Regeling vervallen per 01-07-2020

Subsidieverordening aanpassing gebouwen

Geldend van 01-02-1999 t/m 30-06-2020

Intitulé

Subsidieverordening aanpassing gebouwen

De raad van de gemeente Bunschoten;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht en de Nota Gehandicaptenbeleid 1996 van de gemeente Bunschoten;

besluit:

vast te stellen de volgende

SUBSIDIEVERORDENING AANPASSING GEBOUWEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Instelling: een rechtspersoon die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten met dien verstande, dat het moet gaan om een sociaal culturele instelling of welzijnsinstelling, een sportvereniging of een kerkgenootschap;

  • b.

    Subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Gebouwen: panden met een openbare functie in eigendom bij instellingen als bedoeld onder a. die worden gebruikt voor sportactiviteiten, sociaal culturele en welzijnsactiviteiten en activiteiten van kerkgenootschappen.

Artikel 2. Doelstelling

Het doel van deze verordening is het bevorderen van de toegankelijkheid en bruikbaarheid van openbare en semi-openbare gebouwen ten behoeve van gehandicapten in de gemeente Bunschoten.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van voorzieningen als bedoeld onder 4. van deze verordening, die worden getroffen aan gebouwen met een openbare functie als sportaccommodaties, kerken en gebouwen van sociaal culturele en welzijnsinstellingen.

Artikel 4. Subsidiabele voorzieningen

Subsidiëring is mogelijk voor de kosten die gemoeid zijn met het treffen van de volgende voorzieningen:

  • a.

    het toegankelijk maken van een gebouw met een schachtlift;

  • b.

    het aanbrengen van automatisch werkende toegangsdeuren;

  • c.

    het opheffen van niveau-verschillen in of bij een gebouw door een stoeltraplift, een plateaulift of een hellingbaan;

  • d.

    het aanbrengen van sanitaire voorzieningen;

  • e.

    het aanbrengen van een ringleiding voor gehoorgestoorden;

  • f.

    het aanleggen van parkeerplaatsen voor invaliden. en de kosten verbonden aan het uitbrengen van een advies voor de te treffen voorzieningen.

Artikel 5. Subsidienormen

Bij een toekenning van subsidie gelden de volgende normen:

  • a.

    het subsidie bedraagt maximaal 50% van de werkelijke kosten;

  • b.

    per genoemde voorziening worden maximaal de volgende bedragen toegekend:

    • het toegankelijk maken van een gebouw met een schachtlift - ƒ 10.000,—

    • het aanbrengen van automatisch werkende toegangsdeuren - ƒ 5.000,—

    • het opheffen van niveau-verschillen in of bij een gebouw door een stoeltraplift, een plateaulift

    • of het aanleggen van een hellingbaan - ƒ 6.000,-- per voorziening

    • het aanbrengen van sanitaire voorzieningen - ƒ 4.000,-

    • het aanbrengen van een ringleiding voor gehoorgestoorden - ƒ 2.000,--

    • het aanleggen van parkeerplaatsen voor invaliden ƒ 1.000.-- per parkeerplaats;

  • c.

    het subsidie bedraagt per gebouw maximaal ƒ 25.000,-.

Artikel 6. Subsidievoorwaarden

  • 1.

    De verlening van het subsidie vindt plaats onder volgende voorwaarden:

    • a.

      het gebouw moet na het treffen van de voorzieningen voldoen aan de toegankelijkheidseisen zoals die in het Bouwbesluit en het Handboek voor Toegankelijkheid zijn opgenomen;

    • b.

      na het treffen van de voorzieningen moet het ITS-symbool worden verkregen;

    • c.

      de voorzieningen mogen niet op een andere wijze subsidiabel zijn;

    • d.

      de voorzieningen moeten in stand worden gehouden;

    • e.

      het subsidie mag geen betrekking hebben op woningen of woongedeelten.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd nadere voorwaarden aan de subsidiebeschikking te verbinden.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1.

