Regeling vervallen per 01-07-2019

Gemeentelijk woonbeleid ter uitvoering van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Utrecht

Geldend van 01-06-2017 t/m 30-06-2019

Intitulé

Gemeentelijk woonbeleid ter uitvoering van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Utrecht

Gemeentelijk woonbeleid ter uitvoering van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Utrecht

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Gelet op de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 hoofdstuk 3 lid 1,

Besluit vast te stellen het Gemeentelijk woonbeleid gemeente Utrecht.

Artikel I

Artikel 2.4.2 Huisvestingsverordening (Voorrangregels gemeentelijk woonbeleid) krijgt de volgende uitwerking:

  • A.

    Bezettingsnorm

    • -

      In de gemeente Utrecht geldt met betrekking tot de bezettingsnorm de volgende tabel (optie 2):

Huishouden naar personen in

Woonruimte

naar kamers

Oppervlakte

Eengezins-

woningen

Meergezins-

woningen

1 kamer

n.v.t.

1

n.v.t.

2

< 60 m2

1 of 2

n.v.t.

> 60 m2

2

n.v.t.

3

< 60 m2

1 of meer

n.v.t.

> 60 m2

2 of meer

n.v.t.

4

< 60 m2

1 of meer

n.v.t.

> 60 m2

3 of meer

n.v.t.

5

< 80 m2

3 of meer

n.v.t.

> 80 m2

5 of meer

5 of meer

6

< 80 m2

5 of meer

5 of meer

> 80 m2

6 of meer

6 of meer

7

< 80 m2

6 of meer

6 of meer

> 80 m2

7 of meer

7 of meer

8

< 80 m2

7 of meer

7 of meer

> 80 m2

8 of meer

8of meer

B.Woningtype

Indicatiestellingen ten behoeve van de toewijzing van nultredenwoningen zoals bedoeld in artikel 2.4.2 lid b.:

a.Indicatiestelling voor een woning met zorgvoorzieningen:

Woningzoekenden die willen verhuizen naar een zelfstandige woning waarbij gebruik gemaakt kan worden van faciliteiten van zorgverlenende instellingen en, deze woning op grond van hun zorgbehoefte nodig hebben en geen inkomen hebben hoger dan het maximale inkomen voor het kunnen verkrijgen van een huisvestingsvergunning, kunnen bij de gemeente een indicatie aanvragen.

Op basis van een door de aanvrager ingevulde vragenlijst betreffende de functiebeperking, zorgbehoefte beoordeelt de gemeente de aanvraag. Hierbij worden ook bewijsstukken betrokken zoals:

• WMO-indicatie of CIZ-indicatie, waaruit de zorgbehoefte blijkt;

• Stukken waaruit blijkt dat er sprake is van mantelzorg

• Stukken van de verzekeraar of de wijkverpleging, dat er sprake is van persoonlijke verzorging;

• Informatie van uw specialist, waaruit blijkt wat de medische klachten zijn;

• Toekenningsbeschikking verhuiskostenvergoeding;

• Toekenningsbeschikking hulpmiddelen;

• Programma van eisen voor een woning;

• Overige stukken die de woonprobleem aantonen.

Er vindt geen medische keuring plaats.

b.Indicatiestelling Gelijkvloerse woning:

Woningzoekenden die jonger zijn dan 65 jaar en die willen verhuizen naar een woning die zonder trap te bereiken is evenals de wezenlijke voorzieningen en deze woning op grond van hun functiebeperking nodig hebben en geen inkomen hebben hoger dan het maximale inkomen voor het kunnen verkrijgen van een huisvestingsvergunning, kunnen bij de gemeente een indicatie aanvragen.

Op basis van een door de aanvrager ingevulde vragenlijst betreffende de functiebeperking, beoordeelt de gemeente de aanvraag. Hierbij worden ook bewijsstukken betrokken zoals:

• Wmo-hulpmiddelen-indicatie

• Informatie van de specialist, waaruit blijkt wat de medische klachten zijn;

• Overige stukken die de woonprobleem aantonen.

