Regeling vervallen per 01-08-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent subsidies voor monumenten en beeldbepalende panden (Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar)

Geldend van 10-05-2019 t/m 31-07-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent subsidies voor monumenten en beeldbepalende panden (Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar;

Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behouden van de cultuurhistorische waarde en aan het behouden en verbeteren van de historische beeldkwaliteit.

Gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Alkmaar 2019;

Besluit: Vast te stellen de navolgende regeling:

Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Alkmaar 2019.

  • b.

    beeldbepalende panden: panden en objecten opgenomen op de door het college vastgestelde lijst van beeldbepalende panden dan wel op de lijst van gemeentelijke monumenten categorie 3 dan wel die als zodanig zijn opgenomen in het bestemmingsplan;

  • c.

    beschermde gemeentelijke monumenten: onroerende monumenten die op grond van de

    bepalingen in de betreffende gemeentelijke Alkmaarse verordening als zodanig dan wel als gemeentelijk monument categorie 1 of categorie 2 zijn aangewezen;

  • d.

    beschermde rijksmonumenten: onroerende monumenten die zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

  • e.

    bouwhistorisch onderzoek: onderzoek naar de bouw, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van gebouwen, complexen van gebouwen, of gebieden, in hun ruimtelijke samenhang bezien, aan de hand van de vorm, de constructies, de gebruikte materialen en de afwerking. Hieronder wordt mede begrepen kleurhistorisch onderzoek;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar;

  • g.

    eigenaar: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd rijks- of gemeentelijk monument, beeldbepalend pand of stolp;

  • h.

    instandhouding door normaal onderhoud: reguliere werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor en gericht zijn op het behoud van de monumentale waarde;

  • i.

    kerkgebouw: beschermd monument of zelfstandig onderdeel, dat in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend deel is vervaardigd voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging;

  • j.

    stolpen: onroerende gebouwen van oorsprong boerderij die in een bestemmingsplan zijn gemerkt met de dubbelbestemming waarde cultuurhistorie en die niet zijn opgenomen op een lijst of zijn ingeschreven in een register zoals bedoeld in artikel 1 b t/m d;

  • k.

    subsidiabele kosten: de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten (bijlage 1).

Artikel 2 Doel

Het doel van deze nadere regels volgt het vigerend beleid: het in stand houden van objectgerichte restauratie en onderhoudsaanpak ten behoeve van het behoud of verbetering van de cultuurhistorische waarde van panden en objecten, voor zover noodzakelijk geacht door het college.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van een beschermd rijksmonument, beschermd gemeentelijk monument, een beeldbepalend pand, een stolp of een object dat volgens het college voldoende cultuurhistorische waarden bezit én dat zich bevindt binnen de grenzen van de gemeente Alkmaar.

Artikel 4 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt indien het betreft:

    • a.

      onderdelen die in stijl en materiaal aansluiten bij de architectonische en cultuurhistorische authenticiteit;

    • b.

      maatregelen ten behoeve van het behouden van de cultuurhistorische waarde en het behouden en verbeteren van de historische beeldkwaliteit;

    • c.

      bouwhistorisch onderzoek of documentatie;

    • d.

      werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen, die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, zoals vastgesteld door het college (bijlage 1), met uitzondering van onderhoudsschilderwerk (alleen subsidiabel bij gemeentelijke monumenten).

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in de artikel 9 van de Algemene subsidieverordening kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd indien:

    • a.

      met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

    • b.

      niet wordt voldaan aan het bepaalde in deze nadere regels;

    • c.

      binnen een periode van 15 jaar voor dezelfde activiteit reeds subsidie is verstrekt;

    • d.

      voor zover aan de aanvrager voor dezelfde activiteit reeds eerder op grond van deze nadere regels subsidie is verstrekt en de aanvraag binnen de in artikel 8 genoemde desbetreffende periode is ingediend;

    • e.

      de subsidiabele kosten lager zijn dan € 750;

    • f.

      op andere wijze een subsidie is te verkrijgen, een lening van het Nationaal Restauratiefonds is te verkrijgen, of de schade gedekt is door een verzekering, of de mogelijkheid bestaat tot fiscale aftrek.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid onder c en f geldt niet voor subsidie die wordt verstrekt op grond van artikel 8 lid 7.

Artikel 6 Procedurebepalingen

  • 1. De aanvraag om subsidie wordt op een door het college beschikbaar te stellen formulier bij het college ingediend.

  • 2. Naast het in het lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te worden vergezeld van een restauratieplan (zie lid 3) of een beschrijvende begroting (zie lid 4) of een gespecificeerde offerte.

  • 3. Het in lid 2 bedoelde restauratieplan bestaat uit:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat van het beschermde rijks- of gemeentelijk monument of beeldbepalend pand, waarin de gebreken nauwkeurig vermeld staan;

    • b.

      tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • c.

      een op de onder a. bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van wijze van verwerking daarvan.

  • 4. De in lid 2 bedoelde beschrijvende begroting is een opsomming van de uit te voeren restauratiewerkzaamheden en de daarmee samenhangende kosten, gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen, welke begroting niet ouder is dan 2 jaar.

