Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Harderwijk houdende regels omtrent historische schepen (Verordening historische schepen Harderwijk)

Geldend van 27-07-2019 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Harderwijk houdende regels omtrent historische schepen (Verordening historische schepen Harderwijk)

De raad van de gemeente Harderwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum);

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is

  • -

    de afspraken die gemaakt zijn in het kader van het beleid over historische schepen Harderwijk juridisch te verankeren door deze voor zover nodig vast te leggen in een verordening;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende

Verordening historische schepen Harderwijk

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    beheercommissie historische schepen: de commissie die is belast met het periodieke toezicht op de historische schepen en er op toeziet dat de schepen blijven voldoen aan de eisen van het Beleid historische schepen Harderwijk;

  • b.

    behoudsorganisatie: vereniging of stichting die het behoud van traditionele vaartuigen nastreeft;

  • c.

    FVEN (Federatie Varend Erfgoed Nederland): de FVEN is de overkoepelende organisatie van de behoudsorganisaties voor historische schepen. De FVEN behartigt de gemeenschappelijke belangen van de behoudsorganisaties, en coördineert en stimuleert activiteiten die van belang zijn voor het Varend Erfgoed. Daarnaast faciliteert de koepel de behoudsorganisaties, waaronder de registratie in het Register Varend Erfgoed Nederland (RVEN);

  • d.

    historisch schip: een vaartuig dat bestemd is en gebruikt wordt om te varen en dat voldoet aan het in het Beleid historische schepen Harderwijk opgenomen toetsingskader;

  • e.

    havenmeester: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen functionaris / ambtenaar, zijn plaatsvervanger, alsmede bij afwezigheid van hen de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast met het toezicht op het openbaar water;

  • f.

    havens en wateren: de Vissershaven, de Lelyhaven, de Lorentzhaven, de Pasteurhaven, Strandhaven, Stadshaven en Waterstandshaven alsmede alle andere bevaarbare wateren gelegen binnen de grenzen van de gemeente Harderwijk;

  • g.

    kade: een aan een haven grenzend gebied;

  • h.

    RVEN (Register Varend Erfgoed Nederland): de RVEN is een register waarin schepen zijn opgenomen die voldoen aan de criteria van de FVEN en de bij de FVEN aangesloten behoudsorganisaties voor het type schip;

  • i.

    schip: elk vaartuig, hoe ook genaamd en van welke grootte, inhoud, toerusting of inrichting het ook zij, dat feitelijk wordt gebruikt of geschikt is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water;

  • j.

    schipper: ieder, die aan boord van enig schip voortdurend of tijdelijk het gezag voert en bij het ontbreken daarvan de rechthebbende op het schip;

  • k.

    toetsingscommissie historische schepen: de commissie die is belast met de advisering over de aanvragen voor een ligplaatsvergunning voor een historisch schip en beoordeelt in het kader van de aanvraag of het schip voldoet aan het Beleid historische schepen Harderwijk en de in deze verordening opgenomen weigeringsgronden;

  • l.

    wonen: het wonen op een historisch schip, binnen de kaders die in het Beleid historische schepen Harderwijk zijn opgenomen;

  • m.

    vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt, dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen/en drijvend lichaam voor vervoer of transport over wateroppervlakten.

Artikel 2 Ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats in te nemen met een historisch schip.

  • 2. Een ligplaatsvergunning voor een historisch schip kan voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd worden verleend.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de verdeelprocedure, overgangsrecht, intrekking en wijziging van de ligplaatsvergunning voor historische schepen. Burgemeester en wethouders zullen deze nadere regels in ieder geval stellen op het moment dat er geen ligplaatsen meer beschikbaar zijn, zodra een ontvankelijke en volledige aanvraag om een nieuwe ligplaats wordt ontvangen, als bedoeld in artikel 6 lid 4 van deze verordening.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften verbinden aan de ligplaatsvergunning.

