Besluit prostitutiebedrijven

Geldend van 01-10-2000 t/m heden

Intitulé

Besluit prostitutiebedrijven

Gemeenteblad van Enschede

BESLUIT PROSTITUTIEBEDRIJVEN

Gebaseerd op artikel 3.1.3 van de APV Gemeente Enschede

PARAGRAAF 1 ALGEMEEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

A Verordening:

de Algemene plaatselijke verordening gemeente Enschede;

B Seksinrichting:

een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.1.1, onder c van de verordening;

C Escortbedrijf:

een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1, onder d van de verordening;

D Verblijfsruimte:

een verblijfsruimte als bedoeld in artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2003;

E Werkruimte:

een verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt;

F Prostitutiebedrijf:

een seksinrichting of een escortbedrijf, dan wel een combinatie van beide;

G Exploitant:

de exploitant van een prostitutiebedrijf, alsmede de namens hem optredende beheerder van zo’n bedrijf.

Artikel 1.2 Termijn vergunning

Een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid van de verordening wordt verleend voor een periode van ten hoogste drie jaar.

PARAGRAAF 2 GESCHIKTHEIDVERKLARING SEKSINRICHTING

Artikel 2.1 Verklaring staat seksinrichting

Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidverklaring van burgemeester en wethouders een besloten ruimte als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.

Artikel 2.2 Aanvraag geschiktheidverklaring

Op het aanvragen van een geschiktheidverklaring als bedoeld in artikel 2.1, is artikel 6.1.2 van de Bouwverordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.3 Ontvankelijkheid

Op het bepalen van de ontvankelijkheid van een aanvraag om een geschiktheidverklaring als bedoeld in artikel 2.1, is artikel 6.1.3 van de Bouwverordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.4 Termijn van beslissing

1 Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een geschiktheidverklaring binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

2 Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste twaalf weken verdagen. Van het besluit tot verdaging wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

3 In afwijking van het bepaalde in het eerste en het tweede lid houden burgemeester en wethouders de beslissing op de aanvraag aan indien:

a een bouwvergunning is vereist en op de aanvraag nog niet is beslist;

b op de besloten ruimte een aanschrijving rust wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit of de Bouwverordening en aan die aanschrijving (nog) niet is voldaan.

4 De in het vorige lid bedoelde aanhouding eindigt zes weken nadat op de aanvraag om een bouwvergunning is beslist of nadat is voldaan aan de aanschrijving.

Artikel 2.5 Weigering geschiktheidverklaring

Een geschiktheidverklaring wordt geweigerd indien:

1 een vereiste bouwvergunning is geweigerd;

2 de seksinrichting niet voldoet aan het bepaalde in paragraaf 3 of 4.

Artikel 2.6 Intrekken of wijzigen geschiktheidverklaring

Burgemeester en wethouders kunnen een geschiktheidverklaring intrekken of wijzigen:

a indien zich met betrekking tot de verklaring een van de omstandigheden voordoet als genoemd in artikel 1.6 van de verordening;

b indien de inrichting zodanig wordt of is gewijzigd dat voor die wijziging een bouwvergunning is vereist.

PARAGRAAF 3 INRICHTINGSEISEN SEKSINRICHTINGEN

Artikel 3.1 Reikwijdte

(niet opgenomen)

Artikel 3.2 Verblijfsruimten

1 Tot een seksinrichting moet ten minste behoren:

a een verblijfsruimte ingericht als keuken;

b een verblijfsruimte ingericht als kleedkamer, met per werkruimte een afsluitbare hang-/legkast;

c een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een vloeroppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m.

2 Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

3 Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

4 In het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer moet in voldoende mate daglicht kunnen toetreden en vanuit deze verblijfsruimten moet visueel contact met buiten mogelijk zijn.

Artikel 3.3 Werkruimten

1 Elke werkruimte moet een vloeroppervlakte hebben van ten minste 8 m², waarvan de breedte ten minste 2 meter is.

2 Elke werkruimte moet zijn voorzien van een wastafel met warm en koud stromend water, en van heldere witte elektrische verlichting.

Artikel 3.4 Sanitaire voorzieningen

1 In een seksinrichting moeten ten minste één herentoilet, één damestoilet en één badruimte aanwezig zijn, met dien verstande dat:

a per bouwlaag ten minste één toiletruimte en één badruimte aanwezig dient te zijn;

b per vijf werkruimten tenminste één toiletruimte en per tien werkruimten tenminste één badruimte aanwezig dient te zijn.

2 Burgemeester en wethouders laten het bepaalde in het eerste lid buiten toepassing ten aanzien van een seksinrichting waarin uitsluitend één prostituee werkzaam is die op dat adres haar of zijn hoofdverblijf heeft.

Artikel 3.5 Overige voorzieningen

1 De voorziening voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht in een seksinrichting moet voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit.

2 Een seksinrichting moet zijn voorzien van verwarmingsapparatuur als bedoeld in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit, waarmee alle besloten ruimten kunnen worden verwarmd.

Artikel 3.6 Sociale veiligheid

1 Iedere werkruimte dient te zijn voorzien van een zogenoemd stil alarm.

2 De toegangsdeur van een werkruimte mag slechts afsluitbaar zijn als in de seksinrichting een, voor de overige aanwezige prostituees goed bereikbare, op die deur passende moedersleutel aanwezig is.