  • 5. De aanvrager meldt de aanvang van het werk middels het daartoe vastgestelde formulier.

  • 6. De aanvrager meldt voltooiing van de werkzaamheden bij het college op een door haar vastgesteld gereedmeldingsformulier en legt daarbij rekening en verantwoording af van de verrichte werkzaamheden, onder indiening van de volgende gegevens:

    • a.

      een overzicht en samenstelling van de rekeningen;

    • b.

      rekeningen en betaalbewijzen, betreffende geleverde materialen en verrichte arbeid, en die controleerbaar zijn wat betreft levering en verrichting.

HOOFDSTUK 2 KOSTEN DIE VOOR SUBSIDIE IN AANMERKING KOMEN

Artikel 7 Bouwhistorisch onderzoek en bouwhistorische documentatie

  • 1. Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument, rijksmonument, stolp, beeldbepalend pand of een object waarvan het college van mening is dat er voldoende cultuurhistorische waarde aanwezig is, kan subsidie worden verstrekt voor het uitvoeren van een kleur- en bouwhistorisch onderzoek en een bouwhistorische (deel-)documentatie, zoals omschreven in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten;

  • 2. De in het eerste lid bedoelde subsidie bedraagt 100% van de kosten indien deze kosten onderzoek betreffen ten behoeve van een restauratie, herbestemming of andere ingreep;

  • 3. De in het eerste lid bedoelde subsidie bedraagt 30% van de kosten met een maximum van € 1.000, indien deze kosten bouwhistorische (deel-)documentatie betreffen van op basis van een omgevingsvergunning te verwijderen bouwhistorisch en cultuurhistorisch waardevolle onderdelen.

Artikel 8 Rijksmonumenten

  • 1. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, niet zijnde een kerkgebouw of een woonhuis, kan voor het opstellen van een 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan met een bouwkundige opname een subsidie worden verstrekt van 30% van de totale kosten voor het opstellen van dat plan, met een maximum van € 1.000, eens per 6 jaar;

  • 2. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan voor het opstellen van een 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan met een bouwkundige opname een subsidie worden verleend van 30% van de totale kosten voor het opstellen van dat plan, met een maximum van € 2.500, eens per 6 jaar;

  • 3. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan in geval de begeleiding van de uitvoeringswerkzaamheden van het instandhoudingsplan bedoeld onder b, door een externe deskundige is gedaan, een subsidie worden verstrekt van 30% van de inhuurkosten, met een maximum van € 6.000, te verstrekken ineens na voltooiing van de werkzaamheden;

  • 4. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een kerkgebouw, kan voor onderhouds- en restauratiewerkzaamheden een subsidie worden verstrekt van 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 6.000 per kalenderjaar;

  • 5. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een woonhuis, kan eens per kalenderjaar voor een restauratie waarvan de kosten niet hoger zijn dan € 4.000, een subsidie worden verstrekt van 30% van de subsidiabele kosten;

  • 6. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een woonhuis, kan eens per kalenderjaar voor een Quick Scan door het Nationaal Restauratiefonds ten behoeve van een kostenraming van de restauratiebehoefte, een subsidie worden verstrekt van 100% van de kosten, indien dit leidt tot een restauratieplan;

  • 7. Aan de eigenaar van een beschermd rijksmonument, zijnde een molen kan, indien een BRIM 6-jaren-periodiek instandhoudingsplan is toegekend, ten behoeve van onderhoudswerken een subsidie worden verstrekt voor onderhoudskosten, tot een maximum van € 2.000 per jaar per molen;

  • 8. Bij een subsidie zoals bedoeld onder 7 van gezamenlijk meer dan €20.000, bevat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie een financieel jaarverslag, met daarin het onderhoud per rijksmonument.

Artikel 9 Gemeentelijke monumenten

  • 1. Aan de eigenaar van een beschermd gemeentelijk monument kan per kalenderjaar subsidie verstrekt worden ten behoeve van normale onderhoudskosten als bedoeld in artikel 1, onder h:

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten, doch ten hoogste € 6.000 per kalenderjaar.

  • 3. De subsidie kan in geval van funderingsherstel en eventueel bijbehorend cascoherstel per beschermd gemeentelijk monument eenmalig worden verhoogd naar 30% van € 40.000.

Artikel 10 Beeldbepalende panden en stolpen

  • 1. Aan de eigenaar van een beeldbepalend pand of stolp kan per kalenderjaar subsidie worden verstrekt voor de kosten van onderhoud anders dan onderhoudsschilderwerk, ter verbetering of instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle delen van het pand:

  • 2. De subsidie bedraagt 30% van de kosten, waarbij de maximaal subsidiabele kosten zijn gesteld op € 2.300 per kalenderjaar.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 11 Berekening van de subsidie

  • 1. Berekening en vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten en met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in deze nadere regels.

  • 2. Vaststelling en uitbetaling van een op grond van dit hoofdstuk verleende subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht en nadat:

    • a.

      de in artikel 4 bedoelde werkzaamheden door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      de in artikel 6, lid 6 bedoelde rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde restauratie op dezelfde wijze zijn gerangschikt als de in artikel 6, lid 2 bedoelde begroting en door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 3. Bij de berekening van de subsidie worden op de subsidiabele restauratiekosten die kosten in mindering gebracht, die op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht.

