Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Horst aan de Maas houdende regels omtrent geur (Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Horst aan de Maas)

Geldend van 24-07-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Horst aan de Maas houdende regels omtrent geur (Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Horst aan de Maas)

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 mei 2020,

gemeentebladnummer 2020.054;

gelezen de Gebiedsvisie Wet geurhinder en veehouderij Horst aan de Maas van 19 mei 2020;

gelezen de Nota van Zienswijzen van 20 mei 2020 bij de geurgebiedsvisie, geurverordening Wet geurhinder en veehouderij en beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder;

gelet op het bepaalde in de Wet geurhinder en veehouderij en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

de ‘Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Horst aan de Maas’ vast te stellen.

Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Horst aan de Maas

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat on¬der:

  • a)

    Geurgevoelig object: een object zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij en na inwerkingtreding van de Omgevingswet, zoals bedoeld in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving

  • b)

    Geurbelasting: de waarde ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met V-Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per tijdseenheid.

  • c)

    Odour units: geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003. Hierbij wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Hetgeen betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.

  • d)

    Veehouderij: een inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

  • e)

    Wet: de Wet geurhinder en veehouderij;

Artikel 2 Aanwijzing gebieden

Als gebied als bedoeld in artikel 6 van de Wet worden de gebieden aangewezen die zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Artikel 3 Bebouwde kom

Als bebouwde kom zoals bedoeld in de Wet alsmede de bebouwingscontour geur zoals bedoeld in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (Omgevingswet), wordt aangewezen het gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en gewaarmerkte kaart, voor zover aangeduid als “Bedrijventerreinen Klavertje 4 gebied”; “Plangebied bij Meerlo” of “Overige bebouwde kom”

Artikel 4 Waarden voor de maximale geurbelasting

In afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en gewaarmerkte kaart, als volgt:

  • Plangebied bij Meerlo: 6,0 odour units.

  • Bedrijventerreinen Klavertje 4-gebied: 14,0 odour units.

  • Overige bebouwde kom: conform wettelijke norm, momenteel 3,0 odour units.

  • Buitengebied: conform wettelijke norm, momenteel 14,0 odour units

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Horst aan de Maas’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 juni 2020.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

drs. R.F.I. Palmen

De griffier,

mr. R.J.M. Poels

Bijlage 1 Kaartbijlage G

afbeelding binnen de regeling