Indien de informatie niet toereikend is kan een medische keuring plaatsvinden.

Voor 65-plussers is het niet mogelijk om een indicatie aan te vragen voor deze woningen. Corporaties kunnen bij nultredenwoningen voorrang geven aan 65-plussers, dit levert voor 65-plussers een dusdanig groot aanbod aan passende sociale huurwoningen op, dat een indicatie voor deze groep weinig toevoegt.

c.Indicatiestelling Rollatorwoning:

Woningzoekenden die die willen verhuizen naar een woning die met een rollator te bereiken is evenals de wezenlijke voorzieningen en deze woning op grond van hun functiebeperking nodig hebben en geen inkomen hebben hoger dan het maximale inkomen voor het kunnen verkrijgen van een huisvestingsvergunning, kunnen bij de gemeente een indicatie aanvragen.

Op basis van een door de aanvrager ingevulde vragenlijst betreffende de functiebeperking, beoordeelt de gemeente de aanvraag. Hierbij worden ook bewijsstukken betrokken zoals:

• Wmo-hulpmiddelen-indicatie

• Informatie van de specialist, waaruit blijkt wat de medische klachten zijn;

• Overige stukken die de woonprobleem aantonen.

Indien de informatie niet toereikend is kan een medische keuring plaatsvinden.

d.Indicatiestelling Rolstoeltoegankelijke woning:

Woningzoekenden die willen verhuizen naar een woning die met een rolstoel te bereiken is evenals de wezenlijke voorzieningen en deze woning op grond van hun functiebeperking nodig hebben en geen inkomen hebben hoger dan het maximale inkomen voor het kunnen verkrijgen van een huisvestingsvergunning, kunnen bij de gemeente een indicatie aanvragen.

Op basis van een door de aanvrager ingevulde vragenlijst betreffende de functiebeperking, beoordeelt de gemeente de aanvraag. Hierbij worden ook bewijsstukken betrokken zoals:

• Wmo-hulpmiddelen-indicatie

• Informatie van de specialist, waaruit blijkt wat de medische klachten zijn;

• Overige stukken die de woonprobleem aantonen.

Indien de informatie niet toereikend is kan een medische keuring plaatsvinden.

  • C.

    Doorstroming

    • 1.

      Regeling van groot naar kleiner

Huishoudens met een hoofdbewoner van 55 jaar of ouder woonachtig in een eengezinswoning of in een meergezinswoning met 4 kamers of meer krijgen voorrang op de toewijzing van gelijkvloerse woningen met 3 kamers of minder.

2.Doorschuifregel

Wanneer binnen een bouwblok meergezinswoningen een woning vrijkomt mag aan de overige bewoners van hetzelfde bouwblok (dus niet alleen in hun eigen trappenhuis) voorrang worden gegeven.

Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

a) De doorschuifkandidaat moet aan alle passendheidseisen voldoen

b) Een bouwblok is een fysiek gebouw tussen twee buiten spouwmuren.

c) Ook bouwblokken met galerijwoningen komen voor doorschuif in aanmerking.

d) Er zijn bij deze voorrangsregeling wel beperkingen, omdat er meerdere voorrangsgroepen zijn.

Vandaar de volgende volgorde van toewijzing:

  • 1.

    Stadsvernieuwingsurgenten met terugkeervoorrang;

  • 2.

    Doorschuifkandidaten;

  • 3.

    Urgenten;

  • 4.

    Overige woningzoekenden.

e) Er is bij doorschuiven geen sprake van wooncarrière als de woningzoekende een functiebeperking heeft en de beoogde woning hiervoor beter passend is.

  • D.

    Bindingsregel

    • 1.

      In de gemeente Utrecht is de bindingsregel van toepassing voor het beschikbare aanbod in de kern Haarzuilens.

  • E.

