Regeling vervallen per 01-03-2014

Verordening Burgerinitiatief

Geldend van 01-03-2012 t/m 28-02-2014

Intitulé

VERORDENING BURGERINITIATIEF

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN,

(GR 11.2864209);

Gezien het voorstel van D66 van 8 december 2011;

HEEFT BESLOTEN:

de Verordening op het burgerinitiatief vast te stellen.

Artikel 1

De doelstelling van de Verordening op het burgerinitiatief is: De participatie en betrokkenheid van de bewoners van Groningen te vergroten en de bewoners de mogelijkheid te bieden om direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda.

Artikel 2

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad : de gemeenteraad;

  • b.

    commissie : een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c.

    college : het college van burgemeester en wethouders van Groningen;

  • d.

    burgerinitiatief : een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid;

  • e.

    ingezetenen : personen ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Groningen.

Artikel 3

Ingezetenen van zestien jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 4

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend als het één of meer van de volgende zaken betreft:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag;

  • c.

    een klacht over of bezwaar tegen (een persoon van) een bestuursorgaan;

  • d.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting en begrotingen van takken van dienst;

  • e.

    een onderwerp dat louter een privébelang betreft;

  • f.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • g.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

  • h.

    onderwerpen waarover de raad in de raadsperiode voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen.

Artikel 5

  • 1. Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het burgerinitiatief dient te worden ondersteund door tenminste het volgende aantal ingezetenen van 16 jaar en ouder:

    • a.

      voor verzoeken met een wijkgericht karakter: ten minste 2% van de ingezetenen van de betreffende wijk of bij wijken van meer dan 12.500 ingezetenen ten minste 250.

    • b.

      voor verzoeken met een bovenwijks of stedelijk karakter: 1.000.

  • 3. De ondersteuning als bedoeld in het vorige lid blijkt:

    • a.

      uit ondertekening door de ondersteuner van een aan het burgerinitiatief gehechte, door de gemeente verstrekte lijst.

    • b.

      of door ondertekening door de ondersteuner van de, op de website van de gemeente gepubliceerde lijst.

  • 4. Een ondertekening bedoeld in het vorige lid is pas geldig als naast de handtekening tevens de naam, het adres en de geboortedatum van de ondersteuner worden vermeld.

Artikel 6

  • 1. Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.

  • 2. Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 3. Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van tenminste een en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 7

  • 1. De griffier zal, zodra een initiatief ondersteund wordt door 50 initiatiefgerechtigden en dit feit door indieners kenbaar wordt gemaakt aan de griffier, de verzoekers uitnodigen voor een gesprek;

  • 2. In dit gesprek kunnen verzoekers hun initiatief toelichten

  • 3. De griffier zal in dit gesprek uitleggen hoe een initiatief het best geformuleerd kan worden

  • 4. Ook zal de griffier met de verzoekers doornemen of het burgerinitiatief voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 5 en 6 en of sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.

Artikel 8

De voorzitter van de raad bericht de raad binnen twee weken na ontvangst van een burgerinitiatief of het burgerinitiatief voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 5 en 6 en of sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.

Artikel 9

  • 1. De raad beslist in zijn eerstvolgende vergadering na ontvangst van het advies van de voorzitter als bedoeld in artikel 8 over de behandeling van het burgerinitiatief.

  • 2. Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of gebruik wordt gemaakt van een van de mogelijkheden genoemd in het derde en het vierde lid van dit artikel en in welke raadsvergadering besluitvorming over het burgerinitiatief zal plaatsvinden.

  • 3. De raad kan een burgerinitiatief om advies voorleggen aan het college.?Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

  • 4. De raad kan besluiten om over een burgerinitiatief het advies in te winnen van een commissie. Het derde lid, tweede volzin, van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vinden plaats binnen twaalf weken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen.

  • 6. Indien een burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juli of augustus worden de termijnen genoemd in het vijfde lid met twaalf respectievelijk acht weken verlengd.

Artikel 10

  • 1. De voorzitter van de raad stelt een of meer vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 6, derde lid, in de gelegenheid het burgerinitiatief toe te lichten in de raadsvergadering waarin de beraadslaging over het initiatief plaatsvindt en eventuele vragen uit de raad te beantwoorden.

  • 2. De voorzitter van de raad kan een of meer van de vertegenwoordigers als bedoeld in het eerste lid toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in de raad over het burgerinitiatief.

  • 3. Indien de raad toepassing heeft gegeven aan artikel 9, vierde lid, zijn het eerste en het tweede lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11

  • 1. De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 6, derde lid, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van de gemeente Groningen de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen.

Artikel 12

  • 1. Deze verordening treedt in werking 6 weken na de bekendmaking.

  • 2. De commissie cultuurverandering evalueert ieder jaar de werking van het burgerinitiatief in de gemeente Groningen.

  • 3. Deze verordening vervalt twee jaar na inwerkingtreding. De raad kan, indien de evaluatie in de commissie cultuurverandering hiertoe aanleiding geeft, dit lid schrappen.

Artikel 13

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Burgerinitiatief.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 21 december 2011.
De griffier,                                                          De voorzitter,
 
 
 
 
 
 
drs. A.G.M. (Toon) Dashorst                                 dr. J.P. (Peter) Rehwinkel