Competentiewoordenboek

Artikel

• Competentiewoordenboek Gemeente Montfoort  - juni 2008

   

  1	Kerncompetenties
  A	Klantgerichtheid Onderzoekt de wensen en behoeften van de klant en is overtuigd van het belang van goede en duidelijke dienstverlening met als resultaat een tevreden klant en handelt daar naar. Gericht op een vlotte, efficiënte en persoonlijke service aan klanten; doet alles om ervoor te zorgen dat aan de behoefte van de klant wordt voldaan   Gedragskenmerken: - Herkent behoeften en belangen van de klanten en houdt hier continu rekening mee in het handelen; - Stelt de klant centraal bij het uitvoeren van de werkzaamheden; - Reageert snel en adequaat op vragen, verzoeken en klachten van klanten en toont begrip en respect voor de wensen, problemen en klachten van de klant; - Denkt actief na over oplossingen en vertaalt de mogelijkheden van producten of diensten in de voordelen van de klant.
  B	Resultaatgerichtheid Formuleert doelstellingen helder, concreet en uitdagend en maakt duidelijke afspraken. Bewaakt de voortgang, rapporteert en informeert daarover en legt verantwoording af. Voelt zich verantwoordelijk voor het resultaat.   Gedragskenmerken: - Heeft een helder beeld van wederzijdse verwachtingen en geeft richting aan doelstellingen door deze te vertalen naar duidelijke en concrete acties; - Stelt prioriteiten en hakt knopen door; - Levert resultaten binnen de afgesproken tijd, onderneemt actie als de afspraken niet nagekomen kunnen worden en koppelt dit terug; - Werkt doelgericht en efficiënt, laat zich niet afleiden.
  C	Samenwerkinggerichtheid Werkt op een zodanige wijze samen dat op een constructieve wijze wordt omgegaan met de inbreng van anderen en vanuit een gezamenlijke doelstelling. Denkt in samenwerkingsverbanden: probeert niet het wiel zelf uit te vinden, daar waar kennis, producten, ervaring bij andere instanties te halen vallen.   Gedragskenmerken: - Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat, stelt het groepsresultaat boven het eigen resultaat. - Zet zich in om samen met anderen doelen te bereiken: -> stemt werk af met collega’s, -> respecteert de bijdrage van anderen, -> is bereid het werk van anderen over te nemen, -> is bereid het werk met anderen te delen - Maakt optimaal gebruik van de kennis en expertise van anderen, binnen of buiten de organisatie

   

   