    Bijzondere doelgroepen

Noodzakelijke Beroepsgroepen

De gemeente biedt aan gepreciseerde werknemers binnen de sectoren onderwijs, zorg en politie de mogelijkheid om een urgentie te verkrijgen waardoor de kans op een sociale huurwoning wordt vergroot. De verzoekers om een urgentie dienen aan de navolgende criteria te voldoen.

  • 1.

    De aanvrager is woonachtig buiten de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Maarssen, Nieuwegein, Utrecht, Vianen, IJsselstein en Zeist.

    • a.

      de aanvrager voldoet aan alle passendheidseisen

    • b.

      de aanvrager woont minstens 1 jaar buiten de bovengenoemde gemeenten.

    • c.

      de aanvrager heeft een vaste aanstelling of een contract voor minimaal 1 jaar.

    • d.

      de aanvrager heeft een aanstelling bij een instelling gelegen binnen de grenzen van de gemeente Utrecht en is ook in de gemeente Utrecht werkzaam.

    • e.

      de aanvrager is minimaal 24 uur per week werkzaam bij de betreffende instelling.

    • f.

      de aanvrager staat ingeschreven bij WoningNet, maar niet langer dan de gemiddelde inschrijftijd.

    • g.

      de aanvrager zoekt een sociale huurwoning.

  • 2.

    De aanvrager is woonachtig in de gemeente Utrecht.

    • a.

      de aanvrager voldoet aan alle passendheidseisen

    • b.

      de aanvrager is niet bij zijn of haar ouders inwonend.

    • c.

      de aanvrager heeft een vaste aanstelling of een contract voor minimaal één jaar bij een instelling gelegen binnen de grenzen van de gemeente Utrecht.

    • d.

      de aanvrager heeft gerekend vanaf het moment van zijn vaste aanstelling of ingangsdatum contract bij de betreffende instelling in de gemeente Utrecht aantoonbaar minimaal 2 aaneengesloten jaren in een onzelfstandige woonruimte gewoond, of heeft aantoonbaar minimaal 2 aaneengesloten jaren via woonshoppen onderdak in de gemeente Utrecht gevonden en verkeert nog steeds in diezelfde woonsituatie.

    • e.

      de aanvrager voert een 1-persoonshuishouden én zoekt woonruimte voor één persoon.

    • f.

      de aanvrager is minimaal 24 uur per week werkzaam bij de betreffende instelling in de gemeente Utrecht en ook in de gemeente Utrecht werkzaam.

    • g.

      de aanvrager staat ingeschreven Bij Woningnet, maar niet langer dan de gemiddelde inschrijftijd.

    • h.

      de aanvrager zoekt een sociale huurwoning.

  • 3.

    De aanvrager die woonachtig is in één van de genoemde gemeenten komt niet in aanmerking voor deze beleidsregel.

  • 4.

    De bepalingen uit de regionale huisvestingsverordening zijn/blijven van toepassing.

  • 5.

    Onder 'gepreciseerde werknemers' worden de volgende personen verstaan:

Beroepsgroep "zorg": personen, werkzaam in de directe patiëntenzorg zowel in een zorginstelling als in een thuiszorg-instelling. Het gaat om directe patiëntenzorg t.w. verplegend personeel en/of verzorgend personeel. En personen, werkzaam in de Maatschappelijke Opvang, die directe zorg verlenen aan de oGGz-cliënt (als trajectmanager oGGz in de Maatschappelijke Opvang bij instellingen die zijn aangesloten bij de vereniging “Beter Wonen” of bij instellingen die zich bezig houden met vrouwenopvang en waarmee afspraken over urgentiecontingenten zijn gemaakt).

Beroepsgroep "politie": politiepersoneel in executieve dienst. Dit is een CAO-term waaronder politiepersoneel die "op straat surveilleren" worden begrepen.

Beroepsgroep "onderwijs": onderwijspersoneel in het primair onderwijs en in het voortgezet onderwijs. CAO-term waaronder leerkrachten en docenten worden begrepen. Onderwijsondersteunend personeel is uitgesloten.

