Regeling vervallen per 23-08-2013

Beleidsregels garanties en borgstellingen gemeente Westland

Geldend van 28-12-2007 t/m 22-08-2013

Intitulé

Beleidsregels garanties en borgstellingen gemeente Westland

Burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

Gelet op:

  • -

    artikel 160, lid 1, sub e en artikel 169, lid 4 van de Gemeentewet;

  • -

    artikel 14 van de Financiële verordening gemeente Westland;

  • -

    artikel 2 van de Wet financiering decentrale overheden;

  • -

    artikel 3 van het treasurystatuut;

  • -

    titel 4.1 ('Beschikkingen'), titel 4.2 ('Subsidies') en titel 4.3 ('Beleidsregels') van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de algemene subsidieverordening Westland 2005;

Overwegende:

  • ·

    dat openbare lichamen uitsluitend ten behoeve van de publieke taak garanties voor geldleningen kunnen verstrekken;

  • ·

    dat het aanbeveling verdient beleidsregels vast te stellen inzake het verstrekken van garanties door de gemeente Westland voor de deelgebieden sport, welzijn, zorg en opvang, volksgezondheid, onderwijs en woningbouw;

besluit vast te stellen de navolgende

Beleidsregels garanties gemeente Westland

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1. Garantie: een borgstelling van de gemeente Westland ten behoeve van een door de aanvrager bij een financiële instelling aan te trekken lening en de daaruit voortvloeiende verplichtingen;

  • 2. Financiële instelling: al dan niet commerciële instellingen zoals banken, leveranciers, leasemaatschappijen, waarborgfondsen die leningen, kredieten, garanties/borgstellingen of financial lease kunnen verstrekken.

Artikel 2: Rechthebbenden

  • 1. Garanties worden slechts verstrekt ten behoeve van maatschappelijke organisaties op het gebied van sport, welzijn, zorg en opvang, volksgezondheid, onderwijs en woningbouw.

  • 2. Organisaties mogen geen winstoogmerk hebben.

  • 3. Organisaties mogen geen besloten karakter en geen politieke of religieuze doelstelling hebben.

  • 4. Organisaties dienen rechtspersoonlijkheid te bezitten.

Artikel 3: Inhoudelijke criteria

  • 1. De te financieren zaken moeten nodig zijn in het kader van de uitvoering van de publieke taak in de gemeente Westland. Dat wil zeggen dat ze moeten passen binnen en bijdragen aan het gemeentelijke beleid en het openbaar belang. Tevens moet met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend.

  • 2. De te financieren zaken moeten essentieel zijn voor het voortbestaan of het in voldoende mate kunnen functioneren van de aanvrager (functionaliteitcriterium).

  • 3. De te financieren zaken moeten in overwegende mate ten goede komen aan inwoners van de gemeente Westland.

  • 4. De zaken zijn zonder gemeentelijke borgstelling niet, of tegen niet acceptabele kosten te realiseren. Eerst dienen zelfwerkzaamheid, eigen middelen, subsidiegelden en middelen van sponsoren, etc. door de aanvrager te worden benut (vangnetcriterium).

  • 5. Een garantie voor een bedrag van meer dan € 100.000 ter financiering van een onroerende zaak wordt verstrekt onder voorwaarde dat het recht van hypotheek wordt verleend.

Artikel 4: Financiële criteria

  • 1. De financiële positie en prognoses van de aanvrager moeten zodanig zijn dat rente en aflossing blijvend betaald kunnen worden.

  • 2. Indien een beroep kan worden gedaan op een specifiek waarborgfonds wordt geen garantie verleend, tenzij sprake is van een waarborgfonds dat zich voor slechts een deel van de aan te gane verplichting garant stelt.

  • 3. Wanneer een specifiek waarborgfonds op een aanvraag afwijzend heeft beschikt is geen gemeentelijke garantstelling mogelijk.

  • 4. Voor instellingen op de beleidsterreinen sport en welzijn geldt voor de gecumuleerde garanties een plafond van € 5 miljoen per instelling.

  • 5. Voor aanvragen boven € 5 miljoen van andere organisaties dan woningcorporaties stelt het college de raad in de gelegenheid zijn eventuele wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Wanneer de raad niet binnen 2 weken na toezending van een voorgenomen collegebesluit zijn eventuele wensen en bedenkingen kenbaar heeft gemaakt, beschikt het college op de aanvraag.

  • 6. Een aanvraag voor een garantie lager dan € 25.000 wordt niet in behandeling genomen. In geval van medegarantie door een waarborgfonds geldt een minimum van € 12.500.

Artikel 5: De aanvraag

  • 1. Aanvragen moeten voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen met betrekking tot de gevraagde garantie volledig en schriftelijk worden ingediend bij het college.

  • 2. Aanvragen moeten zijn voorzien van:

  • a. Een exemplaar van de statuten;

  • b. Een opgave van de bestuurssamenstelling;

  • c. Tekeningen en technische omschrijving als de garantie de aankoop, nieuwbouw of verbouw van een onroerende zaak betreft;

  • d. Een document waaruit blijkt dat het onderpand vrij is van hypotheek (of pand als het om roerende zaken gaat);

  • e. De laatst bekende taxatiewaarde voor de OZB van het onderpand in geval het gaat om een bestaande onroerende zaak;

  • f. De jaarrekeningen van de laatste twee boekjaren;

  • g. Een exploitatiebegroting waarin rente en aflossing van de te garanderen geldlening zijn verwerkt;

  • h. een gespecificeerde opstelling van de wijze van financiering van de voorgenomen investering; i. concept-leningovereenkomst met de beoogde financiële instelling.

  • 3. Een verzoek om garantie wordt in ieder geval afgewezen indien de gemeente niet de zekerheid heeft dat:

  • a. De investeringen zullen plaatsvinden;

  • b. De aanvrager zal voldoen aan de aan de garantie verbonden verplichtingen;

  • c. Aan de betalingsverplichting van rente en aflossing naar behoren zal worden voldaan;

  • d. De aanvrager in het kader van de aanvraag juiste en volledige gegevens heeft verstrekt.

Artikel 6: Overige criteria en uitgangspunten

  • 1. De kosten voor het vestigen van een hypotheek zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 2. De looptijd van de garantie moet zijn afgestemd op de te verwachten technische levensduur (dan wel economische levensduur als deze korter is) van de activa.

  • 3. De aanvrager moet instemmen met een aantal voorwaarden, zoals voorafgaande toestemming van de gemeente voor een aantal juridische handelingen zoals statutenwijziging, wijziging bestemming van het onderpand en vervreemding van het onderpand door de aanvrager gedurende de looptijd van de garantie.

  • 4. De aanvrager is verplicht het onderpand te onderhouden en in stand te houden. De aanvrager verplicht zich tot het afsluiten van een opstal-en inboedelverzekering en het in goede staat houden van het onderpand gedurende de gehele looptijd van de garantie.

  • 5. De aanvrager verstrekt periodiek op door het college aangegeven data inlichtingen aan het college in de vorm van een exploitatiebegroting en een financieel verslag welke nodig zijn voor de beoordeling van het financiële beheer van de aanvrager.

Artikel 7: Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van hun bekendmaking in het Gemeenteblad.

Ondertekening

Naaldwijk, 9 oktober 2007

De secretaris - G. Buck

de burgemeester - J. van der Tak