Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Helmond houdende verdeling speelautomatenhalvergunningen Beleidsregel verdeling schaarse speelautomatenhalvergunningen Helmond 2018

Geldend van 31-05-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Helmond houdende verdeling speelautomatenhalvergunningen Beleidsregel verdeling schaarse speelautomatenhalvergunningen Helmond 2018

De burgemeester van Helmond en het college van burgemeester en wethouders van Helmond,

Ieder voor zover bevoegd.

Collegevoorstel 33755195

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 4, titel 4.3, van de Algemene wet bestuursrecht

gelet op het bepaalde in artikel 2.3.3.6 e.v. van de Algemene Plaatselijke Verordening respectievelijk artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

b e s l u i t e n

vast te stellen de

Beleidsregel verdeling schaarse speelautomatenhalvergunningen Helmond 2018

Inleiding

Op grond van artikel 2.3.3.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond (hierna: APV) van Helmond zijn maximaal drie speelautomatenhallen toegestaan. Meer precies biedt de APV de mogelijkheid tot het vestigen van (maximaal) één solitaire speelautomatenhal en (maximaal) twee speelautomatenhallen die onderdeel zijn van een breder leisurecomplex. 1

Om een speelautomatenhal te kunnen exploiteren dient de exploitant in elk geval te beschikken over een exploitatievergunning (op grond van artikel 2.3.3.6, eerste lid, van de APV) en een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik (op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c van de Wabo) ten behoeve van het afwijken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan.

Vanwege het in de APV opgenomen maximumstelsel voor speelautomatenhallen, de reële verwachting dat het aantal (potentiële) aanvragers van c.q. belangstellende exploitanten voor een speelautomatenhalvergunning groter zal zijn dan het aantal voor verlening beschikbare vergunningen én de sterke verbondenheid tussen het vergunningstelsel van de APV en de Wabo gelden zowel de vereiste exploitatievergunningen als de vereiste omgevingsvergunning als een zogenoemde ‘schaarse vergunning’. 2

Op grond van recente rechtspraak van de hoogste bestuursrechter gelden voor de verdeling (en verlening) van schaarse vergunningen specifieke verdelingsnormen. Zo dient het verdelende bestuursorgaan met het oog op het creëren van een gelijk speelveld voldoende mededingingsruimte te creëren door alle potentiële gegadigden expliciet in de gelegenheid te stellen om hun belangstelling voor de beschikbare schaarse vergunningen kenbaar te maken door middel van het indienen van formele aanvragen. Ook is het verdelende bestuursorgaan verplicht om een passende mate van openbaarheid te verzekeren als het gaat om de wijze waarop de beschikbare schaarse vergunningen worden verdeeld en verleend. De beschikbare schaarse vergunningen gelden tenslotte niet voor onbepaalde tijd, maar hebben een beperkte looptijd c.q. werkingsduur.

Concreet betekent dit dat de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan de verdeling en verlening van de beschikbare schaarse exploitatie- en omgevingsvergunningen voor de vestiging en exploitatie van een speelautomatenhal in Helmond duidelijkheid moeten bieden over zowel de procedurele behandeling van in te dienen vergunningaanvragen (de beschikbaarheid van schaarse vergunningen, het aanvraagtijdvak) 3 als over de inhoudelijke beoordelings- en afwegingscriteria op basis waarvan aanvragen worden verleend dan wel geweigerd. 4

Deze beleidsregel werkt de toe te passen verdelingsmethode van de ‘vergelijkende toets’ nader uit en bevat de procedurele spelregels en inhoudelijke criteria aan de hand waarvan de burgemeester (voor wat betreft de vereiste exploitatievergunning) en het college van burgemeester en wethouders (voor wat betreft de vereiste omgevingsvergunning) de beschikbare schaarse speelautomatenhalvergunningen zullen verdelen. Anders dan bij andere type verdelingsprocedures staat bij de ‘vergelijkende toets’ de kwaliteit van de ingediende aanvragen centraal. 5

1. Kennisgeving beschikbare schaarse speelautomatenhalvergunningen

1.1 Openbare kennisgeving

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders maken voorafgaand aan de aanvraagfase openbaar bekend dat én hoeveel schaarse speelautomatenhalvergunningen beschikbaar komen. De openbare kennisgeving c.q. oproep tot mededinging vindt in digitale vorm in elk geval plaats op de gemeentelijke website www.helmond.nl en het Gemeenteblad en in papieren vorm in de Traverse.

1.2 Inhoud openbare kennisgeving

De bekendmaking zoals bedoeld onder 1.1 vermeldt in elk geval:

  • -

    de periode gedurende welke vergunningaanvragen kunnen worden ingediend (aanvraagtijdvak);

  • -

    de wijze waarop de vergunningen behoren te worden aangevraagd;

  • -

    de geldende vergunningenplafonds voor speelautomatenhallen die onderdeel uitmaken van een breder leisure-complex en voor een zelfstandige (solitaire) speelautomatenhal;

  • -

    de methode aan de hand waarvan de beschikbare schaarse vergunning(en) zal of zullen worden verdeeld (verdelingsprocedure in de vorm van een vergelijkende toets); én

  • -

    de (verwijzing naar de) maatstaven die daarbij worden aangelegd (beoordelings- en afwegingscriteria).

