Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht 2014

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht (2014).

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn;

gelet op het voorstel van het college van bugemeester en wethouders;

(gelet op de artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, Gemeentewet);

B E S L U I T vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a.

    onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;

  • b.

    onder eigendom verstaan een roerende of onroerende zaak;

  • c.

    onder aansluiting van een eigendom verstaan:

    • 1.

      het leggen door de gemeente van buisleidingen met een maximale lengte van 40 meter vanaf de aanwezige gemeentelijke riolering tot aan het eigendom waarvoor de aansluiting plaatsvindt, om voor dat eigendom een directe of indirecte lozing op de gemeentelijke riolering mogelijk te maken;

    • 2.

      het aanleggen door de gemeente van een pompvoorziening op het eigendom waarvoor de aansluiting plaatsvindt, om voor dat eigendom een directe of indirecte lozing op de gemeentelijke riolering mogelijk te maken.

Artikel 2 Uitsluitingen

Deze verordening is niet van toepassing op aansluitingen waarvoor geldt dat:

  • a.

    er binnen 40 meter van de grens van het aan te sluiten eigendom geen gemeentelijke riolering aanwezig is;

  • b.

    het maken van deze aansluiting naar het oordeel van de beheerder van de gemeentelijke riolering om technische of financiële redenen ongewenst of onuitvoerbaar is;

  • c.

    door het maken van deze aansluiting het functioneren van de gemeentelijke riolering naar het oordeel van de beheerder van de gemeentelijke riolering onaanvaardbaar verslechtert.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam eenmalig rioolaansluitrecht wordt een recht geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met het tot stand brengen van een directe of indirecte aansluiting van een eigendom op de gemeentelijke riolering.

Artikel 4 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene voor wie de dienst wordt verleend.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

Het recht bedoeld in artikel 2 bedraagt per aansluiting € 1.522,00.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en invordering van het eenmalig rioolaansluitrecht.

Artikel 11 Intrekking verordeningen

De Voorwaarden voor aansluiting op gemeentelijke riolering gemeente Alphen aan den Rijn 1968, de Aansluitverordening gemeente Boskoop 2006 en de Verordening eenmalig rioolaansluitrecht Rijnwoude 2006 worden ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2

    De ingangsdatum van de heffing is 1 september 2014.

  • 3

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2014’.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van Alphen aan den Rijn in de openbare raadsvergadering van 25 september 2014,
de griffier, de voozitter,
P.M.H. van Ruitenbeek, T.P.J. Bruinsma

Bijlage bij Verordening voor aansluiting op gemeentelijke riolering

Berekening tarief voor aansluitingen conform de “Verordening eenmalig aansluitrecht 2014”

basistarief

administratie, toezicht, revisie, beheer, onderhoud

€ 400,00

aanlegkosten

type aansluiting

geschatte

geschat

kosten

percentage

eenvoudige aansluiting in bestrating

€ 500,00

64%

complexere aansluiting in bestrating

€ 800,00

13%

eenvoudige aansluiting in asfalt

€ 1.000,00

15%

complexere aansluiting in asfalt

€ 1.600,00

3%

aansluiting d.m.v. plaatsen minigemaal

€ 10.000,00

5%

100%

gewogen gemiddelde aanlegkosten

€ 1.122,00

tarief (geen legeskosten)

€ 1.522,00

Bijlage Toelichting op de Verordening voor aansluiting op de gemeentelijke riolering

1 Algemene toelichting

De verordening eenmalig rioolaansluitrecht is een belastingverordening. Het rioolaansluitrecht is gebaseerd op artikel 229 van de Gemeentewet (Gw). In dit artikel, eerste lid aanhef en onderdeel b, staat:

1 Rechten kunnen worden geheven ter zake van:

a ….,

b het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

Om op basis van dit wetsartikel tot een werkelijke heffing te komen, heeft de gemeente een verordening nodig waarin zij de belasting nader uitwerkt. Daarvoor heeft zij de verordening eenmalig rioolaansluitrecht vastgesteld.