Artikel 2

Artikel 2.5.1 Huisvestingsverordening regio Utrecht krijgt de volgende uitwerking:

D.Volkshuisvestelijke indicatie

Nadere regels omtrent het afgeven van een urgentie op grond van een volkshuisvestelijke indicatie

Inleiding

De regeling voor herhuisvesting is erop gericht huurders die vanwege sloop of ingrijpende renovatie hun woning moeten verlaten, in één keer te verhuizen naar een passende en gewenste woning. De huurders kunnen daarbij gebruik maken van een stadsurgentie of een regiourgentie. Huurders die na gebruik van een stadsurgentie of regio-urgentie terug willen keren naar het nieuwbouw- of gerenoveerde complex gebruiken daarna ook nog de zogenaamde terugkeervoorrang. Huurders die willen verhuizen naar een regiogemeente gebruiken de regio-urgentie. Hiervoor gelden de bepalingen uit de regionale huisvestingsverordening. Deze bepalingen gaan uit van een zoekprofiel waarbij de woning vergelijkbaar is met de huidige woonruimte die gesloopt of ingrijpend verbeterd moet worden (artikel 2.5.3. lid 4) Huurders die binnen de gemeente Utrecht willen verhuizen, gebruiken de stadsurgentie. Wooncarrière is hierbij- binnen de grenzen van het vastgestelde zoekprofiel - mogelijk. Ook bij de terugkeervoorrang is wooncarrière binnen de gestelde grenzen mogelijk.

100% woonduur:

Huurders van te slopen of te renoveren (te definiëren door de woningcorporatie) woningen wordt de mogelijkheid geboden met gebruik van 100% woonduur te verhuizen voordat de urgenties worden verleend. Vanaf de vaststelling van het begindocument hebben huurders de mogelijkheid hun woonduur voor 100% te gebruiken als inschrijftijd, ook als zij zich na 1 juli 2006 hebben ingeschreven als woningzoekende.

Volkshuisvestelijke urgentie:

Bij (tijdelijke of permanente) herhuisvesting van huurders wordt onderscheid gemaakt naar

huurders van een:

  • 1.

    sloopwoning: het huurcontract wordt door de woningcorporatie opgezegd;

  • 2.

    te renoveren woning uitgevoerd in onbewoonde staat: de renovatie is dan zodanig ingrijpend dat uitplaatsing voor meerdere maanden nodig is, hetgeen door de woningcorporatie beoordeeld wordt. Onderscheiden wordt bovendien:

  • 2a.

    ontbinding van het huurcontract op verzoek van de huurder: de huurder heeft dan

dezelfde rechten als bij de sloop van de woning;

  • 2b.

    ontbinding van het huurcontract door de corporatie. Hiervan is alleen sprake wanneer de woning door de renovatie dermate wijzigt, dat de oorspronkelijke woning niet meer bestaat. Dit komt bijvoorbeeld voor bij samenvoegen van woningen. De huurder heeft dezelfde rechten als bij sloop van de woning.

  • 2c.

    het huurcontract blijft gehandhaafd: de huurder heeft dan recht op een wisselwoning;

Ad 1., 2a en 2b:

  • 1.

    de huurder wiens woning wordt gesloopt of gerenoveerd in onbewoonde staat, krijgt een regio-urgentie (geldig in stad en regiogemeenten), een stadsurgentie (alleen geldig in de stad) en een terugkeervoorrang;

  • 2.

    de huurder mag maximaal twee keer met voorrang verhuizen (artikel 2.5.1 lid 3b. onderdeel D van de regionale huisvestingsverordening staat dit toe). Voor de eerste verhuizing gebruikt hij de stadsurgentie of regio-urgentie en voor de tweede verhuizing de terugkeervoorrang;

  • 3.

    de huurder die gebruik maakt van de stadsurgentie mag eerst met voorrang verhuizen naar een door hem gewenste woning in de gemeente Utrecht.