  2	Mensen: Leiding geven
  A	Delegeren Delegeert verantwoordelijkheden naar de juiste medewerkers, geeft anderen de vrijheid om initiatieven te tonen, geeft hen de mogelijkheden en bevoegdheden om taken effectief uit te kunnen voeren.   Gedragskenmerken: - Wijst (een deel van de) eigen taken aan de juiste medewerkers toe en geeft hierbij duidelijke instructies en informatie; - Geeft medewerkers bevoegdheden om binnen gegeven kaders zelfstandig te handelen; - Kent de kwaliteiten van de medewerkers, geeft hen het vertrouwen, durft zaken aan ze over te laten; - Accepteert dat er fouten gemaakt kunnen worden maar maakt deze zo bespreekbaar dat medewerkers naar verbetering streven
  B	Motiveren van anderen Enthousiasmeert anderen en maakt het bereiken van doelen gemakkelijker door duidelijk het beoogde effect aan te geven, een positieve instelling ten opzichte van het werk tot stand te brengen en onder teamleden een sterke wil om te slagen te creëren.   Gedragskenmerken: - Weet bij mensen de juiste snaar te raken om ze ergens voor te enthousiasmeren; - Weet mensen door voorbeeldgedrag te inspireren om het beste uit zichzelf te halen; - Spreekt waardering uit en krijgt mensen zo ver dat ze zich committeren; - Toon interesse in het werk van de medewerkers en spreekt waardering uit voor geleverde bijdragen.
  C	Ontwikkelen van anderen Is actief bezig met het verbeteren van vaardigheden en talenten van anderen door het geven van constructieve feedback, coaching, opleidingsmogelijkheden en opdrachten die een beroep doen op hun capaciteiten en hun ontwikkeling.   Gedragskenmerken: - Geeft medewerkers in het kader van hun ontwikkeling nuttige en opbouwende feedback; - Brengt medewerkers in situaties die uitdagend en leerzaam voor hen zijn; - Stimuleert medewerkers tot professionele en/of persoonlijke ontwikkeling; - Helpt medewerkers een helder inzicht te krijgen in hun sterke en zwakke kanten, interesses en ambities.
  D	Sturen Geeft op een duidelijke manier richting aan een team, neemt leiding op zich, zet mensen en middelen zodanig in dat doelen met succes worden bereikt.   Gedragskenmerken: - Maakt duidelijk welke doelstellingen moeten worden gerealiseerd en wat er van de medewerkers verwacht wordt; - Maakt met medewerkers afspraken over de kwaliteit en kwantiteit van het te leveren werk; - Geeft medewerkers opdrachten die passen bij hun functie; - Geeft niet alleen aan wat er moet gebeuren, maar ook hoe het vormgegeven kan worden.
  3	Mensen: Interpersoonlijk
  A	Accuratesse Aandacht voor details. Het vermogen om accuraat, zorgvuldig, met precisie en kwaliteitsgericht te kunnen werken.   Gedragskenmerken:. - Controleert belangrijke informatie op detailniveau en haalt de meest relevante details uit een grote hoeveelheid informatie; - Merkt kleine afwijkingen en fouten snel op; - Werkt nauwkeurig en secuur, maakt geen slordigheidfouten en bouwt controlemomenten in; - Handelt op nauwgezette en geordende wijze prioriteiten van werkzaamheden af, ondanks druk van meerdere belangen.
  B	Flexibiliteit Heeft gevoel voor politieke, maatschappelijke en bestuurlijke verhoudingen en kan inspelen op veranderingen en omstandigheden. Past zich gemakkelijk aan en staat open voor nieuwe ideeën.   Gedragskenmerken: - Is veranderingsbereid: -> hanteert verschillende methoden en wijzen van werken, -> staat open voor signalen van anderen, -> past zich makkelijk aan aan verschillende omstandigheden; - Zoekt naar aanpassingen bij veranderende situaties en is bereid een eerder genomen besluit te herzien; - Heeft snel door dat een toegepaste aanpakstijl niet effectief is en verandert van werkwijze als het gewenste doel niet wordt gehaald; - Handhaaft zich in nieuwe of onverwachte situaties.
  C	Opbouwen en onderhouden van relaties Is in staat op alle niveaus relaties met mensen op te bouwen en te onderhouden, stelt anderen op hun gemak, bevordert harmonie en consensus door diplomatiek optreden bij onenigheid en potentiële conflicten.   Gedragskenmerken: - Kent de verhoudingen binnen eigen en andere organisaties, legt en onderhoudt contacten met voor de eigen functie belangrijke personen en organisaties; - Stelt anderen op hun gemak en bouwt een persoonlijke band op met de ander; - Heeft respect voor de mening van anderen en handelt met tact; - Pakt kansen om anderen te ontmoeten en toont direct en actief interesse in de ander door initiatief te nemen tot het uitwisselen van informatie; - Is representatief in kleding, taalgebruik en omgangsvormen.
