Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent handhaving registratie van ongeregelde en gebruikte goederen

Geldend van 12-02-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent handhaving registratie van ongeregelde en gebruikte goederen

1 Inleiding

De basis voor een leefbaar en aantrekkelijk Lansingerland is een veilige gemeente. Het Integraal Veiligheidsbeleid 2019-2022 laat zien dat High Impact Crimes en ondermijnende criminaliteit een van de speerpunten zijn voor de komende periode. Woninginbraken, straatroven en overvallen hebben een grote impact op de slachtoffers en vormen daarmee een gevaar voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat. De gemeente Lansingerland werkt samen met de politie om de handel in goederen afkomstig uit een misdrijf en hieraan gerelateerde strafbare feiten (heling) te voorkomen. Uit de praktijk blijkt dat het verhandelen van goederen die afkomstig zijn uit een misdrijf eenvoudig via opkopers kunnen worden omgezet in geld. Handelaren en opkopers vormen een aantrekkelijke afzetmarkt die heling kan faciliteren.

Om heling te voorkomen heeft de gemeente Lansingerland voor handelaren, als aanvulling op landelijke wetgeving en de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV), een bestuurlijk handhavingsmodel opgesteld. Naast het strafrecht biedt het bestuursrecht de mogelijkheid om heling een halt toe te roepen. Hierdoor verkleinen we de afzetmarkt voor goederen die afkomstig zijn uit een misdrijf. We bestrijden dader- en gelegenheidsstructuren die onderliggend zijn aan High Impact Crimes en ondermijning om hiermee uiteindelijk de openbare orde en het woon-, leef- en ondernemingsklimaat in Lansingerland te beschermen.

2 Juridisch kader

Verplichtingen uit het strafrecht en de APV zorgen ervoor dat een opkoper altijd een actieve rol heeft om te voorkomen dat hij bijdraagt in de handel in gestolen goederen. Het Wetboek van Strafrecht (WvSR) beperkt zich tot strafbare feiten die samenhangen met de inkoop van goederen. De APV richt zich op de verkoop van goederen en verplichtingen van een opkoper (meldings- en registratieplicht). Hierdoor kunnen gestolen goederen weer gemakkelijker teruggegeven worden aan de rechtmatige eigenaar. Het niet of onvolledig nakomen van bovenstaande wet- en regelgeving is een strafbaar feit.

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente Lansingerland. Deze verantwoordelijkheid en de daarbij horende bevoegdheden zijn vastgelegd in de Gemeentewet. De burgemeester beschikt over een scala van bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen.

Het kan zijn dat er een overtreding plaatsvindt die op grond van zowel het strafrecht als het bestuursrecht wordt aangepakt. Het strafrecht is bestraffend (punitief), met als gevolg een straf als sanctie. Een bestuursrechtelijke maatregel heeft als doel de openbare orde en veiligheid te herstellen. In de strijd tegen heling kunnen het bestuursrecht en het strafrecht naast elkaar worden toegepast. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren na een constatering van de toezichthouder. Op grond van de bestuurlijke rapportage kan de burgemeester oordelen dat er sprake is van een aantasting van de openbare orde en een maatregel treffen. De overtreding kan daarnaast in de strafrechtprocedure leiden tot een strafrechtelijke sanctie.

3 Digitaal Opkopers Loket

Handelaren zijn wettelijk verplicht om zich bij de gemeente te melden (artikel 437ter lid 2 WvSR). Met deze beleidsregel wijst de burgemeester het Digitaal Opkopers Loket (hierna: DOL) aan als systeem waarin de handelaar de burgemeester schriftelijk in kennis kan stellen over zijn beroep als handelaar (of het beëindigingen hiervan). Deze verplichte registratie is onderdeel van het bestuurlijk handhavingsmodel dat zijn grondslag heeft in artikel 2:68, aanhef en onder a, van de APV.