Artikel 12 Verdeling van het subsidieplafond

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Indien aanvragen zijn ingediend op dezelfde datum, wordt de volgorde bepaald door loting.

Artikel 13 Verplichtingen

  • 1. Aan de subsidie wordt in elk geval de verplichting verbonden dat:

    • a.

      de restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in de Standaard uitvoeringsvoorschriften voor restauratie en onderhoud van rijks- en gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Alkmaar;

    • b.

      de restauratiewerkzaamheden binnen 12 maanden na de verlening van de subsidie moeten zijn afgerond.

    • c.

      de eigenaar bij de restauratiewerkzaamheden vrijkomende historische bouwmaterialen om niet beschikbaar dient te stellen aan de gemeente.

  • 2. Het college kan voorts aan de verlening van de subsidie voor beschermde monumenten bedoeld in artikel 8, 9 en 10 in elk geval de voorwaarde stellen dat de eigenaar vooruitlopend op de werkzaamheden een kleur- en/of bouwhistorisch onderzoek dient te laten uitvoeren.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1. De Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar, zoals vastgesteld door het college op 19-01-2016, worden ingetrokken.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking één dag na de dag van bekendmaking en werken terug tot en met 1 mei 2019.

  • 3. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 7-5-2019,

Het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar,

P.M. Bruinooge, burgemeester

W. van Twuijver, secretaris

BIJLAGE 1 behorende bij de Nadere regels subsidie beeldbepalende panden Alkmaar

LEIDRAAD SUBSIDIABELE INSTANDHOUDINGSKOSTEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN SUBSIDIABELE KOSTEN

Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen, voor zover dat is bepaald in deze bijlage, met dien verstande dat:

  • a.

    kosten uitsluitend subsidiabel zijn voor zover de werkzaamheden:

    • 1.

      strekken tot instandhouding van het monument en zijn monumentale waarden;

    • 2.

      sober en doelmatig zijn;

    • 3.

      technisch noodzakelijk zijn;

    • 4.

      zijn gericht op maximaal behoud van aanwezige monumentale waarden, in het bijzonder historische dan wel stijlvaste materialen en constructies;

  • b.

    kosten voor werkzaamheden gericht op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade subsidiabel zijn;

  • c.

    kosten voor werkzaamheden gericht op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen subsidiabel zijn;

  • d.

    kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie niet subsidiabel zijn, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van ons college ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn;

  • e.

    wordt voldaan aan het gestelde in de ‘Nadere regels subsidie monumenten en beeldbepalende panden Alkmaar’.

HOOFDSTUK 2. UITWERKING ALGEMENE BEPALINGEN

Algemeen

In hoofdstuk 1 staan algemene bepalingen ten aanzien van subsidiabele kosten. Deze bepalingen gelden voor alle subsidiabele kosten, genoemd in deze bijlage.

Met deze bijlage ‘Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten’ (hierna: Leidraad) wordt gestreefd naar een efficiënte afhandeling van subsidieaanvragen en subsidievaststellingen.

Kosten van werkzaamheden die niet zijn opgenomen in de Leidraad komen niet in aanmerking voor subsidieverlening. In een aantal gevallen is aangegeven welke kosten niet subsidiabel zijn. Deze niet-subsidiabele kostenposten zijn telkens bedoeld ter verduidelijking en als afbakening om aan te geven waar de grens tussen subsidiabel en niet-subsidiabel ligt, maar zijn niet limitatief.

Waar in de Leidraad wordt gesproken over ‘instandhouding’, wordt gelet op artikel 34 van de

Monumentenwet 1988 zowel op onderhoud als op herstel gedoeld.

Technisch noodzakelijk, sober en doelmatig

De werkzaamheden moeten strekken tot instandhouding van het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel daarvan, ze moeten sober, doelmatig en technisch noodzakelijk zijn en gericht op maximaal behoud van monumentale waarden. Sober en doelmatig houdt in dit verband in dat de werkzaamheden gericht moeten zijn op maximaal behoud van monumentale waarden, dat ze op een vakkundige wijze worden uitgevoerd en dat met de werkzaamheden verval en vervolgschade worden voorkomen. Behoud gaat hierbij vóór herstel, herstel vóór vervanging en vervanging vóór reconstructie.

Bij (materiaal)technisch noodzakelijk gebleken vervanging dienen de nieuwe onderdelen in materiaal, vorm, detaillering, uitvoering, afwerking én kwaliteit zoveel mogelijk overeen te komen met de afkomende, te vervangen onderdelen. Van geval tot geval zal een gedegen afweging moeten plaatsvinden of onderdelen of elementen gereconstrueerd mogen en kunnen worden en zo ja op welke manier. Wijzigingen die niet historisch juist zijn komen niet voor subsidie in aanmerking.

