Regeling vervallen per 01-02-2017

Beleidsregels head-, smart- en growshops

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-01-2017

Intitulé

Beleidsregels head-, smart- en growshops

 

Om de aantasting van de openbare orde en/of de negatieve beïnvloeding van het woon- en leefklimaat door de exploitatie van head-, smart- en growshops te voorkomen is een vergunningstelsel voor deze winkels in het leven geroepen. Het betreft winkels die in hoofdzaak of als belangrijke nevenactiviteit producten verkopen die omschreven kunnen worden als hallucinerende middelen (ecodrugs), die niet verboden zijn op grond van de Opiumwet, of die dienst (kunnen) doen voor het gebruik of de productie van cannabis.

Dit vergunningstelsel (op grond van de APV Venlo) houdt in dat iedere ondernemer van een head-, smart- of growshop dient te beschikken over een door de burgemeester verleende vergunning (een zogenaamde winkelvergunning). Ondernemers die een nieuwe head-, smart- of growshop willen starten dienen eerst een vergunning aan te vragen. Pas als de burgmeester vergunning heeft verleend mag de winkel voor publiek geopend worden.

De burgemeester heeft met betrekking tot de hem toekomende bevoegdheid in dit verband de volgende beleidsregels vastgesteld.

  • Ter bescherming van het woon- en leefklimaat wordt het aantal head-, smart- en growshops beperkt. Slechts voor de exploitatie van een maximum aantal van drie inrichtingen, te weten één per soort, wordt vergunning verleend.

  • Indien een head-, smart- of growshop wordt geëxploiteerd zonder geldige winkelvergunning dan zal de burgemeester tot sluiting overgaan.

  • Indien in of vanuit een winkel verdovende middelen worden verhandeld of daartoe aanwezig zijn zal - ongeacht of de exploitant/leidinggevende van de zaak daarbij betrokken is - daartegen streng opgetreden worden. Daarbij wordt gehandeld overeenkomstig hetgeen in de ‘Beleidsregels ter voorkoming en ter bestrijding van drugsoverlast’ ten aanzien van horeca-inrichtingen is opgenomen.

  • Bij de beoordeling van een aanvraag om vergunning zal ook rekening worden gehouden met de omstandigheid dat een leidinggevende gedurende de laatste vijf jaren betrokken is geweest bij de exploitatie van een lokaal of het gebruik van een woning, ten aanzien waarvan een waarschuwing/sluiting heeft plaats gehad.

  • Indien een winkel voor publiek geopend is dient steeds een leidinggevende, die staat vermeld op de vergunning, in de winkel aanwezig te zijn. Wordt in strijd gehandeld met deze verplichting dan worden maatregelen genomen. Daarbij wordt gehandeld overeenkomstig de ‘Beleidsregels aanwezigheid leidinggevenden in horecabedrijven’, met dien verstande dat dan toepassing wordt gegeven aan de voor winkels geldende wettelijke bepalingen (Hoofdstuk 2, Afdeling 10a, art. 2:41 t/m 2:41L APV Venlo).