Artikel 3 Specifieke gebruiksregels ligplaatsen historisch schip

Onverminderd de voorschriften die verbonden kunnen zijn aan de ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 2 lid 4 van deze verordening, gelden voor ligplaatsen van historische schepen de volgende gebruiksregels:

  • a.

    de ligplaats en het historisch schip dat hiervan gebruik maakt worden goed onderhouden;

  • b.

    overlast gevende activiteiten, verbouwingen en restauraties van het historisch schip (met uitzondering van dagelijks klein onderhoud) zijn niet toegestaan.

Artikel 4 Juridisch karakter ligplaatsvergunning

  • 1. Een ligplaatsvergunning voor een historisch schip is gebonden aan de ligplaats- en het historisch schip waarop deze betrekking heeft. De ligplaatsvergunning is niet verbonden aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon, de eigenaar of gebruiker van het historisch schip.

  • 2. De gebruiksregels en ligplaatsvergunning (artikel 3) geldt voor eenieder die de ligplaats en het historisch schip waarop zij betrekking heeft, gebruikt. De vergunninghouder draagt ervoor zorg dat de aan de ligplaatsvergunning verbonden voorschriften worden nageleefd.

  • 3. Een ligplaatsvergunning is alleen geldig op een door burgemeester en wethouders aan te wijzen locatie, het recht op een ligplaats kan niet afzonderlijk van het aan de ligplaats gekoppelde historisch schip worden overgedragen.

Artikel 5 Indieningsvereisten aanvraag ligplaatsvergunning

  • 1. De aanvraag om een ligplaatsvergunning vindt plaats door middel van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2. Alleen de juridisch eigenaar van een historisch schip kan een aanvraag om ligplaatsvergunning voor dit historische schip indienen.

  • 3. Bij de aanvraag voor een ligplaatsvergunning voor een historisch schip dienen in ieder geval de volgende gegevens te zijn bijgevoegd:

    • a.

      een volledige en ondertekende schriftelijke aanvraagformulier ter attentie van de toetsingscommissie;

    • b.

      bewijs van eigendom van het historische schip;

    • c.

      bewijs van inschrijving in het Register Varend Erfgoed Nederland (RVEN);

    • d.

      de afmetingen van het historische schip (breedte, lengte over alles en diepgang);

    • e.

      meerdere duidelijke en recente (representatieve) foto’s van het schip;

    • f.

      verzekeringsbewijs wettelijke aansprakelijkheid.

Artikel 6 Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag om een ligplaatsvergunning.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag om een ligplaatsvergunning de beslistermijn als bedoeld in lid 1 met ten hoogste 4 weken verlengen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (vergunning van rechtswege) is niet van toepassing.

  • 4. De aanvraag zoals bedoeld in artikel 5 wordt aangehouden indien er geen ligplaatsen meer beschikbaar zijn ten tijde van de indiening van de aanvraag om een ligplaatsvergunning. De aanhouding duurt totdat burgemeester en wethouders op de aanvraag om een ligplaats kan worden beschikt overeenkomstig de nadere regels die burgemeester en wethouders op grond van artikel 2 lid 3 van deze verordening zullen vaststellen.

Artikel 7 Toetsingscommissie en beheercommissie historische schepen

  • 1. Er is een toetsingscommissie en een beheercommissie.

  • 2. De toetsingscommissie historische schepen adviseert burgemeester en wethouders over een ingediende aanvraag ligplaatsvergunning voor een historisch schip. De toetsingscommissie toetst daarbij aan de criteria zoals opgenomen in deze verordening en in het Beleid historische schepen Harderwijk zoals dat geldt ten tijde van de aanvraag.

  • 3. De beheercommissie historische schepen is belast met het periodiek toezicht op de historische schepen en ziet er op toe dat de schepen blijven voldoen aan de eisen van het Beleid historische schepen Harderwijk.

  • 4. De toetsingscommissie en beheercommissie bestaat elk uit drie leden die worden aangewezen en benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de samenstelling, taken en verantwoordelijkheden en benoemingsprocedure van de toetsingscommissie en beheercommissie.

Artikel 8 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning historisch schip .