PARAGRAAF 4 BRANDVEILIGHEIDSEISEN

Artikel 4.1 Brandveiligheidsvoorschriften

1 Voor een seksinrichting met één werkruimte is hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

2 Voor een seksinrichting met meer dan één werkruimte is hoofdstuk 7, titel 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

3 De algemene gebruikseisen van hoofdstuk 6 van de Bouwverordening zijn van overeenkomstige toepassing.

4 Het gebruik van verplaatsbare verwarmingstoestellen is niet toegestaan.

PARAGRAAF 5 EISEN TEN AANZIEN VAN DE BEDRIJFSVOERING

Artikel 5.1 Algemeen

1 Het is verboden vanuit een seksinrichting klanten te werven die zich op of aan de weg bevinden.

2 De exploitant van een prostitutiebedrijf is verplicht alles te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs van hem of haar kan worden gevergd om hinder en overlast voor de omgeving van bezoekers van het prostitutiebedrijf en van personen die in het prostitutiebedrijf werkzaam zijn, te voorkomen of te beperken.

3 Het is de exploitant van een seksinrichting verboden bezoekers beneden de leeftijd van 18 jaar toegang te verlenen tot de inrichting.

Artikel 5.2 Bewoningsverbod

1 Het is verboden in een seksinrichting aanwezig te zijn gedurende de tijden dat deze ingevolge artikel 3.2.3 van de verordening gesloten dient te zijn.

2 Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op:

  • a.

    de exploitant, alsmede diens bloed- en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zijlijn tot en met de derde graad;

  • b.

    de personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens een dringende reden noodzakelijk is.

3 Het is verboden een ruimte als bedoeld in paragraaf 3 van dit besluit als woonruimte in gebruik te nemen of te houden.

4 Het bevoegde bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod, indien aannemelijk is gemaakt dat in de betreffende seksinrichting uitsluitend de exploitant als prostituee werkzaam zal zijn.

Artikel 5.3 Toegang ambtenaren belast met toezicht

1 De exploitant van een seksinrichting is verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde in of krachtens hoofdstuk 3 van de verordening, onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting gedurende de tijd dat deze voor bezoekers geopend is.

2 De exploitant van een seksinrichting is verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de inrichting gedurende de tijd dat deze gesloten dient te zijn en deze ambtenaren het vermoeden uiten dat in de inrichting bezoekers aanwezig zijn.

Artikel 5.4 Bescherming gezondheid en zelfbeschikkingsrecht van prostituees

1 De exploitant van een prostitutiebedrijf is verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in het bedrijf werkzame prostituees, alsmede in het belang van de bescherming van de volksgezondheid.

2 De exploitant van een prostitutiebedrijf is verplicht de in het bedrijf werkzame prostituees in de gelegenheid te stellen zich regelmatig te laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen, overeenkomstig de landelijke richtlijnen van de stichting SOA-bestrijding.

3 Indien een arts vast verbonden is aan een prostitutiebedrijf, is de exploitant verplicht de naam en het adres van deze arts aan de GGD te melden.

4 De exploitant van een prostitutiebedrijf is verplicht medewerkers van de GGD toegang te verlenen tot het prostitutiebedrijf om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op bevordering en instandhouding van de gezondheidssituatie van de in het bedrijf werkzame prostituees.

5 De exploitant van een prostitutiebedrijf is verplicht er zorg voor te dragen dat onder de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico's en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.

6 De exploitant van een prostitutiebedrijf is verplicht een bedrijfsbeleid te voeren waarin de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee centraal staan.

7 De in het vorige lid bedoelde verplichting houdt in ieder geval in dat:

a in de werkruimten te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn;

b de prostituee het werken zonder condoom mag weigeren;

c de prostituee klanten en/of bepaalde diensten mag weigeren;

d de prostituee mag weigeren met de klant alcoholhoudende dranken te drinken;

e de prostituee niet verplicht kan worden zich geneeskundig te laten onderzoeken;

f de prostituee het recht heeft op een vrije artsenkeuze;

g voor een prostitutiebedrijf geen reclame wordt gemaakt waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het bedrijf werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

PARAGRAAF 6 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALING

Artikel 6.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2000.

Artikel 6.2 Overgangsbepaling

Onverminderd het bepaalde in artikel 3.5.1, vierde lid van de verordening, is artikel 2.1 tot en met 30 september 2001 niet van toepassing op een seksinrichting die voorkomt op de lijst als bedoeld in artikel 3.5.1, eerste lid van de verordening, indien en voor zover de perso(o)n(en) die deze seksinrichting exploiteerde(n) op 1 april 2000, de exploitatie daarvan sindsdien onafgebroken heeft c.q. hebben voortgezet en de bruto vloeroppervlakte van deze seksinrichting sindsdien ongewijzigd is gebleven. Deze bepaling is niet van toepassing indien ná 1 april 2000 tevens een andere persoon of andere personen de exploitatie van een in dit lid bedoelde seksinrichting op zich heeft c.q. hebben genomen.