4 Digitaal Opkopers Register

In de aanpak van heling van goederen is het van belang dat handelaren verplicht een doorlopend en gewaarmerkt register bij te houden. Het bijhouden van het inkoopregister is verplicht op grond van artikel 437, eerste lid sub a, van het Wetboek van Strafrecht in samenhang gelezen met artikel 2, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht (WvSR). Het verkoopregister is verplicht op grond van artikel 2:67 lid 1 APV.

De burgemeester wijst het Digitaal Opkopers Register (hierna: DOR) aan als inkoopregister en als verkoopregister. In het DOR registreren handelaren hun aangekochte en verkochte goederen. Wanneer een handelaar een goed koopt dat als gestolen staat geregistreerd, gaat er automatisch een melding naar de politie. De handelaar kan deze aankoop voorkomen door het goed eerst te controleren in Stopheling. Op deze manier kunnen gestolen goederen door de politie snel worden getraceerd en kan heling op een effectieve wijze worden tegengegaan. Van de goederen die geen herkenbaar serienummer bevatten, dient de handelaar een zo goed mogelijke omschrijving te geven.

5 Handhaving Digitaal Opkopers Register

De verplichtingen met betrekking tot de verkoop van verkregen goederen zijn op basis van artikel 437ter WvSR opgenomen in de APV. Het toezicht op het bijhouden van het DOR door handelaren wordt uitgeoefend in een samenwerkingsverband tussen politie en de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (hierna: BOA’s). Deze beleidsregel wordt vastgesteld om op een eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de diverse opgelegde verplichtingen.

6 Handhavingsarrangement

Het handhavingsarrangement voorziet in:

  • Duidelijkheid voor handelaren ten aanzien van maatregelen die de burgemeester kan opleggen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving;

  • Maatregelen die aansluiten op de werkingssfeer van de bevoegdheden van de burgemeester ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat en de beschreven wet- en regelgeving ter voorkoming van heling;

  • Systematisch opgebouwde maatregelen die rekening houden met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

6.1 Handhavingsschema

 

Overtreding

Grond

Eerste maatregel

Tweede maatregel

Derde maatregel

 

Vierde maatregel

1

Niet voldoen aan één of meerdere voorschriften voor het registreren van verkochte of op andere wijze overgedragen goederen in het gewaarmerkt register

Artikel 2:67 lid 1 APV

Waarschuwing

Last onder dwangsom

 

Opleggen last onder dwangsom van € 1.000,- per overtreding, tot een maximum van € 5.000,-.

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 weken)

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 maanden)

2

De burgemeester binnen drie dagen niet in kennis stellen van (wijzigingen in) de uitoefening van het beroep van handelaar in het Digitaal Opkopers Loket (DOL). Hieronder valt tevens de verplichting om de burgemeester tijdig in kennis te stellen dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan.

Artikel 2:68 sub a APV

Waarschuwing

Last onder dwangsom

 

Opleggen last onder dwangsom van € 500,- per overtreding, tot een maximum van € 2.000,-.

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 weken)

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 maanden)

3

Niet zichtbaar maken van de naam en de aard van de onderneming aan de hoofdingang van elke vestiging

Artikel 2:68 sub c APV

Waarschuwing

Last onder dwangsom

 

Opleggen last onder dwangsom van € 500,- per overtreding, tot een maximum van € 2.500,-.

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 weken)

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 maanden)

4

Nalaten op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven.

Artikel 2:68 sub b APV

Waarschuwing met een korte hersteltermijn

Last onder dwangsom met een korte hersteltermijn

 

Opleggen last onder dwangsom van € 1.000,- per overtreding, tot een maximum van € 5.000,-.

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 weken), met een korte hersteltermijn

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 maanden), met een korte hersteltermijn

5

Niet voldoen aan het voorschrift om een goed vijf dagen in bewaring te houden.

Artikel 2:68 sub d APV

Waarschuwing met een korte hersteltermijn

Last onder dwangsom met een korte hersteltermijn

 

Opleggen last onder dwangsom van € 1.000,- per overtreding, tot een maximum van € 5.000,-.