De ligplaatsvergunning voor een historisch schip wordt in ieder geval geweigerd als:

  • a.

    het historische schip niet is ingeschreven in het Register Varend Erfgoed Nederland van de FVEN en van de inschrijving geen schriftelijk bewijs is overlegd;

  • b.

    het historische schip geen toegevoegde waarde heeft voor de ruimtelijke kwaliteit van de havens van Harderwijk;

  • c.

    het exterieur van het historische schip zichtbaar niet verkeert in goede en verzorgde staat van onderhoud;

  • d.

    de toetsingscommissie historische schepen adviseert dat het historische schip niet voldoet aan het Beleid historische schepen Harderwijk;

  • e.

    als de aanvraag betrekking heeft op een ligplaats die volgens het op dat moment geldende Beleid historische schepen Harderwijk niet voor een historisch schip in aanmerking komt, tenzij afwijking van dit beleid gerechtvaardigd is vanwege bijzondere omstandigheden.

Artikel 9 Woonvergunning bewoning historisch schip

  • 1. Het is niet toegestaan op een historisch schip, waarvoor een ligplaatsvergunning is verleend, te wonen zonder vergunning van burgemeester en wethouders (woonvergunning).

  • 2. De woonvergunning is gekoppeld aan een natuurlijk persoon die juridisch eigenaar is van het historisch schip en is niet overdraagbaar. In geval de in artikel 2 lid 3 beschreven situatie zich voordoet zal in het nader te nemen besluit worden voorzien in persoonsgebonden overgangsrecht voor de houders op dat moment van een woonvergunning. Het is niet toegestaan om het historisch woonschip te verhuren of anderszins aan een andere in gebruik geven.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de woonvergunning voorschriften verbinden, waaronder in ieder geval de volgende voorschriften:

    • a.

      het is niet toegestaan de woon- en leefsituatie, veiligheid, gezondheid en/of openbare orde op en in de omgeving van het historische schip op ontoelaatbare wijze nadelig te beïnvloeden;

    • b.

      het wonen mag niet het doelmatig gebruik van de ligplaats, omliggende ligplaatsen en de haven frustreren, zoals door de opslag van materialen op het historisch schip of op de kade of het lozen van afvalstoffen, dan wel door het anderszins veroorzaken van hinder in de zin van artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek;

    • c.

      het wonen mag de veilige en vlotte doorvaart van passerende schepen in de haven niet hinderen, zoals door het veroorzaken van licht- of rookhinder.

Artikel 10 Weigeringsgronden woonvergunning

Burgemeester en wethouders weigeren een aanvraag om woonvergunning als:

  • a.

    de aanvrager niet de juridische eigenaar is van het historisch schip;

  • b.

    voor het historisch schip geen ligplaatsvergunning is verleend zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

  • c.

    als de aanvraag betrekking heeft op een ligplaats die volgens het op dat moment geldende Beleid historische schepen Harderwijk niet voor een historisch schip in aanmerking komt, tenzij afwijking van dit beleid gerechtvaardigd is vanwege bijzondere omstandigheden.

Artikel 11 Intrekking en wijziging ligplaatsvergunning en woonvergunning historisch schip

  • 1. De ligplaatsvergunning en/of woonvergunning voor een historisch schip kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

    • a.

      de vergunninghouder de ligplaatsvergunning en/of woonvergunning en/of de daaraan verbonden voorschriften niet naleeft;

    • b.

      de vergunninghouder het bepaalde in deze verordening en/of andere regelgeving die voor de havens van Harderwijk geldt niet naleeft;

    • c.

      de ligplaatsvergunning is verleend op grond van onjuiste of onvolledige gegevens van de kant van de aanvrager;

    • d.

      het historische schip door wijzigingen zoals verbouwen en aanpassingen niet meer voldoet aan de criteria van het Beleid historische schepen Harderwijk, nadat de beheercommissie historische schepen hierover negatief heeft geadviseerd;

    • e.

      dit in het belang van de openbare orde, de veiligheid en het milieu in of in de omgeving van de haven, of de kwaliteit van de dienstverlening in de haven, noodzakelijk is;

    • f.

      ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      hiervan geen gebruik wordt gemaakt binnen één jaar na verlening van de vergunning;

    • h.

      indien redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag voor de vergunning vermelde, in overeenstemming is;

    • i.

      de houder dit verzoekt;

    • j.

      de houder binnen één maand na verlening van de woonvergunning zich niet inschrijft in de basisregistratie personen op het adres van het historisch schip waarop de vergunning betrekking heeft.