Het wettelijke kader van de Wet op de Kansspelen (Wok), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Algemene plaatselijke verordening (APV) en deze beleidsregel zijn daarbij onverminderd van toepassing.

1.3 Nota van Inlichtingen

Direct na de openbare kennisgeving hebben ondernemers twee weken de gelegenheid om vragen te stellen ter verduidelijking van (specifieke onderdelen van) de verdelingsprocedure en de daarbij toe te passen criteria. De ingekomen vragen worden van een reactie voorzien en bij wijze van ‘Nota van Inlichtingen’ voor ommekomst van de indieningstermijn via www.helmond.nl voor een ieder digitaal raadpleegbaar gesteld.

2. Aanvraagfase

2.1 Indienen formele vergunningaanvragen

Formele aanvragen om exploitatie- respectievelijk omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik dienen tijdig, volledig en op de juiste manier, overeenkomstig de toepasselijke bij of krachtens de Awb, Wabo en APV gestelde regels, te worden ingediend.

2.2 Indieningsvereisten

2.2.1 Verplichte onderdelen aanvraag exploitatievergunning

Onverminderd en aanvullend op het bepaalde in artikel 2.3.3.7 van de APV zijn verplichte onderdelen van de in te dienen aanvraag om exploitatievergunning in elk geval:

  • a.

    Een ondernemingsplan waarin in ieder geval is opgenomen:

    • (1)

      Een ‘Plan van aanpak openbare orde’, waarin de aanvrager aangeeft wat het totaal aantal spelers bij een volledige bezetting van de speelautomaten is 6 , hoe de exploitatie van de hal plaatsvindt en op welke wijze de bedrijfsvoering inhoud en vorm wordt gegeven om openbare orde problemen te voorkomen;

    • (2)

      Een ‘Plan van aanpak gokverslaving’, waarin de aanvrager aangeeft op welke wijze hij concreet zorgt voor de preventie en bestrijding van gokverslaving;

    • (3)

      Een gemotiveerde toelichting op het bedrijfsconcept, meer specifiek of het om een solitair te vestigen speelautomatenhal gaat dan wel om een speelautomatenhal als onderdeel van een leisurecomplex;

    • (4)

      Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarin is opgenomen de oppervlakte daarvan en een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats en in welk aantal kansspel- of behendigheidsautomaten in de speelautomatenhal worden opgesteld;

    • (5)

      Een motivering waaruit de meerwaarde c.q. toegevoegde waarde van het voorgestane leisurecomplex, waarvan de speelautomatenhal onderdeel uitmaakt, voor de gemeente Helmond blijkt.

  • b.

    Een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 6 maanden gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag;

  • c.

    Een schriftelijk bewijsstuk, waaruit blijkt dat de aanvrager in elk geval na vergunningverlening gerechtigd is over het perceel of de ruimte te beschikken;

  • d.

    Een verklaring omtrent het gedrag, niet ouder dan 3 maanden, van

    • (1)

      de ondernemer 7 en

    • (2)

      de beheerder(s) van de speelautomatenhal;

  • e.

    Een bewijs van lidmaatschap van de ondernemer bij VAN Kansspelen Brancheorganisatie, een schriftelijk bewijsstuk waarmee de ondernemer aannemelijk maakt in het eerste jaar van de exploitatie van de speelautomatenhal het lidmaatschap van de VAN Kansspelen Brancheorganisatie te zullen verkrijgen of een schriftelijke en gemotiveerde verklaring die aantoont dat de beoogde bedrijfsvoering in kwalitatieve zin gelijkwaardig is aan de eisen die verbonden zijn aan het VAN-lidmaatschap. In deze gelijkwaardigheidsverklaring wordt in ieder geval gemotiveerd uiteen gezet of de bedrijfsvoering voldoet aan de eisen die de VAN ondernemerscode hieraan stelt (vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 26 maart 2014);

  • f.

    Een afschrift van het Certificaat Amusementscentra van de DEKRA, een schriftelijk bewijsstuk waarmee de ondernemer aannemelijk maakt in het eerste jaar van de exploitatie van de speelautomatenhal een Certificaat Amusementscentra van de DEKRA te zullen verkrijgen of een schriftelijk gemotiveerde verklaring waaruit blijkt dat de beoogde bedrijfsvoering in kwalitatieve zin gelijkwaardig is aan de eisen die de DEKRA hieraan stelt;

  • g.

    Het bewijsstuk als bedoeld in artikel 6 van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen;

  • h.

    Een afschrift van alle eventueel eerder verleende vergunningen voor een speelautomatenhal, (exclusief bijlagen) die op naam zijn gesteld van de ondernemer in de afgelopen 10 jaar;

  • i.

    Een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

2.2.2 Verplichte onderdelen aanvraag omgevingsvergunning

  • a.

    Verplichte onderdelen van de in te dienen omgevingsvergunning zijn, naast een volledig en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier dat voorzien is van alle gevraagde bescheiden, in elk geval ook een ruimtelijke onderbouwing waaruit de planologische aanvaardbaarheid van de te vestigen speelautomatenhal blijkt;

  • b.

    Een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob), tenzij de aanvraag om omgevingsvergunning enkel ziet op het opheffen van het planologisch strijdige gebruik (‘c-vergunning’).

