Verordening bestuursrechtelijke geldschulden gemeente Enschede.

Geldend van 22-10-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening bestuursrechtelijke geldschulden gemeente Enschede.

Gemeenteblad van Enschede

De Raad van de gemeente Enschede,

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van … 2009,

Concernstaf, stuknr. …,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht,

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening bestuursrechtelijke geldschulden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan: de raad, de burgemeester en het college van Enschede;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Enschede.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening is niet van toepassing voor zover het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden in een andere verordening is geregeld.

Artikel 3 Betalingstermijn

In afwijking van artikel 4:87 lid 1 van de wet geschiedt de betaling binnen 30 dagen nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, tenzij de beschikking een later tijdstip vermeldt.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 5 Overgangsbepaling

  • 1. Op een verplichting tot betaling van een geldsom aan of door een bestuursorgaan die is vastgesteld of ontstaan vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, blijft het recht zoals dat gold vóór dat tijdstip van toepassing.

  • 2. Op een verplichting tot betaling van een geldsom aan of door een bestuursorgaan in verband met een subsidie die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening is verleend, blijft het recht zoals dat gold vóór dat tijdstip van toepassing.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestuursrechtelijke geldschulden gemeente Enschede.

Toelichting Verordening bestuursrechtelijke geldschulden

Algemeen

Met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) per 1 juli 2009 is het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden toegevoegd aan de Awb. Titel 4.4 van de Awb is van toepassing op geldschulden die voortvloeien uit de wet, een wettelijk voorschrift of een besluit van een bestuursorgaan waartegen bezwaar gemaakt kan worden of beroep kan worden ingesteld (=beschikking).

Met betrekking tot een aantal onderwerpen bestaat de vrijheid om de wettelijke regeling aan te vullen of daarvan af te wijken door een gemeentelijke verordening. Van die mogelijkheid wordt met deze verordening gebruik gemaakt ten aanzien van de betalingstermijn van geldschulden die voortvloeien uit een beschikking. Deze betalingstermijn betreft zowel schulden aan als schulden van de overheid.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel zijn begripsomschrijvingen opgenomen van begrippen die in deze verordening

worden gehanteerd.

Artikel 2

In specifieke verordeningen kan het onderwerp bestuursrechtelijke geldschulden

ook aan de orde komen. Daarbij valt te denken aan de diverse belastingverordeningen.

In die gevallen is deze (algemene) verordening niet van toepassing, maar geldt hetgeen

geregeld is in de specifieke verordening.

Artikel 3

In artikel 4:87 lid 1 Algemene wet bestuursrecht hanteert de wetgever een betalingstermijn van 6 weken. Betaling dient te geschieden binnen 6 weken nadat de beschikking is bekendgemaakt. Een langere betalingtermijn mag in de beschikking zelf worden vermeld. Een kortere betalingstermijn dan

6 weken is alleen toegestaan als dat in een wet of verordening is geregeld.

In dit artikel van de verordening is bepaald dat betaling aan en door de gemeente geschiedt binnen 30 dagen nadat de beschikking bekend is gemaakt. Deze kortere termijn is met name van belang voor invordering van Wet Werk en Bijstand-schulden, onder andere om sneller beslag te kunnen leggen en te voorkomen dat invordering onmogelijk wordt gemaakt. Om binnen de gemeente één uniforme termijn te hanteren is er voor gekozen om gemeentebreed een betalingstermijn van 30 dagen te hanteren. Dit komt de overzichtelijkheid en duidelijkheid ten goede. Het artikel laat onverlet dat in beschikkingen een langere betalingstermijn kan worden opgenomen, de verordening stelt slechts de minimumtermijn vast.

Artikel 4

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 5

Artikel 6 bevat het overgangsrecht. Daarbij is aangesloten bij het overgangsrecht behorende bij titel 4.4 Algemene wet bestuursrecht inzake bestuursrechtelijke geldschulden. Er is voor gekozen de verordening eerbiedigende werking te geven. Op geldschulden die vóór de inwerkingtreding van deze verordening bij beschikking zijn vastgesteld blijft het oude recht van toepassing. Het tweede lid geeft om praktische redenen een aanvullende voorziening voor subsidies: het oude recht blijft ook van toepassing op betalingsverplichtingen die weliswaar na inwerkingtreding van de wet zijn ontstaan, maar samenhangen met vóór inwerkingtreding ervan verleende subsidies. Dit is met name van belang als een vóór inwerkingtreding verleende subsidie na inwerkingtreding wordt vastgesteld. Het tweede lid waarborgt dat in zo’n geval op het gehele subsidieproces hetzelfde recht van toepassing is.

Artikel 6

Dit artikel spreekt voor zich.