  D	Stressbestendigheid Blijft kalm, objectief en blijft moeilijke situaties meester, blijft goed presteren onder druk, accepteert kritiek zonder vijandig of defensief te worden.   Gedragskenmerken: - Blijft onder tijdsdruk gelijkmatig presteren en beslist niet overhaast of ondoordacht; - Blijft effectief en gestructureerd werken, houdt overzicht op het eigen werk en is in staat prioriteiten te stellen, ook als het tegenzit of verschillende mensen een beroep op hem/haar doen; - Verliest niet de aandacht voor de inhoud van een gesprek bij weerstand of tegenspel, laat zich niet uit het veld slaan. - Blijft objectief bij persoonlijke aanvallen of kritiek en richt zich op de inhoud en niet op de persoon.
  E	Vasthoudendheid Veerkrachtig en volhoudend, blijft ook bij tegenslag naar het doel streven (zolang dat realistisch gezien haalbaar is), kan goed omgaan met teleurstelling en tegenvallers.   Gedragskenmerken: - Zet zich volledig in om het einddoel te bereiken, ook bij onvoorziene omstandigheden; - Geeft bij weerstand een ingenomen standpunt niet zomaar op; - Gaat door, waar anderen waarschijnlijk hadden opgegeven. Laat niet los; - Weet op tijd te stoppen  als blijkt dat het oorspronkelijke doel niet langer realistisch is.
  F	Werken in teamverband Werkt met anderen samen om teamdoelen te bereiken, deelt informatie met anderen, ondersteunt anderen.   Gedragskenmerken: - Komt met voorstellen voor het bereiken van een gezamenlijk resultaat en hoe dit behaald kan worden; - Biedt anderen hulp aan bij problemen of conflicten en helpt anderen hun doel te bereiken; - Deelt eigen informatie en pakt ideeën van anderen positief op; - Steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om zodoende het teamdoel of –resultaat te kunnen bereiken.
  4	Denken: Analytisch
  A	Oordeelsvorming Neemt rationele, realistische en gegronde beslissingen op het communicatieve vlak, gebaseerd op het overwegen van alle beschikbare feiten en alternatieven.   Gedragskenmerken: - Onderscheidt hoofd- en bijzaken en onderscheidt geconstateerde feiten, mogelijke oorzaken en mogelijke gevolgen; - Beoordeelt de problematiek vanuit verschillende invalshoeken; - Weegt gegevens en mogelijke handelswijzen tegen elkaar af; - Komt tot realistische beoordelingen.
  B	Plannen en organiseren Stelt duidelijke prioriteiten; maakt een planning van activiteiten om tijd en middelen optimaal te kunnen benutten, houdt toezicht op het halen van de doelstellingen.   Gedragskenmerken: - Brengt de te verrichten taken en activiteiten in kaart, zet de juiste mensen en middelen in, maakt realistische planningen; - Stelt duidelijke prioriteiten en acties voor zichzelf en/of anderen; - Maakt duidelijke afspraken over te nemen acties en geeft verwachtingen aan; - Houdt in de gaten of en hoe zaken worden uitgevoerd en stuurt zonodig bij.
  C	Probleemanalyse Deelt problemen op in onderdelen en onderscheidt hoofd- en bijzaken, maakt correct gebruik van logica, gaat nauwkeurig te werk, trekt gegronde conclusies uit beschikbare informatie.   Gedragskenmerken: - Gebruikt effectieve methoden om informatie te verzamelen en complexe problemen aan te pakken. - Raadpleegt de juiste bronnen om zicht te krijgen op een probleem en filtert hieruit relevante informatie; - Legt verbanden tussen gegevens, maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken; - Benoemt mogelijke oorzaken van een probleem op logische wijze.
  D	Strategische visie Heeft een lange termijn visie, heeft een breed perspectief, houdt uiteenlopende mogelijkheden in gedachten bij het ontwikkelen van een toekomstbeeld met betrekking tot het beleidsgebied.   Gedragskenmerken: - Heeft inzicht in de koers van de organisatie en in de invloed van externe factoren op de lange termijn - Heeft een toekomstvisie en is in staat deze te vertalen naar lange termijn beleid - Voorziet trends en lange termijn ontwikkelingen, ziet kansen en mogelijkheden op langere termijn. - Betrekt meerdere invalshoeken bij de vertaling van toekomstige ontwikkelingen naar een concrete koers voor de organisatie of afdeling.
  E	Verzamelen van informatie Zoekt alle beschikbare, relevante informatie bij elkaar om problemen op te lossen en besluiten te nemen; gaat veel bij anderen te rade, trekt feiten na, analyseert problemen vanuit verschillende perspectieven.   Gedragskenmerken: - Zoekt actief naar en verzamelt alle benodigde informatie om problemen op te lossen en besluiten te nemen; - Benadert anderen bij het ontbreken van informatie of bij onduidelijkheden; - Trekt feiten na; - Bekijkt de informatie vanuit verschillende invalshoeken.
  5	Denken: Bedrijfsmatig
