Regeling vervallen per 31-12-2021

Verordening afvalstoffenheffing gemeente Heerde 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 30-12-2021

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing gemeente Heerde 2021

De raad van de gemeente Heerde;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2020;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing gemeente Heerde 2021.

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening wordt geheven een afvalstoffenheffing.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    G.F.T.-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • 2.

    restafval: huishoudelijk afval, niet zijnde G.F.T.-afval;

  • 3.

    mini-container: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, onderverdeeld in de verschillende volumes;

  • 4.

    verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste ondergrondse verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten;

  • 5.

    grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een huishouden vrijkomen, van een zodanig gewicht en/of omvang dat deze niet op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst kunnen worden aangeboden;

  • 6.

    grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een huishouden vrijkomt, van een zodanig gewicht en omvang dat dit niet op dezelfde wijze als G.F.T.-afval aan de inzameldienst kan worden aangeboden;

  • 7.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel, wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag dan wel gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.

  • 3.

    Per belastbaar feit kan afzonderlijk worden geheven.

Artikel 8 Ontstaan belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is, na beëindiging van de belastingplicht.

  • 3.

    De belastingplicht bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6.

    Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt en van hetzelfde inzamelmiddel gebruik blijft maken.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan:

    • lager is dan of gelijk is aan € 50,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen;

    • hoger is dan € 50,00 echter lager is dan of gelijk is aan € 100,00 dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen;

    • hoger is dan € 100,00 dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid bestaat geen mogelijkheid tot automatische incasso voor niet-natuurlijke personen waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde bedragen hoger is dan € 3.500,00. In dat geval gelden de betalingstermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1.

    Van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 1.2 van de tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend:

    • a.

      Voor gebruikers van woningen die niet zijn aangesloten op een verzamelsysteem, tot het maximum van het tarief als bedoeld in hoofdstuk 1.1.1.1. vermeerderd met zes maal het tarief als bedoeld in hoofdstuk 1.2.1.1.

    • b.

      Voor gebruikers van woningen die zijn aangesloten op een verzamelsysteem, tot het maximum van het tarief als bedoeld in hoofdstuk 1.1.1.2. vermeerderd met zes maal het tarief als bedoeld in hoofdstuk 1.2.1.1.

  • 2.

    Geen kwijtschelding wordt verleend van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel.

  • 3.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100%.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 12 Overgangsrecht

De “Verordening afvalstoffenheffing gemeente Heerde 2020” van 16 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing gemeente Heerde 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 21 december 2020.

griffier, voorzitter,

Tarieventabel horende bij de “Verordening afvalstoffenheffing gemeente Heerde 2021

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

Hoofdstuk 1.1 Maatstaf en jaarlijks tarief afvalstoffenheffing

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

1.1.1.1

per perceel aangesloten op mini-containers

164,98

1.1.1.2

per perceel aangesloten op verzamelcontainers

145,46

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven aanbiedingstarieven

1.2.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting, per aanbieding van:

1.2.1.1

een container van 240 liter bestemd voor restafval

10,60

1.2.1.2

een container van 140 liter bestemd voor restafval

6,50

1.2.1.3

een container bestemd voor gft-afval

0,00

1.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op verzamelcontainers, per aanbieding van:

1.2.2.1

maximaal 40 liter restafval

1,80

Hoofdstuk 1.3 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.3.1

Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof huishoudelijk afval:

1.3.1.1

per aanvraag tot een maximum van één kubieke meter

25,00

1.3.1.2

voor elke kubieke meter meer

40,00

1.3.2

Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grof tuinafval:

1.3.2.1

per aanvraag tot een maximum van één kubieke meter

15,00

1.3.2.2

voor elke kubieke meter meer

10,00

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 21 december 2020.

griffier, voorzitter,