Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Geldend van 01-04-2015 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

De raad van de gemeente Veere;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van ………….., nummer ;

gelet op artikel 147, 154 en 156 van de gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Overwegende,

dat er op 14 september 2000 door de gemeenteraad van de gemeente Veere een Parkeerbeleidsplan is vastgesteld,

dat het gedurende een bepaalde periode per jaar het wenselijk is ordenend op te treden ten aanzien van het beschikbaar houden van parkeerplaatsen voor bewoners en gerechtigden van onroerende zaken in Domburg,

dat het vaststellen van een parkeerverordening die belanghebbendenzones aanwijst en een vergunningensysteem hieraan koppelt dat het meest geëigende middel is,

b e s l u i t

vast te stellen de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen

Artikel A

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    RVV 1966: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 4 mei 1966, Stb. 181;

  • 2.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

  • 3.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 m.u.v. voertuigen hoger dan 2,40 en zwaarder dan 28 ton;

  • 4.

    voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, met dien verstande dat fietsen en bromfietsen niet als voertuigen worden beschouwd;

  • 5.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • 6.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • 7.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;

  • 8.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die

    • a.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

    • b.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • 9.

    vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

  • 10.

    kraskaart: kaart waarmee in de woonstraten kan worden geparkeerd door middel van het wegkrassen van de datum en dag;

  • 11.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • 12.

    bedrijven: rechtspersonen, ondernemingen of daarmee gelijk te stellen beroepsactiviteiten, waaronder dienstverlening en vrijgevestigde beroepen in het voor vergunninghouders parkeren aangewezen gebied;

  • 13.

    voor vergunningparkeren aangewezen gebied: het gebied zoals is aangegeven op de bij deze verordening behorende bijlage 1.

Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

Artikel B

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders is toegestaan.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het betaald parkeren.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop men betaald moet parkeren.

  • 5. Geen vergunning wordt verleend voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen gelegen aan de Ooststraat-Markt-Weststraat.

Artikel C

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend verzoek een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2. Een vergunning kan worden verleend voor parkeren op een:

    a.Belanghebbendenplaats en parkeerapparatuurplaats:

    • I.

      aan bewoners die woonachtig zijn in het voor vergunningparkeren aangewezen gebied en personen die een woning in eigendom hebben in het aangewezen gebied;

    • II.

      de bewoners van een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van bezoekers, met dien verstande dat de vergunning slechts geldt voor een op het vergunningbewijs aan te merken dag;

    • III.

      aan bedrijven die gevestigd zijn in het voor vergunningparkeren aangewezen gebied;

    • IV.

      aan marktkooplieden waaraan een standplaats op de maandagmarkt is toegewezen;

    • V.

      ten behoeve van het uitvoeren van werkzaamheden of dienstverlening in het vergunninggebied waarvoor ter plaatse het gebruik van een voertuig noodzakelijk is;

    • VI.

      aan bedrijven ten behoeve van het woon-werkverkeer van hun directie of personeelsleden;

    • VII.

      aan werknemers of gasten van gevestigde hotels in de kern Domburg;

  • 3. In bijzondere gevallen kan een vergunning worden verleend in afwijking van het gestelde in het tweede lid sub VIII.

Artikel D

  • 1. In het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning voorschriften verbinden.

Artikel E

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigen:

  • 1.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • 2.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is in het gebied of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt, waarvoor de vergunning is verleend;

  • 3.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • 4.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • 5.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • 6.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • 7.

    om redenen van openbaar belang.

Afdeling III Verbodsbepalingen

Artikel F

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een voertuig, te plaatsen of te laten staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een belanghebbendenplaats.

  • 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel G

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten of passen dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel H

  • 1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een voertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

  • a. zonder vergunning;

  • b. zonder dat het voertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;

  • c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

  • 2. Het is verboden op een belanghebbendenplaats een voertuig te parkeren of geparkeerd

    te houden in strijd met de bepaling op een onderbord bij bord E9 van bijlage 1 van

    het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het

    eerste en tweede lid van dit artikel.

Afdeling IV Strafbepaling

Artikel I

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling V Slotbepalingen

Artikel J

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, waaronder de door burgemeester en wethouders hiertoe aangewezen ambtenaren belast.

Artikel K

Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Parkeerverordening kern Domburg'.