  • 2. De woonvergunning vervalt van rechtswege indien de ligplaatsvergunning voor het historische schip is vervallen, ingetrokken of de tijdsduur waarvoor deze is verleend is verstreken.

Artikel 12 Strafbepaling

Een overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde is strafbaar en wordt bestraft overeenkomstig artikel 184, eerste lid Wetboek van Strafrecht.

Artikel 13 Naleving verordening

  • 1. Met het houden van toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangestelde havenmeesters.

  • 2. Met de zorg voor de naleving en handhaving van deze verordening zijn mede belast de door de burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren, ieder voor zoveel het zaken betreft die aan zijn toezicht zijn toevertrouwd.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening historische schepen Harderwijk".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente

Harderwijk in zijn openbare vergadering van 18 juli 2019,

de heer H.J. van Schaik

voorzitter

de heer H.R. Lanning

raadsgriffier

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING HISTORISCHE SCHEPEN HARDERWIJK

Inleiding

Op 29 september 2016 heeft de gemeenteraad van Harderwijk de Havenvisie Harderwijk 2016 vastgesteld. Het doel van de havenvisie is op hoofdlijnen richting te geven aan ontwikkeling, gebruik en beheer van de havens van Harderwijk. De visie geeft de reikwijdte en ambitie aan en welke onderdelen wij verder willen uitweken. Een van de uit te werken onderdelen is het Beleid historische schepen Harderwijk.

In de Havenvisie Harderwijk 2016 is een ambitie opgenomen voor het noordelijk en het zuidelijk havengebied. Het Beleid historische schepen Harderwijk is bedoeld om een invulling te geven aan een onderdeel van de ambitie voor het zuidelijk havengebied, namelijk de beleving en uitstraling.

De gemeente Harderwijk ontwikkelt in nauwe samenwerking met andere partijen het Waterfront. Waterfront leidt in het gebied rondom de binnenstad tot een grootschalige transformatie. Onderdeel van de transformatie is de aanleg van de nieuwe havens: Strandhaven, Stadshaven en Waterstadhaven. Gecombineerd met de bestaande Vissershaven en Lelyhaven ontstaat een nieuw havengebied met meer mogelijkheden voor de recreatie op en om het water.

De uitbreiding met de drie nieuwe havens biedt extra mogelijkheden voor historische schepen. Er komen extra ligplaatsen beschikbaar en voor het toerisme geven historische schepen een extra dimensie aan de aantrekkingskracht van Harderwijk. Historische schepen in de havens bieden een uniek decor voor de toeristensector en evenementen en fungeren op die manier als een vliegwiel voor de economie van Harderwijk.

Voor de historische schepen is in gezamenlijk overleg met belanghebbende partijen een beleid voor historische schepen vastgesteld. In dit beleid zijn alle uitgangspunten en afspraken opgenomen die uit het overlegproces met belanghebbenden naar voren zijn gekomen. Juridisch gezien bestaat dit beleidskader uit ‘beleidsregels’ en ‘nadere regels’. Om deze uitgangspunten en afspraken ook juridisch te verankeren, is het nodig een deel van dit beleidskader te vertalen in regels c.q. een verordening.

In een verordening horen bijvoorbeeld de bepalingen thuis waarin staat dat een bepaalde gedraging is verboden. En ook bepalingen die burgemeester en wethouders de bevoegdheid geven om nadere regels vast te stellen of een beschikking te nemen, zoals een ligplaatsvergunning, horen thuis in een verordening. Dit volgt uit het zogenaamde ‘legaliteitsbeginsel’. Dit beginsel houdt kort samengevat in dat uitvoerende bevoegdheden, zoals de bevoegdheid om op een aanvraag vergunning te beslissen of nadere regels te stellen, op een uitdrukkelijke wettelijke grondslag moet berusten. Beleidsregels zijn geen ‘wetten’ / ‘regels’ maar geven aan hoe het bestuursorgaan gebruik maakt van een wettelijke bevoegdheid die (bij verordening) is gegeven.

