Regeling vervallen per 30-03-2019

Mandaatbesluit uitvoering Wet BAG

Geldend van 30-03-2015 t/m 29-03-2019

Intitulé

Mandaatbesluit uitvoering Wet BAG

Burgemeester en wethouders van de gemeente Veere;

gelet op

  • -

    artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet BAG);

  • -

    artikelen 10:1, 10:3 ,10:9 en 10:12 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

overwegende

  • -

    dat in artikel 2 van de Wet BAG het houden van een adressenregister en een geautomatiseerde adressenregistratie alsmede een gebouwenregister en een geautomatiseerde gebouwenregistratie wordt opgedragen aan burgemeester en wethouders;

  • -

    dat het wenselijk is voor de uitoefening van deze taak een ambtelijk beheerder en plaatsvervanger(s) aan te wijzen;

  • -

    dat het voorts wenselijk is ambtenaren aan te wijzen die belast zijn met het opmaken van specifieke brondocumenten respectievelijk het vaststellen van geometrie in het kader van de uitvoering van de Wet BAG;

besluiten

  • A. De beheerder van de basisregistraties adressen en gebouwen

    • 1.

      Als beheerder van de basisregistraties adressen en gebouwen aan te wijzen: het hoofd van de afdeling Dienstverlening;

    • 2.

      Als plaatsvervangend beheerder(s) van de basisregistraties adressen en gebouwen aan te wijzen:

      • -

        de senior medewerker Dienstverlening, afdeling Dienstverlening;

    • 3.

      De beheerder van de basisregistraties adressen en gebouwen mandaat te verlenen de navolgende taken en bevoegdheden namens burgemeester en wethouders uit te voeren:

    • a.

      het opstellen van de ‘ambtelijke verklaringen’;

    • b.

      het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge artikel 11 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • c.

      het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers;

    • d.

      het, op grond van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inschrijven van de in of op grond van artikel 10, eerste lid van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister;

    • e.

      het ingevolge artikel 9 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is;

    • f.

      het, ingevolge artikel 14 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, zorg dragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie;

    • g.

      het op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften uit de artikelen 14A en 15 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • h.

      het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in artikel 37 en verzoeken zoals bedoeld in artikel 38 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de artikelen 31, 39, 40 en 41 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • i.

      het onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistraties adressen en gebouwen zoals bedoeld in artikel 31 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • j.

      het op verzoek aan een ieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken va

      n de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

    • l.

      het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligingsmaatregelen alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders;

  • B.

    • Ambtenaren belast met vaststelling definitieve geometrie

      Als ambtenaren aangewezen voor de vaststelling van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, aan te wijzen:

    • a.

      de beleidsmedewerker OpRu, afdeling Openbare Ruimte;

    • b.

      de medewerker Dienstverlening, afdeling Dienstverlening;

    • c.

      de medewerkers van de Geodienst Walcheren Schouwen-Duiveland belast met de vaststelling van de definitieve geometrie.

  • C. Ambtenaren bevoegd tot het opmaken van een proces-verbaal van constatering zoals bedoeld in art. 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

    Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van processen-verbaal van constatering, zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, aan te wijzen:

    a. de toezichthouders omgevingsrecht/bouwen, afdeling Openbare Ruimte

  • D. Ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringen strekkende tot het signaleren van wijzigingen in de feitelijke situatie die van invloed zijn op de gebouwenregistratie en die niet in een ander krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument zijn opgenomen

    Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument, aan te wijzen:

    a. de toezichthouders omgevingsrecht/bouwen, afdeling Openbare Ruimte;

    • b.

      de medewerkers van de Samenwerking Belastingen Walcheren en Schouwen-Duiveland, belast met het beoordelen en registreren van WOZ-gegevens.

  • E. Overige bepalingen

    Te bepalen, dat de hiervoor onder A tot en met D verstrekte mandaten gelden onder de voorwaarden, dat geschillen omtrent de toepassing van deze mandaten aan ons worden voorgelegd

  • F. Bekendmaking

    Te bepalen, dat dit besluit op de gebruikelijke wijze bekend wordt gemaakt.

    Burgemeester en wethouders van Veere,

    de secretaris, de burgemeester,

  • 17. Toelichting op het model mandaatbesluit uitvoering Wet bag

    Algemeen

    Om de kwaliteit van de dienstverlening en de efficiëntie binnen de overheid te bevorderen, heeft het kabinet besloten over te gaan tot de wettelijke invoering van Basisregistraties voor adressen en gebouwen (Wet bag). Deze wetgeving wordt naar verwachting medio 2009 van kracht.

    In artikel 2 van de Wet bag wordt het beheer van de BAG in algemene zin aan burgemeester en wethouders opgedragen. Voor uitvoering van het beheer door een of meer ambtenaren is een mandaatbesluit nodig. Daarnaast verwijst de Wet bag op een aantal plaatsen naar “aangewezen ambtenaren” in verband met het opstellen van inschrijfbare brondocumenten. Ook deze ambtenaren dienen aangewezen te worden.