2.2.3 Ontvankelijkheid

  • a.

    Niet tijdig ingediende aanvragen worden niet inhoudelijk beoordeeld en worden als niet-ontvankelijke aanvragen buiten behandeling gesteld.

  • b.

    Voor tijdig ingediende, maar onvolledige aanvragen zal het bevoegde bestuursorgaan met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht aan de aanvrager gelegenheid geven om de aanvraag binnen een nader bepaalde termijn op toereikende wijze aan te vullen. Een onvolledige aanvraag die niet tijdig is aangevuld wordt buiten behandeling gesteld.

3. Beoordelingsfase

3.1 Beoordelingscriteria

Criteria bij de beoordeling van aanvragen om exploitatievergunning

3.1.1 Plan van aanpak openbare orde ( exploitatievergunning) ( maximaal 10 punten)

De aanvrager voegt bij de aanvraag om exploitatievergunning een ‘Plan van aanpak openbare orde’ bij. Hieruit blijkt hoe de ondernemer zorg draagt voor leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de gelegenheid. De burgemeester kijkt in dit verband naar:

  • a.

    welke gedragsregels gelden voor komende en gaande bezoekers;

  • b.

    hoe de naleving van deze gedragsregels wordt bewaakt;

  • c.

    hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende onbevoegde personen rond de gelegenheid;

  • d.

    hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

  • e.

    welke openingstijden gelden en waarom die openingstijden zijn gekozen;

  • f.

    in hoeverre ondernemer of beheerder eerder betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld als beheerder of ondernemer van een ander horecabedrijf) bij openbare ordeverstoringen;

  • g.

    in hoeverre aan ondernemer of beheerder eerder bestuursrechtelijke maatregelen (zoals tijdelijke sluiting, last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) in het kader van de openbare orde zijn opgelegd;

  • h.

    de aanwezigheid en kwaliteit van een analyse waarin wordt ingegaan op de mogelijk nadelige gevolgen ten aanzien van de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde als gevolg van de vestiging van een speelautomatenhal op de beoogde locatie. Daarbij moet rekening worden gehouden met de aard van het bedrijf en de spanning die dit mogelijk oplevert met het woon- en leefklimaat ter plaatse. De analyse beschrijft op welke wijze de ondernemer de voornoemde nadelige gevolgen mitigeert. De gekozen locatie wordt dus beoordeeld vanuit openbare orde perspectief.

Op basis van de hierboven genoemde punten maakt de burgemeester een inschatting van de te verwachten overlast in de directe omgeving van de gekozen locatie. Hoe minder overlast er, mede gelet op het door de ondernemer ingediende plan van aanpak openbare orde, naar het oordeel van de burgemeester te verwachten is, hoe meer punten een ondernemer voor het plan van aanpak als geheel zal scoren.

3.1.2 Plan van aanpak gokverslaving (exploitatievergunning) (maximaal 10 punten)

De aanvrager voegt bij de aanvraag om exploitatievergunning een ‘Plan van aanpak gokverslaving’ bij. Hieruit blijkt op welke wijze de ondernemer concreet bijdraagt aan de preventie en bestrijding van gokverslaving. Meer specifiek geldt dat het plan van aanpak als geheel wordt beoordeeld respectievelijk gewaardeerd op de volgende aspecten:

  • a.

    legitimatieplicht en toegangscontrole bezoekers;

    Toelichting: Het is niet toegestaan dat jongeren onder de 18 jaar de speelautomatenhal bezoeken. Dit om te voorkomen dat jongeren, terwijl ze nog niet op de kansspelautomaten mogen spelen, wel al daarmee in aanraking komen. De toegangscontrole vindt plaats op basis van een legitimatieplicht voor de bezoeker. In het ondernemingsplan geeft de ondernemer aan op welke deugdelijke manier de leeftijd door hem wordt vastgesteld.

  • b.

    aantal speelautomaten en productdifferentiatie;

    Toelichting: Het aantal speelautomaten ligt zo dicht mogelijk bij het maximum van 100 speelautomaten. Dit draagt bij aan het voorkomen van illegaal gokken elders en aan de kwaliteit van de speelautomatenhallocatie zelf. In de speelautomatenhal wordt door de aanvrager een variatie aan speelautomaten opgesteld. Deze productdifferentiatie moet voldoen aan de zogenaamde “ideale mix” 8 . De ''ideale mix'' geeft een uitgebalanceerde mix van verschillende soorten speelautomaten en de onderlinge verhouding daartussen. Productdifferentiatie in de speelautomatenhal leidt tot een daadwerkelijke mix van lang bestaande kansspelautomaten en nieuwe kansspelvormen. Door het opstellen van een variatie aan speelautomaten trekt de hal een gemengd publiek en door het opstellen van meer-spelers wordt het ''sociale spelen'' bevorderd. In het onderstaande schema is de minimaal verplichte 'ideale mix' aangegeven in relatie tot de oppervlakte van de speelautomatenhal.

