Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2010

De raad van de gemeente Wageningen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders aan de raad van 26 oktober 2019;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet.

Besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2011.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 november 2010,

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken van enig gewicht en/of enige omvang, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b.

houder:

degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

c.

parkeerapparatuur:

parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computers voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor registratie van parkeerbewegingen en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

d.

parkeerplaats:

een voor het parkeren bestemd en als zodanig aangeduid gedeelte van de openbare weg of van een terrein;

e.

vergunning:

een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening 2005, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op de daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

f.

vergunninghouder:

de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

g.

vergunningsbewijs:

een door de gemeente verstrekt schriftelijk bewijs van de verleende vergunning;

h.

dag:

een kalenderdag;

i.

maand:

een kalendermaand;

j.

kwartaal:

een aaneengesloten periode van drie maanden;

k.

jaar:

een aaneengesloten periode van twaalf maanden;

l.

dagdeelvergunning:

een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening 2005, met dien verstande dat deze vergunning slechts gedurende één dagdeel geldig is;

m.

dagdeel:

een periode van 00.00 uur tot 13.30 uur en een periode van 12.00 tot 24.00 uur;

n.

ontheffing:

een door het college van burgemeester en wethouders verleende ontheffing als bedoeld in artikel 8 van de Parkeerverordening 2005 en artikel 3 van deze verordening

o.

ontheffinghouder:

de houder van het voertuig waarvoor ontheffing is verleend;

p.

ontheffingsbewijs:

een door de gemeente verstrekt schriftelijk bewijs van de verleende ontheffing.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam parkeerbelastingen worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen, plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd, wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • 1e.

        eindien een voor ten hoogste twaalf weken aangegane huurovereenkomst wordt overlegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • 2e.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, van dit artikel als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

  • 5. Het college van Burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a.

Artikel 4. Vrijstelling

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    voertuigen voorzien van een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart, mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst;

  • b.

    voertuigen van huisartsen en verloskundigen die visites maken, mits deze voertuigen als zodanig herkenbaar zijn;

  • c.

    aanhangwagens als bedoeld in artikel 1, onder a, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, voor een periode van maximaal drie aaneengesloten dagen;

  • d.

    ambulances, voertuigen van politie en brandweer voorzover deze voertuigen voor het uitoefenen van de dienst worden gebruikt, mits deze voertuigen als zodanig herkenbaar zijn;

  • e.

    voertuigen voorzien van een geldig vergunningsbewijs, mits deze goed leesbaar achter de voorruit van het voertuig is aangebracht;

  • f.

    voertuigen voorzien van een geldig ontheffingbewijs, mits deze goed leesbaar achter de voorruit van het voertuig is aangebracht.

Artikel 5. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7. Wijze van heffing en termijn van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte bij de aanvang van het parkeren of op andere wijze.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van een aanslag en moet worden betaald door middel van de daarbij toegestuurde acceptgiro en vóór de hierop vermelde uiterste betaaldatum of op andere wijze en moet contant worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3. Een naheffingsaanslag moet worden betaald door middel van de bij het duplicaat toegestuurde acceptgiro en vóór de hierop vermelde uiterste betaaldatum.

  • 4. Voor de toepassing van het eerste lid wordt het in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften als voldoening op aangifte aangemerkt.

Artikel 8. Ontheffing parkeerbelasting voor vergunningen

  • 1. Ontheffing van parkeerbelasting, zoals bedoeld in artikel 2 onder b, wordt uitsluitend op schriftelijke aanvraag verleend;

  • 2. Indien een vergunning wordt ingetrokken of vervalt en de vergunninghouder het aan hem verstrekte vergunningsbewijs voor de datum zoals vermeld op het vergunningsbewijs bij de gemeente inlevert, bestaat er aanspraak op ontheffing van de voor deze vergunning verschuldigde belasting. Voor elke volle maand tussen de datum van inlevering en de einddatum zoals vermeld op het verstekte vergunningsbewijs, wordt ontheffing verleend voor één twaalfde c.q. derde deel van de in artikel 2, onderdeel b, genoemde belasting.

  • 3. Ontheffing van parkeerbelasting wordt niet verleend indien het bedrag daarvan minder zou bedragen dan twee maal één twaalfde deel van het voor de betreffende vergunning geldende jaarbedrag.

Artikel 9. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10. Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 52,-.

Artikel 11.Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening parkeerbelastingen 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening parkeerbelastingen 2011.

Ondertekening

de voorzitter,
de griffier,

Bijlage: Tarieventabel parkeerbelastingen

Tarieventabel, zoals bedoeld in artikel 5, behorende bij en deel uitmakende van de verordening parkeerbelastingen 2011

  • 1.

    Het belastingtarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt:

    In het gebied

    Bij parkeer-apparatuur met een maximum van

    Bedrag per uur

    Met een minimum van

    A

    3 uur

    € 1,40

    € 0,20

    B

    Onbeperkt

    € 1,20

    € 0,20

    C

    Onbeperkt (slagboom)

    € 1,20

    € 0,20

  • 2.

    Het belastingtarief voor een parkeervergunning, als bedoeld in artikel 2, onder b bedraagt per voertuig per jaar of gedeelte daarvan:

    • a.

      voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a van de parkeerverordening 2005: €38,00.

    • b.

      voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b van de parkeerverordening 2005: € 432,00.

  • 3.

    Het belastingtarief voor een parkeervergunning, als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt per voertuig per kwartaal of gedeelte daarvan:

    • a.

      voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a van de Parkeerverordening 2005: € 12,70;

    • b.

      voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b van de Parkeerverordening 2005: € 123,50.

  • 4.

    Het belastingtarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onder b bedraagt per voertuig bij een geldigheidsduur van 1 dag tot 24:00 uur van die dag: € 6,00.

  • 5.

    De in deze tarieventabel genoemde gebieden A, B, en C zijn als volgt opgebouwd:

    Gebied A

    Gebied B

    Gebied C

    Raadhuisplein

    Salverdaplein

    Plantsoen, langsparkeren

    Plantsoen, Beuningplein

    Plantsoen, Gedempte Gracht

    Plantsoen, Duivendaal

    Plantsoen, Straelenstoren oost

    Walstraat, Straelenstoren west

    Walstraat, langsparkeren

    Gen. Foulkesweg, langsparkeren

    Irene Brigadeplein

    Emmapark – Rijnbolwerk

    Rijnbolwerk

    Gerdesstraat

    Costerweg, Costerstaete

    Overige gebieden

    Plantsoen, Gevangentoren