    Het subsidie wordt geweigerd als:

    • a

      niet wordt voldaan aan de in lid 6 genoemde subsidievoorwaarden;

    • b.

      met het treffen van de voorzieningen en/of verbeteringen een aanvang is gemaakt voordat een subsidiebeschikking is afgegeven;

    • c.

      het onder 8. genoemde subsidieplafond door de verstrekking van het subsidie wordt overschreden;

    • d.

      het gebouw waaraan de voorzieningen worden getroffen, na 1 februari 1999, zijnde de ingangsdatum van deze verordening, gereed is gekomen.

  • 2.

    Bepalend bij de beoordeling van het gestelde onder d. is de datum waarop de gemeente de subsidieaanvraag heeft ontvangen.

Artikel 8. Subsidieplafond

  • 1.

    De gemeenteraad stelt vast dat subsidiëring op basis van deze regeling slechts mogelijk is tot de door haar daartoe aangewezen financiële middelen. Als de door de gemeenteraad aangewezen middelen voor de uitvoering van deze regeling door beschikkingen tot het verlenen van subsidie zijn besteed, treedt deze regeling buiten werking tot het moment dat de gemeenteraad nieuwe middelen beschikbaar stelt.

  • 2.

    Het bedrag dat de gemeenteraad beschikbaar stelt aan middelen ter uitvoering van deze regeling, wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

Artikel 9. Subsidieaanvraag

Een aanvraag om subsidie moet worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Bij de aanvraag wordt een gespecificeerde kostenbegroting en een omschrijving van de werkzaamheden gevoegd

Artikel 10. Bevoegdheden

De gemeenteraad draagt de uitvoering van deze regeling op aan het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders doet mededeling van de ingekomen en afgewerkte aanvragen om subsidie aan de commissie Welzijn.

Artikel 11. Subsidiebeschikking

  • 1.

    De toekenning van een subsidie draagt een voorlopig karakter. In de subsidiebeschikking wordt vermeld:

    • a

      het subsidiebedrag en de wijze waarop dit is opgebouwd;

    • b.

      een termijn waarbinnen de definitieve opgave van de kosten moet zijn ingediend. Deze termijn bedraagt ten hoogste een jaar te rekenen vanaf de dag waarop de beschikking is verzonden;

    • c.

      de wijze waarop het subsidiebedrag wordt vastgesteld en de afrekening plaatsvindt.

  • 2.

    Na uitvoering van de werkzaamheden wordt het subsidie definitief vastgesteld. Het definitieve subsidie kan nooit hoger zijn dan het voorlopige subsidie.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1

    .Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de instelling afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    De subsidieverordening aanpassing gebouwen treedt in werking op 1 februari 1999.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bunschoten d.d. 28 januari 1999
de secretaris, de voorzitter,
M.J. Doeven L.C. Groen

TOELICHTING op de 'Subsidieverordening aanpassing gebouwen'

In de nota Gehandicaptenbeleid is als beleidsvoornemen geformuleerd dat de toegankelijkheid van of het gebruik door gehandicapten van bestaande gebouwen moet worden bevorderd. Om de toegankelijkheid van dergelijke gebouwen te verbeteren, moeten de mogelijkheden worden onderzocht een subsidieverordening vast te stellen op grond waarvan het aanbrengen van dergelijke voorzieningen wordt gestimuleerd. Volgens de nota moet met name worden gedacht aan openbare gebouwen, sportaccommodaties, kerken, clubhuizen en dergelijke.

De noodzaak voor een dergelijke regeling wordt veroorzaakt doordat in het verleden niet of nauwelijks rekening werd gehouden met toegankelijkheid voor gehandicapten. Deze subsidieverordening heeft tot doel een financiële ondersteuning te geven bij het realiseren van verbeteringen daarin. Hierbij moet met name worden gedacht aan collectieve voorzieningen. Voor individuele voorzieningen zijn er andere voorzieningen denkbaar. De te subsidiëren voorzieningen op grond van deze verordening zijn vooral aanwezig bij openbare gebouwen van sociaal culturele of welzijnsinstellingen, sportverenigingen en kerken.

