Regeling vervallen per 28-05-2022

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 mei 2019, nr 1207832/1207839, houdende regels omtrent het uivoeren van de subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2019 (Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2019)

Geldend van 03-06-2020 t/m 27-05-2022 met terugwerkende kracht vanaf 16-03-2020

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 mei 2019, nr 1207832/1207839, houdende regels omtrent het uivoeren van de subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2019 (Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2019)

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland:

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Overwegende dat het wenselijk is de restauratie van rijksmonumenten te stimuleren en dat door de restauratie het behoud van het rijksmonument en de publiekstoegankelijkheid van een rijksmonument wordt behouden of vergroot;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het kader van rechtvaardiging van de staatssteun, de volgende steunmaatregel van toepassing achten:

Artikel 53 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187) (Algemene groepsvrijstellingsverordening);

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2019

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187);

  • b.

    restauratie: werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die het normaal onderhoud te boven gaan en nodig zijn voor herstel van het rijksmonument;

  • c.

    rijksmonument: een monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister als bedoeld in artikel 1.1. van de Erfgoedwet.

Artikel 2

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

    de eigenaar van het rijksmonument, of;

  • b.

    de natuurlijke of rechtspersoon die belast is met het beheer of het behoud van het rijksmonument.

Artikel 3

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de restauratie van een in Noord-Holland gelegen:

    • a.

      publiekstoegankelijk rijksmonument;

    • b.

      rijksmonument dat door de restauratie publiekstoegankelijk wordt, of;

    • c.

      orgel dat een rijksmonument is en zich bevindt in een publiekstoegankelijk gebouw.

  • 2. Een rijksmonument als bedoeld in het eerste lid is publiekstoegankelijk indien:

    • a.

      het voor tenminste twee keer en tenminste 16 uur per maand voor het publiek toegankelijk is, of;

    • b.

      het rijksmonument een molen of een schapenboet is en voor tenminste vier keer per jaar en tenminste 32 uur per jaar voor het publiek toegankelijk is.

  • 3. Subsidie kan tevens worden verstrekt voor het creëren van een leerwerkplek bij de restauratie van een rijksmonument als bedoeld in het eerste lid voor een leerling in de restauratiebouw-opleiding via de Vereniging Restauratieprojecten Nederland.

Artikel 4

  • 1. Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    • d.

      een inspectierapport dat niet ouder is dan drie jaar, opgesteld door een onafhankelijke deskundige waarin de volgende onderwerpen aan bod komen:

      • de technische en fysieke staat van het rijksmonument;

      • de uit te voeren werkzaamheden;

      • de volgorde van urgentie van de uit te voeren werkzaamheden;

      • de termijn van aanpak.

    • e.

      een afschrift van de omgevingsvergunning voor de restauratie of een bestuurlijk rechtsoordeel dat voor de restauratie geen omgevingsvergunning vereist is;

    • f.

      actuele van een datum voorziene overzichtsfoto’s en detailfoto’s van het rijksmonument en de te restaureren onderdelen en bouwtekeningen van de te restaureren onderdelen, en

    • g.

      gegevens over de publiekstoegankelijkheid voor de komende tien jaar van het rijksmonument.

  • 2. Indien subsidie wordt gevraagd voor een rooms-katholiek gebouw, bevat de aanvraag tevens een bisschoppelijke verklaring waaruit blijkt dat wordt ingestemd met de subsidieaanvraag.

  • 3. Indien de aanvrager om subsidie niet de eigenaar is van het rijksmonument bevat de aanvraag om subsidie tevens een document waaruit blijkt dat de eigenaar instemt met de restauratie.

Artikel 5

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt niet in behandeling genomen indien:

    • a.

      de aanvraag betrekking heeft op een rijksmonument dat in het rijksmonumentenregister staat ingeschreven als woonhuis en na de restauratie voor meer dan 50% van het vloeroppervlak voor bewoning gebruikt wordt;

    • b.

      de aanvraag is ontvangen buiten de periode bedoeld in artikel 6;

    • c.

      de activiteit is voltooid voordat de aanvraag om subsidie is ontvangen.

  • 2. Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk eerste week december van het betreffende jaar op de ingediende aanvragen.

Artikel 6

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond en de periode waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend, vast.

