Regeling vervallen per 01-01-2021

Nadere regels venten (afdeling 5:3 Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009)

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

Nadere regels venten (afdeling 5:3 Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009)

Aanleiding

In het kader van deregulering van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen wordt per 1 januari 2010 het vergunningstelsel voor venten afgeschaft. De ondernemer hoeft geen vergunning meer aan te vragen, waardoor er zowel voor de aanvrager als de gemeente een lastenverlaging plaatsvindt.

In plaats van een vergunningstelsel geldt vanaf 1 januari 2010 een algemeen verbod: het is verboden te venten als de openbare orde wordt verstoord, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komen. Deze terminologie sluit aan bij de Europese Dienstenrichtlijn. Hieronder vallen de aloude motieven van overlast (in de meeste gevallen) en verkeersveiligheid.

Voor de uitvoering van het verbod kunnen nadere regels worden opgesteld. Deze bestaan deels uit voorwaarden, die eerst aan de ventvergunning verbonden waren. Met deze regels willen we een duidelijk en transparant kader voor de handhaving vastleggen.

Wettelijk kader

Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

In afdeling 5:3 van de APVG 2009 zijn de artikelen over venten opgenomen. Onder venten verstaan we - kort gezegd - het aanbieden of verkopen van goederen of diensten, zowel op de openbare weg als huis-aan-huis. De toelichting bij de model-APV van de VNG voegt hieraan toe dat het bij venten van belang is dat de venter in beweging is. De venter biedt zijn waren voortdurend aan vanaf een andere plaats. Het tijdelijk stilstaan in afwachting van klanten is geen venten. Bijvoorbeeld: het tien minuten standplaats innemen vereist volgens jurisprudentie een standplaatsvergunning.

Het is verboden te venten indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid , de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. Ook is het verboden te venten op zondagen en maandag t/m zaterdag tussen 22.00 en 8.00 uur. Het college kan nadere regels stellen voor de uitvoering van het verbod.

De verkoop van abonnementen, zoals kranten en tijdschriften, wordt ook gezien als venten. Hierop is geen verbod van toepassing, omdat het gaat om gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting). Wel kan het college een verbod instellen voor bepaalde plaatsen of dagen/tijdstippen.

Beleidsregels flyeren, samplen, collecteren en venten

In de huidige beleidsregels voor flyeren, samplen, collecteren en venten is geregeld dat voor de Binnenstad en Stationsgebied geen ventvergunning wordt afgegeven. Omdat de ventvergunning wordt afgeschaft, vervalt dit onderdeel/artikel uit deze regeling per 1 januari 2010. Omdat in sommige gevallen het bij voorbaat te zeggen is dat het venten gevaar voor de openbare orde etc. zal opleveren, worden er in de Nadere regels venten gebieden of plaatsen aangegeven waar het verboden is om te venten. Dit zorgt voor een duidelijk kader — zowel voor de venter als voor de handhaving.

Dienstenrichtlijn

De regels over venten moeten aan de Europese Dienstenrichtlijn getoetst worden. De regels mogen geen belemmering voor het vrij verkeer van diensten en de vrijheid van vestiging opleveren. Het gaat hierbij om venters die tegen betaling hun diensten aanbieden. In de meeste gevallen gaat het om dienstverleners die huis-aan-huis hun diensten aanbieden tegen betaling, bijvoorbeeld schoorsteenvegers, glazenwassers, scharensliep enz.

De handel in goederen valt niet onder de Dienstenrichtlijn. In bijlage 2 is het zgn. notificatieformulier voor de Dienstenrichtlijn opgenomen.

Uitkomst van de notificatie is dat de regels niet in strijd zijn met de Dienstenrichtlijn.

Dit betekent dat deze regels niet hoeven te worden genotificeerd.