In het kader van deze goede juridische verankering van de gemaakte afspraken en vastgelegde uitgangspunten is deze ‘verordening historische ligplaatsen Harderwijk’ opgesteld. Deze verordening geldt naast de Havenverordening. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende artikelen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In het eerste artikel zijn de omschrijvingen opgenomen van verschillende begrippen die in de verordening historische schepen Harderwijk voorkomen. Een aantal van deze definities is overgenomen uit de Havenverordening.

Artikel 2 Ligplaatsvergunning historisch schip

Voor het innemen van een ligplaats met een historisch schip is een vergunning nodig. Een vergunningenstelsel is nodig om te reguleren waar de historische schepen ligplaats kunnen innemen en om het uiterlijk van de historische schepen te bewaken. Doel van het vergunningenstelsel is om te bewaken dat de historische schepen bijdragen aan de aantrekkelijke uitstraling en het historische karakter van Harderwijk, ook buiten het vaarseizoen.

Niet elk schip kan in aanmerking komen voor een ligplaatsvergunning voor een historisch schip. In de verordening is een aantal toetsingscriteria opgenomen, om te waarborgen dat de historische schepen bijdragen aan de aantrekkelijke uitstraling en het historische karakter van Harderwijk.

Zo dient het schip te zijn ingeschreven in het Register Varend Erfgoed Nederland van de Federatie Varend Erfgoed Nederland. Het schip dient een toegevoegde waarde te hebben voor de ruimtelijke kwaliteit van de (havens van) Harderwijk. Tot slot dient het exterieur van het schip zich zichtbaar in een goede en verzorgde staat van onderhoud te bevinden.

Bij de beoordeling van de aanvragen om ligplaatsvergunning voor een historisch schip wordt een toetsingscommissie ingesteld. Deze commissie adviseert burgemeester en wethouders over het al dan niet voldoen aan de hiervoor genoemde toetsingscriteria. De toetsingscommissie bestaat uit een stedenbouwkundige van de gemeente Harderwijk, een vertegenwoordiger van een lokale behoudorganisatie en de havenmeester.

De ligplaatsvergunning heeft een zaaksgebonden karakter. Dit betekent dat deze geldt voor de aangewezen ligplaats en het historische schip waarvoor de aanvraag is verleend. De ligplaatsvergunning kan niet worden overgedragen naar een andere locatie of ander historisch schip. Een nieuwe aanvraag ligplaatsvergunning en beoordeling is dan nodig.

Schaarse rechten

Bestuursorganen moeten bij het verdelen van schaarse rechten (schaarse vergunningen) potentiële gegadigden de mogelijkheid bieden om naar de beschikbare vergunningen mee te dingen. Dat heeft advocaat-generaal Widdershoven op 25 mei 2016 geantwoord op vragen van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Wanneer geen ligplaatsen voor historische schepen meer beschikbaar zijn en voor alle ligplaatsen vergunningen zijn verleend, worden geen nieuwe aanvragen meer in behandeling genomen. In verband hiermee is in artikel 6 lid 4 van de verordening opgenomen dat deze aanvragen dan worden aangehouden. Zoals in paragraaf 2.6 van het beleid voor historische schepen is omschreven, wordt op dat moment in overgangsrecht voorzien voor bestaande ligplaatshouders, waarbij een nieuwe verdeelprocedure wordt vastgesteld bij het vrijkomen van ligplaatsen. Op de gemeentelijke website wordt bijgehouden hoeveel ligplaatsen zijn vergeven, zodat iedereen weet hoeveel en welke ligplaatsen beschikbaar zijn.

In artikel 2 lid 3 van de verordening wordt aan het college de bevoegdheid toegekend om nadere regels te stellen over de verdeelprocedure, overgangsrecht, intrekkings- en wijzigingsgronden van de ligplaatsvergunning. Hiermee kan het college bij optredende schaarste, of als deze schaarste dreigt te ontstaan, tijdig de benodigde maatregelen nemen om de schaarse ruimte te verdelen.

Doordat het college ook nadere regels kan stellen over de intrekkings- en wijzigingsgronden van een ligplaatsvergunning, wordt de mogelijkheid geboden om ligplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd om te zetten in ligplaatsen voor bepaalde tijd. Op de procedure voor intrekking en wijziging van een vergunning zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing.

