Verordening burgerinitiatief gemeente Westerkwartier 2019

Geldend van 08-01-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Westerkwartier 2019

De raad van de gemeente Westerkwartier;

gelezen het voorstel de Raadsgroep Herindeling van 12 juli 2018;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening burgerinitiatief gemeente Westerkwartier 2019.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2. Agendering

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3. Initiatiefgerechtigd

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetenen met een belang bij het voorstel.

  • 2. Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4. Onderwerp

  • 1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

    • e.

      een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode, waarin indiening van het burgerinitiatief plaats vindt, door de raad is gesproken, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.

  • 2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5. Indieningsvereisten

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s);

    • d.

      aantoonbaar draagvlak.

Artikel 6. Procedure

  • 1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende raadsoverleg, waarvan de raad-stukken nog niet zijn verzonden, na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5. Na het raadsoverleg vindt besluitvorming in de raad plaats. Er dient ten minste vier weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 2. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5. De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6. Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 7. Jaarverslag

De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8. Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan.

  • 2. Gelijktijdig worden de volgende verordeningen vervallen verklaard:

    • a.

      Verordening burgerinitiatief Gemeente Zuidhorn 2007.

    • b.

      Verordening burgerinitiatief (Leek).

    • c.

      Verordening burgerinitiatief 2004 (Marum).

    • d.

      Verordening burgerinitiatief gemeente Grootegast.

    • e.

      Verordening burgerinitiatief gemeente Winsum 2007.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening burgerinitiatief gemeente Westerkwartier 2019.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Westerkwartier,

d.d. 2 januari 2019.

F.H. Wiersma, voorzitter, J.L. de Jong, griffier