Artikel L

Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders bij openbaar besluit bekend te maken datum.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 1 maart 2007,
de griffier, de voorzitter,

afbeelding binnen de regeling

BIJLAGE UITVOERINGSBESLUIT PARKEERVERORDENING

Burgemeester en wethouders van Veere;

gelet op artikel D van de Parkeerverordening;

overwegende, dat het ter nadere invulling van de parkeerverordening kern Domburg noodzakelijk is helder en nauwkeurig te omschrijven wie in aanmerking komt om in de vergunningszone te mogen parkeren;

besluiten vast te stellen de volgende:

Nadere regels als bedoeld in artikel D van de parkeerverordening.

AFDELING 1 Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1.1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. belastingobject: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

b. bewoner: een ingezetene als bedoeld in de Wet gemeentelijke basisadministratie of een persoon die een belastingobject in Domburg in eigendom heeft;

c. bedrijf: zakelijk object bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten gevestigd in de kern Domburg;

d. kenteken: kenteken als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

e. kentekenbewijs: kentekenbewijs als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

f. werknemer: directie- of personeelslid van een bedrijf dat gevestigd is in het voor vergunningparkeren aangewezen gebied;

g. woonadres: het woonadres als bedoeld in de Wet gemeentelijke basisadministratie;

h. dag: een periode van 24 uren die om 0:00 uur aanvangt.

i. jaar: een kalenderjaar.

AFDELING 2 Belanghebbendenplaatsen en Parkeerapparatuurplaatsen

Artikel 2.1 Bewoners

Vergunningen als bedoeld in artikel C, lid 2, onder a, sub I en II van de Parkeerverordening voor parkeren op belanghebben¬denplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

a. per woonadres worden ten hoogste twee ver¬gun¬nin¬gen verleend waarvan maximaal 1 vrij van kenteken;

b. per woonadres worden maximaal 50 kraskaarten verstrekt. Met deze kraskaarten kan worden geparkeerd in de woonstraten voor een op de kraskaart aan te geven dag. De kraskaart geldt niet op betaald parkeerplaatsen;

c. op de vergunning op kenteken wordt het kenteken vermeld van het voer¬tui¬g waarvoor de vergunning geldig is;

d. het kenteken dient op naam, adres en woonplaats van de aanvrager te staan;

e. indien het kenteken niet op naam, adres en woonplaats van de aanvrager staat omdat er sprake is van een huur-, lease- of bedrijfsvoertuig, dient een huur- of leasecontract dan wel een werkgeversverklaring voor het gebruik van dit voertuig te worden overgelegd, alle op naam, adres en woonplaats van de aanvrager;

f. indien het kenteken niet op naam, adres en woonplaats van de aanvrager staat omdat er sprake is van gezamenlijk gebruik van een voertuig, dient een contract voor gezamenlijk gebruik van het voertuig te worden overgelegd, tezamen met een bewijs dat de voertuigverzekering op naam van alle contractpartijen staat dan wel tezamen met een instemmingsverklaring van de voertuigverzekering.

g. vergunningen zijn geldig in de periode van 1 april tot en met 31 oktober van 09:00-19:00 uur en worden afgegeven voor één kalenderjaar.

Artikel 2.2 Bedrijven

Vergunningen als bedoeld in artikel C, lid 2, onder a, sub III van de Parkeerverordening voor parkeren op belanghebben¬denplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

a. per bedrijf worden ten hoogste twee ver¬gun¬nin¬gen verleend waarvan maximaal 1 vrij van kenteken;

b. op de vergunning op kenteken wordt het kenteken vermeld van het voer¬tui¬g waarvoor de vergunning geldig is;

c. het kenteken dient op naam, adres en woonplaats van de directeur te staan zoals vermeld in het Uittreksel van de Kamer van Koophandel, of van de bedrijfsleider blijkende uit een schriftelijke verklaring van het bedrijf;

d. indien het kenteken niet op naam, adres en woonplaats van de aanvrager, de directeur of de bedrijfsleider staat omdat er sprake is van een huur- of leasevoertuig, dient een huur- of leasecontract te worden overgelegd op naam, adres en woonplaats van de aanvrager.

e. vergunningen zijn geldig in de periode van 1 april tot en met 31 oktober van 09:00-19:00 uur en worden afgegeven voor één kalenderjaar.