  • 4.

    bij deze eerste verhuizing mag de stadsurgent wooncarrière maken met inachtneming van de bezettingsnorm zoals geformuleerd onder punt 10;

  • 5.

    de huurder die verhuist met stadsurgentie of de regio-urgentie behoudt na de eerste verhuizing zijn inschrijftijd;

  • 6.

    de huurder die met stadsurgentie of regio-urgentie is verhuisd mag vervolgens met voorrang terugkeren naar een woning in het nieuwbouw- of renovatiecomplex. Hij maakt dan gebruik van de terugkeervoorrang. Bij deze tweede verhuizing mag de huurder wooncarrière maken met inachtneming van de bezettingsnorm (zie 10);

  • 7.

    Als de stadsurgent of de regio-urgent terugkeert naar een woning in het nieuwbouw- of

renovatiecomplex vervallen de inschrijftijd en de woonduur;

8.de huurder kan ook na het toekennen van de urgenties gebruik maken van de mogelijkheid

met woonduur (te gebruiken als inschrijftijd) te verhuizen. Indien hij van deze mogelijkheid

gebruik maakt, behoudt hij zijn terugkeervoorrang tot het moment dat de laatste woning in

het nieuwbouw- of renovatiecomplex is opgeleverd;

9.alle huurders met een stads- en regio-urgentie die op de peildatum een eengezinswoning

huren, houden het recht op een eengezinswoning;

10.naast de afspraken over de bezettingsnorm in de regionale huisvestingsverordening geldt een

afwijkende bezettingsnorm voor het reageren met de stadsurgentie op eengezinswoningen:

deze woning mag maximaal één kamer meer omvatten dan het aantal leden van het huishouden;

11.voor eenpersoonshuishoudens die op de peildatum in een eengezinswoning wonen, geldt de

uitzondering dat hun nieuwe eengezinswoning maximaal drie kamers mag omvatten;

12.het recht om de tweede keer met voorrang te verhuizen (terugkeervoorrang) en de

woonduur vervallen als de laatste woning van het nieuwbouw- of renovatiecomplex is

opgeleverd;

13.wanneer meer urgenten op dezelfde woning reageren, wordt de voorrang onderling als volgt

geregeld:

  • a.

    bewoners die gebruik maken van hun terugkeervoorrang;

  • b.

    bewoners uit de wijk (volgens de officiële Utrechtse wijkindeling) die hun stadsurgentie gebruiken, hebben voorrang op woningen in de wijk waar ze op de peildatum woonden ten opzichte van bewoners uit andere wijken;

  • c.

    bewoners met de oudste peildatum hebben voorrang op bewoners met een jongere peildatum;

  • d.

    bewoners met de langste woonduur hebben voorrang op bewoners met een kortere woonduur;

    • 14.

      de urgenties voor de huurder zijn minimaal twaalf maanden geldig voorafgaand aan het

moment dat de woning ontruimd moet zijn;

Artikel 3

Artikel 2.6.1 Eén toewijzingssysteem lid 3 krijgt de volgende uitwerking:

Lid 3. Vrijkomende woonruimte van woningcorporaties wordt geplaatst in het advertentiemedium. Met uitzondering van:

  • a.

    woonruimte verdeeld via bemiddeling ;

  • b.

    wisselwoningen en plankwoningen ten behoeve van tijdelijke huisvesting;

  • c.

    standplaatsen voor woonwagens;

  • d.

    beheerdersbelang;

  • e.

    woonruimte die als geheel met instemming van de eigenaar bestemd wordt of is voor bewoning door een woongroep;

  • f.

    zelfstandige woonruimte die onderdeel uitmaakt van een groepswooncomplex, wat blijkt uit het gemeenschappelijk beheer van verblijfsruimte(n) en/of gemeenschappelijk gebruik van voorzieningen in het betreffende complex.

