Regeling vervallen per 01-07-2013

Reglement Seniorenraad en Gehandicaptenraad 2010

Geldend van 01-07-2010 t/m 30-06-2013

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Nr. 341

Gemeenteblad van Enschede

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet,

b e s l u i t

vast te stellen het volgende

Reglement Seniorenraad en Gehandicaptenraad 2010

Artikel 1 Instelling

Het college heeft een Seniorenraad (SR) en een Gehandicaptenraad (GR), hierna te noemen “raad” of “raden”.

Deze raden zijn ingesteld krachtens artikel 84 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Taak en bevoegdheden; subcommissies en ad-hoccommissies

1.De Seniorenraad en de Gehandicaptenraad hebben tot taak en de bevoegdheid het college gevraagd en ongevraagd van advies te dienen over respectievelijk vooralhet integrale gemeentelijke ouderenbeleid en vooral het integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid.

Indien een onderwerp zowel het gehandicaptenbeleid als het ouderenbeleid betreft, zijn beide raden bevoegd, eventueel gemeenschappelijk, advies te geven.

  • 2.

    De raden zijn bevoegd om al dan nietuit hun midden subcommissies te vormen, bestaande uit ten hoogste vier leden, en tot een maximum van vier subcommissies per raad. De raden bepalen taak, bevoegdheden en samenstelling van een subcommissie.

  • 3.

    Ter voorbereiding van onderwerpen die op de reguliere vergadering worden behandeld, kunnen de raden uit hun midden ad-hoccommissies instellen, bestaande uit ten hoogste drie leden, en tot een maximum van drie ad-hoccommissies per raad. De raden bepalen taak, tijdsduur, bevoegdheid en samenstelling van een ad-hoccommissie.

Artikel 3 Taak college

  • 1. Het college vraagt advies aan de raden op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan

    zijn op het te nemen besluit.

  • 2. Het college neemt binnen tien weken een beslissing op een gevraagd of ongevraagd advies van

    de raad. Deze termijn kan ten hoogste een keer worden verlengd met tien weken.

  • 3. Als het college in zijn besluit afwijkt van het advies van de raad, worden de redenen daarvoor aan

    de raad meegedeeld.

Artikel 4 Samenstelling en voordracht

  • 1. De raden bestaan uit ten minste vijf en ten hoogste negen leden, die op persoonlijke titel worden

    benoemd.

  • 2. De leden van de raden beschikken over aantoonbare professionele deskundigheid of

    aantoonbare ervaringsdeskundigheid op een of meer beleidsterreinen die voor de

    werkzaamheden van de raden

    van belang zijn.

  • 3. De leden zijn inwoner van de gemeente Enschede.

  • 4. De leden worden geselecteerd door de raden zelf en schriftelijk voorgedragen aan het college.

  • 5. De voorzitter wordt apart geworven. Gelet wordt op leidinggevende kwaliteiten, goede

    communicatieve vaardigheden en representativiteit.

    De voorzitter wordt geselecteerd door de raden zelf en schriftelijk voorgedragen aan het college.

  • 6. De plaatsvervangend voorzitter wordt door de leden uit hun midden aangewezen.

Artikel 5 Benoeming en ontslag

  • 1. De leden van de raden worden benoemd en ontslagen door het college.

  • 2. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen één keer worden

    herbenoemd.

    Na de eerste zittingsperiode wordt het functioneren van een lid geëvalueerd door de raden zelf.

    Afhankelijk van de resultaten van de evaluatie vindt herbenoeming plaats.

  • 3. In een vacature benoemt het college zo spoedig mogelijk een nieuw lid.

    Op het lid dat in een vacature is benoemd, is het tweede lid van dit artikel van toepassing.

  • 4. Het lid aan wie op verzoek tussentijds ontslag is verleend, blijft deel uitmaken van de raad totdat

    het opvolgende lid is benoemd, echter niet langer dan twee maanden na zijn ontslagaanvraag.

  • 5. Als de volstrekte meerderheid van de raad van mening is dat een lid duidelijk onvoldoende

    functioneert, kan de raad het college vragen dat lid ontslag te verlenen.

    Een dergelijk besluit wordt op een speciale daartoe bijeengeroepen vergadering genomen, waar

    alle leden van de raad aanwezig zijn, met uitzondering van het ter discussie staande lid.

  • 6. Het lidmaatschap eindigt van rechtswege als en zodra een lid ophoudt woonachtig te zijn in

    Enschede.

  • 7. De voorgaande leden van dit artikel zijn overeenkomstig van toepassing op de voorzitter.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. De raden worden ambtelijk ondersteund door een secretaris.

    De secretaris maakt geen deel uit van de raden.

  • 2. De secretarisfunctie kan voor beide raden door dezelfde persoon worden vervuld.

  • 3. De secretarissen worden benoemd door de functionele programmadirecteur.

Artikel 7 Vergoedingen

  • 1. Leden van raden, subcommissies en ad-hoccommissies ontvangen voor het bijwonen van

    vergaderingen een presentiegeld en een vergoeding van reis- en verblijfkosten op grond van de

    artikelen 26 en 27 van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006.

  • 2. Voor vergoeding van de kosten van deelname aan cursussen, congressen, seminars en

    symposia kunnen de leden van de raden gebruikmaken van artikel 29 van de Verordening

    rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006.

HOOFDSTUK 2 WERKWIJZE

Artikel 8 Werkwijze van de raden

  • 1. Een raad vergadert indien de voorzitter dat nodig oordeelt of ten minste twee leden daarom

    verzoeken.

