Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening haven- en kadegelden2014

Geldend van 23-11-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening haven- en kadegelden2014

De raad van de gemeente Werkendam;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 228 en 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t;

vast te stellen de;

Verordening haven- en kadegelden 2013

Artikel 1 - Aard van de heffing, belastbaar feit

  • 1. Onder de naam havengeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren (Biesboschhaven en Beatrixhaven) of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.

  • 2. Onder de naam kadegeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van de kaden of het plaatsen, leggen of opslaan van goederen, materialen of voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, behorende tot de gemeentelijke kade- en havenwerken.

Artikel 2 - Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • 2.

    meetbrief: het document als bedoeld in het metingbesluit Binnenvaartuigen 1978 juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • 3.

    vrachtschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor het vervoer van goederen;

  • 4.

    passagiersschip: een vaartuig, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • 5.

    sleepboot/duwboot: een vaartuig dat hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

  • 6.

    vissersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor het vangen van vis;

  • 7.

    pleziervaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk ingericht is of wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

  • 8.

    werkstation: een drijvende of vaste inrichting die ingericht is of gebruikt wordt om werkzaamheden uit te voeren aan een vaartuig in de in artikel 1 bedoelde havens;

  • 9.

    casco/nieuwbouwschip: vaartuig zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 waarvan nog niet officieel is vastgesteld wat de tonnenmaat van het vaartuig zal worden;

  • 10.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • 11.

    ton: een massa van 1.000 kilogram;

  • 12.

    gebruik van de haven: het in artikel 1 bedoelde gebruik van voor de openbare dienst bestemde wateren of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, zoals deze zijn aangegeven op de bij de verordening behorende kaart;

  • 13.

    havenmeester: de havenmeester van de gemeente Werkendam of diens plaatsvervanger;

  • 14.

    termijn: een in de tarieventabellen genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven en of kade plaatsvindt;

  • 15.

    2 dagen:

    a een aaneengesloten tijdvak van 48 uren en;

    b een aaneengesloten tijdvak beginnende op vrijdag om 17.00 uur en eindigende op maandag om 9.00 uur;

  • 16.

    7 dagen: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;

17 14 dagen een aaneengesloten tijdvak van 14 dagen;

  • 18.

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen;

  • 19.

    kwartaal: een aaneengesloten tijdvak van 90 dagen;

  • 20.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 3 - Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd en/of degene die gebruik maakt van de kade- en havenwerken waaronder begrepen de verlader en de reparateur. De aanslag kan worden tenaamgesteld van degene die daartoe een schriftelijk een verzoek indient onder voorwaarde dat voldoende zekerheid wordt gegeven over de betaling van de aanslag.

Artikel 4 - Grondslagen

  • 1. Grondslagen voor de berekening van het havengeld zijn:

    • a.

      het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

    • b.

      de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;

    • c.

      de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters.

  • 2. Grondslagen voor de berekening van het gebruik van de kade -en havenwerken zijn:

    • a.

      de oppervlakte van de ingenomen ruimte, uitgedrukt in vierkante meters;

    • b.

      het voorwerp waarmee ruimte op de kaden wordt ingenomen.

Artikel 5 - Tarieven

  • 1. Het haven- en kadegeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabellen.

  • 2. Wanneer de toepassing van de tarieventabel havens leidt tot een lager bedrag aan havengeld dan € 13,50 wordt de aanslag vastgesteld op € 13,50.

  • 3. Voor het gebruik van de loswal wordt, wanneer de toepassing van de tarieventabel kaden leidt tot een lager bedrag aan kadegeld dan € 5,00, de aanslag vastgesteld op € 5,00.

  • 4. Wanneer voor de afname van stoom en water geen inworp van munten plaatsvindt en de toepassing van de tarieventabel kaden voor het gebruik van stroom en water leidt tot een lager bedrag aan kadegeld dan € 5,00 wordt de aanslag vastgesteld op € 5,00.

Artikel 6 – Heffingstijdvak

De belasting wordt geheven over de aaneengesloten verblijfsduur in één kalenderjaar dan wel, indien vooraf aangifte is gedaan van een al dan niet wisselend verblijf over een periode van een week of meer, de desbetreffende abonnementsperiode. Een tariefwijziging gaat in, direct na afloop van de betreffende in de tarieventabel genoemde termijn.

Indien de verblijfsduur niet gelijk is aan één van de in de tarieventabellen genoemde termijnen wordt het verschuldigde bedrag berekend door het bedrag van de naastliggende kortere termijn te verhogen met de belasting over het resterende gedeelte van de verblijfsduur. Indien ook het resterende gedeelte van de verblijfsduur niet gelijk is aan een van de in de tarieventabellen genoemde termijnen vindt op dat gedeelte het bepaalde in de vorige volzin op overeenkomstige wijze plaats en zo vervolgens. Indien een gedeelte van een termijn resteert wordt dit voor een gehele termijn gerekend.