< 100 m²

100 – 200 m²

> 200 m²

Een-speler kansspelautomaten

Een-speler kansspelautomaten

Een-speler kansspelautomaten

Minimaal 1 meer-speler

Minimaal 2 meer-spelers

Minimaal 4 meer-spelers

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

  • c.

    opleiding medewerkers;

    Toelichting: Beoordeeld wordt welke andere maatregelen de ondernemer in samenstelling en opstelling van de speelautomaten neemt om het risico op gokverslaving te beperken. De beheerders van de speelautomatenhal beschikken over een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, waaruit blijkt dat zij beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en daaraan verbonden risico's voor gokverslaving. Er is altijd een gekwalificeerde beheerder aanwezig. Ander personeel heeft een cursus in het omgaan met verslavingsproblematiek gevolgd. De ondernemer geeft aan hoe hij hierover rapporteert aan de burgemeester en de verslavingszorg.

  • d.

    reclame;

    Toelichting: De ondernemer verklaart zich te houden aan de reclamecode voor kansspelen door de Stichting Reclame Code. De volledige naam van deze code is: Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de Wet op de kansspelen 2015 van de Stichting Reclame Code, verder te noemen: RVK. De RVK is gepubliceerd op internet: https://www.reclamecode.nl/nrc/pagina.asp?paginaID=270%20&deel=2

    De RVK is van toepassing op iedere vorm van openbare aanprijzing, ten doel of ten gevolge hebbende:

    • het vergroten van de (naamsbekendheid van kansspelaanbieder)s;

    • de bevordering van deelname aan kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en het Speelautomatenbesluit.

  • In de RVK staan onder andere de volgende bepalingen ten aanzien van de inhoud van reclame en de bescherming van kwetsbare groepen:

    • reclame voor kansspelen is alleen gericht op een verantwoorde deelname aan en het wekken van interesse voor het aangeboden kansspel; reclame voor kansspelen mag niet aansporen tot onmatige deelname, noch mag onmatige deelname tot voorbeeld worden gesteld of worden gebagatelliseerd;

    • reclame voor kansspelen wekt niet de indruk dat de deelname aan kansspelen niet tot ongewenste gevolgen kan leiden;

    • reclame voor kansspelen is niet misleidend, met name niet met betrekking tot de eigenschappen van of kansen op het winnen van een prijs bij de aangeboden kansspelen;

    • gratis speelfiches voor risicovolle kansspelen (speelautomaten) worden niet verspreid via landelijke dagbladen of huis-aan-huisbladen met een landelijk bereik;

    • in reclame voor kansspelen wordt duidelijk vermeld waar informatie kan worden verkregen en kan worden nagezien ten aanzien van verantwoorde deelname aan kansspelen en over mogelijkheden voor hulpverlening met betrekking tot kansspelverslaving.

  • e.

    ervaring als ondernemer.

    Toelichting: Voor een goede exploitatie van de speelautomatenhal en gelet op de gemeentelijke eisen wordt ook gekeken naar de ervaring die de ondernemer in de afgelopen 10 jaar heeft opgedaan in het exploiteren van een speelautomatenhal voor eigen rekening en risico, zelf of door een aan de ondernemer verbonden derde partij. Het is van belang dat de aanvrager, vanuit de praktijk, aantoonbare ervaring heeft en weet om te gaan met de problematiek rondom het waarborgen van een goed woon- en leefklimaat rondom de hal en met name het tegengaan van gokverslaving. Hierbij wordt gekeken naar de ervaring als onderneming en niet een persoon binnen de onderneming, omdat de ervaring van de onderneming de meeste waarborg biedt op continuïteit van een gezonde en solide bedrijfsvoering op het gebied van verslavingszorg.

De burgemeester beziet - indachtig de bovengenoemde punten – in welke mate een ondernemer gokverslaving tegengaat. Hoe beter een ondernemer, gelet op het plan van aanpak gokverslaving, hierin naar het oordeel van de burgemeester slaagt, hoe meer punten de ondernemer op dit onderdeel scoort.

Criteria bij de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunning

3.1.3 Plan van aanpak ruimtelijke ordening

In het ‘Plan van aanpak ruimtelijke ordening’, onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning, beschrijft en motiveert de aanvrager bij wijze van ruimtelijke onderbouwing de beoordeling van de planologische aanvaardbaarheid van de speelautomatenhal op de voorgestelde locatie.

De planologische aanvaardbaarheid

Er wordt beoordeeld in hoeverre het voorstel waarin de aanvraag voorziet planologisch aanvaardbaar is. Dit geschiedt aan de hand van de navolgende criteria:

  • a.

    De ligging, de meerwaarde van de speelautomatenhal in de (directe) omgeving , de ruimtelijk-functionele c.q. planologische inpasbaarheid, de stedenbouwkundige inpassing en bereikbaarheid voor alle vormen van vervoer

    Toelichting op ligging (maximaal 10 punten)

    Bij de waardering van een initiatief geldt in dit verband dat de volgende gebieden niet als zoekgebied voor de vestiging van een speelautomatenhal worden aangemerkt. Het betreft locaties in of direct grenzend aan een (overwegend) monofunctioneel woongebied 9 , op een bedrijventerrein, op sportpark ‘De Braak’, in het buitengebied (voor zover dit niet als zoekgebied voor verstedelijking en/of voor verdere verstening in aanmerking komt) en in natuurgebieden. Het staat een ondernemer weliswaar vrij om toch een voorstel in te dienen tot vestiging van een speelautomatenhal in een van deze gebieden. Nu hieraan naar verwachting geen planologische medewerking kan of zal worden verleend, zal een dergelijk voorstel laag worden gewaardeerd (geen of heel weinig punten).