Artikel 4

Artikel 2.6.3 Toewijzingssysteem en gemeentelijke woonbeleid krijgt de volgende uitwerking:

A.Lotingmodel

Maximaal 20% van het vrijkomende aanbod in een jaar mag worden verloot. Alleen de minder gewilde woningen (ter beoordeling van de verhuurder) en woningen specifiek voor starters mogen worden verloot.

  • B.

    Standplaatsen via woongroepmodel met voordrachtsregeling

    • 1.

      Bij inschrijving voor een standplaats en voor overige woonruimte op een woonwagenlocatie, stellen burgemeester en wethouders de volgende voorwaarden:

  • a.

    er wordt een wachtlijst gehanteerd, gebaseerd op het woongroepmodel met voordrachtsregeling;

  • b.

    de wachtlijst wordt beheerd door de BV Woonwagenexploitatie;

  • c.

    inschrijven op deze wachtlijst kan alleen met een geldig inschrijfnummer van WoningNet;

  • D.

    Woongroepen

De woongroepregeling is van kracht voor de volgende complexen:

Portaal:

Experimentele flats:

Pernambucodreef 31 t/m 45, Cayennedreef 27 t/m 52, Sao Paulodreef 2 t/m 46

Centraal Wonen (onzelfstandig):

Cubadreef 2 t/m 6 (e), Grenadadreef 1 t/m 5 (o), Haitidreef 1 t/m 11 (o)

Groene Dak:

Augusto Sandinostraat 76 t/m 98 (e), 124 t/m 134 (e), Simon Bolivarstraat 53 t/m 95 (e)

Parana Woonwerkvoorziening:

Paranadreef 261 t/m 361 (o)

Groene Sticht:

Ab Harrewijnstraat 1 t/m 37

Kersentuin:

Aureliahof 2, 18, 20, 21, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 39, 44, 45, 46, 47, 48, 49,50,

Conservatoriumwoningen (St. Ludgerusstraat) via Hoge School (HKU) geen coöptatie):

St.-Ludgerusstraat 1 t/m 11 (o), 17 t/m 21 (o), 25, 29 t/m 73 (o), 79 t/m 109 (o), 113 t/m 155 (o), 157 t/m 187 (o), 191 t/m 203 (o), St.-Willibrordusstraat 146 t/m 168 (e)

Lange Lauwersstraat:

Lange Lauwerstraat 32 a t/m d

Woongroep Gagelstaete:

Marokkodreef 11 t/m 65 (o)

Woongroep Drevenstein:

Paranadreef 197 tm 219 en 251 en 253

Woongroep ‘Majella – wonen’:

Thomas á Kempisweg 78 t/m 120 (even nummers) en 130 t/m 216 (even nummers)

Mitros:

Harmonica Collectief:

Oudenoord 4

Woongroep van Beuningenplein :

Van Beuningenplein 4

Woongroep Adriaan van Beyerkade (Tuindorp):

Adriaen van Beyerkade

Woongroep Mayur:

Niassstraat 3-23, 49-93

Vereniging Woongroep Terwijde:

Operettelaan 389, 413, 447, 449, 451, 453, 459, 461, 463, 465, 471, 475, 477, 513, 519, 545, 553, 559, 561, 569, 577, 583, 585, 587,

Chinese Woongroep ouderen ‘Tai Wai Huis’:

Georg Jarnostraat 1-61 (oneven)

Vereniging woongroep Langerak:

Langerakbaan 555-601 (oneven)

Woongroep Fook Hong Law (chinese ouderen woongroep):

Langerakbaan 501-553 (oneven)

Wooncoöperatie Triple 100 Veemarkt:

BoEx:

De Indische Huiskamer (Dommering Brandenburchdreef)

Woongroep Kruisstraat

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op het moment van bekendmaking.

Op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel komen de Beleidsregels Gemeentelijk woonbeleid gemeente Utrecht, vastgesteld op 13 mei 2015, te vervallen.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Gemeentelijk woonbeleid ter uitvoering van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 gemeente Utrecht

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Utrecht, gehouden op 30 mei 2017.

De secretaris, De burgemeester,