerinitiatief van de gemeente. Via het communicatiepunt zal op verzoek informatie worden geven en de totstandkoming van een burgerinitiatief worden begeleid.

Artikel 4 Indienen burgerinitiatief

  • 1. Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het initiatief bevat ten minste:

    • a.

      Een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      Een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      Een omschrijving van het draagvlak voor het burgerinitiatief;

    • d.

      Een overzicht van mogelijke kosten en financiering van het burgerinitiatief;

    • e.

      De achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefnemer(s).

Artikel 5 Uitgesloten onderwerpen

Een burgerinitiatiefvoorstel kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:

  • a.

    De uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • b.

    Gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • c.

    Vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting, de jaarrekening en de goedkeuring van de begroting;

  • d.

    Een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • e.

    Benoeming en functioneren van personen;

  • f.

    Handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend of een door de gemeenteraad of college vastgestelde klachtenregeling;

  • g.

    Onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht openstaat of heeft opengestaan of onderwerpen waarover de burgerlijke rechter is gevraagd een oordeel uit te spreken of heeft uitgesproken;

  • h.

    Een onderwerp waarover de raad korter dan 1 jaar voor indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen;

  • i.

    Een onderwerp dat overwegend het privébelang van de indiener dient.

Artikel 6 Behandeling in de raad

  • 1. De voorzitter brengt de burgerinitiatieven na beoordeling onder artikel 5 onder de aandacht van de raad.

  • 2. De gemeenteraad organiseert elk jaar in maart en oktober een moment in het kader van de verkiezing van het Lansingerlands initiatief (burgerinitiatief).

  • 3. In maart krijgen de indieners van een burgerinitiatief de gelegenheid om hun plannen en ideeën tijdens een presentatie aan de raad van vijf minuten aan de gemeenteraad toe te lichten. De presentatie wordt gefilmd voor de verkiezing van het Lansingerlands initiatief in oktober van hetzelfde jaar.

  • 4. In de periode tussen maart en september toetst het college de initiatieven op haalbaarheid, juridische aspecten, kosten en financiering.

  • 5. In september volgt een publiekscampagne ‘de verkiezing van het Lansingerlands initiatief’, waarbij alle burgerinitiatieven op een website worden getoond. Inwoners kunnen initiatieven beoordelen en ranken en eventueel (mee)financieren in de vorm van crowdfunding. Op deze wijze wordt zichtbaar welke initiatieven kunnen rekenen op een breed draagvlak van inwoners.

  • 6. In oktober, na de publiekscampagne ‘de verkiezing van het Lansingerlands Initiatief’, na bestudering van de initiatieven, de resultaten van de in artikel 6 lid 4 genoemde toetsing en de reacties van de inwoners neemt de raad een besluit welke initiatieven een aanmoedigingsbedrag ontvangen met inachtneming van artikel 8.

  • 7. Vanaf oktober begint een publiciteitscampagne voor het indienen van burgerinitiatieven voor het komend jaar.

Artikel 7 Beraadslaging en besluitvorming

  • 1. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemers schriftelijk uit voor de vergaderingen van de gemeenteraad van maart (presentatie) en oktober.

  • 2. De voorzitter kan een of meerdere initiatiefnemers of de vertegenwoordiger toestemming geven om tijdens de vergadering van oktober de gelegenheid geven om deel te nemen aan de beraadslagingen in de raad over het burgerinitiatief.

  • 3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt op de website van de gemeente dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit schriftelijke mededeling gedaan aan de initiatiefnemer(s).

  • 5. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de initiatiefnemers binnen twee weken na de raadsvergadering waarin de besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden mee, wanneer de uitwerking van het raadsbesluit zal worden gestart, bij welke medewerker van de gemeente de initiatiefnemers nadere inlichtingen kunnen inwinnen en hoe vaak en op welke termijn aan de raad terugkoppeling plaatsvindt.

Artikel 8 Budget burgerinitiatief

  • 1. De gemeenteraad bepaalt welk initiatieven een aanmoedigingsbedrag krijgen en hoe hoog deze bedragen zijn.