    Voor een solitaire speelautomatenhal geldt dat deze bij voorkeur is gelegen binnen de in de APV daartoe aangewezen gebiedsaanduiding. 10 Voor zover dit niet het geval is, toont de ondernemer gemotiveerd aan dat invulling van de beoogde locatie met een speelautomatenhal desalniettemin toch bijdraagt aan de beoogde realisatie van een compact (winkel)centrum en in ruimtelijk-functionele zin leidt tot een versterking van het (winkel)centrum, zodanig dat de beoogde locatie – meer dan een locatie in het daartoe aangewezen gebied (als hiervoor bedoeld) – toch voor vergunningverlening in aanmerking dient te komen. Bij voorkeur maakt de ondernemer daarbij gemotiveerd duidelijk hoe de vestiging van zijn speelautomatenhal verhoudt c.q. verenigbaar is met de door de gemeenteraad vastgestelde “Centrumperspectief Helmond 2030”. Daarbij geldt voor wat betreft de waardering: hoe overtuigender de motivering, hoe hoger de puntenscore. Voor een aan een leisurecomplex gekoppelde speelautomatenhal geldt dat deze bij voorkeur buiten het kernwinkelgebied c.q. stadscentrum is gesitueerd.

    Hoe beter de aanvraag voldoet aan de voornoemde uitgangspunten, hoe hoger de puntenscore.

    Toelichting op meerwaarde van de hal in de directe omgeving (maximaal 10 punten)

    Een ondernemer kan de toegevoegde waarde van een initiatief motiveren vanuit ruimtelijk(-economisch) en/ of functioneel perspectief. Bij de zelfstandige hal wordt onderbouwd wat de meerwaarde van de hal voor de directe omgeving. Voor zover het een speelautomatenhal als onderdeel van een breder leisure-complex betreft wordt onderbouwd wat de meerwaarde van het bredere leisure-concept voor het bestaande leisure-aanbod in Helmond is. Ook moet worden ingegaan op de synergievoordelen tussen de verschillende leisurefuncties. Uit artikel 2.3.3.6., lid 2, van de APV Helmond 2008 volgt dat er ten minste drie andere recreatieve functies in het complex moeten zijn ondergebracht. Dit dienen (voldoende) volwaardige functies te zijn. Indien het leisurecomplex niet minimaal drie andere leisurefuncties heeft, dan zullen er op dit onderdeel geen punten worden toegekend.

    Hoe beter de ondernemer de meerwaarde van zijn hal (al dan niet als onderdeel van een leisure-complex) onderbouwt, hoe hoger de puntenscore.

    Toelichting op ruimtelijk-functionele inpasbaarheid (maximaal 10 punten)

    Onderdeel van de ruimtelijke inpasbaarheid is in elk geval ook een motivering hoe op adequate wijze om te gaan met de extra parkeerbehoefte die de vestiging van een nieuwe speelautomatenhal met zich meebrengt. In kwantitatieve zin geldt daarbij de ‘Beleidsregel parkeernormen Helmond 2017’ en de daarin opgenomen parkeernormering als vertrekpunt.

    Hoe adequater de ondernemer in staat is de parkeerbehoefte op eigen terrein of in openbaar gebied in de directe omgeving van de speelautomatenhal op te vangen, hoe hoger de puntenscore op dit onderdeel. Extra punten kunnen worden toegekend voor de kwalitatieve vormgeving, benutting of specifieke ligging van (volwaardige) parkeerplaatsen.

    Verder onderbouwt de aanvrager de inpassing van de speelautomatenhal in zijn directe omgeving vanuit een oogpunt van milieuzonering. Daarbij maakt de ondernemer bij voorkeur gebruik van de systematiek van de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’. Hoe beter de ondernemer dit doet, hoe meer punten.

    Toelichting op stedenbouwkundige inpassing (maximaal 10 punten)

    De stedenbouwkundige inpassing van de speelautomatenhal: transparante en neutrale uitstraling, speelautomaten niet zichtbaar vanaf de openbare weg (aan het zicht onttrokken), speelautomatenhal bij voorkeur (enkel) gevestigd op de begane grond.

    Bij de waardering van een initiatief in dit verband geldt dat hoe beter beschreven of gevisualiseerd is hoeverre het initiatief aan dit beoordelingscriterium wordt voldaan, hoe meer punten op dit onderdeel worden toegekend.

    Toelichting op bereikbaarheid van de speelautomatenhal voor alle vormen van vervoer (maximaal 10 punten)

    De ondernemer maakt duidelijk hoe de locatie van de speelautomatenhal is ontsloten en hoe deze bereikbaar is voor alle gangbare vormen van vervoer (zoals auto, OV , fiets, te voet). Dit geldt ook voor de aanwezigheid of nabijheid van stallingsplaatsen voor fietsen en brommers in de directe nabijheid van de hoofdingang van de speelautomatenhal. Hoe beter de bereikbaarheid van de beoogde locatie, hoe hoger de puntenscore.