  • Inhoud van het modelbesluit

    Het beheer van de BAG omvat meerdere aspecten, zoals gegevensbeheer, het beheer van het register, de beveiliging van de geautomatiseerde systemen en de communicatie met de landelijke voorziening BAG. De gemeente kan deze taken aan één beheerder toewijzen, maar kan eventueel ook specifieke taken aan anderen toewijzen. Bij dit laatste kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het bij een gemeentelijke ICT afdeling beleggen van de beveiligingsaspecten en het onderhouden van de communicatie met de Landelijke Voorziening BAG, of aan het beleggen van het feitelijke beheer van de registers bij de afdeling die is belast met het beheren van het archief. In dit modelbesluit zijn de taken en verantwoordelijkheden zoveel mogelijk aan de BAG-beheerder toegewezen, met de bevoegdheid delen daarvan door te mandateren. Alleen het beleggen van een aantal bijzondere in de Wet bag benoemde taken bij daartoe aangewezen ambtenaren, zijn afzonderlijk in het modelbesluit beschreven. Dit is onder meer gedaan omdat deze in de praktijk meestal bij verschillende afdelingen worden belegd.

    Een gemeente kan er uiteraard ook voor kiezen alle taken en bevoegdheden in een algemeen geformuleerd mandaatbesluit aan de beheerder toe te kennen, met een algemene bevoegdheid tot ondermandatering. Dit vereist wel extra zorgvuldigheid in die ondermandatering, onder meer omdat voorkomen moet worden dat algemene bevoegdheden die vanuit de raad aan het college zijn gedelegeerd worden ondergemandateerd; het mandateren van “alle taken en verantwoordelijkheden voortvloeiend uit de BAG” zou bijvoorbeeld ook de bevoegdheid tot het vaststellen van stand- en ligplaatsen ingevolge de Wet bag kunnen inhouden.

    In dit model mandaatbesluit zijn de taken en bevoegdheden van de beheerder in onderdeel A uitgewerkt, met zoveel mogelijk verwijzingen naar de relevante bepalingen uit de Wet bag. De genoemde taken en bevoegdheden behoeven over het algemeen geen toelichting.

    Onder punt 3a en 3d van onderdeel A van dit mandaatbesluit wordt de algemene taak aan de beheerder opgedragen om ervoor te zorgen dat, samengevat, altijd als daartoe aanleiding bestaat een brondocument wordt opgemaakt. Dit is een algemene taak en tevens een bevoegdheid. Onder deze bepaling vallen bijvoorbeeld verklaring gericht op ambtshalve correcties indien fouten zijn gemaakt bij het verwerken van brondocumenten of verklaringen ten behoeve van andere bijzondere situaties waarin de overige bepalingen niet voorzien.

    Onderdeel B van het model mandaatbesluit betreft het aanwijzen van ambtenaren die belast zijn met het vaststellen van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals is opgenomen in artikel 8 van de Wet bag. Dit zijn meestal medewerkers van de afdeling Geo-informatie. In andere gevallen zal het de ambtenaar zijn die is belast met de uitbesteding van de inwinning van deze geometrie.

    Onderdeel C van het model mandaatbesluit heeft betrekking op de ambtenaren die bevoegd zijn een proces-verbaal op te maken inzake de constatering van de feitelijke aanwezigheid van registreerbare objecten en benamingen, zoals opgenomen in artikel 10, eerste lid onder b van de Wet bag.

    Onderdeel D van het model mandaatbesluit heeft betrekking op de situaties waarvoor in de Wet bag geen specifiek brondocument is opgenomen. Het gaat hierbij vooral om statusmutaties, zoals de constatering dat een pand in aanbouw is genomen, en om feitelijke mutaties. Bij dit laatste kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de afdeling WOZ die constateert dat een (vergunningvrije) dakkapel is gebouwd, als gevolg waarvan het oppervlak van het betreffende verblijfsobject is toegenomen. De WOZ-functionaris kan in dat geval een schriftelijke verklaring opmaken, die als brondocument voor de noodzakelijke wijziging in de BAG kan worden gehanteerd. Hetzelfde zou voor bepaalde mutaties kunnen gelden voor medewerkers van een afdeling Bouw- en Woningtoezicht en Geo-informatie. Voor elk van dit soort mutaties dienen ambtenaren bevoegd te zijn om de noodzakelijke brondocumenten op te maken. De Bag-beheerder kan een dergelijk verklaring ook opmaken op basis van een betreffende signalering door de bedoelde medewerkers.

    Het is noodzakelijk naast een beheerder ook een of meerdere plaatsvervangers aan te wijzen, gezien de korte termijnen die voor het beheer gelden. Bij elke mandaatbevoegdheid dient de gemeente zich voorts de vraag te stellen of die in aanmerking komt voor ondermandaat.

    en mandaat kan zowel aan een persoon als aan een functie worden verleend. In het algemeen verdient verlening aan een functie de voorkeur, omdat dit leidt tot een duidelijkere toewijzing van verantwoordelijkheden en een minder mate van gevoeligheid in het geval van personele wisselingen.