Deze voorzien onder meer in de mogelijkheid voor vergunninghouder om een zienswijze in te dienen op het voorgenomen intrekkings- of wijzigingsbesluit en eventueel bezwaar te maken tegen het genomen besluit.

Artikel 3 Specifieke gebruiksregels ligplaatsen historisch schip

In dit artikel zijn een aantal gebruiksregels opgenomen voor een ligplaatshouder. Zo dient de ligplaats en het historisch schip goed te worden onderhouden en zijn overlast gevende activiteiten niet toegestaan. Het onderhouden van de ligplaats moet worden gezien in relatie tot het gebruik van het historische schip. Zo mogen er bijvoorbeeld geen lege blikjes of flessen in het water gegooid worden. Het onderhoud van de ligplaats betekent niet dat de ligplaatshouder verantwoordelijk is voor het uitdiepen of uitbaggeren van de ligplaats, of het opruimen van (olie)drab dat zich na verloop van tijd rondom het schip aan de ligplaats kan verzamelen. Het onderhoud heeft geen betrekking op de kade ter plaatse van de ligplaats. De kade is gemeentelijk eigendom en de verantwoordelijkheid voor het onderhoud daarvan ligt ook bij de gemeente.

Deze gebruiksregels zijn op deze wijze in de verordening opgenomen, omdat ook de havenmeester een ligplaats toe kan wijzen. De gebruiksregels gelden voor elke ligplaatshouder die ‘met toestemming’ op deze ligplaats ligt. Een ligplaatshouder is bijvoorbeeld niet verantwoordelijk voor afval of schade die is toegebracht door vandalen of personen die zonder toestemming gebruik maken van de ligplaats.

Door deze gebruiksregels op te nemen in de verordening, kan bij overtreding hiervan ook handhavend opgetreden worden. Die mogelijkheid bestaat niet als deze gebruiksregels alleen in een beleid staan. Artikel 5:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht omschrijft een overtreding namelijk als een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een verordening is een wettelijk voorschrift. Krachtens wettelijk voorschrift is bijvoorbeeld een voorschrift dat verbonden is aan een vergunning.

Artikel 4 Juridisch karakter ligplaatsvergunning

De ligplaatsvergunning heeft een zaaksgebonden karakter. Dat wil zeggen dat deze geldt voor de aangewezen locatie en het betreffende historische schip. Dit betekent dat de eigenaar van het schip op basis van de verleende vergunning het historische schip niet op een andere locatie of ligplaats neer mag leggen.

Artikel 5 Indieningsvereisten aanvraag ligplaatsvergunning

Naast de algemene indieningsvereisten die gelden op basis van artikel 4:2 Algemene wet bestuursrecht, zoals de naam en het adres van de aanvrager, zijn in dit artikel de aanvullende indieningsvereisten opgenomen. Deze gegevens zijn nodig om de aanvraag goed te kunnen beoordelen aan de hand van de toetsingscriteria (weigeringsgronden) van artikel 8 van deze verordening.

Artikel 6 Beslistermijn

De beslistermijn bedraagt maximaal 8 weken na ontvangst van de aanvraag, welke beslistermijn eenmalig kan worden verlengd met 6 weken. Als de aanvraag niet volledig is, bevat afdeling 4.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht bepalingen over de mogelijkheid tot het buiten behandeling laten van de aanvraag als na een verzoek om aanvulling de aanvraag niet tijdig is aangevuld. Ook de bijbehorende opschorting van de beslistermijn is in de Awb geregeld. Paragraaf 4.1.3.3 (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

De aanvraag zoals bedoeld in artikel 5 wordt aangehouden indien er geen ligplaatsen meer beschikbaar zijn ten tijde van de indiening van de aanvraag om een ligplaatsvergunning. Op dat moment is er namelijk sprake van ‘schaarste’. Volgens het beleid historische schepen zal dan een nader besluit worden genomen waarbij voor de bestaande ligplaatshouders in overgangsrecht wordt voorzien, om aan de voor schaarse rechten geldende procedurele eisen te voldoen. Totdat dit nadere besluit genomen is, wordt de beslissing op de aanvraag voor een ligplaats aangehouden. Het aanhouden van een aanvraag betekent dat de beslissing op de aanvraag wordt uitgesteld, in dit geval totdat het nadere besluit is genomen.

