Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013

Geldend van 01-10-2013 t/m 08-07-2022

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013

Gemeenteblad 2013

Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de wethouder Haven, Verkeer en Regionale Economie van 24 september 2013; BS 13/011063;

gelet op de artikelen 9, 10 en 12 van de Taxiverordening Rotterdam 2013,

besluit vast te stellen:

Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013

Artikel 1 gebiedsaanwijzing aanbieden taxivervoer

De onderstaande delen van de openbare weg zijn aangewezen als gebied waarin het verboden is zonder vergunning van het college taxivervoer aan te bieden:

het gehele grondgebied van de gemeente Rotterdam zoals aangegeven binnen de zwarte lijnen weergegeven op onderstaande kaart.

Artikel 2 eisen Toegelaten Taxi Organisaties

Een TTO:

  • a.

    is een rechtspersoon waarin een gezagsrelatie is geregeld;

  • b.

    heeft minimaal 35 aangesloten chauffeurs werkzaam op de opstapmarkt en kan dit aantonen door het overleggen van afschiften van overeenkomsten die met de aangesloten chauffeurs zijn aangegaan. Alle aangeslotenen beschikken over een SKRT-certificaat en hebben voldaan aan de verplichtingen jegens de Stichting Kwaliteitsverbetering Rotterdamse Taxi (SKRT). Daarnaast mogen aangeslotenen niet eveneens zijn aangesloten bij een andere TTO die voorziet in het aanbieden van taxivervoer binnen de gemeente Rotterdam;

  • c.

    kan aantonen dat de aangeslotenen minimaal 25 rijklare auto’s waarmee taxivervoer wordt verricht duurzaam ter beschikking hebben;

  • d.

    is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • e.

    heeft een reglement waarin in ieder geval ter bevordering van de kwaliteit van taxivervoer een klachtenprotocol, een sanctieprotocol en een controleprotocol zijn opgenomen;

  • f.

    werkt mee aan de afhandeling van klachten die via de Stichting Kwaliteitsverbetering Rotterdamse Taxi (SKRT) of via de gemeente zijn binnengekomen.

Artikel 3 klachtenprotocol Toegelaten Taxi Organisaties

Het klachtenprotocol regelt in ieder geval:

  • a.

    dat de TTO de binnengekomen klachten van consumenten afhandelt of aangeeft welke organisatie deze klachten namens de TTO afhandelt;

  • b.

    het onderwerp van de klacht, de wijze van indienen, behandelen en afdoening van een klacht door een consument;

  • c.

    de termijn waarbinnen de consument geïnformeerd wordt over de behandeling van de klacht, waarbij deze termijn redelijk moet zijn;

  • d.

    de registratie van gegevens over de klacht;

  • e.

    de wijze waarop binnen de auto waarmee taxivervoer wordt verricht de inhoud van het klachtenprotocol verstrekt wordt;

  • f.

    de uitzonderingen op het in behandeling nemen van een klacht.

Artikel 4 sanctieprotocol Toegelaten Taxi Organisaties

Het sanctieprotocol regelt in ieder geval:

  • a.

    de maatregelen die worden opgelegd na een gegronde klacht en de wijze waarop dit wordt geregistreerd;

  • b.

    de wijze van behandeling en afhandeling van een overtreding van het reglement en de verordening;

  • c.

    een redelijke termijn waarbinnen beslist wordt op de geconstateerde overtreding;

  • d.

    de verschillende soorten overtredingen en de op te leggen maatregelen waarbij rekening wordt gehouden met het aantal en soort overtredingen dat een aangesloten chauffeur heeft begaan en het effect op het gedrag van de aangesloten chauffeur;

  • e.

    de wijze van toezicht op de uitvoering van de opgelegde maatregel.

Artikel 5 controleprotocol Toegelaten Taxi Organisaties

Het controleprotocol regelt in ieder geval:

  • a.

    dat de aangeslotenen van de TTO minimaal 1 keer per jaar worden onderzocht middels een mystery guest-onderzoek welke wordt uitgevoerd door een door de gemeente goedgekeurde instantie;

  • b.

    de wijze waarop de bevindingen van de controle-instantie worden vastgelegd en gedeeld met de aangeslotenen en met het college;

  • c.

    het optreden van de TTO naar aanleiding van tijdens de controles geconstateerde onregelmatigheden.

Artikel 6 nadere eisen

Het college kan nadere eisen stellen aan het in artikel 2, lid 1, onderdeel f genoemde reglement.

Artikel 7 eisen daklicht

  • 1.

    Het daklicht bevat de volgende informatie die leesbaar is vanaf een afstand van ten minste tien meter:

    • a.

      de naam van de TTO;

    • b.

      het wagennummer van de TTO die bestaat uit twee cijfers indien de TTO bestaat uit minder dan honderd chauffeurs en minimaal twee cijfers indien de TTO bestaat uit meer dan honderd chauffeurs.

  • 2.

    Het daklicht moet naar oordeel van het college wat betreft kleur en vormgeving voldoende onderscheidend zijn ten opzichte van daklichten van reeds toegelaten TTO’s.

  • 3.

    Het daklicht wordt met interne verlichting uitgerust, die brandt bij slecht zicht en indien de lichtmasten in de openbare ruimte branden.

Artikel 8 regels register TTO

Met de registratie van actuele gegevens wordt in ieder geval bedoeld actuele informatie, elektronisch of fysiek, ten aanzien van:

  • 1.de TTO, waaronder:

    • a.

      de leiding met bevoegdheid, waaronder het aanspreekpunt van de TTO, de functie, bevoegdheid, burgerservicenummer;

    • b.

      het reglement van de TTO met de versie, datum en waar deze te verkrijgen is;

    • c.

      overeenkomsten met aangesloten chauffeurs;

    • d.

      uitkomsten en bevindingen van controles en mystery-guest onderzoeken uitgevoerd door de TTO of in opdracht van de TTO.

      • 2.

        De naam en het burgerservicenummer van aangesloten chauffeurs, alsmede eventueel opgelegde sancties door zowel de overheid als de TTO, met daarbij de naam van de chauffeur.

      • 3.

        Het type en kenteken van de auto.

Artikel 9 bewaarplicht

De geregistreerde gegevens genoemd in artikel 8 moeten gedurende vijf jaar na afloop van het kalenderjaar bewaard en overgelegd kunnen worden.

Artikel 10 citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013.

Artikel 11

inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het moment dat de Taxiverordening Rotterdam 2013 in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 september 2013.

  • De secretaris, De burgemeester,

  • Ph. F. M. Raets H. Karakus, l.b.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 25 september 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)