Motivering Nadere regels venten

Zoals gezegd vormen deze nadere regels een uitwerking van het verbod op venten. Het is verboden te venten als de openbare orde wordt verstoord en/of de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komen. Inherent aan het venten is dat deze activiteit publiek aantrekt, waardoor er een belemmering in de doorstroming van het (voetgangers)verkeer veroorzaakt kan worden. Zowel in drukke voetgangersgebieden als langs straten met doorgaand verkeer (gebiedsontsluitingswegen) kan dit tot ongewenste situaties leiden.

De genoemde belangen (openbare orde etc.) worden onder meer geacht in gevaar te komen als er wordt gevent op bepaalde locaties.

In de eerste plaats is dat wanneer er gevent wordt binnen een afstand van 25 meter van marktplaatsen en evenementen. De marktplaatsen vinden plaats op een afgebakend gebied in de openbare ruimte. Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid is het van belang dat in het gebied rond deze plaatsen geen venters actief zijn. Deze kunnen een extra mate van overlast en ongewenste (verkeers)situaties opleveren. Ditzelfde geldt bij evenementen. Door de grote aantallen publiek blijft een venter vaak een langere tijd op dezelfde plek staan, waardoor er onwenselijke situaties ontstaan.

Ten tweede is dat wanneer er binnen een afstand van 200 meter van openbare gebouwen, zoals scholen, ziekenhuizen en kerken gevent wordt. Het gaat hierbij om het aspect van de volksgezondheid (bijvoorbeeld bestrijding overgewicht bij kinderen) en het voorkomen van overlast.

Ten derde is voor een specifiek aantal locaties te zeggen dat de genoemde belangen in gevaar komen.

Dit zijn:

  • a.

    de Binnenstad en het Stationsgebied.

  • b.

    op of aan het Damsterdiep (tussen Oostersingel en Schuitendiep);

  • c.

    op of aan de wegen in het Stadspark (waaronder begrepen de Campinglaan).

In de binnenstad is sprake van een sterke menging van functies. Er wonen en werken een grote hoeveelheid mensen, er is veel (winkelend) publiek er is op vrijwel alle dagen van de week markt en er vinden veel evenementen en andere activiteiten plaats op een relatief kleine oppervlakte. Dit levert een grote druk op de openbare orde en de (verkeers)veiligheid op. Hierdoor en vanwege klachten van ondernemers en winkelend publiek wordt de keuze gemaakt om overlast veroorzakende commerciële activiteiten zoals venten in dit gebied niet toe te staan. Hiermee sluiten we ook aan bij beleidsregels flyeren, samplen en collecteren die - kort gezegd - zijn opgesteld ter voorkoming en voor het terugdringen van overlast in de Binnenstad en het Stationsgebied.

Wat betreft het Damsterdiep geldt dat het een kwetsbaar gebied is, waardoor er geacht worden gevaarlijke situaties te ontstaan, als venten daar wordt toegestaan.

Het Stadspark is een gebied waar ook veel druk op ligt; er vinden vaak evenementen plaats waar grote hoeveelheden publiek bij zijn. Tevens dient het park vanuit milieu-oogpunt beschermd te worden.

Ten slotte moet een ambulante handelaar ingeschreven staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Dit om de rechtszekerheid in de handel te bewaken. De ambulante handelaar moet tevens een Bewijs van Registratie bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel aan vragen. Dit bewijs moet hij kunnen tonen bij de uitoefening van zijn activiteiten.

Handhaving

Het optreden op basis van de APVG blijft hetzelfde. Er zal worden opgetreden op grond van het verbod tot venten in de APVG. De Nadere regels geven aan in welke gevallen er sowieso opgetreden wordt.

In de huidige praktijk komen er weinig klachten binnen en worden er nauwelijks overtredingen geconstateerd. Aangezien de belangrijkste voorwaarden uit de ventvergunning zijn overgenomen in de nadere regels verwachten we dat dit zo zal blijven. Een uitzondering hierop is wellicht het gebied rondom de Euroborg. Hoe de situatie zich hier zal ontwikkelen zal uit de praktijk moeten blijken.