Behoud van monumentale waarden

Zoals gezegd worden alleen de werkzaamheden die direct verband houden met de instandhouding van de monumentale waarden van het beschermd monument gesubsidieerd. Uit de aard der zaak wordt de hoofdstructuur van het monument daartoe gerekend, maar ook bijvoorbeeld vaste interieuronderdelen en monumentale installaties. Een en ander neemt niet weg dat werkzaamheden niet altijd noodzakelijk zullen zijn en dus ook niet altijd zonder meer subsidiabel zullen zijn. Zo zal bijvoorbeeld herstel van voegwerk dat technisch gezien nog goed is, niet subsidiabel zijn.

Interieur

Voor zover het werkzaamheden aan het interieur van het monument betreft, wordt het volgende opgemerkt. In de Leidraad is bij de subsidiabele kosten niet telkens onderscheid gemaakt tussen kosten van werkzaamheden aan de buitenkant van een monument en van werkzaamheden aan de binnenkant van een monument. Uitgangspunt is dat kosten die betrekking hebben op werkzaamheden aan de binnenkant van een monument, slechts subsidiabel zijn indien die werkzaamheden strekken tot behoud van de monumentale waarde van het monument of bijvoorbeeld om constructieve reden noodzakelijk zijn. Zo zal het ‘witten’ van binnenmuren in de meeste gevallen niet subsidiabel zijn omdat dit niet noodzakelijk is voor de bescherming van de monumentale waarde of een constructieve noodzaak heeft. Dit schilderwerk is wel subsidiabel indien pleisterwerk om constructieve of technische redenen vervangen moet worden.

Of interieuronderdelen daadwerkelijk monumentale waarden bezitten, dient, voor zover mogelijk, beoordeeld te worden aan de hand van hetgeen vermeld is in de omschrijving van het beschermd monument in het monumentenregister.

Het interieur van een beschermd monument bestaat uit vaste onderdelen.

Het Burgerlijk Wetboek (art. 3:4) is bepalend voor de vraag of iets kan worden aangemerkt als vast

interieuronderdeel van een gebouw.

Ten aanzien van de fysieke hechtheid van de verbinding werd in het verleden ook wel gesproken van ‘aard- en nagelvast’. Hierbij kan worden gedacht aan vloeren, plafonds, trappenhuis, schouwen en betimmeringen, hecht verankerd (kerk)meubilair, maar ook aan wandbespanningen en geschilderd behangsel.

Voor de vraag of een gebouw incompleet is, moet worden gekeken of het gebouw zonder het interieuronderdeel als gebouw incompleet – onaf – is. Voorbeelden van dit soort interieuronderdelen zijn deuren (die betrekkelijk eenvoudig uit hun hengsels zijn te lichten) en wandafwerkingen, aangebracht op of voor onafgewerkte muurvlakken, die zonder beschadiging zijn te verwijderen. Het gaat hierbij overigens om het gebouw en niet zozeer om de functie die het heeft. Het ontbreken van een object dat van belang is voor de functie, bijvoorbeeld voor de eredienst in een kerkgebouw, maakt dit gebouw niet incompleet.

Voor zover vaste interieuronderdelen van belang zijn voor de monumentale waarde van het beschermd monument, zijn de kosten van werkzaamheden aan deze onderdelen in beginsel subsidiabel.

Indieningsvereisten bij grotere ingrepen

In geval van een instandhoudingsplan voor ingrijpende werkzaamheden moeten meer stukken bij de subsidieaanvraag gevoegd worden dan bij normaal onderhoud. Het kan hierbij gaan om tekeningen en specialistische rapporten.

De tekeningen worden onderscheiden in: opnametekeningen (bestaande toestand en gebrekentekeningen), plantekeningen (nieuwe toestand, hoe de gebreken worden verholpen, of welke wijzigingen worden aangebracht) en aanvullende tekeningen (zoals doorsneden, principedetails en werktekeningen).

Diverse specialistische werkzaamheden worden in de planvorming niet door de (restauratie)architect uitgevoerd, maar door andere specialisten. In dit verband kan gedacht worden aan adviezen op bouwfysisch, constructief of installatietechnisch gebied. Dergelijke werkzaamheden door derden (zoals adviseurs, onderzoekers en restauratoren) zijn subsidiabel, mits ze noodzakelijk zijn om tot een juiste beoordeling te komen.

Bouwhistorisch onderzoek kan een indieningsvereiste zijn bij een grote ingreep in de monumentale waarden.

Bouwhistorisch onderzoek en bouwhistorische (deel)documentatie

De kosten voor bouwhistorisch onderzoek zijn subsidiabel voor zover het onderzoek betreft ten behoeve van het opstellen van een bouw- of restauratieplan. Het onderzoek betreft de bouw, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van gebouwen, complexen van gebouwen, of gebieden, in hun ruimtelijke samenhang, aan de hand van de vorm, de constructies, de gebruikte materialen en de afwerking. Ook kleur-, en dendrochronologisch of interieuronderzoek, aan bijv. beeldhouwwerk of bijzonder schilderwerk valt hieronder.

Bouwhistorisch onderzoek heeft de vorm van een bouwhistorische opname met waardenstelling (conform Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek).

Wanneer bij een plan bouwhistorische waarden verdwijnen kan in de vergunning worden opgenomen (in de voorwaarden of als opmerking) dat documentatie van datgene dat verdwijnt verplicht of gewenst is. Deze documentatie (in de Richtlijnen bouwhistorische ontleding genoemd) komt voor subsidie in aanmerking.

