Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Rozendaal houdende regels omtrent de heffing en de invordering van rioolheffing (Verordening rioolheffing Gemeente Rozendaal 2021)

Geldend van 31-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Rozendaal houdende regels omtrent de heffing en de invordering van rioolheffing (Verordening rioolheffing Gemeente Rozendaal 2021)

De raad van de gemeente Rozendaal;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2019, nr AW/19/11/01;

Gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening;

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2021

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • -

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;

  • -

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt (naar afzonderlijke grondslagen) geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel;

  • 2. Voor het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Voorwerp van belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een perceel

  • 2. Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de binnen de gemeente gelegen roerende zaak, die duurzaam aan een plaats is gebonden;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1. Het eigenarendeel bedraagt € 220,--.

  • 2. Het tarief als bedoeld in lid 1 wordt verlaagd met € 37,-- indien gebruik gemaakt wordt van een door of vanwege de gemeente geplaatste IBA.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Ook kan worden gekozen voor betaling per incasso. Hierbij wordt de aanslag gemeentelijke belastingen ik 8 gelijke termijnen betaald.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De 'Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht 2020 van 10 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, maar zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingstreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rioolheffing Gemeente Rozendaal 2021.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de gemeenteraad van Rozendaal d.d. 15 december 2020,

de griffier,

K.M. Schaap

de voorzitter,

drs. E.Weststeijn