Indien het op deze wijze berekende bedrag hoger is dan het belastingbedrag verschuldigd over de naasthogere termijn is het naasthogere belastingbedrag verschuldigd.

Artikel 7 - Tariefstoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 2.

    wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 3.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 4.

    wordt, in afwijking van het in de onderdelen 1, 2 en 3 bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen 1, 2 en 3 bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt; dan wel de bedoelde meetbrief nog niet is opgesteld. Indien achteraf blijkt dat de werkelijke tonnage meer dan 100 ton afwijkt van het werkelijke tonnage vindt verrekening plaats;

  • 5.

    wordt een gedeelte van een in de tarieventabellen genoemde eenheid van inhoud, van massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;

  • 6.

    wordt de verhoging van het havengeld als bedoeld in onderdeel b van de tarieventabel havens voor de helft geheven indien van vaartuigen minder dan de helft van het laadvermogen wordt geladen of gelost;

  • 7.

    wordt, indien een gedeelte van een vaartuig van de havens genoemd onder artikel 1, eerste lid gebruik maakt, het havengeld geheven over het gehele vaartuig;

  • 8.

    wordt, indien een vaartuig na daarvan vooraf melding te hebben gedaan bij de havenmeester, uit de haven vertrekt en binnen 4 uur na vertrek uit de haven weer in de haven terug is, het verblijf als niet onderbroken aangemerkt;

  • 9.

    geldt dat bij wijziging van het tarief, indien het belastbare feit zich zowel voordoet zowel voor als na de wijziging, de tariefwijziging ingaat direct na afloop van de betreffende in de tarieventabel genoemde termijn;

  • 10.

    begint bij voortgezet verblijf in de haven respectievelijk gebruik van de kade na afloop van de termijn waarvoor binnenhaven– respectievelijk kadegeld is geheven dan wel van de abonnementsperiode een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven respectievelijk van de kade opnieuw een aanvang;

  • 11.

    wordt het tarief van een casco berekend over de periode dat het casco gebruik maakt van de havens als bedoeld in artikel 1 lid 2 en nog geen meetbrief heeft;

  • 12.

    begint, wanneer een casco in gedeelten wordt afgebouwd, iedere keer dat een nieuw gedeelte wordt geplaatst, een nieuwe periode voor de maat of het tonnage die het casco dan heeft;

  • 13.

    wordt bij een casco van een vrachtschip in aanbouw uitgegaan van het tarief voor vrachtschepen danwel, wanneer de aanslag voor het havengeld daardoor hoger is, van het tarief voor drijvend materiaal.

  • 14.

    wordt bij overige casco’s uitgegaan van het tarief voor drijvend materiaal.

Artikel 8 - Vrijstellingen

Haven - en kadegeld wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    vaartuigen in dienst van de gemeente;

  • b.

    hospitaalschepen;

  • c.

    sleepboten, die vaartuigen in de haven brengen of daaruit komen halen tenzij de sleepboten langer dan zes uren in de haven verblijven;

  • d.

    vaartuigen, in rechtstreekse dienst van het rijk, welke uitsluitend ligplaats innemen in verband met het waterbeheer;

  • e.

    vaartuigen, die minder dan drie uur gebruik maken van een ligplaats mits deze tijd uitsluitend benut wordt om in de gemeente inkopen te doen of zaken af te handelen, niet laden of lossen en geen andere personen dan gezinsleden van de opvarenden of personeel in - of ontschepen;

  • f.

    de opslag van materialen welke zijn aangevoerd ten behoeve van de gemeente;

  • g.

    vaartuigen van het koninklijk huis.

  • h.

    het gebruik van de kades en havens in het kader van de tweejaarlijkse havendag en andere, nader door burgemeester en wethouders aan te wijzen, evenementen.

Artikel 9 - Kwijtschelding

Bij de invordering van het recht, als bedoeld in artikel 1, wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 - Wijze van heffing

Het haven - en kadegeld wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 11 - Verschuldigdheid en aangifte

  • 1. Het haven - en kadegeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven begint. Het aanvangstijdstip wordt als volgt bepaald: Een termijn vangt aan op het aanvangstijdstip van het gebruik van de haven en, zo dit niet gemeld is, op de eerste dag van de termijn om 0.00 uur.

  • 2. Onverwijld na binnenkomst van de haven dient de belastingplichtige zich via het VHF 12 kanaal of telefonisch via het 06 telefoonnummer zoals vermeld op het bord zoals dat geplaatst is op de havendam aan de ingang van de haven te melden. De belastingplichtige is bij die melding verplicht om (eventueel via de voice mail) de naam van het betreffende schip, het europanummer, de naam van de schipper met zijn of haar telefoonnummer, het tijdstip van binnenvaren en de vermoedelijke ligtijd te vermelden. Tevens dient vermeld te worden of gebruik wordt gemaakt van een abonnement en voor welke termijn dat abonnement wordt genomen.

  • 3. Onverwijld na binnenkomst in de haven dient de belastingplichtige om een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken bij de havenmeester.