De voorwaarden waaraan de gemeentelijke belastingverordening moet voldoen, staan in hoofdstuk XV Gw. In artikel 217 staat dat de verordening onder meer de volgende elementen moet bevatten:

• Wie moet de belasting betalen (de belastingplichtige)?

• Waarvoor moet de belasting worden betaald (het belastbare feit)?

• Waarover moet de belasting worden betaald (de heffingsmaatstaf)?

• Wat is het tarief van de belasting (de tariefstelling)?

Voor een heffing gebaseerd op artikel 229 Gw geldt nog een extra voorwaarde. De totale geraamde heffingsopbrengsten mogen niet hoger zijn dan de totale

geraamde kosten van de diensten. De rechten van artikel 229 Gw zijn dus alleen bedoeld om de kosten van de betreffende dienstverlening te verhalen.

2. Toelichting per arikel

2.1 Aanhef en opschrift

De aanhef van een raadsbesluit verwijst naar de Gemeentewet. Hier staat het artikel waarop de

gemeente de belasting heeft gebaseerd.

2.2 Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Het begrip “aansluiting” kent verschillende verschijningsvormen.

Bij aansluiting onder vrij verval op een gemengd rioolstelsel in de openbare weg is dit het leggen van één buisleiding vanaf de grens van het eigendom naar het gemeentelijk riool.

Bij aansluiting onder vrij verval op een (verbeterd) gescheiden stelsel in de openbare weg is dit het gelijktijdig leggen van twee buisleidingen, één voor vuil water en één voor schoon hemelwater, vanaf de grens van het eigendom naar het gemeentelijk riool.

Bij aansluiting op drukriolering is dit het aanleggen van een nieuw minigemaal met een persleiding naar een bestaande gemeentelijke persleiding.

Omdat gemeentelijk oppervlaktewater ook de tot riolering behoort, is deze verordening ook van toepassing op afvoerleidingen via gemeentegrond naar dit oppervlaktewater.

2.2 Artikel 2 Uitsluitingen

Er zijn situaties waarin het maken van een aansluiting meer werkzaamheden en kosten vergen dan hetgeen gedekt wordt door deze verordening en bijbehorende tarieven. Deze aansluitingen vallen niet onder deze verordening. In deze situaties is een maatwerkoplossing nodig. De kosten van een maatwerkoplossing worden middels een aparte overeenkomst verrekend.

  • a.

    Als binnen 40 meter van de eigendomsgrens geen gemeentelijke riolering aanwezig is, bestaat er voor de eigenaar geen verplichting tot aansluiting vanuit de landelijke regelgeving voor lozingen. De gemeente onderzoekt in overleg met de aanvrager of aansluiting doelmatig is, of dat er andere mogelijkheden voor lozing zijn.

  • b.

    Er zijn omstandigheden denkbaar waarbij het maken van een aansluiting op zeer grote technische problemen stuit en/of de kosten onredelijk hoog zijn. De gemeente zoekt dan in overleg met de aanvrager een oplossing.

  • c.

    Het functioneren van de gemeentelijke riolering mag door het maken van de aansluiting niet onaanvaardbaar verslechteren. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de capaciteit onvoldoende is voor een grote nieuwe lozing. De gemeente zoekt dan in overleg met de aanvrager een oplossing.

2.3 Artikel 3 Belastbaar feit

Het belastbare feit is het daadwerkelijk maken van een aansluiting op de gemeentelijke riolering.

Wanneer met toestemming van de beheerder van de gemeentelijke riolering een reeds aanwezige aansluitleiding opnieuw wordt gebruikt, en er door de gemeente geen dienst wordt verricht, is er geen belastbaar feit.

2.4 Artikel 4 Belastingplicht

Degene die de belasting moet betalen, is degene die de gemeente vraagt de aansluiting op de riolering te maken. Dus de aanvrager van de dienst. Vaak is dat de eigenaar van het eigendom, maar het kan ook iemand anders zijn. Daarom staat in de omschrijving dat degene voor wie de gemeente de dienst verleent, belastingplichtig kan zijn. Als de aannemer de aanvraag bijvoorbeeld voor de particulier indient, kan de particulier toch de belastingplichtige blijven. In zo’n geval kan de gemeente kiezen tussen twee belastingplichtigen. Is daarover geen uitsluitsel, dan stuurt de gemeente de aanslag naar degene die het meeste belang heeft bij de dienst.

2.5 Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief

Op grond van artikel 219 Gw, tweede lid, heft de gemeente belastingen naar heffingsmaatstaven die zij in de belastingverordening bepaalt. Het bedrag mag niet afhankelijk zijn van inkomen, winst of vermogen.

Het eenmalig rioolaansluitrecht is geen zuivere belastingheffing, maar bedoeld om alle kosten van de gemeentelijke dienstverlening voor aansluitingen op riolering te dekken. Het tarief bevat niet alleen de aanlegkosten, maar ook de beheer- en onderhoudskosten, alsmede de kosten voor het eventueel verwijderen van de aansluiting.

De gemeente heeft gekozen voor één tarief voor alle aansluitingen. Er worden geen verschillende tarieven voor verschillende situaties berekend. De reden hiervoor is dat de aanvrager over het algemeen geen invloed heeft op bijvoorbeeld de afstand tot gemeentelijke riolering, het type wegverharding ter plaatse van de aansluiting, of het type riolering waarop wordt aangesloten.

Het tarief is bepaald op basis van een gewogen gemiddelde van begrote kosten van verschillende soorten aansluitingen, zoals zij naar verwachting aangevraagd zullen worden. Als uit nacalculatie blijkt dat totale kosten van aansluitingen teveel afwijken van totale inkomsten uit eenmalig aansluitrecht, wordt het tarief voor het volgende jaar aangepast.

2.6 Artikel 6 Wijze van heffing

Dit artikel bepaalt dat de gemeente een aanslag verstuurt. De gemeente neemt dus het initiatief voor de belastingheffing door een aanslagbiljet te sturen.

2.7 Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

Dit artikel bepaalt dat de gemeente direct na het verzoek om aansluiting op de riolering met het kostenverhaal begint, tenzij de gemeente de aansluiting niet maakt. In de praktijk betekent dit dat de gemeente de eenmalige aanslag oplegt direct na aanleg van de aansluiting.

2.8 Artikel 8 Termijnen van betaling

Omdat het om relatief grote bedragen kan gaan, is gekozen voor een betaling in termijnen. Lid 2 is opgenomen om enkele uitzonderingen over onder meer feestdagen in de algemene termijnenwet niet van toepassing te verklaren. Dit is voor gemeentelijke belastingen gebruikelijk.

2.9 Artikel 9 Kwijtschelding

Kwijtschelding is niet mogelijk. Het gaat om het verhaal van kosten voor dienstverlening op verzoek. Bovendien leidt deze dienstverlening meestal tot waardevermeerdering van het eigendom van de aanvrager.

2.10 Artikel 10 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Dit artikel bepaalt dat het College van Burgemeester en Wethouders uitvoeringstechnische zaken voor de heffing en invordering kan regelen. Het betreft hier zaken als het openen van de mogelijkheid om een voorlopige aanslag op te leggen of de wijze waarop de gemeente de invorderingsrente berekent.

2.11 Artikel 11 Intrekking verordeningen

Deze verordening treedt in de plaats van de verordeningen van de gemeente Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude. Genoemde verordeningen dienen dan ook ingetrokken te worden.

2.12 Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

Naast een tijdstip van inwerkingtreding bepaalt de verordening vanaf wanneer de gemeente de heffing toepast (de ingangsdatum van de heffing). Deze tijdstippen vallen samen en liggen na de datum van de bekendmaking. De ingangsdatum van de heffing ligt ná de datum waarop de raad de verordening heeft vastgesteld.

De citeertitel vergemakkelijkt de verwijzing naar de verordening.