Regeling vervallen per 03-03-2018

Nadere regels voeren van handelsreclame op grond van artikel 4:15 Algemene Plaatselijke Verordening

Geldend van 21-09-2015 t/m 18-04-2016

Intitulé

Nadere regels voeren van handelsreclame op grond van artikel 4:15 Algemene Plaatselijke Verordening

Burgemeester en Wethouders van Enschede, gelezen het voorstel van LO/WTP van 01-09- 2015

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening,

Besluit:

Vast te stellen de navolgende Nadere regels ‘voeren van handelsreclame bij, op of aan een (on)roerende zaak in Enschede’

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze Nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Buitenreclame: alle vanaf de openbare weg zichtbare reclame.

  • 2.

    Reclame: handelsreclame als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 3.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van gebruik hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

  • 4.

    Bedrijf: een organisatie van mensen en middelen met als doel het leveren van producten of het verlenen van diensten aan andere organisaties of particulieren. De term bedrijf wordt in dit beleid gebruikt voor alle ondernemingen, instellingen en andere organisaties (met of zonder winstoogmerk).

  • 5.

    Gebieden met een Hoge beeldregie: gebieden zoals aangegeven op de kaart ‘kwaliteit voor Enschede’ als in bijlage 1 bij deze nadere regels.

  • 6.

    Uitstalling: een los voorwerp geplaatst op de openbare weg voor een (on)roerende zaak, dat een onmiskenbare relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van het in de (on)roerende zaak gevestigd bedrijf.

Artikel 2 Uitgangspunten

  • 1.

    Handelsreclames passen goed bij de gevel en doen geen afbreuk aan de architectuur van de (on)roerende zaak.

  • 2.

    De reclame heeft een directe relatie met de activiteit die in de (on)roerende zaak wordt uitgevoerd.

  • 3.

    Voor bedrijfsverzamelgebouwen en overdekte winkelcentra geldt dat de namen van de verschillende bedrijven dienen te worden aangebracht op gemeenschappelijke reclamedrager(s).

  • 4.

    Reclame mag alleen worden aangebracht op de bedrijfsgevel en niet op de gevel van bijvoorbeeld een bovengelegen woning (tenzij het een banier betreft).

  • 5.

    Het gevelvlak tussen de begane grond en de eerste verdieping mag, om een visuele scheiding tussen de bouwlagen te voorkomen, niet helemaal bedekt worden met reclame.

  • 6.

    De reclame is zodanig dat de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht of dat ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.

  • 7.

    Hinder door trilling, licht of geluid voor omliggende (on)roerende zaken is niet toegestaan. Wie in een (on)roerende zaak met buitenreclame woont of werkt, mag daar geen overlast van hebben. Om dit punt objectief te kunnen bepalen wordt verwezen naar de geluidsnota van de gemeente Enschede.

  • 8.

    Per (on)roerende zaak is de volgende reclame toegestaan:

    • 1.

      maximaal één evenwijdig aan de gevel aangebrachte reclame die voldoet aan de volgende voorwaarden:

      • a.

        geplaatst in de zone tussen begane grond en onderkant kozijn van de eerste verdieping en minimaal 50 cm uit de zijkant of hoek van het gebouw

      • b.

        binnen het gebied met een Hoge beeldregie mag de reclame alleen bestaan uit losse letters en/of een logo.

    • 2.

      maximaal één haaks op de gevel geplaatste reclame die bestaat uit en voldoet aan:

      • a.

        een uithangbord met de maximale afmeting van 0,5m²; of

      • b.

        een banier die maximaal 70 cm uit de gevel steekt en een maximale afmeting van 1,0 m2.

    • 3.

      Naast reclame uit de leden 1 en 2 is de volgende reclame toegestaan:

      • a.

        raamstickers tot maximaal 10% van het glasoppervlakte van de totale gevel, waarbij de bestickering minimaal 100 mm afstand tot een kozijn heeft;

      • b.

        een vlag, die maximaal 1.5 m uit de gevel steekt en een maximale afmeting van 0,5 m².

      • c.

        een naambord bij een bedrijf, niet zijnde detailhandel, met een maximaal oppervlakte van 0,5 m².

    • 4.

      Voor de reclame uit lid 2 en lid 3 onder b en c geldt dat de vrije hoogte (tussen maaiveld en onderzijde reclame) zodanig is dat de weggebruiker geen hinder van de reclame ondervindt.

  • 9.

    Uitgezonderd van deze Nadere regels zijn:

    • a.

      reclames die aangemerkt worden als bouwen van een bouwwerk in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • b.

      reclames die aangemerkt worden als een uitstalling in de zin van het uitstallingenbeleid van de Gemeente Enschede.

Ondertekening

Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Enschede op 01-09-2015