Bouwhistorische (deel)documentaties bevatten minimaal technische opnametekeningen, beeldmateriaal en een beschrijving van de te verdwijnen bouwhistorische onderdelen.

Onderzoek en (deel)documentaties zijn specialismes die belangenvrij dienen te worden uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeker die geen rol heeft in de totstandkoming of toetsing van het ontwerp voor een beoogde verbouwing, wijziging, of bij de uitvoering van de beoogde instandhoudingswerkzaamheden. Dat betekent dat onderzoek of documentatie dat wordt uitgevoerd door de architect/het architectenkantoor, de aannemer, of de opdrachtgever niet voor subsidie in aanmerking komt.

Onderzoek en (deel)documentaties worden begeleid en/of getoetst door de gemeentelijk bouwhistoricus, en vinden plaatst voorafgaand aan of tijdens de werkzaamheden.

Zelfwerkzaamheid

Voor de instandhouding van een monument is specifiek vakmanschap doorgaans onontbeerlijk. De regelgeving biedt een eigenaar van een monument de ruimte om instandhoudingswerkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf uit te voeren of door eigen personeel te laten uitvoeren in het kader van een door hem gedreven onderneming.

In het algemeen geldt dat de kosten van ‘zelfwerkzaamheid’ alleen dan subsidiabel zijn indien de eigenaar achteraf kan aantonen (bijvoorbeeld door middel van een accountantsverklaring) hoeveel uren door hemzelf of zijn personeel binnen het kader van een door hem gedreven onderneming zijn besteed aan subsidiabele werkzaamheden. Uren die zijn besteed buiten het kader van de door hem gedreven onderneming gelden als ‘doe-het-zelf’-uren en hier zijn alleen de materiaalkosten subsidiabel.

Veiligheid

De Arbeidsomstandighedenwet stelt eisen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en welzijn van degenen die met de uitvoering van werk belast zijn. Deze wet is ook van toepassing op restauratiewerkzaamheden.

Er moeten zogenoemde Arbo-voorzieningen worden getroffen om risico’s zo veel mogelijk te beperken. Met betrekking tot de instandhouding van monumenten wordt onderscheid gemaakt tussen tijdelijke bouwplaatsvoorzieningen (steigers, dakrandbeveiliging, en dergelijke) en voorzieningen van meer permanente aard (zoals ladder- en veiligheidshaken, loopbruggen, luiken en verlichting).

De tijdelijke bouwplaatsvoorzieningen zijn uitsluitend nodig, indien ingrijpende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. In de regel wordt hiervoor een (hoofd)aannemer ingeschakeld.

Het komt vaak voor dat delen van monumenten zeer moeilijk of niet bereikbaar zijn zonder een hoogwerker, kraan of steiger. Om reguliere inspecties en werkzaamheden goed en veilig te kunnen uitvoeren is het in zo’n situatie noodzakelijk voorzieningen van meer permanente aard aan te brengen om die gedeelten steeds gemakkelijk te kunnen bereiken. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn loopbruggen in ruimten boven gewelven in kerken, ladder- en veiligheidshaken, klimhaken (voldoende en op de juiste plaats) en dak- en torenspitsluiken. Hoewel zelden een verfraaiing, zijn dergelijke Arbo-voorzieningen noodzakelijk om monumenten in stand te kunnen blijven houden. Het aanbrengen, mits tot een minimum beperkt en deskundig uitgevoerd, is dan ook subsidiabel.

Meerwerk

Tijdens de uitvoering van het instandhoudingsplan kunnen onverwacht gebreken aan het licht komen, waardoor extra werkzaamheden noodzakelijk zijn om het beschermd monument in stand te kunnen houden. Eventuele meerkosten zullen alleen worden gesubsidieerd indien hiervoor vooraf goedkeuring is verleend door het college.

HOOFDSTUK 3. SUBSIDIABELE KOSTEN

01. VERZEKERINGEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de premie van een Casco All Risks-verzekering (CAR)

01.01 VERREKENING WIJZIGING KOSTEN EN PRIJZEN

Zelfwerkzaamheid:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de te verwerken materialen,

* de huur van het benodigde materieel,

* de arbeidsuren van de eigenaar en/of zijn personeel, mits die ten behoeve van werkzaamheden aan zijn monument zijn gemaakt in het kader van een door hem gedreven onderneming en ze achteraf kunnen worden aangetoond (bijvoorbeeld door middel van een accountantsverklaring).

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– de arbeidsuren van de eigenaar en/of vrijwilliger die zelf instandhoudingswerkzaamheden verricht (de ‘doe-het-zelf’-uren van de eigenaar en/of vrijwilliger).