  • 2. Het toe te kennen aanmoedigingsbedrag bedraagt nooit meer dan 50% van de totale kosten.

  • 3. De initiatiefnemers die een aanmoedigingsbedrag hebben ontvangen leggen na een jaar en bij afronding van het burgerinitiatief verantwoording af aan de gemeenteraad over de besteding van het aanmoedigingsbedrag

Hoofdstuk 3 Interactieve beleidsvorming

Artikel 9 Besluit inzet interactieve beleidsvorming

Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden bij de start van nieuw beleid of nieuwe planvorming op welke wijze het beleid interactief wordt vorm gegeven.

Artikel 10. Eindverslag interactieve besluitvorming.

  • 1. Ter afronding van de interactieve beleidsvorming maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      Een overzicht van activiteiten in het proces van interactieve beleidsvorming;

    • b.

      Een weergave van de bijdragen, mondeling of schriftelijk, die tijdens dit proces naar voren zijn gebracht;

    • c.

      Een reactie op deze bijdragen en de gevolgen daarvan op de besluitvorming;

  • 3. Het bestuursorgaan stuurt het eindverslag ter informatie naar de raad.

Hoofdstuk 4 Inspraak

Artikel 11 Onderwerp van inspraak

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      Ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      Indien bij of krachtens wettelijke voorschriften is uitgesloten;

    • c.

      Indien sprake is van uitvoering van hogeren regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      Inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      Indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      Indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

  • 4. Inspraak wordt verleend op ruimtelijke plannen onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) indien hierbij veel en/of grote belangen spelen. Bij omgevingsvergunningen, als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zal geen inspraak worden verleend.

Artikel 12. Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 13. Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Wab) van toepassing.

  • 2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een anders inspraakprocedure vaststellen.

  • 3. De inspraakprocedure voor ruimtelijke plannen kent een termijn van terinzagelegging van vier weken. Inspraakreacties kunnen alleen schriftelijk worden ingediend.

  • 4. Indien een inspraakavond voor een ruimtelijk plan wordt gehouden, kunnen tijdens deze avond mondelinge inspraakreacties ingediend worden.

Artikel 14. Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      Een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      Een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      Een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Hoofdstuk 5 Informatievoorziening aan de raad

Artikel 15 Rapportage aan de raad

  • 1. Het college rapporteert elk jaar schriftelijk aan de raad over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

  • 2. Het college rapporteert elk kwartaal schriftelijk aan de raad over het toepassen van interactieve beleidsvorming in de praktijk.

Artikel 16 Slotbepaling

  • 1. De verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2. De Verordening Interactieve besluitvorming, Inspraak en Burgerinitiatief 2013 wordt ingetrokken per 1 januari 2016.

  • 3. De verordening kan worden aangehaald als Verordening Burgerinitiatief gemeente Lansingerland 2016

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergadering van 22 december 2016
De griffier
Marijke Walhout

Toelichting verordening Interactieve besluitvorming, Inspraak en Burgerinitiatief Lansingerland 2016

Algemeen

In de nota Inwoners aan zet, nota burgerinitiatief en burgerparticipatie beschrijft de gemeente Lansingerland haar ambitieniveau op het terrein van burgerinitiatief en burgerparticipatie. Het gaat om alle vormen van samenwerking tussen overheid en burgers. Concreet gaat het om inspraak, interactieve beleidsvorming en burgerinitiatief.

In december 2012 heeft de gemeenteraad van Lansingerland de verordening Interactieve besluitvorming, Inspraak en Burgerinitiatief Lansingerland 2013 vastgesteld.

De gemeenteraad heeft op 28 januari 2016 unaniem een motie (M2016-2) aangenomen, waarin ze het college uitnodigt in samenwerking met de raad met een voorstel te komen om kaders voor

burgerinitiatieven op te stellen en dit voor te bereiden met een delegatie vanuit de raad. Een wijziging is wenselijk om indieners van burgerinitiatieven gelijke kansen te geven om initiatieven te realiseren, bewoners van Lansingerland bij burgerinitiatieven te betrekken en draagvlak voor burgerinitiatieven te meten.