    Toelichting algemeen:

    Het college beziet – indachtig de hierboven behandelde criteria – of de planologische aanvaardbaarheid van het plan voldoende is aangetoond en of, in het verlengde daarvan, er bereidheid bestaat om planologische medewerking te verlenen. Daarvoor is in ieder geval vereist dat een ondernemer minimaal 30 punten heeft behaald op onderdeel 3.1.3, onder a. Indien dat niet het geval is, dan wordt de omgevingsvergunning - los van de puntenscore die de aanvraag om omgevingsvergunning zou behalen bij de overige beoordelingscriteria - geweigerd. In zoverre vormt de planologische aanvaardbaarheid van de aanvraag om omgevingsvergunning een noodzakelijke basisvoorwaarde voor het verkrijgen van planologische medewerking.

    Het maakt voor de waardering van een aanvraag om omgevingsvergunning overigens niet uit of er binnenplans of buitenplans (de ‘kruimelgevallenregeling’ daaronder begrepen) moet worden afgeweken van het geldende bestemmingsplan. De ‘Beleidsregel artikel 3.23 WRO Helmond 2009’ is niet van toepassing op de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunning die betrekking hebben op de vestiging van een speelautomatenhal (al dan niet als onderdeel van een breder leisure -complex).

Overige ruimtelijke criteria

  • b.

    De ruimtelijke uitstralingseffecten van de aanwezigheid van de speelautomatenhal op de beoogde locatie en de wijze waarop de ondernemer maatregelen treft om deze met het oog op een goed woon-, werk-, leef- of verblijfsklimaat in de directe omgeving zoveel mogelijk te voorkomen, verzachten of in goede banen te leiden.

    Toelichting op voorkomen negatieve ruimtelijke uitstralingseffecten (maximaal 10 punten):

    De gemeente Helmond vindt het belangrijk dat een ondernemer zich verdiept in de kenmerken van de omgeving waarin hij een speelautomatenhal wil vestigen. Op die manier kan hij immers ook adequaat inspelen op de mogelijkheid om negatieve of als negatief te ervaren uitstralingseffecten van de speelautomatenhal tijdig te adresseren of zelfs te voorkomen. Te denken valt aan mogelijke overlast van bezoekers (geluid, fietsenstallingen, etc.) of van de speelautomatenhal zelf (openingstijden, uiterlijk aanzien, vervoersbewegingen, hangjeugd, etc.).

    Hoe beter de negatieve ruimtelijke uitstralingseffecten worden voorkomen, hoe hoger de puntenscore.

  • c.

    De wijze waarop de ondernemer pogingen in het werk heeft gesteld of zal stellen om zelf te communiceren over of draagvlak te verwerven voor de vestiging van de speelautomatenhal in de directe omgeving, evenals de mate waarin hij bereid is daarbij rekening te houden met ruimtelijk relevante wensen van omwonenden of winkels en bedrijven in de directe omgeving van de speelautomatenhal.

    Toelichting op communicatie / draagvlak (maximaal 10 punten):

    Bedoeld is een soort communicatieparagraaf c.q. plan van aanpak over de uitvoerbaarheid van het initiatief, waarin de ondernemer uitlegt hoe hij als ‘nieuwkomer’ zijn taak en verantwoordelijkheid invult daar waar het gaat om de informatie en communicatie over en het kweken van begrip voor de komst van een speelautomatenhal en de mogelijkheden en bereidheid om al dan niet in te spelen op wensen van bewoners en ondernemers in de directe nabijheid van de speelautomatenhal daar waar het de inpassing van deze functie betreft.

    Voor wat betreft de waardering geldt: hoe actiever en constructiever de ondernemer zich in dit verband opstelt, hoe hoger de puntenscore.

3.2 Beoordelingssystematiek vergelijkende toets: puntentoekenning, rangorde

  • a.

    Om de aanvragen te kunnen vergelijken worden op de verschillende onderdelen van het ‘Plan van aanpak openbare orde’, ‘Plan van aanpak gokverslaving’ (beiden als onderdeel van de aanvraag exploitatievergunning) respectievelijk ‘Plan van aanpak ruimtelijke ordening’ punten (onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning) toegekend.

  • b.

    Bij de beoordeling van elke afzonderlijke aanvraag wordt de volgende waarderingssystematiek toegepast. Het plan van aanpak openbare orde, verslavingszorg respectievelijk ruimtelijke ordening worden voor elk van de in artikel 3.1 verplicht gestelde onderdelen (beoordelingscriteria) en rekening houdend met de facultatieve weigeringsgronden van artikel 2.3.3.10 van de APV gewaardeerd met 0, 4, 6, 8 of 10 punten. Daarbij wordt de volgende onderverdeling gemaakt:

Uitleg

Punten

Onderwerp komt naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aan bod of is niet uitgewerkt

0

Onderwerp komt te summier aan bod (onvoldoende uitgewerkt) of wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag inhoudelijk als onvoldoende beoordeeld

4

Onderwerp komt aan bod en voldoet naar het oordeel van het bevoegd gezag aan basisverwachtingen van de gemeente

6

Onderwerp komt aan bod en wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag goed uitgewerkt

8

Onderwerp komt aan bod en wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag uitstekend uitgewerkt

10

  • c.

    Het aantal verkregen punten op de verschillende beoordelingscriteria leidt tot een totaalscore per aangevraagde exploitatie- en omgevingsvergunning, uitgesplitst naar een solitaire speelautomatenhal respectievelijk een speelautomatenhal als onderdeel van een breder leisure-complex.

