Regeling vervallen per 01-01-2021

Uitvoeringsregeling peuteropvangvergoeding gemeente Boxtel 2020

Geldend van 01-08-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Uitvoeringsregeling peuteropvangvergoeding gemeente Boxtel 2020

Burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

overwegende dat het wenselijk is om peuteropvang voor alle peuters in de gemeente Boxtel toegankelijk te maken om zo de ontwikkeling van alle peuters te bevorderen;

gelet op de artikelen 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening Boxtel 2017;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende regeling:

UITVOERINGSREGELING PEUTEROPVANGVERGOEDING GEMEENTE BOXTEL 2020

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Boxtel;

  • b.

    lokale register: het register van kinderopvangorganisaties die peuteropvang aanbieden in de gemeente Boxtel;

  • c.

    LRK: het Landelijk Register Kinderopvang, waarin kinderopvangorganisaties zijn geregistreerd die voldoen aan de wettelijke voorwaarden;

  • d.

    peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • e.

    peuteropvang: de opvang van twee dagdelen van 4 uur voor peuters in de gemeente Boxtel;

  • f.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag voor kinderopvang die ouders kunnen aanvragen bij de Belastingdienst;

  • g.

    verordening: de Algemene subsidieverordening Boxtel 2017;

  • h.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • i.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

  • j.

    gezamenlijk inkomen: het inkomen gelijk aan het toetsingsinkomen van de Belastingdienst.

Artikel 2 Het lokale register

  • 1. Een kinderopvangorganisatie wordt opgenomen in het lokale register als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden. De kinderopvangorganisatie:

    • a.

      staat geregistreerd in het LRK;

    • b.

      voldoet aan de Wet kinderopvang met specifieke aandacht voor het VVE-domein;

    • c.

      werkt met een VVE-ontwikkelingsprogramma voor peuters;

    • d.

      werkt met pedagogische medewerkers die minimaal taalniveau 3F beheersen;

    • e.

      maakt gebruik van een kindvolgsysteem;

    • f.

      heeft overdrachtsafspraken gemaakt met basisscholen;

    • g.

      kent een zorgstructuur en samenwerkingsafspraken met het Centrum voor Jeugd en Gezin;

    • h.

      is vertegenwoordigd in het VVE-overleg uitvoering Boxtels Model;

    • i.

      levert een bijdrage aan de monitoring ten behoeve van bereik/non-bereik van peuters in de gemeente Boxtel.

  • 2. Kinderopvangorganisaties uit de gemeente Boxtel kunnen een registratie in het lokale register aanvragen bij de gemeente Boxtel.

  • 3. Kinderopvangorganisaties kunnen worden opgenomen in het lokale register op 1 januari of 1 juli van elk jaar.

  • 4. Het lokale register is te raadplegen op de gemeentelijke website (www.boxtel.nl).

Artikel 3 Voorwaarden voor de vergoeding

Ouders of verzorgers van een peuter komen in aanmerking voor een vergoeding voor peuteropvang, als:

  • a.

    de peuter 8 uur per week de peuteropvang bezoekt;

  • b.

    er een overeenkomst is met een kinderopvangorganisatie die opgenomen is in het lokale register, zoals bedoeld in artikel 2;

  • c.

    er geen aanspraak gemaakt kan worden op kinderopvangtoeslag, en

  • d.

    de peuter niet tot de doelgroep VVE behoort.

Artikel 4 De hoogte en berekening van de vergoeding

  • 1. De hoogte van de vergoeding per kind verandert niet bij meerdere kinderen.

  • 2. De vergoeding wordt verleend voor maximaal 8 uur peuteropvang per week gedurende maximaal 40 weken per jaar.

  • 3. Bij de berekening van de vergoeding wordt het maximale uurtarief voor de kinderopvang dat jaarlijks door het Rijk wordt vastgesteld als uitgangspunt genomen.

  • 4. De hoogte van de vergoeding wordt berekend op basis van het gezamenlijk inkomen, waarbij geldt dat:

    • a.

      als het gezamenlijk inkomen lager is dan € 25.189, de vergoeding het uurtarief van het Rijk bedraagt voor 8 uur per week, 40 weken per jaar;

    • b.

      als het gezamenlijk inkomen tussen € 25.189 en € 66.628 ligt, de vergoeding het uurtarief van het Rijk bedraagt minus € 2,00 voor 8 uur per week, 40 weken per jaar;

    • c.

      als het gezamenlijk inkomen hoger is dan € 66.628, de vergoeding het uurtarief van het Rijk bedraagt minus € 3,00 voor 8 uur per week, 40 weken per jaar.

