Regeling vervallen per 29-12-2016

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende belastingregels omtrent leges Legesverordening 2017

Geldend van 31-12-2016 t/m 28-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2017

De raad van de gemeente Wageningen;

gelezen:

  • -

    het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 27 september 2016;

gelet op:

de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet; 

Besluit  

  • 1.

    Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2017 vast te stellen.

Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2017

Artikel 1 – BegripsomschrijvingenDeze verordening verstaat onder:

  • a. 'dag' : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b. 'week' : een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c. 'maand' : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d. 'jaar' : het tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e. 'kalenderjaar' : de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f. 'APV' : de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • g. 'zonne-energiesysteem' : een installatie waarmee energie van de zon rechtstreeks wordt omgezet in warmte en/of elektriciteit en de eventueel bijbehorende bouwwerken niet gebouw zijnde.

Artikel 2 – Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 – Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 – Vrijstellingen

Leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen of verklaringen afgegeven op grond van artikel 21 van de Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954;

  • b.

    het afgeven van stukken in verband met pensioenen en/of wachtgelden;

  • c.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • d.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • e.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • f.

    stukken of verrichtingen, bestemd voor een wetenschappelijk of filantropisch doel, behoudens het bepaalde in titel 1, hoofdstuk 4 van de tarieventabel, onder 1.4.4;

  • g.

    stukken, welke krachtens besluit van het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van de pers worden afgegeven ter publicatie in het algemeen belang;

  • h.

    stukken, welke krachtens een besluit van het college van burgemeester en wethouders worden afgegeven aan personen of groepen van personen die zich bezighouden met activiteiten in het kader van inspraakprocedures en/of met het geven van commentaar of aanvulling op bij de gemeente in het voornemen liggende plannen;

  • i.

    diensten, waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • j.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • k.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • l.

    de in titel 2 van de bij deze verordening horende tarieventabel omschreven diensten, voor zover deze betrekking hebben op een zonne-energiesysteem achter de eigen elektriciteitsaansluiting, welke op eigen terrein wordt geplaatst en een maximaal vermogen heeft van 15 kWp (kiloWattpiek).

Artikel 5 – Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 – Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 – Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald in geval de kennisgeving, als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. Indien de legeskosten niet, niet geheel dan wel niet tijdig worden voldaan, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld. Het buiten behandeling laten, geschiedt niet dan nadat de aanvrager schriftelijk op de hoogte is gesteld en in de gelegenheid is gesteld alsnog aan zijn verplichtingen ter zake van de aanvraag te voldoen.

Artikel 8 – Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend, voor zover in andere verordeningen van de raad niet anders is bepaald.

Artikel 9 – Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 – Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • 1.

    onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);

  • 2.

    hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

  • 3.

    hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

  • 4.

    onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

  • 5.

    hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

  • 6.

    onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

  • 7.

    hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 – Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 – Overgangsrecht

  • 1. De verordening Legesverordening 2016 van 9 november 2015, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 8 februari 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3. In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op de dag waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

  • 4. In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel de in het derde lid genoemde datum van inwerkingtreding.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 november 2016

de voorzitter, 

de griffier, 

Bijlage 1 Tarieventabel Leges 2017

i297979.pdf [Klik hier om het document te downloaden]