Artikel 12 - Omzetbelasting

De tarieven in deze verordening genoemd zijn exclusief omzetbelasting tenzij dit expliciet gemeld wordt.

Artikel 13 - Betaaltermijnen

  • 1. Het haven - en kadegeld moet worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 - Restitutie en overschrijving

  • 1. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde havengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde havengeld lager is dan het betaalde, teruggave van het verschil niet plaatsvindt.

  • 2. het na toepassing van de in het vorige lid bedoelde verrekening verschuldigde bedrag moet binnen veertien dagen na de vervanging overeenkomstig de aangifte worden betaald.

Artikel 15 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het haven en kadegeld.

Artikel 16 - Inwerkingtreding, citeertitel

  • 1.

    De Verordening haven - en kadegeld 2012 vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening haven- en kadegelden 2013.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de

raad der gemeente Werkendam van 6 november 2012.

De griffier, De voorzitter,

mr. I. Bakker mw. drs. C.G.J. Breuer

Tarieventabel havens

behorende bij de Verordening haven- en kadegelden 2013

Met ingang van 1 maart 2013

Tarieven in euro’s exclusief BTW

Soort vaartuig

Heffings-

Maatstaf

Per

Termijnen

1 dag

2 dagen

1 week

1 maand

1 kwartaal

1 jaar

a.vrachtschip (zonder laden of lossen)

Laadvermogen

ton

0,0235

0,047

0,094

0,329

0,940

3,196

b.Het tarief onder a. d, e en f. wordt per keer (per dag) dat wordt geladen of gelost verhoogd met

Laadvermogen

ton

0,101

0,101

0,101

0,101

0,101

0,101

c.Passagiersschip

Oppervlakte

m2

0,108

0,108

0,216

0,756

2,160

7,344

d.Sleepboot/duwboot

Oppervlakte

m2

0,108

0,108

0,216

0,756

2,160

7,344

e.Vissersschip

Oppervlakte

m2

0,108

0,108

0,216

0,756

2,160

7,344

f.Werkstations

Oppervlakte

m2

0,066

0,066

0,132

0,462

1,320

4,488

g.Drijvend materiaal

Oppervlakte

m2

0,108

0,108

0,216

0,756

2,160

7,344

h.Pleziervaartuig

Lengteklasse:

Minder dan

6 m

Vaartuig

2,720

2,720

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

6 tot 12 m

Vaartuig

5,440

5,440

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

meer dan 12 m

Vaartuig

16,320

16,320

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Aanwijzingen.

Onder 1 dag wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 24 uren.

Onder 2 dagen wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 48 uren en een aaneengesloten tijdvak beginnende op vrijdag om 17.00 uur en eindigende op maandag om 9.00 uur.

Onder een week wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen.

Onder twee weken wordt verstaan: een aaneengesloten tijdvak van 14 dagen

Onder een maand wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen.

Onder een kwartaal wordt verstaan: een aaneengesloten tijdvak van 90 dagen.

Onder een jaar wordt verstaan : een kalenderjaar.

Een termijn vangt aan op het aanvangstijdstip van het gebruik van de haven en, zo dit niet gemeld is, op de eerste dag van de termijn om 0.00 uur.

De aanduiding n.v.t. betekent dat de betreffende termijn niet van toepassing is voor het betreffende soort vaartuig.

Behoort bij de Verordening haven- en kadegelden 2013.

Mij bekend,

de griffier,

mr. I. Bakker

Tarieventabel kaden

behorende bij de Verordening haven- en kadegelden 2013

Tarieven met ingang van 1 januari 2013

Tarieven in euro’s excl. BTW

Voorwerp

Heffings-maatstaf

Per

Twee dagen

Week

Twee weken

a.Gebruik loswal voor opslag

Volle lengte van 25, 50, 75, 100 meter

m1

€ 1,63

€ 3,26

€ 6,52

b.Gebruik loswal voor scheepsreparatie

Lengte schip

m1

€ 0,98

€ 1,96

€ 3,92

c.Gebruik loswal voor laden en lossen

Lengte schip

m1

€ 1,09

€ 2,18

€ 4,36

Voorwerp

Heffingsmaatstaf

Per

Tarief incl. BTW

d.Leveren elektriciteit

Kilowattuur stroom

2 kilowattuur stroom

€ 0,50

e.Leveren water

Liter water

200 liter water

€ 0,50

Voorwerp

Heffingsmaatstaf

Per

Tarief zonder. BTW

f.Inworp van huishoudelijk afval in een ondergrondse afvalcontainer in het havengebied van Werkendam

Vast bedrag per inworp in een ondergrondse container

Inwerkingstellen van de inworp-installatie

€ 1,00

Aanwijzingen.

Onder 1 dag wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende om 0.00 uur.

Onder een week wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen

Onder een maand wordt verstaan : een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen

Behoort bij de Verordening haven- en kadegelden 2013.

Mij bekend,

de griffier,

mr. I. Bakker