Verordening commissie bezwaarschriften 2014

Geldend van 04-04-2014 t/m 23-12-2021

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften 2014

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college d.d. 9 november 2010;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Besluit:

vast te stellen de volgende Verordening Commissie Bezwaarschriften:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaat onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan, dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend inzake:

    a. belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    b. functiewaardering voor het ambtelijk personeel;

    c. (her)plaatsing in het kader van een reorganisatie.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van, of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • 3.

    De voorzitter en de leden worden op voordracht van het college door de raad benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4.

    De raad benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 5.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4. Commissiekamers

  • 1.

    De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2.

    De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

  • a.

    een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

  • b.

    ten minste twee andere leden, door de commissies aangewezen uit haar midden.

  • 4.

    De commissie wijst uit haar midden voor elke lid een eerste en een tweede plaatsvervanger aan.

  • 5.

    De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

  • 6.

    Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie (en haar kamers) wordt door het college aangewezen.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6. Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4.

    De raad kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in de leden 1 en 3.

Artikel 7. Vergoeding

De commissieleden ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding die door het college wordt vastgesteld.

Artikel 8. Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen.

Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • 1.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • 2.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • 3.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • 4.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • 5.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 10. Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is een voorafgaande machtiging van het college vereist.

Artikel 11. Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12. Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen aan de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

Artikel 13. Quorum

  • 1.

    Voor het behandelen van een bezwaarschrift is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, ter zitting aanwezig is.

  • 2.

    De commissie kan in bijzondere gevallen het vertrouwelijk horen of een bezoek ter plaatse opdragen aan de voorzitter of aan één van de leden.

Artikel 14. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 15. Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden dat nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 16. Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de wet bestaat uit een digitale geluidsopname.

  • 2.

    De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijke samenvatting van het besprokene wanneer een gerechtelijke instantie of appellant daarom verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

Artikel 17. Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18. Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies bevat een gemotiveerd voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend. De ondertekening kan worden gemandateerd aan de secretaris.

Artikel 19. Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, ge-noemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb , ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend or-gaan tijdig de beslissing te verdagen.

Artikel 20. Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 21. Inwerkingtreding en intrekking

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening commissie bezwaarschriften, zoals vastgesteld op 7 februari 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de gemeenteraad op 13 december 2010.

voorzitter, griffier,

Inclusief wijzigingen:

  • -

    Verordening tot 1e wijziging van de Verordening commissie bezwaarschriften (vastgesteld in de raad van 27-1-2014).

Raadsbesluit tot vaststelling van de verordening tot 1e wijziging van de verordening commissie bezwaarschriften.pdf

Geconsolideerde toelichting op verordening commissie bezwaarschriften Heerde (incl 1e wijz).pdf

Raadsvoorstel behorende bij Verordening tot 1e wijziging van de Verordening commissie bezwaarschriften.pdf