Regeling vervallen per 01-01-2019

Intergemeentelijke piketregeling voor de functie Officier van Dienst Bevolkingszorg

Geldend van 24-09-2015 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2013

Intitulé

Intergemeentelijke piketregeling voor de functie Officier van Dienst Bevolkingszorg

Het Algemeen Bestuur van UW Samenwerking;

Gezien het voorstel inzake Intergemeentelijke piketregeling voor functie Officier van Dienst Bevolkingszorg;

BESLUIT:

Intergemeentelijke piketregeling voor de functie van Officier van dienst Bevolkingszorg.

Artikel 1 Algemene bepalingen

Officier van dienst Bevolkingszorg: De medewerker die door het Algemeen Bestuur is aangewezen, waarop de verplichting rust zich buiten de voor hem geldende reguliere werktijden ter beschikking te houden voor inzet bij rampenbestrijding en crisisbeheersing binnen de deelnemende gemeenten.

Ramp/crisis/incident: Een verstoring van de openbare orde en veiligheid of een (dreigende) ramp of zwaar ongeval als bedoeld in de Wet Veiligheidsregio’s en waarvoor bij de bestrijding ervan personeel en/of materieel van de gemeentelijke organisatie dan wel van de operationele diensten nodig is.

Getroffen gemeente: De gemeente op wiens grondgebied het incident zich voordoet.

Dienstverlenende gemeente: De gemeente die de medewerker beschikbaar stelt ten behoeve van de getroffen gemeente.

Piketdienst: Het bereikbaar en beschikbaar zijn voor werkzaamheden ten behoeve van de rampenbestrijding en crisismanagement.

Piketdienstperiode: Een aaneengesloten periode van één week, beginnende op maandag 12:00 uur tot de daarop volgende maandag 12:00 uur, waarbij de Officier van Dienst Bevolkingszorg verplicht is bereikbaar en beschikbaar te zijn om na oproep zo spoedig mogelijk de werkzaamheden te verrichten die behoren bij de functie.

Partijen/deelnemende gemeenten: Nieuwegein, Houten, Vianen, Lopik, Montfoort, IJsselstein.

Artikel 2 Vergoeding

De medewerker op wie de verplichting rust zich buiten de voor hem geldende werktijden voor intergemeentelijke piketdiensten ter beschikking te houden als Officier van Dienst Bevolkingszorg heeft aanspraak op een vergoeding.

Artikel 3 Piketdienst

  • 1.

    De in artikel 1 bedoelde functionaris is verplicht deel te nemen aan de piketdienst.

  • 2.

    De medewerker als bedoeld in artikel 2 wordt door de desbetreffende gemeente waar de functionaris werkzaam is benoemd.

  • 3.

    Bezwaren tegen de aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, dienen schriftelijk en redenen omkleed bij het Dagelijks Bestuur dat met de aanwijzing is belast te worden ingediend.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur kan, indien hiervoor gegronde redenen aanwezig zijn, een als zodanig aangewezen functionaris ontheffen van de verplichting tot deelname van de piketdiensten.

Artikel 4 Aanwijzing

Aanwijzing geschiedt uitsluitend indien de medewerker voldoet aan de voor deze functie noodzakelijke en door de respectievelijke deelnemende gemeenten vastgestelde functionele eisen en persoonlijke competenties.

Artikel 5 Algemeen

  • 1.

    Van de functionaris die wordt aangewezen wordt verlangd dat hij of zij na alarmering binnen 30 minuten met de werkzaamheden start en binnen 45 minuten na alarmering op de plaats aanwezig is, waar de werkzaamheden verricht dienen te worden c.q. het incident zich afspeelt.

  • 2.

    De functionaris dient daartoe bereikbaar te zijn middels een mobiele telefoon en dient te beschikken over de voor hem relevante actuele gegevens van de getroffen gemeente.

  • 3.

    Partijen werken met een gezamenlijk roulatierooster van medewerkers die met de piketdienst belast zijn en die bekend en bekwaam zijn met de werkzaamheden van de Officier van dienst Bevolkingszorg. Elke deelnemende gemeente levert zoveel mogelijk een gelijk aantal medewerkers. Het totaal minimum aantal mag daarbij niet lager dan 5 en niet hoger dan 10 zijn.

  • 4.

    Ten behoeve van een goede sturing van de uitvoering en de afstemming tussen partijen, wijzen partijen ieder een medewerker aan die belast is met de coördinatie binnen de eigen organisatie en de afstemming tussen de partijen over de inzet van medewerkers waaronder begrepen wordt de deelname aan opleidingen en oefeningen, van bereikbaarheidsgegevens en communicatiemiddelen.

Artikel 6 Financiële vergoeding

  • 1.