Artikel 3. Reikwijdte

De verordening is alleen van toepassing op het verbeteren van de toegankelijkheid van openbare gebouwen die in eigendom zijn bij sociaal culturele en welzijnsinstellingen, sportinstellingen en kerken.

Artikel 4. Subsidiabele voorzieningen

De verordening voorziet in het subsidiëren van een aantal concreet genoemde voorzieningen die de toegankelijkheid en het gebruik van gebouwen door gehandicapten verbeteren. Naast voorzieningen aan het gebouw kan dat ook het aanleggen van een of meer invalidenparkeerplaatsen zijn. Tot slot zijn de kosten voor het uitbrengen van een advies over de te treffen voorzieningen door een bevoegde instantie subsidiabel.

Artikel 5. Subsidienormen

De te treffen voorzieningen zijn voor maximaal 50% subsidiabel. Daarnaast is een maximumbedrag per voorziening genoemd. Dat betekent in concreto dat als in een gebouw alleen het aanbrengen van sanitaire voorzieningen nodig is en de kosten daarvan bedragen ƒ 10.000,—, er maximaal ƒ 4.000,-- subsidie wordt toegekend. Bedragen de kosten ƒ 6.000,— dan is het subsidie ƒ 3.000,--. Het totale subsidiebedrag voor een object is vastgesteld op een bedrag van ƒ 25.000,-. Bedragen de kosten voor het aanpassen van een pand bijvoorbeeld ƒ 60.000,--, dan kan maximaal een bedrag van ƒ 25.000,-- worden toegekend.

Artikel 6. Subsidievoorwaarden

In de voorwaarden is bepaald dat een gebouw volledig moet worden aangepast wil men voor een bijdrage in aanmerking komen. Een dergelijke voorwaarde is van belang om te voorkomen dat er ondanks het toekennen van subsidies situaties ontstaan waarbij panden slechts gedeeltelijk worden aangepast. Om die reden is het verkrijgen van het ITS-symbool een voorwaarde.

In dit artikel is ook bepaald dat voor woningen of woongedeelten geen bijdrage kan worden toegekend. Voor de aanpassing van woningen ten behoeve van een bewoner kan immers een beroep worden gedaan op de Verordening Voorzieningen Gehandicapten.

Artikel 7. Weigeringsgronden

Weigeringsgronden zijn het niet voldoen aan de subsidievoorwaarden die in artikel 6 zijn genoemd en het overschrijden van het subsidieplafond. Een weigeringsgrond is ook als het gebouw na 1 februari 1999 is gereed gekomen. Van panden die nog moeten worden opgeleverd, mag immers worden verwacht dat deze aan de toegankelijkseisen voldoen.

Artikel 8. Subsidieplafond

Op basis van de Algemene wet bestuursrecht moet jaarlijks een subsidieplafond worden vastgesteld. Dat wil zeggen dat wordt aangegeven hoeveel geld voor de uitvoering van de subsidieverordening in een bepaald jaar beschikbaar is.

Artikel 9. Subsidieaanvraag

Om de aanvraag op een juiste wijze te kunnen beoordelen, moet bij de aanvraag een begroting van de kosten en een omschrijving van de werkzaamheden worden gevoegd. Eventueel kan ook een tekening van de aanpassingen worden gevoegd.

Artikel 10. Bevoegdheden

De uitvoering van de verordening vindt plaats door het college van burgemeester en wethouders. Van de ingekomen aanvragen en de beschikkingen wordt mededeling gedaan aan de commissie Welzijn.

Artikel 11. Subsidiebeschikking

Het subsidie wordt in eerste instantie voorlopig toegekend. Pas na uitvoering van de werkzaamheden kan het definitief worden vastgesteld. Een dergelijke beslissing wordt genomen op basis van een overzicht van de kosten.

Artikel 12. Slotbepalingen

In dit artikel is opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen ten gunste van de instelling kunnen afwijken van de bepalingen van deze verordening. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste,en nooit ten nadele.