Regeling vervallen per 01-06-2016

Algemene Subsidieverordening 2009

Geldend van 17-12-2009 t/m 31-05-2016

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Gemeenteblad van Enschede

De raad van de gemeente Enschede,

gelezen het voorstel van het college van 24 november 2009, dienst CS, nr. 14242

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

b e s l u i t

vast te stellen de

Algemene subsidieverordening 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a wet: Algemene wet bestuursrecht;

b gemeentebestuur: de raad of, voor zover de bevoegdheid omtrent het verstrekken van subsidies bij

het college van burgemeester en wethouders berust, het college;

c wettelijke subsidie: subsidie op grond van een bijzondere subsidieverordening, waarbij de bijzondere

subsidieverordening, tezamen met deze Algemene subsidieverordening 2009, dient als wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 4:23, eerste lid, van de wet;

d buitenwettelijke subsidie: een subsidie in een spoedeisend geval of een subsidie op grond van een begrotingspost of een subsidie in een incidenteel geval als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel a, respectievelijk onderdelen c en d van de wet;

e structurele subsidie: een per boekjaar aan rechtspersonen verstrekte subsidie als bedoeld in

afdeling 4.2.8 van de wet.

Artikel 2 Toepassingsbereik

1 Deze verordening is van toepassing op alle bij het gemeentebestuur aangevraagde en door het

gemeentebestuur verstrekte subsidies tenzij bij een besluit van het gemeentebestuur anders is

bepaald, of tenzij dit op grond van de wet is uitgesloten.

2 Ten aanzien van buitenwettelijke subsidies kan het gemeentebestuur besluiten tot afwijking van het

bepaalde in deze verordening.

Artikel 3 Bijzondere subsidieverordeningen

1 Het gemeentebestuur regelt in bijzondere subsidieverordeningen op welke beleidsterreinen

voor welke activiteiten subsidies kunnen worden verstrekt.

2 Het gemeentebestuur regelt in een bijzondere subsidieverordening in ieder geval:

a welke beleidsterreinen het betreft;

b welke activiteiten voor subsidieverstrekking in aanmerking komen;

c welke aanvullende verplichtingen aan de subsidieverstrekking te verbinden zijn;

d wanneer een aanvraag ingediend kan worden en de daarvoor benodigde aanvraagbescheiden;

e de termijn genoemd in artikel 9, lid 3 van deze verordening;

f indien een subsidieplafond is vastgesteld de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag door welk bestuursorgaan; 

g indien een subsidieplafond kan worden vastgesteld welk bestuursorgaan tot vaststelling daarvan en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag bevoegd is;

h welke andere specifieke voorschriften van toepassing zijn.

Artikel 4 Subsidieverslag

Tenzij bij een besluit van het gemeentebestuur anders is bepaald is artikel 4:24 van de wet niet van

toepassing.

Artikel 5 Medesubsidiënt

Het gemeentebestuur kan van bepalingen in deze verordening of in een bijzondere subsidieverordening afwijken indien er sprake is van medesubsidiëring en de betreffende bepalingen

in strijd zijn of komen met besluiten van de medesubsidiënt.

Hoofdstuk 2 Aanvraag

Artikel 6 Termijnen indiening subsidieaanvragen

1 Een aanvraag om subsidie op grond van een bijzondere verordening wordt ingediend uiterlijk op het

in de bijzondere verordening vermelde tijdstip.

2 Een aanvraag om subsidie op grond van een begrotingspost wordt uiterlijk 1 oktober van het jaar

voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend.

3 Subsidieaanvragen in incidentele gevallen en subsidieaanvragen in spoedeisende gevallen worden uiterlijk 8 weken voor het begin van de activiteiten ingediend.

4 Het gemeentebestuur kan in bijzondere gevallen van deze termijnen afwijken.

Artikel 7 Indiening aanvraagbescheiden voor buitenwettelijke subsidies

De aanvraag van een buitenwettelijke subsidie gaat in ieder geval vergezeld van:

a een activiteitenplan, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte is;

b een begroting, tenzij deze voor de berekening van het bedrag van de subsidie niet van belang is;

c indien het een rechtspersoon betreft, een afschrift van de oprichtingsakte dan wel van de

statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd, voor zover niet reeds eerder overgelegd, en overigens voor zover dit door het gemeentebestuur wenselijk wordt geacht.

Artikel 8 Meerdere subsidieaanvragen

In aanvulling op artikel 4:65 van de wet, zoals dat geldt voor structurele subsidies, geldt dat voor zover

de aanvrager van een niet-structurele subsidie voor dezelfde begrote uitgaven tevens subsidie heeft

aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, hij daarvan mededeling doet in de aanvraag,

onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of

aanvragen.

Artikel 9 Termijnen indiening aanvragen tot vaststelling subsidies, na voorafgaande verlening

1 Aanvragen tot vaststelling van subsidies op grond van een begrotingspost worden uiterlijk 1 juni van

het jaar volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend, ingediend.

2 Aanvragen tot vaststelling van subsidies in incidentele gevallen en subsidies in spoedeisende gevallen worden binnen 12 weken na afloop van de activiteiten ingediend.

3 De termijn voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling van subsidies op grond van een bijzondere subsidieverordening wordt geregeld in die bijzondere subsidieverordening.

Artikel 10 Te laat ingediende aanvragen

1 Indien een aanvraag tot verlening of vaststelling (zonder voorafgaande verlening) van een subsidie

wordt ingediend na het verstrijken van de tijdstippen en termijnen genoemd in artikel 6 van deze

verordening of in een bijzondere verordening, kan het gemeentebestuur besluiten de desbetreffende aanvraag alsnog in behandeling te nemen als daar gegronde redenen voor zijn.