    De vergoeding bestaat uit een vast vergoeding per week, die als volgt is berekend: de vergoeding bedraagt 16% van 1/156 gedeelte van het salaris behorende bij salarisschaal 10.8 voor elk uur waarin de medewerker zich ter beschikking moet houden, voor zover deze uren vielen op zondag, Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, de beide kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd en iedere andere dag die daarboven door de deelnemende gemeenten wordt aangewezen. En 10% van dat salarisgedeelte voor elk uur, waarin de medewerker zich ter beschikking moest houden, indien deze uren vielen op andere dagen.

  • 2.

    De Vergoeding wordt in geld uitgekeerd.

Artikel 7 Rooster

  • 1.

    De piketregeling wordt ingevuld door een door de respectievelijke deelnemende gemeenten te bepalen aantal medewerkers op basis van en vastgesteld gelijkwaardig rooster.

  • 2.

    Dit rooster wordt opgesteld per kalenderjaar en begint op maandag 12:00 uur tot de daarop volgende maandag 12:00 uur. Daarbij vervult iedere medewerker een gelijkwaardige tijdsperiode van de piketregeling.

  • 3.

    Indien de medewerker (tijdelijk) niet in staat is om in evenredigheid deel te nemen in het rooster, bijvoorbeeld als gevolg van langdurige ziekte of zwangerschapsverlof, vervalt de vergoeding tot het moment waarop de medewerker weer in staat is naar evenredigheid deel te nemen.

  • 4.

    In de situatie zoals bedoeld in lid 3 wordt het rooster aangepast aan het aantal beschikbare deelnemers.

Artikel 8 Werkgever

  • 1.

    De medewerker die op grond van de intergemeentelijke piketregeling werkzaamheden uitvoert, valt onder leiding van het college van de gemeente waar de inzet op een ramp, zwaar ongeval, of crisissituatie plaatsvindt.

  • 2.

    Het college van de gemeente waar de medewerker is aangesteld, blijft de formele werkgever van de desbetreffende medewerker en de rechtspositie van die gemeente blijft, ook voor de onderhavige werkzaamheden in het kader van de Wet Veiligheidsregio’s van toepassing.

Artikel 9 Aansprakelijkheid

  • 1.

    De getroffen gemeente is aansprakelijk voor schade die het gevolg is van, voortvloeit uit, of verband houdt met het handelen of nalaten van de medewerker tijdens of in verband met de uitoefening van zijn werkzaamheden.

  • 2.

    Partijen zijn verplicht de zorgvuldigheid zoals genoemd in artikel 7:658 BW jegens de medewerker in acht te nemen en zullen elkaar vrijwaren van aanspraken jegens elkaar wegens het niet nakomen van de verplichtingen genoemd in artikel 7.658 BW.

  • 3.

    De dienstverlenende gemeente is niet aansprakelijk voor schade die haar medewerker mocht veroorzaken aan derden bij de uitoefening van de werkzaamheden op grondgebied van de andere gemeente. Partijen zullen hun WA-verzekering tevens van toepassing laten zijn op de hiervoor bedoelde schade.

  • 4.

    De getroffen gemeente zal de dienstverlenende gemeenten vrijwaren voor alle aanspraken van derden in verband met handelingen, waaronder begrepen enig nalaten van medewerker in het kader van de uitvoering van zijn werkzaamheden voor getroffen gemeente.

  • 5.

    De dienstverlenende gemeente is niet aansprakelijk voor schade die haar medewerker mocht veroorzaken bij de getroffen gemeente.

  • 6.

    De medewerker is niet aansprakelijk voor schade die hij/zij mocht veroorzaken aan de getroffen gemeente of aan derden bij de uitoefening van de werkzaamheden, tenzij de schade een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid.

Artikel 10 Overmacht

Indien de dienstverlenende gemeente of de medewerker door overmacht niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, wordt dit noch deze gemeente noch de medewerker toegerekend.

Onder overmacht wordt, naast hetgeen beschreven in artikel 6:75 BW, mede het volgende verstaan:

  • -

    Abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van degene die zich er op beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgmaatregelen niet kon worden vermeden of;

  • -

    Transportmoeilijkheden of – belemmeringen van welke aard dan ook, waardoor het vervoer naar de calamiteit toe wordt gehinderd of belemmerd.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeerartikel

  • 1.

    Deze regeling treedt inwerking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de regeling is met terugwerkende kracht vanaf 1 november 2013.

  • 4.

    De regeling wordt aangehaald als ‘Intergemeentelijke piketregeling voor de functie Officier van Dienst Bevolkingszorg’.

 

Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van UW Samenwerking d.d. 13 april 2015

de secretaris,

dhr. J. van Delden

de voorzitter,

mr. M.N. Kallen-Morren