Nadere regels venten (afdeling 5:3 Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009)

Het college van de gemeente Groningen,

Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 (APVG 2009);

Overwegende

dat het wenselijk is om de verbodsbepaling van artikel 5:16 lid 1 APVG 2009 op een aantal punten uit te werken, omdat in ieder geval in deze gevallen geacht wordt dat er een gevaar optreedt voor de openbare orde en/of de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu;

dat het op grond van artikel 5:16 lid 3 APVG 2009 mogelijk is om nadere regels te stellen betreffende venten in de gemeente Groningen;

Besluit

Vast te stellen: Nadere regels venten (afdeling 5:3 APVG 2009).

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Nadere regels wordt verstaan onder:

* Venten: wat daaronder wordt verstaan in artikel 5:15 APVG 2009.

Artikel 2 Verbod venten bij markt en evenement

Venten is niet toegestaan binnen een afstand van 25 meter van evenementen en de door het college aangewezen marktplaatsen.

Artikel 3 Verbod venten bij openbare gebouwen

Venten is niet toegestaan binnen een afstand van 250 meter van openbare gebouwen, zoals scholen, ziekenhuizen en kerken.

Artikel 4 Verboden locaties

Venten is niet toegestaan:

  • 1.

    in het centrum- en stationsgebied omsloten door Noorderhaven NZ, Lopende Diep NZ, Spilsluizen NZ, Turfsingel NZ, Schuitendiep (zijnde binnenstad oost), voormalig Klein Poortje, Trompkade, Trompsingel, Zuiderpark, Hereweg (t/m Spoorviaduct), Viaductstraat, Driehovenstraat, Parkweg, Hoornsediep OZ, Emmaviaduct, Emmasingel, Eeldersingel, Westerhaven (gevellijn westzijde bij Lissabonstraat, A weg, Westersingel waarvan de juiste begrenzing op de bij dit besluit behorende kaart is aangegeven;

  • 2.

    op of aan het Damsterdiep (tussen Oostersingel en Schuitendiep);

  • 3.

    op of aan de wegen in het Stadspark (waaronder begrepen de Cannpinglaan).

  • 4.

    voorafgaand aan, tijdens en na afloop van thuiswedstrijden van FC Groningen: op en rond de Euroborg in het gebied begrensd door het Oude Winschoterdiep, de Bournaboulevard, Wittop Koningstraat, Gideonweg en Oude Stamspoor (t/m fietstunnel onder de Europaweg).

Artikel 5 Registratie handelsregister

De ambulante handelaar dient zijn inschrijvingsbewijs Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD-pas) te kunnen tonen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

De Nadere regels venten treden in werking op 1 januari 2010.

Vastgesteld bij collegebesluit van 15 december 2009, nr. 6m.

Datum bekendmaking: 29 december 2009.

Datum inwerkingtreding: 1 januari 2010.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 1 Nieuwe afdeling 3, APVG 2009 (venten)

Besluitvorming in raadsvergadering 25 november 2009; in werking 1 januari 2010

Afdeling 3 Venten

Artikel 5:15 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis;

  • 2.

    Onder venten wordt niet verstaan:

    • a.

      het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;

    • b.

      het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5:24;

    • c.

      het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op een standplaats als bedoeld in artikel 5:18.

Artikel 5:16 Ventverbod

  • 1.

    Het is verboden te venten indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 2.

    Het is verboden te venten op zondagen en maandag t/m zaterdag tussen 22.00 en 8.00 uur.

  • 3.

    Het college kan ter uitvoering van lid 1 nadere regels stellen.

  • 4.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet.

Artikel 5:17 Venten met gedrukte stukken

  • 1.

    Het verbod als bedoeld in artikel 5:16, eerste lid geldt niet voor venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.

  • 2.

    Het college kan de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in het eerste lid beperken door een verbod in te stellen:

    • a.

      op door het college aangewezen openbare plaatsen, of

    • b.

      voor bepaalde dagen en uren.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het tweede lid.