Architecten-/plankosten:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het opstellen van het instandhoudingsplan met de daarbij behorende stukken (zoals plan, begroting, werkomschrijving en eventuele tekeningen)

Begeleidingskosten:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het begeleiden van de uitvoering van BRIM werkzaamheden voor het religieus erfgoed,

Overige kosten:

  • .

    bouw- en kleurhistorisch onderzoek,

  • .

    dendrochronologisch onderzoek,

  • bouwfysisch onderzoek (onder andere naar vocht- en zoutproblemen),

  • constructie-/bouwtechnisch onderzoek,

  • *

    specialistische werkzaamheden door derden, zoals voor:

  • beeldhouwwerk,

  • bijzonder schilderwerk,

  • werkzaamheden aan installaties,

  • advisering inzake specifieke onderwerpen en/of problemen.

Omzetbelasting/btw:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de omzetbelasting/btw tot een maximum van 21%, tenzij deze fiscaal verrekenbaar is.

01.02 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN n.v.t.

01.03 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* Noodzakelijk aanleg van Arbo-voorzieningen van meer permanente aard ten behoeve van veilig inspecteren en uitvoeren van werkzaamheden.

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– Arbo-voorzieningen welke verband houden met het verkrijgen en/of behouden van een gebruiksvergunning (zoals afscheidingen, hekken, trappen en verlichting).

02. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het inzetten van groot materieel (zoals bij voorbeeld damwanden, hijskranen, rijplaten en steigers), dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden,

03. FUNDERINGSPALEN EN DAMWANDEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van funderingspalen en/of damwanden (hout, beton of staal),

* de vervanging dan wel het aanbrengen van funderingspalen en/of damwanden (hout, beton of staal).

04 BETONWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van betonconstructies (zoals wanden, vloeren, daken, kolommen, liggers, portalen, consoles, balkons, klokkenstoelen en dergelijke),

* de instandhouding van betonnen onderdelen (zoals balusters, cementrustiek, dorpels, hekwerken, gevelbanden en -ornamenten),

Funderingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* herstel van betonnen funderingsconstructies,

* de vervanging van betonnen funderingsconstructies indien herstel niet meer mogelijk is.

Behandelingen en voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het behandelen van betonwerk tegen gevolgschade door roestende wapening,

* het behandelen van betonnen onderdelen en/of constructies, indien overlast van vocht/water niet door drainage alleen kan worden weggenomen (zoals het waterdicht maken van een kelder).

05 METSELWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van (dragend) metselwerk zoals van gevels, wanden, gewelven, kolommen, tuinmuren en dergelijke,

* het herstel van scheuren en het vervangen van kapotte stenen (inboeten).

Funderingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* herstel van gemetselde funderingsconstructies,

* de vervanging van gemetselde funderingsconstructies indien herstel niet meer mogelijk is.

Afdekkingen en bekledingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding of, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, het vervangen van houten, metalen of (natuur-)stenen afdekkingen en bekledingen van opgaand metselwerk, geveltoppen, kroonlijsten en dergelijke.

Behandelingen en voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het om bouwfysische redenen behandelen van metselwerk, indien overlast van vocht/water niet door drainage alleen kan worden weggenomen (zoals het waterdicht maken van een kelder),

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

- het impregneren van gevelmetselwerk.

06 RUWBOUWTIMMERWERK

Houtconstructies:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van houten draag-, gewelf-, kap- en vakwerkconstructies zoals balken, gootconstructies, gordingen, hijsbalken, kapspanten, muurstijlen en sporen,

* de instandhouding van houten elementen en onderdelen (zoals balustrades, hekwerken, schuttingen, luifels, stellingen en veranda’s),

* het, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, versterken of gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van de hiervoor bedoelde houtconstructies.

Funderingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van houten funderingsconstructies,

* het gedeeltelijk of geheel vervangen van houten funderingsconstructies indien herstel niet meer mogelijk is.

Beschietingen, bekledingen en betimmeringen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding en, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, het gedeeltelijk of geheel vervangen van dakbeschot, gewelfbeschot, vloerdelen en dergelijke,

* de instandhouding en, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, het gedeeltelijk of geheel vervangen van bijbehorende betimmeringen (zoals rachels, tengels, panlatten, roeflatten en klossen)

Behandelingen en voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* een curatieve behandeling tegen houtaantasters als insecten, schimmels en zwammen, mits uitgevoerd door een gecertificeerde deskundige,

07 METAALCONSTRUCTIEWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van gietijzeren, smeedijzeren en/of stalen constructies.

Behandelingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* een roestwerende behandeling en/of beschermlaag.

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

- het, al dan niet conform brandpreventievoorschriften, aanbrengen van brandwerende

en/of brand-isolerende voorzieningen.

08 BOUWKUNDIGE KANAALELEMENTEN

Schoorstenen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van schoorstenen met bijbehorende schoorsteenkanalen,

* de instandhouding van schoorsteenkappen en roosters.

Schachten en kokers:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding en, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, de gedeeltelijke dan wel gehele vervanging van schachten en kanalen (zoals ventilatie- en rookgasafvoerkanalen) en stortkokers.

09 KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van kozijnen, ramen en deuren (zoals stijlen aanscherven, onderdorpels vervangen),

* de instandhouding van vensteronderdelen (zoals schuiframen, raamluiken en dergelijke),

* de instandhouding van daklichten, dakkoepels en dakstraten,

* de instandhouding van elementen zoals galmborden, dakluiken en dergelijke,

* het gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van hiervoor genoemde onderdelen en elementen, mits constructief dan wel materiaaltechnisch noodzakelijk.