2 Indien het gemeentebestuur in gevallen bedoeld in het voorgaande lid besluit de aanvraag alsnogin behandeling te nemen, kan de subsidie lager worden verleend of op een lager bedrag worden vastgesteld, dan in de aanvraag wordt genoemd dan wel in de berekeningsgrondslag van de toepasselijke bijzondere verordening wordt voorgeschreven.

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

Artikel 11 Weigeringsgronden

De subsidie kan naast de in de artikel 4:25, tweede lid, en artikel 4:35 van de wet genoemde gronden

in ieder geval geheel of gedeeltelijkworden geweigerd indien naar het oordeel van het gemeentebestuur:

a de te subsidiëren activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet

aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

b de subsidieverstrekking niet past binnen het vastgestelde beleid;

c de subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden waarvoor deze is bedoeld;

d de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het

algemeen belang of de openbare orde;

e de grootte van het vermogen, dan wel de eigen inkomsten, dan wel de beschikbaarheid van middelen van derden daartoe aanleiding geven/geeft;

f de aanvrager de behoefte aan de activiteiten niet aannemelijk kan maken;

g een doublure ontstaat met activiteiten van een reeds door het gemeentebestuur gesubsidieerde

(rechts)persoon;

h de door de aanvrager aan de deelnemers van de activiteiten gevraagde eigen bijdrage zo laag is

gesteld, dat door een redelijke verhoging hiervan subsidieverstrekking achterwege kan blijven.

i het om activiteiten gaat van politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke aard;

j de financiële continuïteit of de continuïteit van de bedrijfsvoering van aanvrager niet is gegarandeerd;

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Informatieplicht

De subsidieontvanger of subsidieaanvrager doet tijdig opgave van een wezenlijke wijziging van de gegevens die bij de aanvraag om subsidie of bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie zijn overgelegd.

Artikel 13 Niet-doelgebonden verplichtingen ex artikel 4:39 van de wet

Het gemeentebestuur kan als niet-doelgebonden verplichtingen op basis van artikel 4:39 van de wet opleggen:

a een verplichting om werkzoekenden en leerlingen in te schakelen;

b een verplichting om een gedragslijn, gedragscode of protocol voor strafbare feiten te hebben of een gedragslijn, gedragscode of protocol voor strafbare feiten en normoverschrijdend gedrag;

c verplichtingen die het milieu bevorderen;

d verplichtingen die discriminatie bestrijden;

e verplichtingen die de toegankelijkheid van accommodaties voor mensen met een beperking bevorderen;

f verplichtingen die de integratie van bepaalde bevolkingsgroepen bevorderen;

g verplichtingen die de emancipatie op een bepaald terrein bevorderen;

h verplichtingen die het democratisch functioneren binnen en rond de instelling bevorderen;

i een verplichting tot samenwerking met andere instellingen;

j een verplichting om in communicatieve uitingen duidelijk aan te geven dat ‘’de gemeente Enschede’’, of anders omschreven, de activiteiten (mede)subsidieert;

k een verplichting met betrekking tot de hoogte van de contributie van de leden van de subsidieontvanger;

l een verplichting met betrekking tot de hoogte van de tarieven voor, of bijdragen van deelnemers aan, gesubsidieerde activiteiten.

m verplichtingen met betrekking tot de beloningsstructuur binnen een instelling

n verplichtingen over de wijze waarop het bestuur binnen een instelling is georganiseerd, waaronder het toezicht en de interne verantwoording binnen de instelling.

Artikel 14 Vergoeding vermogenswaarden

1 Ten aanzien van de mogelijkheid van vergoeding van vermogenswaarden is artikel 4:41 van de wet

van toepassing.

2 Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de zaken en

andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien

verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken

wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt

ontvangen.

3 Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijke

deskundige.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 15 Afdeling 4.2.8 wet

Afdeling 4.2.8 van de wet is van toepassing, tenzij dit bij wettelijk voorschrift of bij afzonderlijk besluit

van het gemeentebestuur is uitgesloten.

Artikel 16 Toestemming handelingen

De subsidieontvanger die een structurele subsidie ontvangt van meer dan € 25.000,- per jaar behoeft de toestemming van het gemeentebestuur voor de vorming van fondsen en reserveringen genoemd in artikel 4:71, eerste lid, onderdeel g, van de wet.

Artikel 17 Vrijstelling acccountantscontrole

1 De subsidieontvanger die een subsidie ontvangt van € 50.000,- of hoger dan wel die tegelijkertijdmeerdere subsidies ontvangt voor in totaal € 50.000,- of hoger, geeft opdracht tot

onderzoek van het financiële verslag of financiële verslagen aan een accountant.

2 De accountant onderzoekt of het financiële verslag voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde

voorschriften en of het activiteitenverslag, voor zover hij dat verslag kan beoordelen, met het financiële verslag verenigbaar is.

3 De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een schriftelijke verklaring omtrent de

getrouwheid van het verslag. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van de in

het derde lid van dit artikel bedoelde verklaring.

4 Het gemeentebestuur kan in bijzondere gevallen instemmen met afwijking van het gestelde in het eerste lid.

Artikel 18 Raadsdelegatie

Het college besluit op subsidieaanvragen in spoedeisende en incidentele gevallen.

Artikel 19 BTW

Subsidiebedragen worden geacht inclusief eventueel verschuldigde BTW te zijn. Indien alsnog BTW verschuldigd blijkt te zijn, wordt in beginsel geen aanvullende subsidie verstrekt.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

1 Deze verordening treedt op de dag na die van de bekendmaking in werking.

2 De Algemene subsidieverordening 2004, vastgesteld 20 december 2004, wordt ingetrokken.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening 2009.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2009

De Griffier, De Voorzitter,

R. M. Jongedijk P.E.J. den Oudsten