  • d.

    Per type aanvraag exploitatie- en omgevingsvergunning stelt het bevoegd gezag een rangorde op. De aanvraag met het hoogste puntenaantal (hoogste totaalscore) staat daarbij op de eerste plaats, de overige aanvragen naar gelang het aantal punten op de plaatsen daaropvolgend. Aanvragen eindigen bij een gelijke puntenscore op dezelfde rang.

Zelfstandige (solitaire) speelautomatenhal

  • e.

    De omgevingsvergunning en de exploitatievergunning voor een zelfstandige hal worden verleend aan de ondernemer 11 van wie de som van de plaats in de rangorde bij de omgevingsvergunning vermeerderd met de plaats in de rangorde bij de exploitatievergunning het laagst is. De aanvragen van de overige ondernemers worden in voorkomend geval afgewezen.

  • f.

    Indien meerdere ondernemers de laagste som hebben, dan vindt tussen hen een loting plaats die door een notaris wordt verricht. Aan de winnaar van deze loting worden de omgevingsvergunning en de exploitatievergunning voor een zelfstandige hal verleend. De aanvragen van de overige ondernemers worden in voorkomend geval afgewezen.

    Toelichting bij e en f: de vergunningen worden verleend aan de ondernemer bij wie de som van de plaats in de rangorde bij de omgevingsvergunning vermeerderd met de plaats in de rangorde bij de exploitatievergunning het laagst is. Er zal eerst worden bezien of er een ondernemer is bij wie de uitkomst van de voornoemde som twee is. Dit betekent namelijk dat zowel zijn aanvraag om omgevingsvergunning als zijn aanvraag om exploitatievergunning als eerste in de rangorde is geëindigd. Indien deze situatie zich niet voordoet, dan wordt er vervolgens gekeken of er een ondernemer is waarbij de voornoemde som op drie uitkomt. Dit is het geval als één aanvraag als eerste en één aanvraag als tweede in de rangorde is geëindigd. Mocht ook die situatie zich niet voordoen, dan wordt er nagegaan of er een ondernemer is waarbij de som op vier uitkomt (enzovoort).

  • g.

    Het voorgaande laat onverlet dat er geen vergunningverlening plaatsvindt indien het plan van de ondernemer planologisch onaanvaardbaar is (lees: minder dan 30 punten scoort op het bepaalde in artikel 3.1.3, sub a, van deze beleidsregel). Er vindt verder geen vergunningverlening plaats als de totaalscore van één van beide aanvragen minder dan 70% is van het totaal voor die aanvraag te behalen aantal punten. Tot slot vindt er geen vergunningverlening plaats indien er sprake is van een ‘ernstig gevaar’ als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

Speelautomatenhal als onderdeel van een breder leisure-complex

  • h.

    De omgevingsvergunning en de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal die onderdeel is van een breder leisurecomplex worden verleend aan de twee ondernemers van wie de som van de plaats in de rangorde bij de omgevingsvergunning vermeerderd met de plaats in de rangorde bij de exploitatievergunning het laagst is. De aanvragen van de overige ondernemers worden in voorkomend geval afgewezen.

  • i.

    Als er meerdere ondernemers dezelfde laagste som hebben en het vergunningenplafond nog niet is bereikt, dan vindt de (al dan niet nog resterende) selectie van de ondernemer(s) wiens aanvragen voor vergunningverlening in aanmerking komen, plaats aan de hand van een door een notaris te verrichten loting. Aan de winnaar(s) van deze loting worden de omgevingsvergunning en de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal die onderdeel uitmaakt van een breder leisure-complex verleend. De aanvragen van de overige ondernemers worden in voorkomend geval afgewezen.

  • j.

    Het voorgaande laat onverlet dat er geen vergunningverlening plaatsvindt indien het plan van de ondernemer planologisch onaanvaardbaar is (lees: minder dan 30 punten scoort op het bepaalde in artikel 3.1.3., sub a van deze beleidsregel). Er vindt verder geen vergunningverlening plaats als de totaalscore van één van beide aanvragen minder dan 70% is van het totaal voor die aanvraag te behalen aantal punten. Tot slot vindt er geen vergunningverlening plaats indien er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

3.3 Externe advisering

Het bevoegd gezag kan zich in het kader van de vergelijkende toets voor één of meerdere deelaspecten laten adviseren door één of meer (externe) deskundigen.

3.4 Interne advisering

  • a.

    Van de eindbeoordeling wordt ambtshalve een beoordelingsrapportage opgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met eventueel uitgebrachte (externe) deskundigenadviezen.

  • b.

    Het bevoegd gezag beslist op voorstel van een ambtelijk advies.

  • c.

    Het ambtelijk advies kan, mits deugdelijk gemotiveerd, afwijken van een eventueel ingewonnen (extern) deskundigenadvies.

  • d.

    Elk uitgebracht advies of ambtelijk voorstel laat de discretionaire bevoegdheid van het bevoegd gezag onverlet.