Hang- en sluitwerk:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van hang- en sluitwerk van ramen, deuren en luiken (zoals deurkloppers, deurkrukken, gehengen, scharnieren en sloten),

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    het aanbrengen van extra veiligheidsvoorzieningen zoals bij voorbeeld dievenklauwen,

  • -

    het periodiek nalopen en smeren van hang- en sluitwerk.

10 SYSTEEMBEKLEDINGEN n.v.t.

11 TRAPPEN EN BALUSTRADEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van trappen en traponderdelen (zoals trapbomen, traptreden, balustraden, leuningen, traphekken en trapluiken).

12 DAKBEDEKKINGEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van dakbedekkingen (zoals riet, pannen, leien, lood, zink en bitumineuze dakbedekking),

* de instandhouding en/of het aanbrengen van ventilatiepannen en –roosters,

* de instandhouding van afdekkingen en bedekkingen (zoals van koper, lood, zink, leien, natuursteen en dergelijke) van onder andere gevels, zijwangen van dakkapellen, ornamenten, dakranden en –daklijsten,

* het, indien dat om materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van dak- en gevelbedekkingen.

Balkons, luifels en dergelijke:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van afdekkingen en bekledingen (zoals van koper, lood, zink, bitumineuze afdekking en dergelijke) van en op balkons, luifels, galerijen, veranda’s en dergelijke,

* het, indien dat om materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van dergelijke afdekkingen en bekledingen.

Arbo-voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* aanleg en onderhoud van voorzieningen, conform de Arbo-wet- en regelgeving, ten behoeve van veilig inspecteren en uitvoeren van werkzaamheden (zoals ladderhaken en dakluiken; bij monumentale constructies dient het aantal tot een minimum beperkt te blijven en de bevestigingsplaatsen zorgvuldig gekozen te worden).

13 BEGLAZING

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van glas-in-lood ramen, al dan niet gebrandschilderd,

* het, indien dat om materiaaltechnische of andere redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van de beglazing, mits dit geschiedt op een bijpassende wijze c.q. met een in stijl passende glassoort,

* het aanbrengen van tegen teloorgang en vandalisme beschermende voorzetbeglazing bij bijzonder ontworpen glas-in-loodramen, waaronder gebrandschilderd glas.

* kosten van speciaal dubbel monumentenglas (max. 10 mm dik) of achterzetramen

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    het aanbrengen van normaal isolerende beglazing,

  • -

    het periodiek bewassen van ramen.

14 NATUUR- EN KUNSTSTEEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van natuursteenwerken (zoals balustraden, bordessen, dorpels, gevelbanden, kolommen, neuten, plinten, stoeppalen, traptreden en vloeren),

* de instandhouding van natuurstenen beeldhouwwerken (decoratieve elementen en ornamenten zoals klauwstukken, kruisbloemen, pinakels en voluten),

* het, indien dat om materiaaltechnische of andere redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van natuursteenwerken en natuurstenen beeldhouwwerken.

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    het impregneren van natuur- en kunststeenwerk.

15 VOEGWERK (zie ook metselwerk)

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van het voegwerk inclusief het op bijpassende manier opnieuw aanbrengen van uitgevallen voegwerk,

* het op bijpassende manier vervangen van voegwerk, doch uitsluitend omdat de waterkerende werking van het metselwerk van de gevel niet meer voldoende is.

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    het aanbrengen van voegvullingen van PUR-schuim, kit en dergelijke.

16 NA-ISOLATIE n.v.t.

17 GEVELSCHERMEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van gevelschermen (zoals wind- en zonneschermen).

18 STUKADOORWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van binnen- en buitenstucwerk,

* de instandhouding van stucwerk ornamenten, zowel binnen als buiten,

* het, indien dat om materiaaltechnische en/of constructieve redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel

vervangen van het stucwerk,

* het gebruiken van stucwerkdragers en stucwerkprofielen.

19 TEGELWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van tegelwerk (zoals vloer- en wandtegels, tegeltableaus in/op schouwen en mozaïekwerk),

* het vervangen van kapotte tegels.

20 DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van vloerafwerkingen (zoals terrazzo-, granito-, parket- en stalvloeren),

21 METAAL- EN KUNSTSTOFWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van metaalwerken (zoals gietijzeren/smeedijzeren/stalen hekwerken, balusters en kolommen,

* de instandhouding van decoratieve metalen ornamenten (zoals bol, haantje, kruis, windvaan, wijzerplaat en zonnewijzer).

Roosters en dergelijke:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van vloerluiken en -roosters,

* de instandhouding van ventilatieroosters (zoals gevelroosters voor de ventilatie van de kruipruimte),

* de instandhouding van gaasramen en roosters ter bescherming van monumentale onderdelen,

* de instandhouding van blad- en sneeuwroosters in goten,

* het vervangen en/of aanbrengen van roosters en/of luiken, indien technisch of bouwfysisch noodzakelijk,

Hijs- en ankerwerken:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van hijswerken (zoals hijsankers, hijshaken, hijskatrollen en dergelijke),

* de instandhouding van ankerwerken en bevestigingen (zoals gevelankers, bevestigingshaken en ophangstangen),

* het aanbrengen van ankers en bevestigingen.