Artikel 2.3 marktkooplieden

Vergunningen als bedoeld in artikel C, lid 2, onder a, sub IV van de Parkeerverordening voor parkeren op belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

a. marktkooplieden kunnen in aanmerking komen voor een vergunning op kenteken of een vergunning vrij van kenteken;

a. vergunningen zijn geldig van 1 april tot en met 31 oktober van 09:00-19:00 uur en worden afgegeven voor één kalenderjaar.

Artikel 2.4 werkzaamheden of dienstverlening

Vergunningen als bedoeld in artikel C, lid 2, onder a, sub V van de Parkeerverordening voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

a. vergunningen worden uitsluitend verleend voor bedrijfsvoertuigen die als zodanig vermeld zijn in het Centraal Kentekenregister van de dienst Wegverkeer;

b. op de vergunning wordt het kenteken vermeld van het voertuig waarvoor de vergunning geldig is;

c. het kenteken dient te staan op naam, adres en woonplaats van het bedrijf dat de vergunning aanvraagt;

d. doelgroepen waarvoor het gebruik van een voertuig ter plaatse noodzakelijk geacht wordt voor het verrichten van werkzaamheden, zijn:

I. bewakings-, veiligheids- en controlediensten;

II. huisartsen, verloskundigen en wijkverpleegkundigen;

III. uiterlijk herkenbare voertuigen ten behoeve van de lijkbezorging en trouwerijen;

e. ten aanzien van de doelgroepen als bedoeld in sub d, gelden de volgende aanvullende bepalingen:

I. in afwijking van het bepaalde in sub a en c kan tevens vergunning verleend worden indien het kenteken op naam, adres en woonplaats staat van de dienstverlener;

II. indien de vergunning aangevraagd wordt door een wijkverpleegkundige, dient tevens een schriftelijke verklaring van de werkgever bijgevoegd te worden waaruit blijkt dat de aanvrager als wijkverpleegkundige werkzaam is.

f. vergunningen zijn geldig in de periode van 1 april tot en met 31 oktober van 09:00-19:00 uur en worden afgegeven voor één kalenderjaar.

Artikel 2.5 woon-werkverkeer

Vergunningen als bedoeld in artikel C, lid 2, onder a, sub VI van de Parkeerverordening voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen worden verstrekt met inachtneming van de volgende bepalingen:

a. deze vergunning wordt uitsluitend verstrekt aan bedrijven met personeel woonachtig buiten de bebouwde kom van Domburg als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

b. op de vergunning wordt de naam van het bedrijf vermeld waarvoor de vergunning geldig is;

c. het maximaal aantal te verlenen vergunningen voor woon-werkverkeer is vastgesteld op 50 voor de gehele kern van Domburg;

d. vergunningen zijn geldig van 1 april tot en met 31 oktober van 09:00-19:00 uur en worden afgegeven voor één kalenderjaar;

e. per bedrijf worden ten hoogste twee vergunningen verstrekt;

f. vergunningen zoals voornoemd zijn uitsluitend geldig op het parkeerterrein Bij de Molen (aan het J. van de Putteplein)

Artikel 2.6 hotelpas

vervallen

Artikel 2.7 Kerken/Scholen

Vergunningen al bedoeld in artikel C, lid 2 onder a, sub VII van de Parkeerverordening voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen kunnen tevens verstrekt worden aan kerken en scholen.

a. deze vergunning wordt uitsluitend verstrekt aan kerken en scholen die gevestigd zijn in het vergunninghoudersgebied;

b. per organisatie worden ten hoogste drie vergunningen vrij van kenteken en 50 kraskaarten verstrekt;

c. vergunningen zijn geldig van 1 april tot en met 31 oktober van 09:00-19:00 uur en

worden afgegeven voor één kalenderjaar.

AFDELING 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Aanvraagformulier

Voor het indienen van de aangifte parkeerbelasting en aanvraag parkeervergunning dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 3.2 Combinatie van vergunningen

Bij een combinatie van bewoners- en bedrijvenvergunningen als bedoeld in artikel 2:1 en 2:2, worden in totaal niet meer dan drie vergunningen per woonadres verstrekt. Bij een combinatie van vestiging van een bedrijf en woning op één adres zullen de tarieven die gelden voor bewoners worden gehanteerd.

Artikel 3.3 Beperking geldigheid

Alle in dit uitvoeringsbesluit genoemde vergunningen zijn niet aan beperkingen onderhevig.

AFDELING 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2015.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,