4. Besluitvormingsfase

4.1 Bibob-toetsing

Het bevoegd gezag toetst elke aangevraagde vergunning die op basis van de vergelijkende toets voor vergunningverlening in aanmerking komt aan de Wet Bibob. Daartoe levert de aanvrager bij elke aangevraagde vergunning een volledig ingevuld Bibob formulier aan. 12 In geval van ‘ernstig gevaar’ (in de zin van artikel 3 van de Wet Bibob) wordt de aangevraagde vergunning geweigerd, ongeacht de behaalde puntenscore.

4.2 Werkingsduur c.q. looptijd vergunningen

De te verlenen exploitatievergunning heeft een maximale werkingsduur (looptijd) van tien jaar, te rekenen vanaf het moment van vergunningverlening.

5. Overig

5.1 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Vastgesteld door de burgemeester van Helmond en het college van burgemeester en wethouders van Helmond op 22 mei 2018

De burgemeester,

mevr. P.J.M.G. Blanksma - Van den Heuvel

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester van Helmond,

mevr. P.J.M.G. Blanksma - Van den Heuvel

De gemeentesecretaris,

mr. drs. A.P.M. ter Voert

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling


Noot
1

Artikel 2.3.3.6, tweede lid, van de APV bepaalt dat het gaat om speelautomatenhallen die onderdeel zijn van een complex waarin minimaal drie andere recreatieve functies zijn ondergebracht. In deze beleidsregel geldt voor de aan te leggen ‘vergelijkende toets’ dat bij de beoordeling en waardering van een als leisurecomplex gepresenteerd initiatief niet slechts het aantal (kwantitatief) recreatieve functies doorslaggevend is, maar met name ook het kwalitatieve aspect groot gewicht toekomt; het dient steeds te gaan om een samenstel van op zichzelf beschouwd ‘wezenlijke functies’ die elkaar onderling versterken en/of vanwege de clustering synergie voordelen opleveren.

Noot
2

Vgl. ABRvS 27 september 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2611, JB 2017/183 met noot L.J.M. Timmermans, AB 2017/389 met noot C.J. Wolswinkel en JM 2017/136 met noot J.S. Haakmeester.

Noot
3

De Afdeling heeft tegen deze achtergrond geoordeeld dat “alvorens gelegenheid tot indiening van aanvragen wordt geboden op naar buiten toe kenbare wijze [dient] te worden kennisgegeven van de beschikbaarheid van de vergunningen, de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend, de verdelingsprocedure die zal worden gevolgd en de maatstaven die zullen worden gehanteerd”. Voorafgaand aan vergunningverlening zullen bovendien “op elkaar afgestemde aanvraagprocedures moeten worden gevolgd” (ABRvS 27 september 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2611, r.o. 14).

Noot
4

De toe te passen criteria dienen ‘voldoende richtinggevend’ te zijn voor belangstellende exploitanten om hun vergunningaanvragen hierop af te stemmen, vgl. ABRvS 30 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2337, AB 2017/390 en AB 2017/391 met noot G.J. Stoepker en C.J. Wolswinkel.

Noot
5

Voor het verdelen van schaarse rechten zijn diverse type verdelingsprocedures voorhanden: naast de vergelijkende toets zijn dat bijvoorbeeld de loting, de veiling of de verdeling op basis van volgorde van binnenkomst (vgl. conclusie staatsraad A-G Widdershoven 25 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1421). De gemeente Helmond kiest nadrukkelijk voor de vergelijkende toets. Anders dan bij andere type verdelingsprocedures staat bij de vergelijkende toets de kwaliteit van ingediende initiatieven centraal. Zie ook noot 2.

Noot
6

Speelautomaten zijn te onderscheiden naar een-spelers en meer-spelers.

Noot
7

Bedoeld zijn: de bestuurder(s) en eventueel gemachtigde(n).

Noot
8

De ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Economische Zaken en Justitie en Veiligheid, alsmede de VNG, GGZ Nederland en de VAN Speelautomatenbrancheorganisatie achten het niet wenselijk de productdifferentiatie eenzijdig in te voeren. Gestreefd zal moeten worden naar een ideale mix. Hiervoor is de oppervlakte van de speelautomatenhal en hiermede de inrichting hiervan, mede bepalend. Het streven moet erop zijn gericht dat het aanbod bestaat uit alle soorten kans- en behendigheidsautomaten, zodat er geen onevenwichtig accent komt te liggen op een bepaald type kansspelautomaten. Er zal een combinatie moeten worden gevonden met meer-spelers, die het ‘sociaal spelen’ vergroten.

Noot
9

Deze term maakt het onderscheid met het in de ruimtelijke ordening veelgebruikte begrip ‘gemengd gebied’ (vgl. VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering”) duidelijk.

Noot
10

De bedoelde gebiedsaanduiding is ter informatie volledigheidshalve bij deze beleidsregel gevoegd (bijlage 1).

Noot
11

Nu een ondernemer in theorie meerdere aanvragen (namelijk voor verschillende locaties) kan indienen, wordt met de term ‘ondernemer’ in de onderhavige beleidsregel steeds bedoeld ‘de aanvrager van een omgevings- en exploitatievergunning voor een bepaalde locatie’. In deze beleidsregel staat immers slechts de vraag centraal welk initiatief voor de vereiste schaarse speelautomatenhalvergunningen in aanmerking komt, waarbij de kwaliteit van een initiatief in beginsel leidend is.

Noot
12

Zie artikel 2.2.2 onder b van deze beleidsregel.