22 PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van plafonds en wanden van onder andere glas, hout, leem, leer, metaal en textiel, al dan niet bevestigd op tengel- en rachelwerk, riet, steengaas en dergelijke,

* de instandhouding van al dan niet geschilderde plafond- en wanddecoraties en ornamenten (zie hiervoor ook de

paragrafen 46 en 47).

23 AFBOUWTIMMERWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van aftimmerwerk buiten (zoals gevelbetimmeringen, dakkapellen, frontons, boei- en

gootlijsten, windveren, dak- en gevellijsten, pilasters, dakluiken, schoorsteenborden en uilenborden),

* de instandhouding van aftimmerwerk binnen (zoals architraven, dagbetimmeringen, deurlijsten, koplijsten, lambriseringen, orgelkassen, plinten, raamblinden, vensterbanken en vloerluiken),

* de instandhouding van decoratieve houten elementen (zoals festoenen en sierlijstwerk).

Behandelingen en voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* een curatieve behandeling tegen houtaantasters als insecten, schimmels en zwammen, mits deze aantoonbaar

actief zijn en de behandeling wordt uitgevoerd door een ter zake deskundige,

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    een preventieve behandeling tegen houtaantasters.

24 SCHILDERWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

  • schilderwerk buiten, uitgevoerd door een gecertificeerd schildersbedrijf

  • een zake deskundige verftechnisch adviesrapportage buitenschilderwerk,

* de instandhouding van bijzonder schilderwerk binnen en/of geschilderde decoraties (zoals muur-, wand-, plafond-, haard/schouw en vloerbeschilderingen).

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    het periodiek wassen/reinigen van schilderwerk

  • -

    zelfwerkzaamheid

25 BINNENINRICHTING

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van interieurs en interieurelementen voor zover die hecht met het gebouw verbonden zijn zoals bedsteden, haarden, hekwerken, kasten, schouwen en tochtportalen,

* onderzoek en begeleiding door een gekwalificeerde deskundige (zie paragraaf 01.04).

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding van losse interieurelementen (zoals boeken, gebruiksvoorwerpen, gordijnen, kandelaars, los meubilair, rouwborden en schilderijen),

  • -

    regulier schoonmaakwerk (zoals afstoffen, boenen, poetsen en stofzuigen).

26 BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING n.v.t.

27 DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van (onder andere gietijzeren, koperen, loden, natuurstenen en zinken) goten c.q. gootbekledingen, vergaarbakken en hemelwaterafvoeren,

* het, indien dat om materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van goten c.q. gootbekledingen, vergaarbakken en hemelwaterafvoeren.

28 BINNENRIOLERING n.v.t.

29 WATERINSTALLATIES n.v.t.

30 SANITAIR n.v.t.

31 BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIES n.v.t.

32 GASINSTALLATIES n.v.t.

33 PERSLUCHT- EN VACUUMINSTALLATIES n.v.t.

34 VERWARMINGSINSTALLATIES n.v.t.

35 VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van onder andere binnen- en buitenroosters, ventilatie- en dakkappen,

36 KOELINSTALLATIES n.v.t.

37 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES.

Bliksemafleidingsinstallaties :

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de aanleg van bliksemafleidingsinstallaties, aangelegd conform de geldende voorschriften (NEN-EN-IEC 62305 beveiligingsklasse LPL III of LPL II),

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    aanleg en/of onderhoud van overspanningsbeveiliging.

38 COMMUNICATIE- EN BEVEILIGINGSINSTALLATIES n.v.t.

39 GEBOUWENBEHEERSYSTEMEN n.v.t.

40 LIFTINSTALLATIES n.v.t.

41 ROLTRAPPEN EN ROLPADEN n.v.t.

42 HEF- EN HIJSINSTALLATIES n.v.t.

43 GOEDERENTRANSPORT- EN –DISTRIBUTIESYSTEMEN n.v.t.

44 GEVELONDERHOUDINSTALLATIES

Arbo-voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* aanleg van voorzieningen, conform de Arbo-wet- en regelgeving, ten

behoeve van veilig inspecteren en uitvoeren van werkzaamheden (zoals veiligheidsogen

en –ankers; bij monumentale constructies dient het aantal tot een minimum beperkt te

blijven en de bevestigingsplaatsen zorgvuldig gekozen te worden).

45. WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES n.v.t.

46 KLINKENDE ONDERDELEN VAN n.v.t.

47 GROENE MONUMENTEN (begraafplaatsen, parken, tuinen, e.d.) n.v.t.

48. DRANAGE/INJECTEREN

Subsidiabel zijn de kosten van:

  • -

    aanleg van een drainage systeem mits dit noodzakelijk is voor het droog houden van muren tegen optrekkend vocht,

  • -

    Idem voor de injecterings-methode uitgevoerd door erkende injecteringsbedrijven

Alkmaar, 7-5-2019

Het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar,

P.M. Bruinooge, burgemeester

W. van Twuijver, secretaris