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 weken), met een korte hersteltermijn

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 maanden), met een korte hersteltermijn

6

Het voorhanden hebben, bewaren, verborgen hebben dan wel verworven hebben of overgedragen hebben van door een misdrijf verkregen zaken

Artikel 2:77a, lid 1, aanhef en onder b APV

waarschuwing

Last onder bestuursdwang (sluiting 3 maanden)

Last onder bestuursdwang (sluiting 6 maanden)

Last onder bestuursdwang (sluiting 12 maanden)

Toelichting op het handhavingsschema:

  • Een waarschuwing kan in eerste instantie mondeling worden afgegeven, maar wordt te allen tijde zo snel mogelijk schriftelijk bevestigd;

  • Bij elke waarschuwing, last onder dwangsom en last onder bestuursdwang wordt een redelijke herstel- dan wel begunstigingstermijn gegeven. De hersteltermijn stelt de burgemeester vast aan de hand van de omstandigheden van het geval;

6.2 Recidive en handhaving

Er kan op twee manieren sprake zijn van recidive:

  • 1.

    De eerder geconstateerde overtreding is hersteld en de handelaar overtreedt opnieuw de beleidsregel.

  • 2.

    De eerder geconstateerde overtreding is niet hersteld en wordt opnieuw geconstateerd.

Bij de constatering van recidive gelden de volgende handhavingsstappen:

  • 0 – 1 jaar na de vorige overtreding: volgende maatregel in het handhavingsschema of een zwaardere bestuurlijke herstelsanctie;

  • 1 – 5 jaar na de vorige overtreding: herhaling van de reeds afgegeven maatregel in het handhavingsschema;

  • ≥5 jaar na de vorige overtreding: overtreding vervalt, nieuw begin in het handhavingsschema

6.3 Verzwarende omstandigheden

De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de handelaar af tegen het algemeen belang van de openbare orde. Naast de wet- en regelgeving kijkt de burgemeester dus ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft een bepaalde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld als een onderneming als bekende afzetmarkt dient voor gestolen goederen. De hoeveelheid goederen, de frequentie en de soort goederen zijn van invloed op de mate waarin de openbare orde is aangetast. De burgemeester neemt in zijn afweging ook mee of er sprake is van recidive. De burgemeester rekent de handelaar recidive zwaar aan. Bij de vraag of er sprake is van recidive wordt er gekeken naar alle typen overtredingen uit het handhavingsschema. Indien een handelaar bijvoorbeeld bij een eerdere controle niet heeft voldaan aan zijn registratieverplichting, dan kan de burgemeester de eerste constatering bij de toepassing van het handhavingsschema meetellen als voorgaande overtreding.

In het geval van verzwarende omstandigheden waaronder recidive kunnen stappen worden overgeslagen of kan een zwaardere bestuurlijke herstelsanctie worden opgelegd, zoals het ophogen van het maximum van de last onder dwangsom, de duur van de last onder bestuursdwang verlengen of het combineren van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang. Verzwarende omstandigheden zijn (niet limitatief):

  • Aantoonbare link met ondermijning;

  • De constatering van andere strafbare feiten die aan de handelaar of het pand zijn gerelateerd;

  • Het voorhanden hebben van een goed afkomstig van een misdrijf;

  • Omvang (hoeveelheid goederen, frequentie, soort goederen) en eventuele gevolgen van de overtreding.

6.4 Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingsarrangement gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten (artikel 4:84 Awb).

7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treeft in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

8 Mandaat politie eenheid Rotterdam

Op grond van het Wetboek van Strafrecht en de APV is de burgemeester bevoegd om het in- en verkoopregister te waarmerken. Tevens is de politiechef van Politie Eenheid Rotterdam gemandateerd tot het opstellen en uitreiken van bestuurlijke waarschuwingen, zoals opgenomen in de handhavingsmatrix. Deze kan op zijn beurt beide bevoegdheden verder mandateren binnen zijn organisatie.

Ondertekening