Op 25 mei en 5 juli heeft een delegatie van de raad samen met medewerkers van het team communicatie en de griffie van gedachten gewisseld over uitvoering van deze motie. Uit deze besprekingen kwam de een wijziging van de Nota Inwoners aan zet naar voren luidend:

Om alle burgerinitiatieven dezelfde kansen tot succes te bieden en de raad en inwoners de kans te geven de meest aansprekende burgerinitiatieven tot uitvoering te brengen, organiseert de gemeenteraad elk jaar in maart en oktober een moment in het kader van De Verkiezing van het Lansingerlands Initiatief. Inwoners kunnen een pitch houden, waarop na toetsing van de initiatieven gestemd kan worden. De raad beslist uiteindelijk welke initiatieven een aanmoedigingsbedrag ontvangen van maximaal 50% van de totale kosten.

Daarnaast is de verordening Burgerinitiatief gemeente Lansingerland 2013 aangepast in de vorm van de verordening Interactieve besluitvorming, Inspraak en Burgerinitiatief Lansingerland 2016. Onderstaand worden de wijzigingen besproken tussen de oude en de nieuwe verordening.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel is een aantal definities opgenomen. Nieuw ten opzichte van de verordening van 2013 zijn de begrippen pitch en pitch in de raad. De definitie van het begrip burgerinitiatief is aangepast aan de nieuwe werkwijze.

Artikel 2 Initiatiefgerechtigden burgerinitiatief

Dit artikel is ongewijzigd gebleven.

Artikel 3 Begeleiding

Dit artikel is aangepast aangezien de functie van accountmanager burgerparticipatie en interactieve beleidsvorming van de gemeente is komen te vervallen en deels is overgenomen door het team communicatie.

Artikel 4 Indienen burgerinitiatief

Omdat de burgemeester de voorzitter van de raad is, ligt het voor de hand om het burgerinitiatief bij hem te laten indienen. Ten opzichte van de vorige verordening is in artikel 4, lid 2, sub d toegevoegd, dat de indiener van het burgerinitiatief tevens moet aangeven op welke wijze de financiering van het burgerinitiatief zou kunnen worden geregeld.

Artikel 5 Uitgesloten onderwerpen

Dit artikel is ongewijzigd gebleven.

Artikel 6 Behandeling in de raad.

Dit artikel is geheel vernieuwd en beschrijft de nieuwe werkwijze van de gemeenteraad ten aanzien van burgerinitiatieven.

Artikel 7 Beraadslaging en besluitvorming

Artikel 7 is op een aantal kleine punten aangepast. Ten eerste worden de initiatiefnemers door de voorzitter uitgenodigd voor de vergaderingen van de gemeenteraad in maart (pitch) en oktober (artikel 7, lid 2).

Ten tweede is artikel 7, lid 3 aangepast, daar de lokale nieuwsbladen niet meer worden gebruikt voor het publiceren van besluiten van de gemeente. Deze taak is overgenomen door de website van de gemeente.

Artikel 8 Budget burgerinitiatief

Dit is een nieuw artikel waarin de budgettaire aspecten met betrekking tot burgerinitiatieven worden geregeld.

Het toe te kennen bedrag is een aanmoedigingsbedrag. Daarom stelt de raad nooit meer dan 50% van de totale kosten beschikbaar. Initiatiefnemers kunnen om het benodigde bedrag bij elkaar te krijgen voor hun initiatief gebruik maken van crowdfunding, sponsoring etc. Het initiatief blijft zo bij de initiatiefnemer. De initiatiefnemer zorgt voor een regelmatige terugkoppeling/verantwoording over de besteding van de gelden.

Artikel 9 tot en met 15

Deze artikelen zijn ongewijzigd gebleven.

Artikel 16 Slotbepaling

Dit artikel spreekt voor zich