Regeling vervallen per 31-12-2023

De Beheersverordening begraafplaatsen Veere

Geldend van 01-04-1998 t/m 30-12-2023

Intitulé

De Beheersverordening begraafplaatsen Veere

De raad van de gemeente Veere;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 december 1997;

 

gelet op artikel 35, tweede lid en artikel 90 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet,

 

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen,

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende:

 

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen te Aagtekerke, Biggekerke, Domburg, Gapinge, Grijpskerke, Koudekerke, Meliskerke, Oostkapelle, Serooskerke, Veere/Zanddijk, Vrouwenpolder, Westkapelle en Zoutelande;

b eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1°. het doen begraven en begraven houden van lijken;

2°. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

c algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot:

1° het doen begraven van lijken;

2° het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

d eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

e algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

f urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

g asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

h verstrooiingsplaats: de door de houder aangewezen plaats waarop as mag worden verstrooid;

i grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

j gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

k beheerder: de ambtenaar van de afdeling beheer en onderhoud die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

1 rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht op een eigen graf is verleend;

m gebruiker: degene in wiens opdracht begraven is in een algemeen graf, dan wel degene, die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. 

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

  • 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'eigen graf mede verstaan: eigen urnengraf, eigen kindergraf;

  • 2 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf mede verstaan: algemeen kindergraf, algemeen urnengraf.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1 De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang;

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten;

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1 Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten;

  • 2 Het is verboden met (brom)fietsen op de begraafplaatsen te rijden;

  • 3 Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    a elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    b sneller dan 10 km per uur;

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het tweede lid en in de aanhef en onder a van het derde lid;

  • 5 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder;

  • 6 Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5

  • 1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden;

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1 Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de afdeling burgerzaken. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan;

  • 2 Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moet bij aankomst op de begraafplaats zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk;

  • 3 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1 Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet zo spoedig mogelijk doch uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de afdeling burgerzaken;

  • 2 De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder;

  • 2 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1 De tijden van begraven en het bezorgen van as zijn:

    op werkdagen van 10.00 tot 15.00 uur;

    op zaterdag, niet zijnde een algemeen erkende feestdag, van 10.00 tot 12.00 uur; 

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen op schriftelijk verzoek in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1 Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    a eigen graven en eigen urnengraven;

    b eigen kindergraven.

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in of op de eigen graven. Zij bepalen tevens de afmetingen van de eigen graven.

Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven

Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in of op de algemene graven. Zij bepalen tevens de afmetingen van de algemene graven.

Artikel 13 Uitgifte van eigen graven

  • 1 De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven aan degenen die een sociale binding hebben met de gemeente Veere;

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf uitgeven anders dan voor directe begraving, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 14 Termijnen eigen graven

  • 1 Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven; 

  • 2 Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend;

  • 3 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn zal verlopen, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid;

  • 4 Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 17, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 15 Termijnen algemene graven

  • 1 Burgemeester en wethouders geven de gelegenheid om in de algemene graven, in de volgorde van ligging, lijken te begraven voor de tijd van twintig jaren. Deze termijn begint te lopen op de datum dat in het graf wordt begraven. Deze termijn kan niet worden verlengd;

  • 2 De in lid 1 bedoelde gelegenheid wordt alleen gegeven indien er, voor wat betreft de overledene, sprake was van een sociale binding met de gemeente Veere.

Artikel 16 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan;

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan;

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen;

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 19 Sluiting van graven

  • 1 Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd;

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 20 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders;

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vergunning kan uitsluitend aangevraagd worden door de rechthebbende of de gebruiker;

  • 3 Omtrent de wijze van aanvrage van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen;

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels;

  • 5 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    a niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    b de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. 

Artikel 21 Grafbeplanting

Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of de gebruiker indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvrage heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 22 Verwijdering grafbedekking

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd;

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende of de gebruiker bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemd tijdstip per brief hun voornemen bekend;

  • 3 Op grond van een daartoe door de rechthebbende of de gebruiker bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn

  • 4 De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken; de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat de ze van het graf is verwijderd, is afgehaald. 

Artikel 23 Onderhoud

  • 1 De rechthebbende en de gebruiker zijn verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden ofte herstellen;

  • 2 Indien de rechthebbende en de gebruiker nalaten de grafbedekking behoorlijk te onderhouden ofte herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is;

  • 3 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 24 Onderhoud door de gemeente

Burgemeester en wethouders voorzien in het onderhoud en de verzorging van de begraafplaats, in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1 Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk 1 jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend;

  • 2 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaatsen;

  • 3 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvrage indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraven elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraven of verstrooiing elders;

  • 4 De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven of, indien het een asbus betreft, deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk 7 Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 26 Lijst

  • 1 Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft. 

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. 

  • 3 De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 8 Inrichting register

Artikel 27 Voorschriften

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften vaststellen voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as;

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de afdeling burgerzaken.

Hoofdstuk 9 Klachten

Artikel 28 Indiening, behandeling en beslissing

Ingezetenen en belanghebbende natuurlijke- en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen of het nalaten hiervan een schriftelijke klacht indienen bij burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 29 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 32 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 30 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening en de krachtens deze verordening vastgestelde nadere regels.

Artikel 31 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4 en 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 32 Inwerkingtreding

 Deze verordening treedt in werking op 1 april 1998, met ingang van welke datum de bestaande verordening op de algemene begraafplaats in de gemeente Westkapelle van 11 december 1957, de Beheersverordening begraafplaatsen Valkenisse 1992 van 19 december 1991 en de verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaatsen der gemeente Domburg van 11 juni 1972, laatstelijk gewijzigd op 14 november 1972 vervallen.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Beheersverordening begraafplaatsen Veere 1998.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 maart 1998.
De voorzitter,  De secretaris,