Artikel 7

  • 1. Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt behaald op grond van de volgende onderdelen:

    • a.

      indien de aanvrager een professionele organisatie voor monumentenbehoud is als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten, worden acht punten behaald;

    • b.

      indien de aanvraag betrekking heeft op een monument dat in het rijksmonumentenregister is opgenomen onder de hoofdcategorie boerderijen, molens en bedrijven, worden zes punten behaald;

    • c.

      indien de aanvraag betrekking heeft op een monument dat in het rijksmonumentenregister is opgenomen onder de hoofdcategorie religieuze gebouwen worden zes punten behaald;

    • d.

      indien de aanvrager is aangewezen als een algemeen nut beogende instelling en geen publiekrechtelijke rechtspersoon is, worden vier punten behaald;

    • e.

      indien de aanvrager een ander is dan een professionele organisatie voor monumentenbehoud als bedoeld in artikel 30 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten en geen algemeen nut beogende instelling is, wordt één punt behaald;

    • f.

      indien de gevraagde subsidie minder is dan 10% van de subsidiabele kosten worden 10 punten behaald;

    • g.

      indien de gevraagde subsidie 10% of meer en minder dan 20% van de subsidiabele kosten is worden zeven punten behaald;

    • h.

      indien de gevraagde subsidie 20% of meer en minder dan 30% van de subsidiabele kosten is worden vijf punten behaald;

    • i.

      indien de gevraagde subsidie 30% of meer en minder dan 40% van de subsidiabele kosten is worden drie punten behaald;

    • j.

      indien de gevraagde subsidie 40% of meer is van de subsidiabele kosten wordt één punt behaald.

  • 4. Aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 5. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met het laagste percentage van de gevraagde subsidie ten opzichte van de subsidiabele kosten als eerste gehonoreerd.

Artikel 8

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit niet financieel haalbaar is;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op de restauratie van een orgel of een molen en bij de aanvraag geen berekening en positief advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed over het plan van aanpak van de restauratie is overgelegd;

  • c.

    de voor de activiteit benodigde omgevingsvergunning bij het sluiten van de indieningstermijn niet onherroepelijk is;

  • d.

    voor dezelfde activiteit in de afgelopen tien jaren reeds door Gedeputeerde Staten een subsidie is verstrekt;

  • e.

    naar het oordeel van Gedeputeerde Staten de publiekstoegankelijkheid van het rijksmonument voor ten minste tien jaren onvoldoende gewaarborgd is;

  • f.

    ten aanzien van de aanvrager van de subsidie er een bevel tot terugvordering van de Europese Commissie uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, of;

  • g.

    de aanvrager van de subsidie een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in paragraaf 2.1. van de Communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun (pb EU 2004, C 244);

  • h.

    de subsidiabele kosten van de werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen voor zover het :

    • 1°.

      een restauratie betreft van een monument dat in het rijksmonumentenregister is opgenomen onder de hoofdcategorie boerderijen, molens en bedrijven of de hoofdcategorie religieuze gebouwen, minder dan € 35.000 bedragen;

    • 2°.

      een andere restauratie betreft, minder dan € 100.000 bedragen.

Artikel 9

Subsidie voor de restauratie van een rijksmonument als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt verstrekt voor zover de kosten zijn opgenomen in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, opgenomen als bijlage bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten en daarin als subsidiabel zijn aangemerkt.

Artikel 10

  • 1. De subsidie voor de restauratie van een rijksmonument bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 500.000,-.

  • 2. De subsidie voor het creëren van een leerwerkplek bedoeld in artikel 3, derde lid, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 15.000,- per leerling.

  • 3. In de beschikking tot subsidieverlening wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 53, leden 6, 7 en 8 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • 4. Indien toepassing van de voorgaande artikelen zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van de artikelen 107 en 108 van het VWEU, wordt het subsidiebedrag in afwijking van deze artikelen zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordening van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

  • 5. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 11

  • 1. Aan de subsidieontvanger worden in ieder geval de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      binnen twaalf maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking opdracht verleend te hebben voor het uitvoeren van de gesubsidieerde werkzaamheden;

    • b.

      de restauratie te laten uitvoeren overeenkomstig de uitvoeringsrichtlijnen vastgesteld door de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen de verplichting opleggen om de restauratie te laten begeleiden door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

  • 3. Gedeputeerde Staten kunnen in verband met de uitbraak van COVID-19 afwijken van het het eerste lid, onderdeel a.

Artikel 12

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

  • 3. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie restauratie rijksmonumenten Noord-Holland 2019

Ondertekening

Haarlem, 14 mei 2019

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.H. van Dijk, voorzitter

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris