Regeling vervallen per 21-03-2020

Gedragscode voor ambtenaren en overige (tijdelijke) medewerkers van de gemeente Dronten

Geldend van 17-02-2011 t/m 20-03-2020

Intitulé

Gedragscode voor ambtenaren en overige (tijdelijke) medewerkers van de gemeente Dronten

Het college van de gemeente Dronten,

gelet op ;

  • ·

    het bepaalde in het Burgerlijk Wetboek, artikel 611 en artikel 125 quater van de Ambtenarenwet en artikel 15:1:1. van de CAR/UWO;

  • ·

    het instemmende besluit van de Ondernemingsraad d.d.

gezien het advies van ;

overwegende dat het college het in het belang acht om in het kader van een integer bestuur een gedragscode voor ambtenaren en overige (tijdelijke) medewerkers vast te stellen;

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende kernbegrippen van ambtelijke integriteit en de gedragscode voor ambtenaren en overige (tijdelijke) medewerkers van de gemeente Dronten:

DEEL I. KERNBEGRIPPEN VAN AMBTELIJKE INTEGRITEIT

Alle bij de gemeente Dronten in dienst zijnde ambtenaren en overige (tijdelijke) medewerkers stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Ambtelijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie en/of werkzaamheden samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan het college van burgemeester en wethouders.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst ambtelijke integriteit in een breder perspectief. Overigens voor “ambtenaren” dient ook gelezen te worden overige (tijdelijke) medewerkers, die op enigerlei wijze werkzaam zijn voor of namens de gemeente Dronten.

Dienstbaarheid

Ambtenaren van de gemeente werken in het belang van de gemeente en van de organisaties en burgers die daar onderdeel van uitmaken.

Functionaliteit

De activiteiten van een ambtenaar hebben een herkenbaar verband met de functie die hij vervult bij of namens de gemeente.

Onafhankelijkheid

Ambtenaren zijn onpartijdig, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Ambtenaren handelen in alle openheid, zodat optimale verantwoording mogelijk is en de werkgever als overheidsorgaan volledig inzicht kan hebben in handelen van de ambtenaar en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een ambtenaar moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

\Zorgvuldigheid

Het handelen van een ambtenaar is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Fatsoenlijke omgangsvormen

Een ambtenaar gedraagt zich binnen de organisatie op een respectvolle, eerlijke- en integere manier. Vanuit respect wordt met elkaar omgegaan, zowel met collega’s, leiding, bestuur als met derden, w.o. burgers.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden. Dit geldt niet alleen voor de ambtenaren van Dronten, maar ook voor mensen die niet in dienst zijn van onze gemeente, maar wel voor ons “werkzaamheden” verrichten (bijv. uitzendkrachten, gedetacheerde krachten of andere freelancers, vrijwilligers en babsen (buitengewoon ambtenaren burgerlijke stand)

DEEL II . GEDRAGSCODE AMBTELIJKE INTEGRITEIT

Artikel 1 algemene bepalingen

  • 1. Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Onder een ieder: ambtenaar in dienst van de gemeente Dronten dan wel de (overige) medewerker die opdrachten/werkzaamheden uitvoert namens de gemeente Dronten.

  • 3. Onder ambtenaar wordt verstaan: iedere medewerker die een aanstelling, vast- of tijdelijk, voor het uitvoeren van een functie in gemeentedienst heeft ontvangen van het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. Overal waar in de regeling over ‘hij’ wordt gesproken dient ook ‘zij’ gelezen te worden;

  • 5. Onder (overige) medewerkerwordt verstaan: een ieder die in opdracht van of namens de gemeente Dronten werkzaamheden uitvoert waarbij echter geen sprake is van een dienstverband. Onder deze categorie vallen: uitzendkrachten, gedetacheerde krachten of andere freelancers, vrijwilligers en babsen. In bepaalde gevallen wordt expliciet gesproken over “ambtenaar”. In dit geval gelden deze bepalingen alleen voor de “eigen” medewerker.

  • 6. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 7. Ieder ontvangt bij indiensttreding, eerste opdracht enz., dan wel op zijn/haar verzoek een exemplaar van deze code.

Artikel 2 Goed ambtenaarschap

Van iedere ambtenaar dan wel (overige) medewerker verwachten wij dat hij:

  • 1.

    beseft dat hij onderdeel is van de overheid. Hij dient het algemeen belang en probeert met zijn handelen het vertrouwen in de overheid te versterken;

  • 2.

    zich houdt aan de wettelijke voorschriften en aan algemeen aanvaarde gedragsregels. Hij treedt correct op tegen burgers en bedrijven. Hij discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen.

  • 3.

    zijn werk op een professionele manier uitvoert. Hij geeft de ambtelijke leiding en het bestuur juiste, relevante en volledige informatie. Situaties waarin hij niet volgens zijn professionele normen kan werken stelt hij intern aan de orde.

  • 4.

    respectvol met zijn collega’s omgaat. Hij houdt er rekening mee dat normen en waarden onderling kunnen verschillen. Hij is aanspreekbaar op zijn gedrag.

  • 5.

    verantwoord omgaat met de aan zijn ter beschikking gestelde middelen van de gemeente (gelden, diensten, goederen, kennis). Hij vermijdt het maken van onnodige kosten.

  • 6.

    verantwoordelijkheid draagt voor zijn/haar eigen handelen. Hij kan de keuzes die hij binnen zijn werk maakt verantwoorden.

  • 7.

    de verantwoordelijkheid van zijn leidinggevende ondersteunt door hem waar nodig goed te informeren.

Artikel 3 Vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie

Van iedere ambtenaar dan wel (overige) medewerker verwachten wij dat:

  • 1.

    hij binnen en buiten zijn werk zorgvuldig omgaat met persoonlijke gegevens van burgers, gegevens van bedrijven en instellingen, politiek gevoelige informatie en andere informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van de gemeente of derden kan schaden.

  • 2.

    hij functioneel omgaat met gevoelige informatie. Hij respecteert de privacy van cliënten, zakelijke relaties en collega’s.

  • 3.

    hij de financiële informatie en voorkennis van beleid enz. gebruikt voor de uitoefening van zijn functie en niet voor andere doeleinden.

  • 4.

    hij geen vertrouwelijke informatie vanuit de gemeente naar buiten “lekt”. Hij laat niet uit slordigheid buitenstaanders meeluisteren naar een gesprek over het werk of meekijken naar interne stukken.

  • 5.

    hij geen informatie verstrekt aan media zonder overleg met de afdeling O&A/ communicatie.

  • 6.

    hij ervoor zorgt dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig zijn opgeborgen als hij zijn werkplek verlaat en dat zijn computer is afgesloten.

  • 7.

    informatie waarover het bestuur een geheimhoudingsplicht heeft opgelegd geheim wordt gehouden.

Artikel 4 Nevenfuncties en andere privé-activiteiten

  • 1.

    De ambtenaar is verplicht aan het college, op een door dit orgaan te bepalen wijze, opgave te doen van de nevenwerkzaamheden die hij verricht of voornemens is te gaan verrichten, die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met zijn/haar functievervulling, kunnen raken.

  • 2.

    Er wordt een registratie gevoerd op basis van de ingevolge het eerste lid gedane opgaven.

  • 3.

    Het is de ambtenaar verboden nevenwerkzaamheden te verrichten waardoor de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voorzover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Omtrent dit verbod kunnen nadere regels worden gesteld.

Van iedere ambtenaar dan wel (overige) medewerker verwachten wij dat:

  • 1.

    hij zich ervan bewust is dat activiteiten die hij naast zijn werk verricht het functioneren van de gemeente op een of andere manier kunnen raken. Voorbeelden van nevenactiviteiten zijn bestuursfuncties, commissariaten, vrijwilligerswerk, een eigen bedrijfje en vennoot- of aandeelhouderschap.

  • 2.

    hij een (voorgenomen) nevenactiviteit meldt bij zijn werkgever als de activiteit directe raakvlakken heeft met zijn functie-uitoefening. Een raakvlak is in elk geval aanwezig als hij activiteiten verricht voor een organisatie, instantie of bedrijf dat op een of andere manier banden heeft met de gemeente. Bijvoorbeeld: in zijn functie adviseert hij over subsidie op het terrein van welzijn en in zijn vrije tijd vervult hij een bestuursfunctie binnen een welzijnstichting in dezelfde gemeente.

  • 3.

    hij activiteiten meldt die (kunnen) leiden tot een botsing of onverenigbaarheid met gemeentelijke belangen waar hij in zijn functie mee te maken heeft. Bijvoorbeeld: privé voert hij actie tegen de sloop van een gebouw en in zijn functie is hij betrokken bij besluiten over de bestemming van dit gebouw.

  • 4.

    hij een nevenactiviteit meldt ook als deze het risico op schade met zich mee kan brengen voor de organisatie. Zo kan zijn productiviteit eronder lijden als hij in zijn vrije tijd als barkeeper regelmatig tot laat aan het werk is. Een ander voorbeeld zijn ethisch of politiek omstreden privé-activiteiten van ambtenaren. Die zouden schade kunnen toebrengen aan het imago of de geloofwaardigheid van de gemeente.

  • 5.

    hij zich realiseert dat ook het oordeel van de buitenwereld van belang is. Hij kan zijn ‘petten’ misschien zonder probleem scheiden, maar als zijn nevenactiviteit de schijn van belangenverstrengeling wekt, is dit ook schadelijk voor het vertrouwen in de overheid.

Artikel 5 Geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

  • 1. Geschenken met een waarde van maximaal € 50,-- mogen geaccepteerd worden. Hiervan wordt melding gemaakt aan de direct leidinggevende.

  • 2. Geschenken met een waarde van meer dan € 50,-- worden direct gemeld aan de direct leidinggevende die besluit of het geschenk wel of niet geaccepteerd kan worden. Van deze mogelijkheid wordt melding gemaakt bij ontvangst.

  • 3. Geld of andersoortige waardepapieren worden nooit aangenomen.

  • 4. Het aannemen van diners en het laten (mee) betalen (aan) van een excursie en dergelijke wordt als gift in aanmerking genomen. Het aannemen van een dergelijke gift is alleen toegestaan indien dit in het belang van de gemeente is. De deelname aan excursies, werkbezoeken en diners dienen aan de leidinggevende te worden gemeld.

Artikel 6 Uitnodigingen voor reizen, congressen, evenementen en diners

Van iedere ambtenaar dan wel (overige) medewerker verwachten wij dat:

  • 1.

    hij melding doet van elke uitnodiging enz. die mogelijk relevant is voor de gemeente. Hij bespreekt alle uitnodigingen met zijn leidinggevende.

  • 2.

    het aannemen van diners en het laten (mee) betalen (aan) van congressen, evenementen, excursies e.d. wordt als een “gift” beschouwd. Het aannemen van een dergelijke gift is alleen toegestaan indien dit in het belang van de gemeente is. Tevens dient hiervoor uitdrukkelijk –vooraf- toestemming gegeven zijn door de leidinggevende.

  • 3.

    hij niet reist op kosten van derden, tenzij een besluit van de leidinggevende hem hiervoor toestemming heeft gegeven. Als deelname aan een reis functioneel is, dan is er sprake van een dienstreis en gelden de algemene regels: er is toestemming nodig van de leidinggevende en de kosten zijn voor de gemeente.

  • 4.

    hij te allen tijde zijn verantwoordelijkheid neemt bij informele contacten met derden, zoals recepties en etentjes waar alcohol wordt geschonken. Zorg dat u ‘nee’ kunt blijven zeggen als het ‘nee’ moet zijn.

  • 5.

    hij verantwoordelijk is voor het feit dat zijn leidinggevende op de hoogte is van het reilen en zeilen binnen zijn functie-uitoefening. Blijkt achteraf een uitnodiging meer te hebben omvat dan ingeschat, laat dit dan aan uw leidinggevende weten.

Artikel 7 Omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen

Van iedere ambtenaar dan wel (overige) medewerker verwachten wij dat:

  • 1.

    Het privé-gebruik van e-mailsysteem, internet, (mobiele) telefoon, kopieerapparaat, fax en dergelijke beperkt blijft. Bij bovenmatig privé-gebruik worden de gemaakte kosten in rekening gebracht. Hij zorgt ervoor dat het privé-gebruik zijn dagelijkse werkzaamheden niet hindert. Zie hiervoor ook het E-mail Protocol en digitaal berichtenverkeer gemeente Dronten 2010.

  • 2.

    Zijn privé-gebruik van gemeentelijke apparatuur openlijk is, zodat hij erop kan worden aangesproken. Uw leidinggevende of collega kan een andere opvatting hebben van ‘beperkt gebruik’ dan u.

  • 3.

    Hij geen gemeentelijke eigendommen mee naar huis neemt.. Het lenen van eigendommen voor privé-gebruik is alleen mogelijk binnen de vastgestelde regeling, zoals vermeld in de bijlage bij dit protocol.

  • 4.

    Hij geen privé-bestellingen via de gemeente doet.

  • 5.

    Hij geen ongefrankeerde privé-post via de postkamer verzendt.

  • 6.

    Alleen kosten worden gedeclareerd die hij in het belang van de dienst heeft gemaakt.

  • 7.

    Hij eerlijk gebruik maakt van regelingen voor het personeel, zoals kinderopvang of een fietsplan. Verantwoord gebruik van gemeentemiddelen betekent ook het naleven van de werktijden en de regels bij ziekteverzuim.

Artikel 8 Belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

Van iedere ambtenaar dan wel (overige) medewerker verwachten wij dat:

  • 1.

    Hij alert is op situaties in zijn werk waarin hij/zij met privé-relaties te maken krijgt. Hij licht zijn leidinggevende in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven waarin familie of vrienden werkzaam zijn. Hij voorkomt de schijn van vriendjespolitiek en behandelt dergelijke aanvragen niet zelf.

  • 2.

    Hij terughoudend is met het geven van adviezen aan bekenden in de privé-sfeer. Hij is bedacht op botsen van belangen.

  • 3.

    Hij bij het inhuren van ex-collega’s goed let op het volgen van de juiste procedure van inhuur en aanbesteding. Hij kan motiveren waarom de inhuur van een ex-ambtenaar als zelfstandige nodig en verantwoord is. Hij realiseert zich hoe dat kan overkomen op de buitenwereld die geen achtergrondinformatie heeft. Hij bespreekt de risico’s met zijn leidinggevende.

Artikel 9 Reageren op niet-integere zaken

Van iedere ambtenaar dan wel (overige) medewerker verwachten wij dat:

  • 1.

    Hij twijfels over de integriteit van collega’s zo veel mogelijk met henzelf bespreekt. Is dit niet mogelijk of leidt dit niet tot resultaat, dan bespreekt hij dit met de leidinggevende. Mocht dat niet mogelijk zijn dan kan hij de directie, de vertrouwenspersoon of de gemeentesecretaris inlichten.

  • 2.

    Hij zelf ook aanspreekbaar is op zijn handelen en zijn uitlatingen. Collega’s en burgers kunnen uw werkwijze en uw woorden anders ervaren dan u bedoelt. Hij meldt een vermoeden van fraude of corruptie bij de leidinggevende, de vertrouwenspersoon, of de gemeentesecretaris.

  • 3.

    Hij op de hoogte is van het bestaan van de Klokkenluiderregeling.

Bij vermoedens van fraude, maar ook bij andere twijfelachtige zaken, kan hij gebruikmaken van de Klokkenluiderregeling. De gemeente is verplicht om een reactie te geven op uw melding. Wilt u dat niet bekend wordt dat u de misstand aankaart, dan kunt u via de vertrouwenspersoon een melding doen. Alleen de vertrouwenspersoon is dan op de hoogte van uw identiteit.

Artikel 10 Ontoelaatbaar / ongewenst gedrag

Ontoelaatbare omgangsvormen hebben betrekking op:

  • ·

    seksuele intimidatie;

  • ·

    discriminatie;

  • ·

    pesten;

  • ·

    machtsmisbruik;

  • ·

    agressie en geweld;

  • ·

    vormen van werkklimaatbedervend gedrag.

Omgangsvormen kunnen intern (uw collega’s, leidinggevende) maar ook “buitenstaanders” betreffen zoals klanten, burgers. In alle gevallen geldt dat u ontoelaatbaar/ongewenst gedrag niet hoeft te accepteren.

Van iedere ambtenaar dan wel (overige) medewerker verwachten wij dat:

(seksuele intimidatie)

  • 1.

    1.Hij geen handelingen/uitlatingen/gedragingen in de werksfeer ten toon spreidt, die kunnen worden aangemerkt als ontoelaatbaar/ongewenst gedrag. Vormen van ongewenste intimiteiten op de werkplek (seksuele intimidatie), ook in “lichtere” vorm (zoals het voortdurend maken van op- en aanmerkingen over het uiterlijk, het maken van dubbelzinnige en ongepaste opmerkingen en gebaren, ongewenst en onnodig lichamelijk contact), worden niet getolereerd. Van seksuele intimidatie is sprake als de vrouw of man dat zelf ook als “ongewenst” ervaart.

Voorbeelden van ontoelaatbaar/ongewenst gedrag zijn o.a.:

  • ·

    opdringerig/intimiderend gedrag;

  • ·

    handtastelijkheden, ongewenste aanraking;

  • ·

    grof en seksistisch taalgebruik;

  • ·

    seksueel getinte/dubbelzinnige opmerkingen en grappen

  • ·

    (te) schaars gekleed gaan;

  • ·

    uitnodigen tot seksueel contact;

  • ·

    seksueel getinte gedragsuitingen verzenden per email.

(discriminatie)

  • 2.

    Hij niet discrimineert. Hij maakt geen onderscheid naar afkomst, geloof, sekse, leeftijd, cultuur, fysieke beperkingen of seksuele geaardheid. Voorbeelden van discriminerend gedrag zijn o.a.:

    • ·

      geen respect tonen voor andere culturen;

    • ·

      het maken van discriminerende opmerkingen;

    • ·

      iemand opzettelijk achterstellen of bevoordelen ten opzichte van anderen;

    • ·

      imiteren van andermans gedrag (na-apen);

(pesten)

  • 3.

    Hij niet pest. Vaak neemt pesten vormen aan van vijandig, vernederend of intimiderend gedrag, dat steeds gericht is op dezelfde persoon. Pesten kan vele vormen aannemen, waaronder:

    • ·

      sociaal isoleren;

    • ·

      het werken onaangenaam of onmogelijk maken;

    • ·

      bespotten;

    • ·

      roddelen;

    • ·

      dreigementen.

Pesten mag niet, ongeacht de oorzaak. Als iemand zijn collega’s ondanks waarschuwingen blijft “terroriseren”, maakt deze zich schuldig aan plichtsverzuim. Dit kan leiden tot een disciplinaire straf.

(machtsmisbruik)

  • 4.

    Hij niet –doelbewust- misbruik maakt van zijn positie in relatie(s) en functie(s). Dit geldt voor medewerkers onderling, voor medewerkers naar buitenstaanders en voor leidinggevenden. Voorbeelden zijn o.a.:

    • ·

      minachting tonen voor medewerkers in een “lagere” functie en/of van een andere afdeling;

    • ·

      op een negatieve/denigrerende manier omgaan met andere(n);

    • ·

      het doelbewust met twee maten “meten” (zoals het voortrekken van bepaalde collega’s);

    • ·

      medewerkers/collega’s medeplichtig maken aan ontoelaatbaar gedrag;

    • ·

      het negatief manipuleren van anderen.

(agressie en geweld)

  • 5.

    Hij te allen tijde zijn kalmte en rust bewaart. Agressiebeheersing heeft tot doel om orde, veiligheid en werkbaarheid te waarborgen. Intimideren, treiteren, bedreigen, beledigen en vechten is ontoelaatbaar. Ook “lichtere” vormen zoals grof taalgebruik (vloeken, obscene taal), onbeschoft mensen te woord staan enz. zijn voorbeelden van onprofessioneel gedrag.

(vormen van (werk)klimaatbedervend gedrag)

  • 6.

    Hij het werken bij de gemeente Dronten voor hem en haarzelf en anderen “zo plezierig” mogelijk maakt. Het gaat hierbij vooral om gedragingen die het werkklimaat negatief beïnvloeden of irritatie(s) bij collega’s kunnen oproepen. Voorbeelden zijn:

    • ·

      roddelen;

    • ·

      veelvuldig (net) te laat komen;

    • ·

      het maling hebben aan gemaakte afspraken;

    • ·

      het doelbewust negeren van regels en instructies;

    • ·

      het elkaar niet aanspreken op incorrect gedrag en/of ontoelaatbaar gedrag;

    • ·

      roken in ruimten of bij gelegenheden waar dit niet is toegestaan;

    • ·

      desinteresse tonen (ik zie het wel, ze bekijken het maar enz.);

    • ·

      het negeren van iemand (bijvoorbeeld na een groet niets terug zeggen).

  • 7.

    Hij op de hoogte is van de Regeling Klachtencommissie ongewenst gedrag van de gemeentelijke overheid.

Indien u –naar uw mening en inzichten - te maken heeft met ontoelaatbare omgangsvormen kunt u gebruikmaken van de Regeling Klachtencommissie ongewenst gedrag van de gemeentelijke overheid.

U kunt uw verhaal kwijt bij de vertrouwenspersoon van de ARBO-dienst. De vertrouwenspersoon behandelt voorkomende gevallen strikt vertrouwelijk en zal geen stappen ondernemen zonder daartoe uitdrukkelijk toestemming te hebben verkregen van u. De anonimiteit van de klaagster/klager blijft zodoende gegarandeerd zolang zij/hij dat wil.

Artikel 11 De leidinggevende draagt het integriteitbeleid uit

Van iedere leidinggevende verwachten wij dat:

  • 1.

    Hij als leidinggevende het goede voorbeeld geeft.

  • 2.

    Hij open is over zijn manier van werken. Hij is aanspreekbaar op zijn werkwijze en zijn houding naar medewerkers.

  • 3.

    Bij twijfel en vragen over de juiste handelwijze een medewerker altijd bij hem terecht kan.

  • 4.

    Hij twijfels en vragen over integriteit in werkverband enz. open bespreekt en stimuleert medewerkers hetzelfde te doen.

  • 5.

    Hij alert is op risicogevoelige situaties waarin medewerkers terecht kunnen komen en bijdraagt aan hun weerbaarheid daartegen.

  • 6.

    Hij medewerkers aanspreekt op dubieus gedrag, afspraken maakt en zonodig maatregelen treft.

Artikel 12 Verklaring omtrent het gedrag

  • 1. Voordat een nieuwe ambtenaar bij de gemeente Dronten wordt aangesteld kan een ‘verklaring omtrent gedrag’ worden gevraagd.

  • 2. Bij weigering van de verklaring omtrent het gedrag zal er vanuit worden gegaan dat gedragingen uit het (recente) verleden van de sollicitant niet verenigbaar zijn met de uit te voeren functie. De sollicitant wordt in dit geval niet aangenomen.

Artikel 13 Afleggen integriteitverklaring gemeente Dronten

Bij aanstelling van een ambtenaar wordt na indiensttreding de integriteitverklaring afgenomen door de gemeentesecretaris.

Artikel 14 De vertrouwenspersoon

  • 1. Om de integriteit binnen de gemeente Dronten te waarborgen wordt er een externe vertrouwenspersoon aangesteld.

  • 2. Van toepassing is de Regeling Klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid.

Artikel 15 Plichtsverzuim

Het niet nakomen van de gedragscode en het vertonen van ontoelaatbaar gedrag kan worden beschouwd als het niet nakomen van opgelegde verplichtingen en als een vorm van plichtsverzuim. Overeenkomstig artikel 16:1:2 van het CAR/UWO kunnen ambtenaren disciplinair worden gestraft. Passende maatregelen van de directie kunnen ook opgelegd worden aan (overige) medewerkers (w.o. uitzendkrachten, gedetacheerde krachten en andere freelancers).

Artikel 16 Hardheidsclausule

In gevallen waarin de strikte toepassing van deze regeling leidt tot een onbedoelde en ondoelmatige oplossing van het vraagstuk wordt het ter besluitvorming aan de directie voorgelegd.

Dronten, 8 februari 2011

Burgemeester en wethouders van Dronten,

R.Kool mr. A.B.L..de Jonge

secretaris burgemeester

TOELICHTING GEDRAGSCODE GEMEENTE DRONTEN

Artikel 2 toelichting goed ambtenaarschap

De term ‘goed ambtenaarschap’ verwijst naar de verplichting zich te gedragen ‘zoals een goed ambtenaar betaamt’. Deze verplichting is neergelegd in artikel 15:1:1 van de collectieve rechtspositieregeling voor gemeentepersoneel, de CAR-UWO. Het niet nakomen van verplichtingen kan worden beschouwd als plichtsverzuim en bestraft worden. In dit verband zijn ook van belang de gemeentelijke regelingen over ongewenst gedrag, seksuele intimidatie en discriminatie.

Artikel 3 toelichting vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie

Het vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie waarborgt de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de overheid. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat een ambtenaar de privacy van burgers respecteert. Ook uw privacy als ambtenaar dient door de organisatie gerespecteerd te worden. Daarom gebruikt de overheid informatie alleen voor het doel waarvoor deze verkregen is.

De Ambtenarenwet verplicht de ambtenaar om geheimhouding te bewaren over bepaalde zaken die hij in zijn functie komt te weten (artikel 125a derde lid). De rechtspositie verbiedt oneigenlijk gebruik van kennis die ambtenaren in hun functie hebben opgedaan (artikel 15:1:3 CAR-UWO). Een voorbeeld daarvan is het doorgeven van informatie over een gemeentelijk budget voor een bouwproject, zodat aanbieders daar in een offerte rekening mee kunnen houden. Bij indiensttreding kan men verplicht worden een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen.

Artikel 4 toelichting nevenfuncties en andere privé-activiteiten

Een ambtenaar dient het algemeen belang en werkt onpartijdig. Dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook de schijn van vermenging wordt vermeden. Raakvlakken tussen functionele taken en privé-activiteiten van ambtenaren kunnen leiden tot botsing of verstrengeling van belangen. Daardoor kan een onafhankelijke beoordeling in gevaar komen of kan de schijn daarvan ontstaan. Dergelijke nevenactiviteiten kunnen verboden worden (artikel 15:1:6 CAR-UWO).

Ambtenaren zijn verplicht om nevenactiviteiten die een raakvlak met hun werk (kunnen) hebben te melden. De meldingen worden door de gemeente geregistreerd. Een voorbeeld is het in de vrije tijd voeren van acties tegen een nieuwe rijksweg, terwijl men als planoloog bij de plannen tot aanleg betrokken is.

De begrippen nevenfunctie, nevenwerkzaamheid, nevenactiviteit en privé-activiteit zijn hier op één lijn gesteld. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen betaalde en onbetaalde activiteiten. Veel vormen van vrijetijdsbesteding beïnvloeden het werk bij de gemeente overigens niet. Bijvoorbeeld bestuurlijke activiteiten binnen een politieke partij of een bestuursfunctie bij een sportvereniging of in het culturele leven. Als er geen enkele relatie bestaat met de functie, hoeft de activiteit niet gemeld te worden.

Een ambtenaar heeft de vrijheid om te kiezen welke activiteiten hij buiten zijn werk wil verrichten. Daarmee heeft hij dus ook de verantwoordelijkheid om af te wegen of deze activiteit te combineren is met zijn functie bij de gemeente. Dat is niet altijd eenvoudig te beoordelen. Belangenverstrengeling kan zich op allerlei manieren voordoen. Bij de beoordeling van de risico’s van nevenwerkzaamheden kunnen enkele vragen behulpzaam zijn.

  • ·

    Is er verwevenheid met het functionele beleidsterrein?

  • ·

    Bestaat er een risico dat ambtelijke informatie wordt gebruikt?

  • ·

    Kunnen er persoonlijke confrontaties in de functie plaatsvinden?

  • ·

    Hoe is de reputatie van de organisatie, het bedrijf of de branche?

  • ·

    Hoe zal de buitenwereld tegen de combinatie van functies aankijken?

  • ·

    Wat is de tijdbelasting van de nevenwerkzaamheden?

Men moet erop bedacht zijn dat belangen elkaar in de loop van de tijd kunnen gaan raken door verandering in omstandigheden, bijvoorbeeld in de functie, in de relatie tussen gemeente en privé-activiteit of door gemeentelijke herindeling.

Sommige privé-activiteiten hoeven geen relatie te hebben met de inhoud van uw werk, maar zitten toch in de gevarenzone. Zo kan een bijbaan in de avonduren en weekeinden zo veel van een ambtenaar vergen dat zijn normale werk er door in het gedrang komt. Maar ook maatschappelijke afkeurenswaardige activiteiten van ambtenaren kunnen schade toebrengen aan ‘het aanzien van het ambt’. Nevenactiviteiten met (mogelijk) schadelijke gevolgen voor de gemeente kunnen verboden worden.

Na melding van de activiteit toetst de organisatie of er voor de gemeente risico’s kunnen kleven aan de privé-activiteiten. In sommige gevallen zullen risico’s ondervangen kunnen worden door afspraken tussen ambtenaar en leidinggevende. Zo’n afspraak kan zijn dat in de functie geen werkzaamheden verricht worden in relatie tot de organisatie of het bedrijf waar men privé bij betrokken is. Is dat niet mogelijk, dan is ook denkbaar dat men een geheel andere functie binnen de gemeente gaat uitoefenen. Een afspraak kan ook zijn dat alleen in de weekenden als muzikant opgetreden wordt. Of dat de werkzaamheden als zelfstandige alleen in andere regio’s uitgeoefend worden. Als de risico’s niet te beperken of te ondervangen zijn, dan zal de gemeente de nevenwerkzaamheden (kunnen) verbieden.

Het belang van de gemeente gaat niet altijd boven het privé-belang van een ambtenaar. De uitoefening van bepaalde grondrechten heeft voorrang op het belang van de werkgever. Een voorbeeld daarvan is het als burger bezwaar maken tegen een OZB- aanslag door een ambtenaar van de afdeling Belastingen. Zijn werkinhoud mag er niet toe leiden dat hij zijn recht op bezwaar en beroep tegen overheidsbeslissingen niet kan uitoefenen. Wel zal hij op kantoor werk en privé gescheiden moeten houden en kan hij dus niet belast worden met de behandeling van zijn eigen bezwaarschrift.

Nevenactiviteiten kunnen positieve gevolgen hebben voor de functie-uitoefening. Het schrijven van artikelen in een vakblad kan gunstig zijn voor de professionele uitstraling van de gemeente en voor de kennisverdieping van de ambtenaar. Wel moeten er afspraken worden gemaakt over de vraag of op eigen titel dan wel als gemeenteambtenaar wordt gepubliceerd, over de inhoud van de artikelen in relatie tot het politieke beleid, in wiens tijd het werk verricht wordt en of een eventuele beloning behouden mag worden.

Een ambtenaar mag niet als zelfstandige ingehuurd worden door de gemeente waarbij hij in dienst is. De CAR-UWO (artikel 15:1:8) verbiedt de ambtenaar direct of indirect werk aan te nemen of diensten/goederen te leveren ten behoeve van de gemeente. Het is dus niet toegestaan om voor een deel van de week als ambtenaar werkzaam te zijn en voor een ander deel in het kader van een eigen bedrijf werkzaamheden uit te voeren voor de gemeente.

Voor politieke nevenfuncties, zoals wethouder of raadslid, gelden aparte regels. Men kan bijvoorbeeld niet tegelijkertijd ambtenaar en bestuurder zijn in dezelfde gemeente. Ook geldt er een aparte regeling voor verlof of non-activiteit.

Vakbondsactiviteiten nemen een bijzondere plaats in. Er geldt een verlofregeling ten behoeve van vakbondsactiviteiten tijdens werktijd (artikel 6:4:2 CAR-UWO).

De Ambtenarenwet (artikel 125 lid 2) bepaalt dat in de rechtspositie geregeld moet worden dat ambtenaren in risicovolle functies verplicht worden hun financiële belangen te melden. Deze meldplicht is nog niet vastgelegd in de sectorale rechtspositieregeling CAR-UWO. Vooruitlopend hierop is het raadzaam dat medewerkers vrijwillig openheid geven over relevante financiële belangen.

Artikel 5 toelichting geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

Een ambtenaar handelt onafhankelijk en onpartijdig. Burgers en organisaties worden op gelijke wijze bejegend. Een ambtenaar geeft geen voorkeursbehandelingen en vermijdt ook de schijn daarvan.

Het Wetboek van Strafrecht (artikelen 362 en 363) stelt het aannemen van giften, beloften of diensten door een ambtenaar strafbaar als deze hem zijn gegeven met de bedoeling in zijn werk iets te doen of na te laten. De CAR-UWO verbiedt het aannemen van steekpenningen. De CAR-UWO verbiedt ook het verzoeken om en aannemen van geschenken of beloften zonder toestemming van het college (artikel 15:1:4).

Voor alle geschenken en voordelen geldt: bedenk wat de achterliggende bedoeling van de gever kan zijn. De bedoeling van de gever kan blijken uit de aard van het geschenk. Er is een verschil tussen een bedrijfskalender en een persoonlijk cadeautje. Als een geschenk wordt aangeboden met een waarde van meer dan € 50,-- wordt de schenker direct gemeld dat het geschenk niet zondermeer geaccepteerd kan worden. De direct leidinggevende neemt daarover een besluit.

Ook het tijdstip waarop een geschenk wordt aangeboden is van belang. Een jaarlijkse attentie met de kerst is een gebruikelijk gebaar in zakelijke relaties. Een cadeaubon voor de technische ondersteuning van een medewerker bij een congres kan beschouwd worden als gebaar van dank dat geen verplichtingen voor de toekomst schept. Dat ligt anders als een medewerker een blijk van waardering ontvangt terwijl het werk nog niet beëindigd is. Dan zal een geschenk bedoeld kunnen zijn om hem te ‘paaien’ of op zijn minst die indruk wekken. Daarom mag in een onderhandelingsfase of voorafgaand aan andere handelingen die beslissend zijn voor de gever, geen geschenk geaccepteerd worden.

De omstandigheid dat een geschenk in het openbaar wordt aangeboden of juist zonder dat anderen het zien, werpt ook een licht op de bedoeling van de gever. Geschenken die bij het huisadres worden aangeboden wekken de schijn van beïnvloeding en mogen niet aanvaard worden.

Door het melden van aanbiedingen en geschenken krijgt de organisatie zicht op de aard van relaties met derden en de handelwijze van het personeel. Zinvolle vragen zijn bijvoorbeeld of het geschenk een incidenteel geval is of dat de betrokken ambtenaar vaker iets ontvangt van dezelfde relatie. En of ook andere ambtenaren van dezelfde relatie regelmatig iets aangeboden krijgen en accepteren.

Inzicht in het gedrag geeft het management de mogelijkheid om bij te sturen indien dat nodig is. Zo kan een relatie die een waardevol geschenk heeft aangeboden op de hoogte worden gebracht van het gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld door de gedragscode bekend te maken.

Geschenken die een ambtenaar van derden krijgt in verband met zijn functie zijn eigendom van de gemeente. Binnen de gemeente kan ervoor gekozen worden om ontvangen geschenken met alle collega’s te delen, te verloten, in het gemeentehuis te plaatsen of een andere bestemming te geven.

Artikel 6 Toelichting uitnodigingen voor reizen, congressen, evenementen en diners

De aanwezigheid van medewerkers bij bijeenkomsten en evenementen zal doorgaans een directe functionele betekenis hebben voor de gemeente: het profileren van een gemeenteonderdeel, het delen van ervaringen, het opdoen van kennis, de mogelijkheid waardevolle contacten te leggen of te onderhouden. Ontbreekt die betekenis, dan wordt de uitnodiging afgeslagen.

Als een ambtenaar wordt uitgenodigd om bijvoorbeeld een spreekbeurt te houden op een symposium zullen er, net als bij nevenactiviteiten, afspraken moeten worden gemaakt over de vraag of dat namens de gemeente dan wel op persoonlijke titel gebeurt en of het tijdens dan wel buiten werktijd plaatsvindt. Voor een lezing op persoonlijke titel onder werktijd moet verlof gevraagd worden. Voor een lezing namens de gemeente mag de ambtenaar geen geldelijke beloning aanvaarden.

Uitnodigingen voor ontspannende activiteiten kunnen tegelijkertijd functioneel zijn. Een etentje ter afsluiting van een goed verlopen project bestendigt de relatie tussen partijen.

Tijdens het onderhandelingsproces kan een gezamenlijke lunch of diner met een relatie zinvol zijn. Dit dient de ambtenaar samen met de leidinggevende te beoordelen. Er kunnen tegelijkertijd risico’s aan vastzitten. Een overdadig diner met attracties op kosten van een derde kan een sfeer van verplichtingen scheppen. Een uitnodiging moet daarom kritisch bekeken worden. Een ambtenaar moet vermijden dat hij meer dan eens door een zakelijke relatie op een lunch getrakteerd wordt maar zelf niet op kosten van de gemeente iets aanbiedt.

Artikel 7 toelichting omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeels-

regelingen

Alle zaken binnen het gemeentehuis worden bekostigd met gemeenschapsgeld. Ze zijn dus bestemd voor gemeentelijke doeleinden. Dat geldt van internetaansluiting tot suikerzakje. In de CAR-UWO (artikel 15:1:3) is bepaald dat een ambtenaar zonder toestemming privé geen gebruik mag maken van interne diensten en eigendommen van de gemeente. In dit verband zijn van belang de gemeentelijke regelingen over e-mail- en internetgebruik, mobiele telefoons, gemeentelijke eigendommen, werktijden en het ziekteverzuimprotocol.

Artikel 8 toelichting belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

De CAR-UWO kent geen bepaling die een ex-ambtenaar verbiedt om tegen beloning werkzaamheden voor de gemeente te verrichten. De Gemeentewet (en de modelcode voor bestuurders) kent wel een dergelijk verbod voor oud-bestuurders. In gemeentelijke gunnings- en aanbestedingsregels kunnen voorschriften zijn opgenomen over de positie van voormalig personeelsleden.

Het inhuren van een ex-collega heeft voor de gemeente praktische voordelen, maar ook nadelen. Voormalige ambtenaren kunnen oneigenlijk gebruikmaken van hun kennis en contacten die ze hebben opgedaan in hun ambtelijke functie. Soms worden bij uitdiensttreding van een collega die voor zichzelf begint afspraken gemaakt over toekomstige opdrachten. Deze praktijken zijn concurrentievervalsend en kunnen de geloofwaardigheid en integriteit van de overheid aantasten.

Artikel 9 toelichting reageren op niet-integere zaken

Voor de integriteit van een organisatie is het belangrijk dat medewerkers zich vrij voelen om misstanden intern aan te kaarten. Het begrip ‘misstand’ is breed: het kan gaan om fraude, diefstal van kantoormeubilair, het bevoordelen van vrienden bij het verlenen van een vergunning, het achterhouden van relevante informatie door een wethouder, het door een manager onderhands regelen van vacaturevervulling etc.

Er mag in principe niet ‘gelekt’ worden naar de pers. Vermoedens van misstanden in de organisatie zijn interne aangelegenheden waarmee vertrouwelijk omgegaan moet worden. Er zijn echter omstandigheden denkbaar dat het naar buiten brengen van vertrouwelijke informatie door een ambtenaar terecht is, bijvoorbeeld als de organisatie niet adequaat reageert bij een acuut gevaar voor de volksgezondheid.

Het Wetboek van Strafvordering (artikel 162) verplicht een ambtenaar aangifte te doen als hij kennis heeft van een ambtsmisdrijf. Zonder deze verplichting te beperken geniet het de voorkeur dat de ambtenaar eerst contact opneemt met de leidinggevende zodat het vermoeden van een ambtsmisdrijf binnen de organisatie aan de orde kan worden gesteld. Indien nodig kunnen contacten worden gelegd met justitie en politie.

In dit verband is verder het bestaan van een gemeentelijke vertrouwenspersoon van belang, alsmede de Klokkenluiderregeling en eventuele overige richtlijnen voor het omgaan met integriteitaantastingen.

Artikel 10 toelichting ongewenst / ontoelaatbaar gedrag

Om de doelstelling en de opdracht van de gemeente Dronten, zoals neergelegd in de missie, visie en de jaarplannen te kunnen verwezenlijken zijn het gedrag en feitelijk handelen van onze ambtenaren en overige) medewerkers de belangrijkste middelen. Het is dan ook van wezenlijk belang dat er duidelijkheid bestaat over welk gedrag van personeelsleden wordt verwacht – en ook gevraagd- en welk gedrag niet wordt getolereerd. De eerste vorm is het gewenste gedrag, de tweede het ontoelaatbare gedrag. Daartussenin ligt het ongewenste gedrag; gedrag dat in aanleg ontoelaatbaar is, maar in de uitvoering nog net toelaatbaar is en gemakkelijk kan uitmonden in ontoelaatbaar gedrag.

In dit artikel worden –als voorbeeld en richtsnoer- een aantal gewenste, ongewenste en ontoelaatbare vormen van gedrag genoemd. Deze voorbeelden pretenderen echter geen uitputtende opsomming te geven. Dus ook gedrag dat niet als zodanig in deze code vermeld staat, kan alsnog als ongewenst/ontoelaatbaar worden bestempeld.

De Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) verplicht de werkgever om zijn werknemers te beschermen tegen seksuele intimidatie en discriminatie. Hiertoe zijn bij vrijwel alle overheidsorganen een of meer vertrouwenspersonen werkzaam waar medewerkers het ongewenste gedrag kunnen melden. Verder is een klachtencommissie ingesteld waar werknemers een klacht over het ongewenste gedrag kunnen indienen.

De Arbeidsomstandighedenwet heeft het over werknemers. Dit betekent dat in ieder geval medewerkers met een aanstelling een klacht kunnen indienen. Overigens kunnen ook andere personen die werkzaam zijn voor het overheidsorgaan een klacht indienen, bijvoorbeeld uitzendkrachten, stagiairs, gedetacheerde krachten en freelancers.

Artikel 11 toelichting de leidinggevende draagt het integriteitbeleid uit

Iedere medewerker is verantwoordelijk voor zijn individuele gedrag. De leidinggevende heeft daarnaast een verantwoordelijkheid voor de omgeving waarin de medewerkers hun werk doen. Een omgeving waarin grote openheid heerst, werkt remmend op ‘gesjoemel’ en ander ongewenst gedrag.

De leidinggevende bevordert de bewustwording van de medewerkers en ondersteunt hen in het omgaan met gevoelige en risicovolle situaties. De leidinggevende maakt ongewenst gedrag van een medewerker bespreekbaar, corrigeert en treft zonodig strafmaatregelen.

Artikel 12 toelichting verklaring omtrent gedrag

Ambtenaren hebben een bijzondere functie en positie. Van hen mag iets extra’s worden verwacht waar het gaat om integer zijn. Hierom zal er voorafgaand aan de aanstelling van een nieuwe medewerker een verklaring omtrent gedrag worden gevraagd.

Artikel 13 toelichting afleggen integriteitsverklaring gemeente Dronten

Met de invoering van de integriteitverklaring wordt aangegeven dat de keuze voor het werknemerschap bij de gemeente Dronten een bewuste keuze is c.q. dient te zijn. Het gaat om bewustwording: de ambtenaar van de gemeente Dronten dient zich goed bewust te zijn van zijn bijzondere functie en positie. Dit is nodig, zodat het vertrouwen van de burger in de overheid versterkt.

De zittende ambtenaren, in dienst vóór 1 juli 2007, zijn niet verplicht tot het afleggen van de ambtseed. Wel zullen er bijeenkomsten worden gehouden waarin zittende ambtenaren in de gelegenheid worden gesteld om de integriteitverklaring af te leggen. Ambtenaren in dienst op of na 1 juli 2007 zijn verplicht om de integriteitverklaring af te leggen.

Artikel 14 toelichting vertrouwenspersoon

Een slachtoffer van ongewenst en/of ontoelaatbaar gedrag heeft in veel gevallen deskundige hulp nodig. Deze deskundige hulp kan een vertrouwenspersoon bieden. Om vermenging van rollen en belangen te voorkomen is het wenselijk om een externe vertrouwenspersoon aan te stellen.