Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen houdende regels omtrent de indeling en onderscheid van graven ten behoeve van de gemeentelijke begraafplaatsen (Indelingenbesluit begraafplaatsen gemeente Tholen 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen houdende regels omtrent de indeling en onderscheid van graven ten behoeve van de gemeentelijke begraafplaatsen (Indelingenbesluit begraafplaatsen gemeente Tholen 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen;

gelet op het bepaalde in de artikelen 4, 5, 7 en 11 t/m 18 van de Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Tholen 2021

b e s l u i t :

de navolgende Nadere regels van orde en met betrekking tot indeling en onderscheid van graven ten behoeve van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Tholen vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 1. Openstelling begraafplaatsen

De begraafplaatsen zijn dagelijks voor een ieder toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang, met dien verstande dat de toegang tot en het verblijf op de begraafplaatsen verboden is voor kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, zonder meerderjarige geleide.

Artikel 2. Aanvullende ordemaatregelen

  • 1. In aanvulling op het in Artikel 5 van de Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Tholen 2021 is aangegeven gelden de volgende aanvullende ordemaatregelen:

    • a.

      Lopen op graven is niet toegestaan in verband met respect voor overledene en nabestaanden, het voorkomen van schade aan de grafbedekking en andere voorwerpen op het graf. De beheerder kan toestemming verlenen hiervan af te wijken indien de bereikbaarheid voor uitvoering van werkzaamheden belemmerd wordt.

    • b.

      Het is niet toegestaan om met motorrijtuigen of fietsen of anderszins op de begraafplaats(en) te rijden, behalve met toestemming van de beheerder. De beheerder is bevoegd om bezoekers met een beperking toestemming te verlenen voor het bezoeken van de begraafplaats met een aangepast voertuig.

    • c.

      Het is niet toegestaan dieren mee te nemen, met uitzondering van een hond ter begeleiding van een minder valide.

    • d.

      Het is niet toegestaan op de begraafplaats goederen voor verkoop aan te bieden of op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf.

    • e.

      Het is niet toegestaan de begraafplaats te verontreinigen of voorwerpen op de begraafplaats te bekladden, te beschadigen of op andere wijze te verontreinigen.

    • f.

      Het is niet toegestaan te gaan zitten, anders dan op de daartoe aangeboden zitplaatsen.

    • g.

      Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

    • h.

      Het is niet toegestaan de begraafplaats te betreden op andere wijze dan via de daarvoor bestemde ingangen.

    • i.

      Het is niet toegestaan iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene.

Hoofdstuk 2. Tijden van begraven en asbezorging

Artikel 3. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van het begraven van overledenen en het bezorgen van de as is op:

    • a.

      Maandag tot en met vrijdag van 08.00 uur tot 16:00 uur

    • b.

      Zaterdag van 08.00 uur tot 16:00 uur

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze tijden. Op dagen beschreven in artikel 3 van de Algemene termijnenwet, die vallen op één van de dagen maandag tot en met vrijdag, is de openstelling als bepaald voor de zaterdag.

  • 3. Het tijdstip van begraven of bijzetten van overledenen en het bezorgen van as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de administratiemedewerker, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

  • 4. Op hetzelfde tijdstip mag per begraafplaats niet meer dan één begrafenis plaatsvinden.

  • 5. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in lid 1 en lid 4 van dit artikel.

Hoofdstuk 3. Categorieën

Artikel 4. Categorieën graven

Er is geen nadere categorisering van graven bepaald.

Hoofdstuk 4. Voorschriften met betrekking tot indeling, uitgifte en onderscheid graven

Artikel 5 – Indeling en uitgifte van graven

  • 1. In een particulier graf wordt maximaal één overledene begraven of één overledene en maximaal één asbus begraven.

  • 2. In een dubbeldiepgraf worden maximaal twee overledenen begraven of twee overledenen en maximaal twee asbussen begraven.

  • 3. Asbussen mogen alleen in een particulier graf worden bijgezet en alleen als daar al een overledene in is begraven.

  • 4. In een algemeen graf wordt maximaal één overledene begraven.

  • 5. In een urnengraf worden maximaal twee urnen bijgezet.

  • 6. Graven worden in volgorde van ligging voor directe begraving uitgegeven en aansluitend op de reeds uitgegeven graven;

  • 7. Het reserveren van particuliere graven, zover het geen betrekking heeft op een directe begraving is niet toegestaan;

  • 8. Het college behoudt zich het recht voor een particulier graf toe te wijzen anders dan voor directe begraving en aansluitend op de reeds uitgegeven graven, indien daarvoor naar het oordeel van het college gewichtige redenen voor bestaan en dit voor de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 6. Termijnen particuliere graven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30, 40 of 50 jaar het uitsluitend recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte.

  • 3. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn en ten hoogste een termijn van 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren, gerekend vanaf de eerste begraving.

  • 5. Een uitsluitend recht op een eigen graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en beperkingen van de beheerverordening en deze nadere regels.

  • 6. Een uitsluitend recht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 9, lid 1.

Artikel 7. Termijnen algemene graven

  • 1. Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 15 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. De menselijke resten kunnen echter wel na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en kosten van de gebruiker, in een nieuw particulier graf, volgens de bepalingen van de beheerverordening en deze nadere regels worden herbegraven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Gebruikers kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaatakte verkrijgen.

Artikel 8. Nadere voorwaarden keldergraven

Er worden geen nieuwe keldergraven uitgegeven. Er zijn geen nadere voorwaarden voor bestaande keldergraven bepaald.

Artikel 9. Overschrijving van verleende grafrechten

  • 1. Het uitsluitend recht van een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de administratiemedewerker van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar, aan de administratiemedewerker, na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende (conform het eerste lid van dit artikel), tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels opnieuw in gebruik is genomen.

  • 5. Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Hoofdstuk 5. Register

Artikel 10. Inrichting register

  • 1. De administratiemedewerker houdt een openbaar register bij van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2. De administratiemedewerker houdt gegevens bij van alle rechthebbenden en gebruikers, alsmede belanghebbenden van de graven en urnengraven, met hun namen en adressen. Dit dossier is niet openbaar, doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, indien hun belangen dit rechtvaardigen.

  • 3. De rechthebbenden van particuliere graven en gebruikers van algemene graven, zijn verplicht een wijziging van hun NAW-gegevens binnen een maand na die wijziging aan de administratiemedewerker van de begraafplaatsen door te geven.

  • 4. De administratiemedewerker houdt een plattegrond bij van de begraafplaatsen, waarop de graven genummerd zijn aangeduid.

Hoofdstuk 6 - Slotbepaling

Artikel 11 – Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking huidige besluit

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als Indelingenbesluit begraafplaatsen gemeente Tholen 2021.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2021.

  • 3. Met ingang van de dag van inwerkingtreding van dit besluit wordt het ‘Besluit tot vaststelling van nadere voorschriften met betrekking tot indeling en onderscheid graven, t.b.v. de gemeentelijke algemene begraafplaatsen van de gemeente Tholen' ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen in zijn vergadering van 22 december 2020.

Burgemeester en wethouders van Tholen,

de secretaris,

J.K. Fraanje

de burgemeester,

M.L.P. Sijbers