  A	Omgevingsbewust Laat blijken goed geïnformeerd te zijn over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen of andere omgevingsfactoren en benut deze kennis effectief voor de eigen functie en organisatie.   Gedragskenmerken: - Betrekt economische, maatschappelijke, vakinhoudelijke en politieke ontwikkelingen in afwegingen die van belang zijn voor het eigen werkgebied of voor de gehele organisatie - Houdt rekening met omgevingsfactoren, cultuurverschillen en machtsverhoudingen; - Houdt rekening met de verschillende standpunten vanuit de organisatie en brengt bij adviezen of voorstellen duidelijk in beeld wat de consequenties zijn van de verschillende standpunten; - Vertaalt maatschappelijke, economische, vakinhoudelijke of politieke ontwikkelingen naar beleid voor de organisatie of het eigen werkgebied.
  B	Overzien van bedrijfsprocessen Heeft kennis en ervaring met betrekking tot veel verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering, houdt bij het ontwikkelen van nieuwe strategieën en plannen rekening met alle verschillende bedrijfsonderdelen.   Gedragskenmerken: - Overziet verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering; - Heeft kennis van en ervaring met de verschillende bedrijfsprocessen binnen de organisatie; - Houdt bij het ontwikkelen van strategieën of afdelingsplannen rekening met de verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering.
  6	Energie: Dynamiek
  A	Besluitvaardigheid Bereid om harde en snelle beslissingen te nemen en onmiddellijk tot actie over te gaan, indien nodig op basis van beperkte informatie.   Gedragskenmerken: - Hakt knopen door; - Neemt snel een standpunt in, spreekt een gegrond oordeel uit. Legt zich vast door het uitspreken van de eigen mening.; - Stelt beslissingen en/of acties niet onnodig uit; - Maakt keuzes, ook als bepaalde factoren onvoldoende helder zijn;
  B	Gedrevenheid Enthousiast en betrokken, toont vermogen om vol te houden en langere perioden hard te werken.   Gedragskenmerken: - Gaat graag uitdagingen aan en trekt taken en verantwoordelijkheden naar zich toe; - Laat uit zichzelf een sterke behulpzaamheid zien; - Pakt zaken met enthousiasme, energie en volharding aan; - Wil graag successen boeken in de organisatie en stopt daar veel energie in.
  C	Impact Maakt een positieve eerste indruk op anderen; heeft uitstraling en komt krachtig en geloofwaardig over.   Gedragskenmerken: - Is zelfverzekerd en geloofwaardig - Heeft verstand van zaken en komt professioneel over - Heeft een open houding ten opzichte van anderen - Heeft een natuurlijk overwicht, heeft van nature invloed op anderen.
  D	Initiatief Pro-actief, selfstarter; grijpt kansen en onderneemt actie; oefent actief invloed uit op gebeurtenissen.   Gedragskenmerken: - Begint uit zichzelf, wacht niet af; - Ziet kansen en handelt ernaar; - Neemt het voortouw in projecten of gezamenlijke acties; - Komt uit eigen beweging met ideeën of oplossingen.
  E	Mondeling communiceren Communiceert mondeling op een manier die duidelijk, vloeiend en to-the-point is en die bovenden de aandacht vasthoudt, zowel in een groep als in een een-op-een situatie.   Gedragskenmerken: - Spreekt duidelijk en verstaanbaar; - Drukt zich helder en duidelijk uit, wijdt niet onnodig uit, zodat de boodschap goed wordt begrepen; - Luistert actief naar de ander, stelt open vragen; - Gebruikt intonatie en lichaamshouding ter ondersteuning van wat hij/zij wil zeggen; - Beantwoordt inhoudelijke vragen afdoende.
  F	Overtuigingskracht Is in staat de mening en houding van anderen te beïnvloeden en verkrijgt instemming voor voorstellen, plannen en ideeën, is vaardig in onderhandelen.   Gedragskenmerken: - Brengt ideeën en voorstellen beslist en met enthousiasme naar voren; - Richt zich in groepen met zijn/haar argumenten tot de juiste personen; - Kan argumenten kracht bij zetten wanneer er tegenstand optreedt; - Draagt op gevarieerde manieren argumenten aan, zowel inhoudelijk als procesmatig en wint zo anderen voor het eigen standpunt.
  G	Zelfvertrouwen Onafhankelijk en zelfstandig; heeft realistisch vertrouwen in het vermogen de juiste handelswijze te kiezen en in de kans van slagen van eigen initiatieven, is in staat bij tegenstand voet bij stuk te houden.   Gedragskenmerken: - Maakt een rustige en zelfverzekerde indruk; - Vertrouwt op de eigen kennis en vaardigheden om een vastgesteld doel te bereiken; - Vormt zich een mening over mensen en situaties op basis van eigen analyses en overtuiging en niet op die van anderen; - Geeft eigen mening, ook over controversiële onderwerpen.