Artikel 7 Toetsingscommissie en beheercommissie historische schepen

De toetsingscommissie adviseert burgemeester en wethouders over een ingekomen aanvraag ligplaatsvergunning. De toetsingscommissie bestaat uit drie leden: een stedenbouwkundige van de gemeente Harderwijk, een vertegenwoordiger van een lokale behoudsorganisatie en de havenmeester.

Ook is er een beheercommissie, die belast is met het periodieke toezicht op de historische schepen.

Artikel 8 weigeringsgronden

In de verordening hoort te worden opgenomen op welke gronden de aanvraag ligplaatsvergunning (in ieder geval) wordt geweigerd. Zo is het voor potentiële aanvragers duidelijk waar zij aan moeten voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een ligplaatsvergunning.

Bij de toetsing van de aanvraag wordt gekeken naar het Beleid historische schepen Harderwijk, zoals dat op dat moment geldt. Als een aanvraag niet voldoet aan het beleid dient de aanvraag in beginsel te worden geweigerd. Er kunnen evenwel bijzondere omstandigheden zijn, waardoor een afwijking van het beleid gerechtvaardigd is. Dit wordt ook wel de inherente afwijkingsbevoegdheid genoemd, die vastgelegd is in artikel 4:84 Awb.

Artikel 9 Woonvergunning bewoning historisch schip

Doel van het beleid voor historische schepen is de bijdrage van historische schepen aan een aantrekkelijke uitstraling en het historische karakter van Harderwijk, ook buiten het vaarseizoen.

Om deze doelstelling een reële kans te geven, is bewoning van een historisch schip mogelijk.

Ook het bestemmingsplan staat bewoning van schepen ter plaatse toe. Bij de wijziging van de Woningwet is verduidelijkt dat woonschepen als een bouwwerk zijn aan te merken en daardoor moeten voldoen aan – voor zover relevant – bouwkundige eisen. Verduidelijkt is tevens dat deze bouwkundige eisen niet van toepassing zijn op historische schepen (Mvt; Kamerstukken II, 2015-2016, 34 434, nr. 3, p. 3). Uit de memorie van toelichting volgt tevens dat gemeenten niet – omdat historische schepen buiten het regime van de Woningwet vallen, alsnog zelf in lokale verordeningen of beleidsregels, bouwtechnische eisen kunnen stellen aan deze schepen. Wel kunnen gemeenten over aspecten waarvoor de Woningwet géén uitputtende regels stelt, eisen stellen aan historische schepen (Mvt; Kamerstukken II, 2015-2016, 34 434, nr. 3, p. 7). In verband met dit laatste bevat deze verordening een vergunningplicht voor wonen op historische schepen. Deze is gekoppeld aan de ligplaatsvergunning De in dat kader gestelde eisen houden niet verband met bouwtechnische onderwerpen, maar met de woon- en leefsituatie, veiligheid, gezondheid en openbare orde op en in de omgeving van het historisch schip.

De kosten voor het onderhoud van een historisch schip zijn hoog. Dat betekent dat niet alle eigenaren van een historisch schip de combinatie van de financiële last van een schip en de financiële last van een woning op de wal, kunnen opbrengen. Bewoning van een historisch schip is daarom toegestaan, mits het bevoegde gezag daarvoor toestemming heeft gegeven.

De woonvergunning is specifiek bedoeld voor historische schepen en is persoonsgebonden. Dit betekent dat de houder van de woonvergunning deze niet mag overdragen aan een ander persoon.

Als de in artikel 2 lid 3 bedoeld situatie zich voordoet, waarbij een aanvraag ligplaatsvergunning wordt ingediend en er geen ligplaatsen meer beschikbaar zijn (schaarste), zal een nader besluit worden genomen waarbij voor de bestaande ligplaatshouders in overgangsrecht wordt voorzien. Dit nadere besluit is nodig om aan de voor schaarse rechten geldende procedurele eisen te voldoen. In dit nadere besluit wordt ook voorzien in persoonsgebonden overgangsrecht voor de houders van een woonvergunning.