Artikel 5 Procedurebepalingen voor de verstrekking van de vergoeding peuteropvang

  • 1. Een aanvraag om een vergoeding wordt ingediend op een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. In afwijking van artikel 7 van de verordening kan een aanvraag gedurende het hele jaar worden ingediend met dien verstande dat de vergoeding binnen een half jaar na de start van de peuteropvang dient te zijn aangevraagd.

  • 3. Na ontvangst van een aanvraag neemt het college binnen 8 weken een besluit.

  • 4. Het college verleent de vergoeding vanaf de 1e van de maand dat de peuteropvang aanvangt.

  • 5. De vergoeding wordt na afloop van de opvangmaand uitbetaald.

  • 6. De vergoeding wordt stopgezet in de maand nadat de peuter vier jaar is geworden of als een tussentijdse wijziging, zoals bedoeld in artikel 7, daartoe aanleiding geeft.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de verordening wordt de aanvraag om een vergoeding op grond van deze regeling in ieder geval geweigerd, indien:

  • a.

    er een overeenkomst is met een (kinderopvang)organisatie die niet is opgenomen in het lokale register, zoals bedoeld in artikel 2;

  • b.

    de peuter jonger is dan 2 jaar of ouder dan 4 jaar;

  • c.

    de peuter niet in de gemeente Boxtel staat ingeschreven;

  • d.

    de ouders of verzorgers van een peuter in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • e.

    de peuter tot de doelgroep VVE behoort;

  • f.

    het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

Artikel 7 Tussentijdse wijzigingen

  • 1. Ouders of verzorgers van een peuter geven tussentijdse wijzigingen als bedoeld in het tweede lid door op een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Een tussentijdse wijziging betreft één of meerdere van de volgende onderwerpen:

    • a.

      wijziging van de naam of het adres van de ouders of verzorgers dan wel de peuter;

    • b.

      wijziging van de naam of het adres van de peuteropvangorganisatie waarmee de ouders of verzorgers van de peuter een overeenkomst hebben;

    • c.

      wijziging van de peuteropvangorganisatie waarmee de ouders of verzorgers van de peuter een overeenkomst hebben;

    • d.

      wijziging van het inkomen van de ouders of verzorgers van de peuter;

    • e.

      wijziging van het uurtarief voor peuteropvang;

    • f.

      wijziging, omdat de ouders of verzorgers van de peuter een financiële bijdrage uit een andere regeling ontvangen, zoals kinderopvangtoeslag;

    • g.

      wijziging van de wijze waarop de vergoeding betaald moet worden.

  • 3. Een tussentijdse wijziging wordt door de ouders of verzorgers van de peuter zo spoedig mogelijk gemeld.

  • 4. Het college beoordeelt het recht op de vergoeding peuteropvang binnen 8 weken na ontvangst van een wijzigingsformulier.

Artikel 8 Terugvordering

  • 1. Indien de ouders of verzorgers van de peuter onjuiste inlichtingen hebben verstrekt op basis waarvan ten onrechte een vergoeding kinderopvang is toegekend of, indien zij desgevraagd niet de bewijsstukken overleggen, waaruit blijkt dat zij voor een vergoeding peuteropvang in aanmerking komen, dan wel wanneer een onverschuldigde betaling aan hen is gedaan, kan het college de vergoeding geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

  • 2. Het besluit tot herziening van het recht op de vergoeding peuteropvang en de daaraan gekoppelde terugvordering, biedt geen executoriale titel, met uitzondering van een terugvordering die verband houdt met het opzettelijk verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens. In dat geval is er sprake van een civielrechtelijke vordering op grond van onverschuldigde betaling, zoals bedoeld in artikel 6:203 e.v. van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Door het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders of verzorgers van de peuter worden afgeweken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. De ‘Uitvoeringsregeling Peuteropvang Vergoeding (POV) Boxtel’ wordt ingetrokken.

  • 2. Deze regeling treedt na bekendmaking in werking op 1 augustus 2020.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling peuteropvangvergoeding gemeente Boxtel 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel op 7 juli 2020.

Burgemeester en wethouders van Boxtel,

de secretaris,

A. Kraal

de burgemeester,

R. van Meygaarden