  • 2. Een raad vergadert minstens zes keer en ten hoogste 12 keer per kalenderjaar.

  • 3. De voorzitter roept de leden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de

    te houden vergadering schriftelijk op.

  • 4. Vanwege het in lid 8 genoemde openbare karakter van de vergaderingen worden dag, tijdstip en

    plaats van de vergadering, alsmede de belangrijkste agendapunten, tijdig aangekondigd via een

    gemeentelijke advertentie in een huis-aan-huis-blad.

  • 5. De vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal leden tegenwoordig

    is.

  • 6. Indien ingevolge het voorgaande lid een vergadering niet kan worden geopend, belegt de

    voorzitter, onder verwijzing naar dit artikellid, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten

    minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen. Op deze vergadering is

    het vierde lid niet van toepassing. Een raad kan echter niet vergaderen over punten die niet op de

    agenda van de vervallen vergadering stonden, tenzij meer dan de helft van de leden aanwezig is.

  • 7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij zijn afwezigheid wordt de vergadering

    geleid door de plaatsvervangend voorzitter.

  • 8. De vergaderingen worden, behoudens het gestelde in het negende lid, in het openbaar

    gehouden.

  • 9. De deuren worden gesloten wanneer ten minste twee van de aanwezige leden daarom verzoeken

    of de voorzitter dit nodig oordeelt. De raad besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden

    vergaderd.

  • 10. Van een op grond van artikel 86 van de Gemeentewet door de raad opgelegde geheimhouding

    en van de opheffing daarvan maakt de secretaris melding op de stukken.

  • 11. Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.

  • 12. Indien de stemmen staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 13. Indien bij het nemen van een besluit door geen van de leden stemming wordt gevraagd wordt het

    voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 14. Stemming over personen geschiedt bij gesloten en ongetekende stembriefjes.

  • 15. Indien een advies niet met algemene stemmen is vastgesteld voegt de raad, als een minderheid

    dit verlangt, de naar voren gebrachte meningen alsmede de stemverhouding daarvan aan het

    advies toe.

  • 16. De voorzitter en de secretaris tekenen de uitgaande stukken met uitzondering van de agenda die

    door de secretaris namens de voorzitter wordt getekend.

  • 17. De raden brengen over hun werkzaamheden jaarlijks verslag uit aan het college.

Artikel 9 Werkwijze van de subcommissies en ad-hoccommissies

  • 1. Het bepaalde in artikel 8 is niet van toepassing op de werkwijze van de subcommissies en

    ad-hoccommissies. De leden van deze commissies bepalen hun werkwijze in onderling overleg.

  • 2. Een subcommissie en een ad-hoccommissie vergaderen ten hoogste 12 keer per jaar.

HOOFDSTUK 3 FACILITEITEN

Artikel 10 Begroting en budget

  • 1. Een raad dient jaarlijks uiterlijk op 1 oktober van het jaar, voorafgaande aan het begrotingsjaar,

    een begroting in bij het college.

  • 2. Het college beoordeelt de begroting en stelt op basis hiervan een jaarbudget vast voor diverse

    activiteiten van de raden, waarin begrepen de activiteiten van subcommissies en

    ad-hoccommissies.

    Activiteiten die uit dit budget bekostigd kunnen worden, zijn onder meer:

    • -

      lokaal, regionaal, landelijk en internationaal overleg, overleg met derden en overleg met

      ingezetenen;

    • -

      deelnemen aan cursussen, congressen, seminars, symposia, studiedagen, conferenties,

      beurzen, deskundigheidsbevorderingen en trainingen;

    • -

      inschakelen van (externe) deskundigen,

      steeds voor zover deze activiteiten niet zijn te vergoeden of te bekostigen op grond van

      artikel 29 van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006.

  • 3. Presentiegelden, vergoedingen en tegemoetkomingen voor de leden van de raden, subcommissie

    en ad-hoccommissies op grond of met toepassing van de artikelen 26 en 27 van de Verordening

    rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006, zoals genoemd in artikel 7 van dit

    reglement, worden niet uit het in lid 2 genoemd budget bekostigd.

  • 4. Indien de begroting niet tijdig volgens het eerste lidis ingediend, stelt het college een budget vast

    op basis van het lopende budget.

  • 5. Indien tijdens het lopende begrotingsjaar het budget onvoldoende blijkt te zijn, treedt de voorzitter

    van een raad in overleg met het college. Het college kan besluiten het budget aan te passen.

Artikel 11 Vergaderfaciliteiten en overige faciliteiten

Voor vergaderingen en ander overleg van de raden stelt het college gemeentelijke vergaderruimte en gemeentelijke facilitaire voorzieningen om niet beschikbaar. De vergaderruimte dient voor iedereen gemakkelijk toegankelijk te zijn.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

Huishoudelijk reglement

Indien de raden dit gewenst achten, kunnen zij besluiten tot het vaststellen van een huishoudelijk reglement.

Artikel 13 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college, na de raad of raden te hebben gehoord.

Artikel 14 Intrekking oude regeling

Het Reglement voor de adviescommissies Seniorenraad en Gehandicaptenraad wordt ingetrokken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement Seniorenraad en Gehandicaptenraad 2010.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 15 juni 2010.

De Secretaris, De Burgemeester,

M.J.M. Meijs P.E.J. den Oudsten