Wij achten het vanuit het oogpunt van dwingende reden van algemeen belang, mede gelet op de bescherming van het recht op wonen (artikel 8 EVRM) en het rechtszekerheidsbeginsel, dat (uitsluitend) bij deze beleidsmatig schaarse vergunningen voor wonen op een historisch schip kan worden afgeweken van het uitgangspunt dat schaarse vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend (Conclusie A-G Widdershoven 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1847; HvJ EU 14 juli 2016, C-458/14 en C-67/15, ECLI:EU:C:2016:558 (Promoimpresa)).

Artikel 10 Weigeringsgronden woonvergunning

In de verordening hoort te worden opgenomen op welke gronden de aanvraag woonvergunning (in ieder geval) wordt geweigerd. Zo is het voor potentiële aanvragers duidelijk waar zij aan moeten voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een woonvergunning.

Artikel 11 Intrekking en wijziging ligplaatsvergunning en woonvergunning historisch schip

In dit artikel zijn de gronden opgenomen waarop een ligplaatsvergunning of woonvergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken.

Op de procedure tot wijziging of intrekking van een ligplaatsvergunning is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit betekent dat het besluit zorgvuldig moet worden voorbereid en vergunninghouder eerst de mogelijkheid wordt geboden zijn reactie (zienswijze) te geven op het voorgenomen besluit. Het (voorgenomen) besluit moet goed gemotiveerd zijn.

Artikel 12 Strafbepaling

Op basis van deze bepaling kan strafrechtelijk worden opgetreden tegen overtreding van bepalingen in deze verordening.

Daarnaast kan ook met bestuursrechtelijke handhaving worden opgetreden. In de verordening hoeft niet te worden bepaald dat bestuursrechtelijk handhaving mogelijk is, daar artikel 125 van de Gemeentewet juncto de artikelen 5:21 e.v. Algemene wet bestuursrecht die bevoegdheid al geeft. Bestuursrechtelijke handhaving houdt in dat middels een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom het herstel van de overtreding wordt afgedwongen.

Artikel 13 Naleving verordening

Artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.

Dit betekent dat in de verordening zelf ook rechtstreeks ambtenaren aangewezen kunnen worden die belast zijn met het houden van toezicht op het bepaalde in de verordening. Vandaar dat in het eerste lid van dit artikel is opgenomen dat de door burgemeester en wethouders aangestelde havenmeesters als toezichthouders in de zin van artikel 5:11 Awb zijn aangewezen. Doordat de aanwijzing rechtstreeks in de verordening plaatsvindt, hoeven burgemeester en wethouders hiervoor geen afzonderlijk aanwijsbesluit meer te nemen en te publiceren.

Het tweede lid biedt burgemeester en wethouders de mogelijkheid om ook nog andere ambtenaren als toezichthouder aan te wijzen. Mocht dat in de toekomst wenselijk zijn, dan kan van die mogelijkheid gebruik gemaakt worden.

Het aanwijzen als toezichthouder is van belang, omdat in artikel 5.20 van de Awb is geregeld dat een ieder verplicht is aan een toezichthouder alle medewerking te verlenen. Niet naleving is strafbaar gesteld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Volgens de artikelen 139 en 142 Gemeentewet treedt een verordening in werking op de achtste dag na de bekendmaking. In de verordening mag een ander tijdstip worden bepaald. In dit artikel is bepaald dat deze verordening in werking treedt de dag na bekendmaking. Volgens artikel 139 Gemeentewet vindt bekendmaking plaats in het Elektronisch Gemeenteblad.

Dit is voorwaarde voor inwerkingtreding.

Daarnaast wordt de vaststelling van de verordening ook bekendgemaakt in het huis-aan-huisblad.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt ‘Verordening historische schepen Harderwijk’ gedoopt.

Tot slot

Voor meer informatie over het beleid voor historische schepen wordt verwezen naar het ‘Beleid historische schepen Harderwijk’.